Campingleven in de regen

Na weer een onrustige nacht waarin we tegen elkaar ophoesten verlaten we het RV park met het golfveld op weg naar onze volgende bestemming: Banff National Park. In de eerste plaats die we na wat (foto)oponthoud tegenkomen, Village Radium Hot Springs, doen we een paar inkopen bij de plaatselijke super. Bij het oversteken zien we een camper met Oostenrijks kenteken waarvan de bewoners net aan komen lopen. We maken een praatje en wisselen over en weer tips uit. Zij zijn gisteren vanuit Banff gekomen en het was daar een gekkenhuis, zo druk! Geen camping had meer plek. ? We hadden er al rekening mee gehouden dat dit weekend erg druk zou zijn in verband met Canada Day aanstaande maandag. Na het verhaal van de Oostenrijkers slaat de twijfel extra toe en gaan we eerst het plaatselijke visitorcenter binnen. Als we de jongedame van onze plannen vertellen lacht ze en geeft als advies; ‘Als het kan stel de trip uit en ga pas op maandag rijden, hopelijk is de ergste drukte dan voorbij.’ ? Na kort overleg zijn we eruit en rijden terug naar het RV park met het golfveld. Gelukkig is onze plek nog niet bezet. We zijn hangerig maar willen toch iets doen dus rijden terug naar Village Radium Hot Springs om vandaar over de 93 een stuk het Kootenay National Park in te gaan. Wie weet zien we beren! Wat zo maar zou kunnen want volgens de informatie vanuit het visitorcenter zijn ze volop aanwezig in het park waardoor een aantal wandelingen zelfs afgesloten zijn voor publiek. De eerste stop is bij de Hot Springs waar het stikt van de mensen, iedereen wil met zijn gat in de hete baden zitten. We rijden tot aan Kootenay Valley Viewpoint en keren daar. Er is geen beer te bekennen….? Tsja, de natuur doet wat ie wil. We kiezen een eenvoudige wandeling van ongeveer vijf kilometer: Redstreak Creek. Op de parkeerplaats staan geen andere auto’s geparkeerd en met mijn wapenwandelstok ? gaan we het stille donkere bos in. Gelijk gaat het pad omhoog en moeizaam door de verkoudheid loop ik te puffen. ‘Nou als dit makkelijk is dan wil ik die moeilijke paden wel eens zien!’ foeter ik. ‘Sssssttt!, doe even rustig!’ sist mijn lover achter mij. ‘Je jaagt de beren weg!’ In de volgende bocht ligt poep, ik heb er geen verstand van maar volgens mij van een beer. Mijn lover buigt voorover zoals ik in Afrika zo’n gids tijdens een safari vaak heb zien doen. Hij kijkt, knikt en zegt dan; ‘Dit ziet er vrij vers uit!’ ? Hij wuift met zijn hand dat ik verder moet lopen. Daar loop ik op het smalle pad en staar de donkere bossen in. Oeps, daar ligt alweer poep! Achter me voel ik zijn hand duwen terwijl ie sist; ‘Lopen!’ Natuurlijk weet ik inmiddels dat beren banger voor ons zijn dan wij voor hen. Maar ook dat ze schrikken van geluid dus bij de volgende bocht die ik om moet krijg ik spontaan een hoestbui. ? Dit is echt niet mijn idee van een ontspannen wandeling. Het pad wordt steeds smaller en de bossen dichter. Mijn lover kan me wat en om toch wat geluid te maken tik ik af en toe met de wandelstok tegen de bomen. ‘Niemand weet dat we hier zijn, straks worden we opgevreten en nooit meer gevonden! We hebben niet eens telefoonbereik!’ sis ik. Hij stopt abrupt en zegt; ‘Zo heb ik er geen zin in, je jaagt ze allemaal weg bangerik!’ Kortom na een half uur wandelen keren we om en gaan terug. ? Op het RV park duik ik het medicijnkastje eens in en vind nog tabletten die moeten helpen bij griep….vannacht maar eens innemen want wat ben ik benauwd. De volgende ochtend voel ik me iets beter maar het hoesten blijft. Het is zondag en we doen rustig aan. Hij beantwoord wat werkmails en ik ruim de hut op. ‘s-Middags lopen we naar de golfbaan en spelen weer 9 holes. Helaas moet ik het na een prima begin toch weer afleggen tegen mijn lover. ? Als we na afloop bij de camper een wijntje doen krijgen we gezelschap van Bentley, de hond van de eigenaars van de camping. Het jonge dier wil heel de tijd met de bal spelen en weet van geen ophouden. ? Het voornemen is om morgenochtend vroeg naar Banff te rijden. Via internet heb ik geprobeerd om een campground te boeken maar alles is vol of ‘first come first served’. Dat vroeg vertrekken is iets wat niet altijd wil lukken bij ons. We merken dat hoe langer we reizen hoe makkelijker we worden. Vaak rijden we pas rond 11.00 uur weg. Voor de zekerheid zet ik dus mijn wekker en rond 08.00 uur zijn we op pad! ?? Over de 93 door het Kootenay National Park de ongeveer 135 kilometers naar Banff. De Hot Springs zijn op dit tijdstip nog leeg. Het eerste stuk hebben we gisteren gereden maar wat daarna volgt is ook super mooi. Voor de digi-verslaafden is er aan het begin al een waarschuwing….? Helaas gunnen we ons niet veel tijd om te stoppen. De bosbrandschade van de afgelopen twee jaar is wel heftig.Toen wij elkaar net kenden zijn we gaan skiën in Whistler, Lake Louise en Banff. Het is een moment van sweet memories als we het laatst genoemde stadje inrijden. ? Dit moment duurt heel even want wow, wat is het druk. Banff maakt zich op voor Canada Day! Net buiten het centrum ligt campground Tunnel Mountain Village I en II, samen goed voor zo’n 1400 plaatsen. Bij de ingang staat een bord ‘full’. ? Mijn lover stuurt de hut toch tot de ingang en wat blijkt: er heeft net iemand geannuleerd dus we hebben geluk en boeken gelijk drie nachten. Ondanks dat deze campings heel groot zijn merk je er niet veel van. De plekken liggen aan beide kanten van lange lanen. En niet onbelangrijk: er zijn beren gesignaleerd! ? De festiviteiten in Banff starten met een parade. Op de fiets gaan we naar het centrum, daar wachten we met koffie/thee tot die begint. De weersvoorspelling voor vandaag was regen maar tot nu toe schijnt de zon uitbundig! We bewonderen de bonte stoet, slenteren door het centrum,en het park met optredens, lunchen op een terras met Canada’s nationale gerechten doen wat drankjes. ? Het is te vergelijken met Koningsdag bij ons. ? Er is zelfs een afvaardiging uit Vulcan, inclusief Docter Spock. Zoals gezegd zijn we hier ‘s-winters geweest, tijd om het nu in de zomer te ontdekken en we maken een programma voor de aankomende dagen. We fietsen en wandelen in en om Banff, bezoeken de botanische tuinen en hotel Fairmont (ja, die waar de All you Need Kerstspecial is opgenomen). De volgende dag gaan we via de 1a naar Lake Louise en Lake Moraine. Deze meren zijn bijzonder mooi en daarom ook razend populair. Als we om 08.30 uur arriveren zijn de parkeerplaatsen boven al vol. Het is een mega verkeerschaos.We rijden terug naar de Village beneden en vinden nog net een parkeerplek achter het benzinestation. Met de shuttlebus komen we boven. Tussen de beide meren rijden ook shuttle bussen. In het kort: het was een mooie lange vermoeiende dag. We wandelen bij Lake Louise, drinken koffie/thee in het Fairmont, wachten heel lang op de shuttle naar Moraine Lake waar we vervolgens ook weer een wandeling langs het meer maken. Bij een kanoverhuur verbazen we ons over de prijzen van de kano’s: 120 Canadese dollar (80 euro) voor 1 uur! ? Er lagen minstens twintig van die dingen in het water, ook stond er al een nieuwe wachtrij dus big business! Terwijl we daar op het terras aan een warme choco tegen de kou zitten zegt mijn lover; ‘Wat heb ik een spijt dat we niet op de fiets zijn gegaan.’ Ik weet het zo net niet want de weg gaat flink omhoog en is bomvol auto’s, campers en bussen. Om daar nu tussen door te moeten fietsen. ? Voor degene op ons blog uit het Canadaforum: ik heb op die site een aantal tips en trucs om deze meren te bezoeken gezet. ?

De musjes waren niet bang en pikten zoals op elk terras ter wereld de kruimels op.Doodmoe komen we terug in Banff, parkeren de hut en gaan op zoek naar een restaurant. Er is keuze genoeg maar wij kunnen lastig beslissen: Bij de één krijgen we een rottafeltje in de loop naar de wc’s, in steak heb ík geen trek, de ander heeft geen plaats….? ‘Hé, de Chinees op het hoekje die we gisteren zagen, is dat iets?’ vraag ik. We lopen er naar toe en het is top! De zaak zit vol met Chinezen en het eten erg lekker! Ik geef het een Nederlands tintje met mijn bier. ? Als de eigenaresse hoort dat we uit Nederland komen dan roept ze dat ze er ook is geweest. ‘I was in big city with all small rivers and other city was like this, like this!’ en ze zwaait met haar armen in het rond. ‘Amsterdam en Kinderdijk!’ roepen wij in koor waarop ze hard giechelend piept; ‘Yes, yes, yes, so nice, so nice.’ ? Door de regen en diep weggedoken in de jassen lopen we terug naar de parkeerplaats. Het is akelig koud. Terug op de camping staat het bord met ‘full’ nog steeds. ? Nieuwsgierig als we zijn rijden we over het terrein en echt, we zien zeker nog zo’n veertig lege plekken. ‘Als ik twintig jaar jonger was dan ging ik in Noord Amerika een organisatie- en planningbureau beginnen.’ opper ik tegen mijn lover. Als de camper weer op zijn plek staat en water en elektra zijn geïnstalleerd (met slecht weer nemen we dit omdat de zonnecellen weinig kunnen laden) zetten we de kachel hoog en kruipen met een dekentje op de bank voor een aflevering van ‘Weekend Millioniars’….ja, alles is te downloaden. ? ‘s-Nachts word ik een paar keer wakker en hoor de regen op het dak kletteren. De kachel hebben we zacht aan laten staan, het is lekker warm in de hut. Ik gluur naar buiten en heb medelijden met een tent die schuin tegenover ons staat. In de harde wind en regen staat het ding heen en weer te schudden. De volgende ochtend regent het nog steeds en de weersverwachting is ronduit slecht te noemen: tot eind volgende week blijft het zo. We nemen de route nog eens door, willen we echt nog hier blijven en zelfs nog hoger gaan? We zitten inmiddels bijna twee weken in de kou en regen. ? ‘Ik ben er klaar mee!’ hakt mijn lover de knoop door. Omdat we eind van deze maand naar huis vliegen vanaf Seattle besluiten we richting Oregon te gaan. Volgens de weerapp is het daar in ieder geval beter. We gaan zeker nog eens terug naar dit gedeelte van Canada want het is hier ronduit schitterend….maar wel met droog weer. ? Vanaf de camping rijden we langs de bosrand maar zien helaas ook nu geen beren. In het centrum van Banff is het file rijden en een bonte verzameling regenjassen schuifelt door de straten, wat een kloteweer! Over de Highway 1 komen we in Revelstoke. Daar gaan we op zoek naar het hotel waar we een paar jaar geleden hebben geslapen. Grappig detail is dat toen wij hier in 2012 waren, en de serveerster hoorde dat wij uit Nederland kwamen, zij vertelde dat Koning Willem Alexander hier ook was geweest om te heliskiën. Bij de Save on Foods doen we wat boodschappen en terwijl mijn lover alles opbergt pak ik mijn tas van bed. Ik trek hem naar beneden en zie niet dat er een fototoestel op ligt. Met een klap valt het toestel op de grond. ? We kijken elkaar aan, hij moppert en ik sputter maar eigenlijk zijn we te moe om ruzie te maken. Het was vandaag een lange inspannende rit in de regen en om verdere brokken te voorkomen zoeken we een camping op. De eerste die we tegenkomen is Lightlamper campground net buiten het dorp. Het zijn grasplekken en enigszins doorweekt. ‘Zal je zien dat we er morgen niet uitkomen!’ mompelt mijn lover wat bozig voor zich uit. Ik zeg maar niets en ga een was in de machine gooien. Want door al die lagen kleding die we nu met deze kou aantrekken stapelt dit zich veel sneller op. Een korte broek met shirt is wel so easy. ? Na het eten doen we de gordijnen al vroeg dicht en sluiten zo de regen buiten. Wat een troosteloze pestzooi buiten. Het enige wat ons opvrolijkt is dat de camping razendsnel internet heeft. Zo hadden we niet eerder! De volgende morgen zitten we aan ons ontbijtje en ik staar naar buiten waar de regen nog steeds met bakken naar beneden komt. Gisteren spraken we met de campingeigenaar over het weer, die was blij dat het regende want dan komen er voorlopig geen bosbranden….tsja. ? ‘Dit zal ook wel weer een lange rijdag worden, laten we maar zoveel kilometers wegtrappen.’ zegt mijn lover en ik knik. Na het gebruikelijke bakkie bij de Starbucks verlaten we Revelstoke. Omdat we geen zin hebben om weer alleen Highway te doen, nemen we weg 23 binnendoor richting de Amerikaanse grens. Mijn lover rijdt en ik kijk naar de immense bossen, ‘Stop, stop, kijk op rechts daar loopt een beer!’ roep ik hard en wijs met mijn vinger in de richting. Uit ervaring weet ik dat het woord ‘beer’ een magisch effect heeft op hem. Hij trapt op de rem, grist zijn camera en weg is ie….Bye, bye lover of my life. ? Ik schuif naar de bestuurderskant, hou het verkeer, mijn lover en de beer in de gaten. ? Die schuifelt op het gemakkie het bos in. Zo wonderlijk want kijk je vijf minuten later dan zie je dus helemaal niets! Na zo’n 45 kilometer komen we bij een enorme veerpont die ons gratis van Shelterbay naar Galenabay aan de andere kant vaart. Als we stilstaan is er altijd veel belangstelling voor de wereldkaarten aan beide kanten van de camper.Bij Nakusp zien we een leuk stuk strand en omdat een voorzichtig zonnetje schijnt besluiten we daar te lunchen. Terwijl ik de soep opwarm staat er plots een meneer bij de deur. ‘Komen jullie uit Nederland?’ vraagt ie met een licht accent. Hij is 40 jaar geleden naar Canada geëmigreerd en komt oorspronkelijk uit Rotterdam. ? Terwijl we met hem praten klinkt in de verte gedonder. ‘Er komt heel slecht weer aan!’ zegt de oude baas en vertrekt naar huis. Een lichtflits knettert door de lucht die ineens helemaal donker is geworden. De wind blaast de deur van de camper met een klap dicht. Wow, wat is dit? ‘Ik ga toch nog even proberen het onweer te fotograferen!’ roept mijn lover uitgelaten, grist de spullen die hij nodig heeft en rent naar het strandje. Vanuit de camper zie ik hem staan en denk….? eigenlijk weet ik niet wat ik denk want ik ben het gewend. Terwijl ik mijn soep eet hoor ik de eerste druppels op het dak vallen en net op tijd is mijn fotograaf weer terug in de hut. ‘Is de soep al warm?’ vraagt ie. Ik wijs op zijn soepkom waar ik maar een bordje op heb gelegd….het stond er al een tijdje. ? Via de plaatsjes New Denver en Silverton komen we in Castlegar. Daar houden we het voor gezien, het is inmiddels rond 16.30 uur als we op Pass Creek campground voor slechts 17 dollar een plekkie vinden. Eigenlijk is het vol maar de vriendelijke dame heeft nog een groepsveld over waar we kunnen gaan staan. ‘Kijk maar of jullie het iets vinden, er staan nog een paar campers.’ zegt ze. We rijden naar het veld dat een beetje onoverzichtelijk is. Voor een camper zit een grote groep ouderen die naar ons zwaait. ‘Links of rechts?’  vraag ik terwijl ik het gras oprij. ? Dat is een ding tussen mannen en vrouwen of misschien alleen tussen mijn husband en mij maar we draaien wel drie keer op het veld terwijl de ouderen zwaaien en toekijken. Uiteindelijk staan we maar kan ik de deur niet uit omdat ik pal naast de picknicktafel heb geparkeerd. ? De ouderen zijn opgestaan en gaan zich ermee bemoeien, de tafel wordt verschoven, de hut moet verplaatst worden en we krijgen een uitnodiging voor het vuur vanavond. Er komt nog een koppeltje bij met een tent, weer gaan de oudjes uit de stoel en binnen no time staat het tentje. De tokkies, wat dat zijn het wel een beetje, maken een groot vuur en zetten muziek op, gelukkig onze muzieksoort: het leven op de camping is zo slecht niet! ?

Snuf en snuitje op weg naar Canada

Bij de vriendelijke dame van Glacier Peak RV park boeken we nog een nacht bij. De camper moet vanmiddag voor de banden naar de garage en de ochtend zullen we nodig hebben om de troep van de brandblusser verder op te ruimen. De wasmachine is geduldig en gaat weer aan de slag. ? We zijn allebei nog steeds belabberd en het weer werkt ook niet echt mee. Terwijl een lichte regen gestaag op de hut valt doen wij een wedstrijdje ‘wie hoest het hardst….’ ? ‘s-Middags in de garage gaat het lekker rap en binnen een uur is de camper wederom voorzien van nieuwe banden. Sinds juni 2017 hebben we totaal tien winterbanden versleten. We hadden nu graag ‘gewone’ allweatherbanden eronder willen hebben maar die zijn niet te leveren in onze maat 215/70/15. ? Zaterdagochtend is Roel wat opgeknapt maar ik voel me alleen maar rotter. Gisteren heb ik iets tegen het hoesten gekocht. Heel verrassend trouwens want een tube tegen spierpijn zoals bijvoorbeeld Midalgan kan je alleen krijgen met een doktersrecept en deze hoestdrank, 10% alcohol, koop je voor nog geen zes dollar in de supermarkt. ‘Neem het niet overdag in want je valt zo in slaap!’ gaf de verkoopster als tip. Ik denk dat ze gelijk heeft want mij heeft het ‘s-nachts zeker negen uur in slaap gehouden. Mijn lover moest me echt wakker maken! ? ‘Als je niet weg wilt blijven we staan!’ zegt ie maar wat moeten we hier verder? Het regent dus laten we maar een stuk gaan rijden. Net voor het centrum van Columbia Falls zien we dit: het blijft toch bijzonder zo’n marktkraam met allerlei prullaria voor Trump. Ik maak een praatje met de kerel die vertelt dat ie vanavond helemaal leeg verkocht is. Er zijn hier veel Trump ‘gelovigen’. Auto’s die voorbij rijden toeteren en geloof me….dat was niet voor mij ? maar als aanmoediging naar de kerel en zijn kraam. Tsja, ik heb zeker wel een oordeel over Trump maar daar is dit blog niet voor, don’t talk about politics. ? Na een koffiestop bij een mobiele shop (I love it!) gaat het verder langs de ingang van West Glacier park en de plek waar we eergisteren de lekke band kregen. Of het toeval is weet ik niet maar als we daar voorbij zijn stopt het ineens met regenen. ? Het is trouwens best puzzelen met een RV om dit park in te mogen want een aantal wegen zijn verboden omdat ze te smal zouden zijn voor campers. Het staat onduidelijk aangegeven. In het mistroostige oord Browning tanken we. Dit is de hoofdplaats van het gebied van de Blackfeet Indianen en hier bevindt zich ook hun museum. In een brochure heb ik er over gelezen maar bij het zien van de mistroostige gebouwen en de verveelde rondhangende locale bevolking laten we dit gehucht snel achter ons. Wij vonden het de stop niet waard. Laat ik voorop stellen dat ik ervan overtuigd ben dat de Indianen veel onrecht is aangedaan maar het is inmiddels 2019 en het grote gedeelte wat ik hier zie rondhangen heeft dit echt niet zelf meegemaakt. Get alive, doe iets want verveeld dronken heen en weer slenteren en de stad laten verpauperen lost niets op. ? Via een super mooie scenic weg komen we in St. Mary waar we het Glacier Park weer in gaan, dit is nog steeds aan de Amerikaanse kant. Met de camper mogen we ook hier maar een klein gedeelte van de weg rijden, het alternatief is met de gratis tourbus. Net in het park ligt de St. Mary campground waar we, ondanks het bord full, toch nog een plek vinden. Reserveringssystemen van campings in Amerika zijn pet, zo erg dat ik er maar eens een apart verhaal over ga schrijven. ? Het weer is de afgelopen dagen echt omgeslagen, met de kaart erbij checken we de route en de weervoorspelling. We worden er niet vrolijk van! Zondagochtend ontwaken we en het is vies koud, bah, bah, het lijkt wel herfst. In de harde wind staat de hut te schudden en de keiharde regen doet de rest. ? Tijdens het ontbijt wijzigen we de plannen weer! Via Chief Mountain gaan we de grens met Canada over, wat ook nu weer verrassend snel gaat. De vriendelijke beambte bekijkt de paspoorten en vraagt naar onze reisplannen. Ook wil ze weten of we brandhout (wat niet mag vanwege de Dutch Elm ziekte), wapens of grote hoeveelheden alcohol bij ons hebben. Nadat we hier ontkennend op hebben geantwoord mogen we verder. Opvallend trouwens: in het Engels hebben veel negatieve dingen het voorvoegsel Dutch. Double Dutch ( uit je nek lullen), Going Dutch (ieder betaald voor zichzelf) , a Dutch treat ( nog erger: je denkt dat je getrakteerd wordt maar men verwacht van jou dat jij alles betaald) en a Dutch Agreement (een afspraak tussen twee dronken gasten waar de volgende ochtend niemand zich meer iets van kan herinneren.In Waterton vinden we een plek op Crooked Creek campground net buiten het centrum. Mijn lover gaat een tv serie kijken en ik kruip hoestend en proestend in bed. Eind van de middag zegt ie; ‘Ik ben er klaar mee met die kou en ga nu eerst op zoek naar de winterjassen!’ ? Heerlijk warm aangekleed lopen we daarna door het dorp waar we in een prima restaurant een gezellig etentje hebben. (Uit statistieken blijkt dat veel klachten in restaurants over koud eten komen doordat de borden eerst uitgebreid gefotografeerd worden. ?)De volgende dag is het droog en zelfs de zon komt af en toe tevoorschijn. We boeken een nacht bij (we moeten wel van plaats veranderen terwijl later blijkt dat ons oude plekje gewoon onbezet blijft ?),maken een kleine wandeling, trakteren ons zelf op een ijsje (dit is de kleinste die er was! ?)en ‘s-avonds nog maar eens op een etentje in het zelfde restaurant van gisteren. ? Dinsdag gaan we eerst naar hotel Prince of Wales op de landtong boven het dorp voor een bak koffie/thee en wat foto’s van het uitzicht. Daarna komen we via Pincher op de Crowsnest Pass in het stadje Frank waar we deze bizar indrukwekkende aardverschuiving, genaamd the Frank Slide, zien. In het gelijknamige bezoekerscentrum horen we over de geschiedenis van de dodelijkste aardverschuiving van Canada. In de vroege ochtend van 29 april 1903 werd een deel van de bedrijvige mijnwerkersstad bedolven onder miljoenen tonnen kalksteen die vanaf de top van Turtle Mountain omlaag raasden en waarbij meer dan 90 mensen begraven onder het puin de dood vonden. Waardoor dit plaatsvond is onduidelijk en kan komen door meerdere factoren: mijnbouwactiviteiten die mogelijk de interne structuur van de berg hebben verzwakt of misschien de extreem natte winter in combinatie met het koude weer in de nacht van ramp. ? De spoorlijn die onder de berg liep werd binnen drie weken gerepareerd en de mijn kon opnieuw open. Een gedeelte van de stad werd verplaatst en bloeide weer op tot de mijn in 1917 voorgoed gesloten werd. Maar de plaats van de ramp bleef onveranderd, werd aangewezen als Provincial Historic Site van Alberta en trekt jaarlijks meer dan 100.000 bezoekers. Als we over de kronkelpaadjes door de verwoestende steenmassa lopen ervaren we de ontzagwekkende kracht van de natuur. Het bizarre is: het zou met het resterende deel van de berg zo weer kunnen gebeuren. Onder de indruk van wat we gezien hebben rijden we verder over de pas en komen in Sparwood. Gelijk als we de plaats binnen rijden zien we een bord ‘Largest truck in the World’. En daar op een plein staat ie: de Terex 33-19 Titan! Dit prototype off-highway, ultra klasse, drie-assige, dieseltruck werd ontworpen door de Terex Division van General Motors in 1973. Ik zie hem zo bij Tony Beets in Goldrush rijden. ? Er is er slechts één geproduceerd en het was ruim 25 jaar de grootste truck van de wereld. De Titan werd eerst ingezet in een ijzermijn in Californië, later in Sparwoord bij de Kaiser Steel mijn. Hij kende veel mechanische problemen waardoor ie vaak niet inzetbaar was. Reserve onderdelen waren er niet en moesten met de hand gemaakt worden. Na 18 jaar dienst is hij gerestaureerd en een toeristische attractie geworden maar rijden kan hij niet meer: z’n turbo is opgeblazen en reparatie was te duur. ? Nu we in Canada zijn zien we ook weer eens andere supermarkten zoals Save on Foods waar we gelijk wat inkopen doen. Het is wel even uitkijken met de prijs want het is geen Walmart en ze weten de prijzen wel: 6,00 Canadese dollar voor een bloemkooltje. ? We besluiten nog een stukje te rijden zodat we in ieder geval de pas over zijn en houden het in Fernie voor gezien. Deze wintersportplaats heeft een lange hoofdstraat met winkeltjes en restaurants. Leuk om morgen eens te gaan bekijken. Iets buiten het centrum tegenover de golfbaan ligt Fernie RV resort waar we tot we gaan eten nog genieten in het zonnetje. We hebben gelukkig geen direct naaste buren want het hoesten lijkt alleen maar erger te worden. ? De volgende dag ziet het weer er goed uit. We boeken nog een nacht bij en stappen daarna op de fiets. Er zijn vele wandel en fietspaden hier en we fietsen langs het meer en de rivier naar het centrum. Daar bekijken we wat winkeltjes, mijn lover bezoekt een kapper (voor mij hadden ze helaas geen tijd ?) en later op de camping kan de BBQ eindelijk weer eens aan. Als we na het eten nog steeds buiten zitten en een wijntje doen begint het te spetteren: het is toch weer een dag droog geweest! ? Het leven op een camping als het regent heeft altijd iets triest. Dat ervaar ik ook weer als ik de volgende morgen de rolgordijnen omhoog doe en de ‘verzopen’ tenten zie staan. OMG, het water stroomt inmiddels gestaag over de voetpaden. ? Het uitzicht op de bergen is totaal weg, dikke bewolking hangt boven ons. We verlaten de camping, doen bij de Starbucks een koffie/thee en zoeken de richting weer op die we te gaan hebben, namelijk de Nationale Parken Banff en Jasper. Na zo’n 100 kilometer komen we in Cranbrook. Wow, dit is best een grote stad! Bij een groot shopping plein parkeren we de hut en doen wat boodschappen voor de lunch. ‘Daar zit een kapsalon, misschien hebben die tijd voor je grijze haren!’ zegt mijn lover als ie er een op de hoek ziet. Het geluk is met me want ik kan gelijk terecht! Ik raak eraan gewend want ook hier mag (lees: moet) ik weer een formulier ondertekenen dat ik de kapster niet aansprakelijk stel als de haarkleur niet is wat ik ervan had gedacht….? Het blijft een bijzonder iets wat wij in Nederland niet kennen. Net als het feit dat hier de kapsters/kappers keihard doorwerken. De meesten huren een stoel in een salon en krijgen dus per klant betaald. Met prima geverfde en geföhnde haren loop ik de salon na anderhalf uur weer naar buiten en in de zeikende regen ren ik terug naar de camper. Dit is echt niet normaal meer, een donkere pikzwarte lucht en onweer klinkt in de verte. ‘Tsjonge, tsjonge en dan te bedenken dat ze thuis in Nederland van die hoge temperaturen hebben!’ mopper ik er vrolijk op los. Na overleg besluiten we de dichtstbijzijnde camping op te zoeken. Mount Baker RV park bereiken we na zo’n vier keer gas geven ? en ze hebben nog plaats ook! ‘Eens kijken hoeveel kilometer we vandaag op de teller gaan krijgen!’ grapt mijn lover als we Cranbrook de volgende morgen verlaten. We hebben de 93/95 richting Banff/Lake Louise gekozen, prima weg en we genieten van de uitzichten. Bossen en heel veel golfbanen schieten aan ons voorbij. Net voorbij Fairmont Hotsprings staat een groot reclamebord voor een RV park met golfbaan. Het is nog maar 13.00 uur maar mijn lover draait de weg in, ‘Met het oog op dit drukke weekend in verband met Canada day kunnen we niet vroeg genoeg gaan staan!’ zegt ie met een knipoog. Een slingerend weggetje brengt ons door een bos bij de 9 holes golfbaan met camping. Super leuk….alleen de naam RV park is met hooguit zes plaatsen iets te hoog gegrepen. Wij zouden dit bij ons ‘kamperen bij de boer’ noemen. Niets mis mee want het ziet er prima uit en voor 25 Canadese dollars hebben we ook nog stroom en WiFi. ? Eindelijk na een jaar spelen we weer eens een spelletje golf. Vorig jaar had ik veel last van mijn gebroken elleboog en kon helaas niet spelen. Ik moet zeggen: het viel niet tegen. Degene die het spel kennen weten het: het is met name concentreren….en dat valt soms niet mee! ? Terug bij de camper zien we dat er nieuwe buren naast ons komen staan. Ze hebben een bizar grote caravan, noemen ze hier trouwens fifth wheel, die eindelijk na tig keer steken goed staat. Het hele gezin (zes personen) zet ook nog een tent op en dan vertrekken pa en ma met de auto en laten kids en honden achter. In de caravan zit een klein keffertje die continue blaft. ? Terwijl ik eten sta te bakken hoor ik de stem van de eigenaresse roepen, ‘Die hond moet zijn mond dichthouden en ruim jullie speelgoed op, ik wil een rustig schoon RV park!!!!’ ? ‘Zo dan, die is niet misselijk!’ denk ik, wat een overdreven mens met dat geschreeuw naar die kinderen. Op zich is het wel vreemd want de ouders blijven bijna drie uur weg en laten de kinderen van ongeveer zes en acht gewoon alleen. Eindelijk rond half acht komen ze aanrijden. ‘Let op, nou komt die eigenaresse!’ zeg ik tegen mijn lover en  ja eerlijk, ik beken het direct: ik ga in mijn gluurhoek zitten. ? Wat dan volgt is rigoureus: ze worden weggestuurd! Geen waarschuwing maar gewoon vertrekken, de familie kan alles waar ze zo lang mee bezig waren weer inpakken! ? Naast mij hoest mijn lover alsof hij uit zijn schoenen geschoten wordt, ‘Rustig straks komt die heks nog zeggen dat je niet zo hard mag hoesten!’ gier ik van het lachen waardoor ook ik weer vreselijk moet hoesten. Als ze kijkt zwaai ik vriendelijk naar haar, ‘Enjoy your evening, bitchie!’ Dat laatste woord uiteraard op fluistertoon….?

OMG, dat hebben wij weer….

Mijn lover heeft vroeger geskied in de wintersportgebieden, Solitude en Park City, boven Salt Lake City en het lijkt hem leuk om daar eens te gaan kijken nu we hier toch in de buurt zijn. Vanaf het vliegveld rijden we eerst richting de stad. ‘Oh nee, kijk nou toch! Heel anders dan gisteren!’ roept ie uit als we in de verte de tempel van de Mormonen zien liggen. Na al die jaren weet ik wel wat er komt: het gaat om het licht. ? Nu staat de zon hoger of lager en valt de schaduw anders, ik kan er een hele theorie over oplepelen maar het resultaat is dat we eerst terug naar de tempel gaan en hij een aantal foto’s van gisteren overmaakt. Ik zoek een bankje in de schaduw en bel met het thuisfront. ? Bij terugkomst pakt ie me stevig vast; ‘Ik ben toch zo blij met je, helemaal top dat ik de foto’s over heb kunnen doen!’ Ik ben ook blij met hem want doordat hij bezig was heb ik ongestoord kunnen bellen….? We wandelen nog een uurtje door het centrum en dan vertrekken we. Over een slingerende super mooie weg klimmen we omhoog naar het plaatsje Solitude. De sneeuw is maar net aan het verdwijnen en de campgrounds die we tegenkomen zijn allemaal nog gesloten. Vanuit het dorp krijgen we een goed beeld van de pistes. Mijn lover tuurt omhoog en zucht; ‘Ik kan me toch echt niet herinneren dat ik hier heb geskied….’? Voor Park City geldt hetzelfde, ook hier is de sneeuw nog aanwezig en kijkt mijn vent met lichte verbazing omhoog naar de pistes. Als ik vraag hoe lang het dan geleden is denkt ie diep na en zegt dan; ‘22 Jaar geleden, er zou best het een en ander veranderd kunnen zijn.’ ? We rijden de weg een stuk naar beneden terug en het is genieten, in de verte hoge bergen met besneeuwde toppen en oneindige bossen. Bij het bord Jordanelle Statepark/campground slaan we af. Wow, deze ligt heel mooi aan een meer! De aardige receptioniste geeft ons een prima plek met uitzicht op het water waar we genieten van de late middagzon. ? De volgende dag verlaten we Salt Lake City. De weg voert ons verder door een lang dal naar beneden waar we de volgende staat in zullen rijden: Idaho, de aardappelstreek. Het is een lange warme rijdag met als enige onderbreking een lunch aan een vijver waar moedereend met haar kuikens totaal geen angst kent. Net voor Burley draai ik de snelweg af om te tanken. Achter het tankstation blijkt een campground te liggen. Het is een Good Sam die meestal wat duurder zijn. ? De prijs valt echter niet tegen en er zijn veel schaduwplekken. Helaas komen er ‘s-avonds muggen zodat we naar binnen vluchten. Spray tegen deze irritante stekertjes gaat direct op het boodschappenlijstje! Het landschap waar we de volgende morgen doorheen rijden is overwegend landbouw met heel veel sproei installaties en veeteelt: koeien. Rond een uur of 15.00 uur komen we bij Craters of the Moon National monument aan. Dit is een park dat bestaat uit een vulkanisch landschap met voormalige lavastromen en kraters. Leuk weetje: NASA trainde hier astronauten omdat men dacht dat het maanlandschap er ongeveer zo uit zou zien. ? Na een bezoekje aan het visitor center rijden we, op vertoon van de Nationale parkenpas, het park in. Rechts ligt gelijk een first come first served campground dus we zoeken eerst naar een vrije plaats, gewoon langs het pad. Mijn lover stopt het betaalbewijs onder het klemmetje, stoelen op de plek en de enveloppe met dollars in de deposit bus: ready! Ik keer ondertussen de camper. Door het park loopt een elf kilometer lange weg met verschillende uitkijkpunten waar we langs rijden. Bij enkele durven we in de hitte de korte wandelingen die erbij horen te maken. Zelfs bij Inferno Cone klimmen we omhoog en genieten van het uitzicht! Hoe meer de lava verkruimeld is hoe ouder ze is. Deze hier is minstens 15.000 jaar! ? Het duurt ook honderden jaren voor er sowieso iets op wil groeien. Amerikanen die we onderweg spraken hebben ons aangeraden om naar het Sawtooth National Forest te gaan omdat dit bijzonder mooi is. Na onze overnachting op het lava van Craters of the Moon rijden we via Hailey en Ketchum het gebied in. Men heeft niets teveel gezegd: het ís super mooi hier! Het doet ons denken aan de hoge Alpen: grillige bergen, oneindige bossen, riviertjes en weiden vol gras en bloemen. Langs de kant staat een bord met Clarendon Hot Springs. ‘Zag je dat, misschien wel lekker om te zwemmen!’ roept mijn lover terwijl we er in volle vaart voorbij rijden. We besluiten te keren en wat dan volgt is altijd een beetje rare actie. Het zal wel een man-vrouw verschil zijn en bij ons geeft het meestal wat onenigheid. Ik stop niet snel genoeg, ik draai te langzaam en zo geeft mijn handsome nog tal van opmerkingen. ? Uit mij komt niet meer dan dat ie zijn mond moet houden….vul de vrije vertaling zelf maar in. ? Na het keren blijkt dat we een onverhard pad op moeten. ‘Dat zouden we toch niet meer doen?’ vraag ik twijfelend. ‘Rijden maar, dat gaat goed komen!’ beslist hij. Daar gaan we bonkend over het pad, ik omzeil stenen, modderplassen en takken terwijl hij met zijn armen naar de richting zwaait waar ik volgens hem heen moet. Het is een dingetje maar we komen bij de Hot Springs. De vriendelijke beheerder laat ons een kijkje nemen en vertelt dat er ook een campground op het weggetje is. Inmiddels is het zonnetje verdwenen en er valt wat lichte regen. Nou zijn wij beiden toch niet van die zwemmertjes en zeker niet met dit weer dus….juist, we keren om en nemen de hobbelige weg terug. ? Eigenlijk heb ik veel meer zin om te wandelen en bij de Galena Loge grijp ik mijn kans. ‘Kijk dan, heel veel wandelroutes en een prima parkeerplaats om de hut te parkeren.’ roep ik enthousiast. Naast mij knikt mijn lover bedachtzaam. Heel vreemd maar die vent van mij loopt de zolen van zijn schoenen in Vegas maar in het bos ziet ie het dan niet zitten. ‘Ik moet altijd een doel hebben!’ is zijn excuus. De regen is gestopt en het zonnetje is terug. We trekken de wandelschoenen aan, ik vul een rugzakje en we kiezen een route. De wandeling gaat dwars door bossen met kleine beekjes. ? Terug bij de camper drinken we iets en gaan dan een plekkie voor de nacht zoeken. Het is ons opgevallen dat je hier bijna overal ‘vrij’ mag staan. Echter na de wandeling lijkt het alsof wij het park uitrijden en in meer bewoond gebied komen waar je verplicht wordt om op een camping te gaan staan. De eerste waar we stoppen durft voor dry camping 45,00 dollar te vragen. ? We zijn er snel klaar mee en rijden door tot we een bordje zien met Statepark. Wat volgt is weer een hobbelige weg van een aantal kilometer. ‘Waarom heb ik altijd de pech dat ik dan net achter het stuur zit?’ vraag ik mezelf af. Aan het eind van het weggetje ligt een meer, het Pettit Lake, voor  ons met daarbij een kleine eenvoudige camping (13 plekken). Dit is zo’n onverwachts cadeau waarbij je stil moet gaan staan om het te bevatten. Er komt een vrouw op ons afgelopen, ‘Hey I’m Rachel the camphost, how are you?’ vraagt ze lachend en het paradijs is compleet. ❤️ Want eerlijk dit is een van de leukste plekken die we ooit gehad hebben. Op nummer 1 blijft toch wel South Beach in Oregon staan, daar zwommen de walvissen zo voorbij. Rachel heeft nog wat plekken over, we gaan staan en lopen naar haar camper om te betalen. Prijs: 16 dollar. Al babbelend lopen we terug en ineens zie ik iets razendsnel bewegen op de grond, ‘Kijk uit, een slang!’ roep ik en trek mijn lover achteruit. Bijna had ie met zijn maat 45 op de slang gestapt. ? Het is zo’n zelfde exemplaar als ik van de week in het Great Basin National Park ook heb gezien. Brrrr, ze schijnen niet giftig te zijn maar het blijft schrikken als je zo’n ding ineens voorbij ziet schieten. Na het eten maken we een wandeling langs het meer, wat een rust is het hier. ‘Je denkt zeker weer aan een B&B.’ merkt mijn lover op. Dat doe ik zeker maar wie vindt me hier in the middle van niets….? Er is niet eens internet! Als Rachel ‘s-avonds langs loopt nodigen we haar uit voor een wijntje en horen haar verrassende verhaal. Zij is 29 jaar en komt uit Idaho. Zij is zeer gelovig volgens de leer van de mormonen opgevoed. Op haar vijftiende kreeg zij kanker. Toen zij deze ziekte overwon en herstelde is ze anders over het hele leven gaan denken. Op haar achttiende zei zij het geloof vaarwel, kocht een camper en trok de wijde wereld in. Dit is haar eerste seizoen als camphost op deze camping. Met haar familie heeft ze nog wel contact maar dit verloopt moeizaam. Je kan het vergelijken met de Jehova’s bij ons: zeg je het geloof op dan zeg je je familie op. ? Voordat we de volgende ochtend vertrekken nemen we afscheid van deze bijzondere Amerikaanse en hobbelen dan, ik rij weer ?, terug naar de hoofdweg. Het landschap wat volgt is zo bijzonder schilderachtig mooi en verbaast ons wederom. In de verte zien we Bald Mountain (wintersportgebied) en beneden ons stroomt de Salmonriver. In Stanley doen we een koffie/thee en wat inkopen. Net buiten het dorp begint de rivier wilder te stromen en zien we een tweetal rafts gaan. ‘Wow, dat moeten wij ook eens doen!’ roept mijn lover uit terwijl ie me aanstoot. We stoppen om naar de boten te kijken en terwijl hij fotografeert denk ik na over de reden waarom ik er zo huiverig voor ben. Een voormalige collega van mij heeft zijn meissie verloren bij het raften. In het wilde water sloeg zij overboord, hij (schipper bij de douane) wilde haar nog redden maar volgens de gids kwam het allemaal goed en zou ze wel door de boot na hen opgepikt worden. Zij is later dood gevonden. Altijd als ik een raft zie moet ik aan hem denken. ? Misschien moet ik me er eens overheen zetten want het is wel heel gaaf hoe die boten tekeer gaan! Net voor Clayton, als we over een brug rijden, zien we links beneden een paar kampeerplekken. Onze ervaring is dat ze het hier in Idaho begrijpen want er is voor iedereen wat wils, namelijk RV parken met full hook-up, kleine eenvoudige campgrounds en heel veel plekken waar je vrij mag staan. Ook niet onbelangrijk: er zijn genoeg plekken waar je kan dumpen en vers water tanken. Dat laatste is met deze hoge temperaturen heerlijk want we staan soms twee keer per dag onder de douche. Eigenlijk is het nog wel vroeg om te stoppen maar de plek is zo mooi dat we, ondanks dat er weer geen internet is, gaan staan. Er zijn vijf plekken en nobody there dus wij nemen de beste! We zetten de camper zo neer dat we vanaf de weg niet te zien zijn en brengen de middag in ons nakie door….kom maar op met jullie commentaar! ? Het is al weer zaterdag als we de volgende ochtend wakker worden. Soms gaan die weken zo snel! De volgende plaats waar we door heen rijden is Challes. In het centrum is het vrij druk: de wekelijkse farmersmarket en een Endurance hardloopwedstrijd. Na een rondje over de vrij kleine markt en het aanmoedingen van de atleten rijden we door. De weg slingert zich weer tussen de bergwand en de rivier heen. Plots komt er een pick-up brandweerauto met sirene voorbij. ‘Oh jee, die gaat vast ergens heen!’ stelt mijn lover. Misschien een kilometer verder staat de pick-up dwars op de weg en krijgen we een stopteken. ‘Dat zal net gebeurd zijn denk ik.’ mompelt mijn lover weer en ik knik. Van de andere kant, de plek van het gebeuren, komt een ambulance zonder sirenes. We krijgen het teken doorrijden en in de verte zien we een auto in de berm staan, verderop nog een en een paar mensen lopen heen en weer. Mijn lover zit achter het stuur en ik kijk. Ik weet het, ‘niet kijken’ maar iets trekt mijn aandacht. In de berm ligt een motor met daarnaast de motorrijder. Alleen zijn benen en laarzen zijn zichtbaar, de rest ligt onder een wit laken: hij is overleden. ? Ontdaan staar ik naar buiten terwijl mijn lover naast me moppert, ‘Ik zei het toch, niet kijken!!’ Daar zal binnen afzienbare tijd wel zo’n kruisje staan zoals we er al zoveel gezien hebben langs de weg. In Nederland wil Rijkswaterstaat deze monumentjes niet langs de weg omdat het zou afleiden. Ik denk: zou het wel helpen om voorzichtiger te gaan rijden….? Net voor het plaatsje Salmon schieten we een camping op, ook deze is weer heel leuk, klein en maar vijf dollar. Ik schenk mezelf een wijntje in voor de schrik en denk aan de onfortuinlijke motorrijder. Er waren voor zover wij zagen geen andere voertuigen bij betrokken, misschien uit de bocht gevlogen….? ‘Je kan van alles verzinnen maar we weten het niet.’ stelt mijn lover die al vele ongelukken voor zijn lens heeft gehad en er daardoor net iets anders in staat. ? We komen steeds meer in het noorden en rijden de volgende dag vanuit Idaho over een mooie maar saaie weg Montana in. De eerste grote plaats die we tegenkomen is Missoula. Het is weer even wennen die drukte. Links en rechts schieten auto’s voorbij. Als we een bord zien met KOA campground is die voor ons. Mijn lover voelt zich met een zere keel niet helemaal fit dus we hebben een easy middagje bij het zwembad terwijl de laundrymachine een was voor ons draait. ? Na een paar dagen zonder voorzieningen is stroom weer handig en terwijl ik de was opruim gaat hij aan de slag met de mixer zodat we morgen bij het ontbijt een verse boterham hebben. Als we ‘s-morgens opstaan is mijn lover niet lekker….’een mannenverkoudheid’ ?, hij klinkt helemaal schor alsof ie een feestje heeft gehad. We starten rustig en rijden voor wat boodschappen naar het centrum. Er zijn ook hier weer winkels die we niet kennen en met een koffietje slenter ik op m’n gemakkie in het rond. Uiteindelijk gaan we pas ver na de lunch op pad. Hij zit als een zielige vogel naast me te hoesten en proesten. Afgelopen week zijn we qua kilometers nog niet veel opgeschoten en soms moet je de dingen nemen zoals ze gaan. Idaho was verrassend mooi en dat maakt dat we weer goed beseffen hoe luxe het is om de tijd aan ons zelf te hebben. Ook nu in Montana rijden we langs meren die bijvoorbeeld op Lake Tahoe lijken. Als we dus na zo’n 100 km een bord zien met Big Arm Statepark sla ik deze weg in. We vinden een mooie plek en ‘s-avonds maakt mijn lover een vuur. Omdat we binnenkort Canada in zullen rijden branden we nu al het stookhout maar op, anders moeten we het inleveren. Als we s-avonds naar bed willen is het behelpen want her en der staan plastic tasjes met de aankopen die we gedaan hebben. ‘Ik heb geen idee waar we alles moeten laten. Misschien alvast een doos met troep naar huis sturen….’ peinst mijn handsome. Wanneer we de volgende ochtend dus langs een postoffice rijden stoppen we voor informatie. De doos die we nodig hebben is ongeveer net zo duur als een extra koffer, rond de 100 dollar en zal er een kleine twee weken over doen. Met de doos verlaten we het kantoor: die kan gevuld worden! We bekijken de kaart en als we nog zo’n 80 kilometer rijden zijn we in Kalispell. Dan kunnen we daar mooi de doos inpakken en ondertussen is mijn keeltje ook zeer gaan doen….? Kalispell is groot en heeft een leuke hoofdstraat met winkeltjes en restaurants. Omdat we ergens moeten staan schieten we de eerste de beste campground op, Rocky Mountain Hi, die we zien. We zitten buiten wat lusteloos in de schaduw bij de camper en hoesten tegen elkaar op. ? Thuis beroerd zijn is niets maar hier in zo’n kleine ruimte is het extra balen. Na een onrustige nacht rijden we naar het postkantoor waar de doos op transport naar Nederland gaat. Wij rijden door naar Glacier National Park en komen via de westzijde bij Apgar binnen. Bij de ingang vertelt een ranger dat een groot stuk van het park nog dicht is vanwege de sneeuw waardoor de ‘Going to the sun road’ maar gedeeltelijk te rijden is. Op het gedeelte wat wel toegankelijk is zijn twee campgrounds open en beiden hebben nog plek. Het regent als we het park in rijden. We rijden tussen dichte bossen door, af en toe zien we een glimp van een meer. Deze weg staat bekend als één van de mooiste van Amerika maar wij zien het even niet. Is het omdat we verwend zijn, zijn het de zere keeltjes….we don’t know maar het kan ons niet bekoren want we hebben inmiddels veel mooiere dingen gezien. ? De eerste camping, Apgar, slaan we over maar bij campground Sprague Creek gaan we erop. Bij de ingang staat een bord ‘forbidden for RV’s longer than 21 foot’. ‘Wij zijn net boven de 20 maar zeker geen 21 dus kunnen gewoon hier staan.’ zegt mijn lover, gaat een envelop met dollars vullen en plakt het betaalbewijs op de paal. Het zeikt van de regen, we doen een theetje en als de lucht wat opklaart besluiten we toch nog een stukje te rijden. Ik moet nog snel een plas en net als ik zit wordt er geklopt en mijn lover doet open. Het is de camphost die vertelt dat hij denkt dat we langer dan 21 foot zijn maar….omdat hij het goed vind mogen we vannacht blijven staan. Maar alleen omdat hij het goed vind! ? Ik stik van de lach want dit ga je toch niet geloven: daar krijgen we een standje van één of andere verdwaalde laaf die doet alsof we met zijn gratie hier mogen blijven staan. Nu die op dreef is gaat ie verder met wat we wel en niet mogen doen en legt uit dat er beren op de camping zijn en hoe we ons dan moeten gedragen. ‘We zijn in Alaska geweest dus weten wel wat te doen als er beren komen.’ zegt Roel. Dat had ie niet moeten zeggen want de laaf briest; ‘You don’t know nothingggg about bearssssss!!!’ ? ‘Zak, ga grassprieten tellen!’ sis ik, trek mijn broek op en zie nog net hoe ie weg scharrelt. We gieren het uit van de lach, wat een ##*??*## was dat! We rijden tot aan het punt waar de weg gesloten is,stoppen op de terugweg waar mogelijk en maken een kleine wandeling. Snuf en snuitje zijn nog niet optimaal dus doen het rustig aan en rijden terug naar de camping. Tegenover onze plek staat een pick-up en daartegen hangen de laaf en een ranger. ? ‘Oh jeetje, das niet goed….’mompel ik. We parkeren de hut, stappen uit en daar komt ie aan gelopen: de ranger. Geloof me, er zijn mannen die compenseren dat ze een kleine pik hebben. De een doet het door met veel geluid in een hele snelle veel te dure auto rondjes te rijden door een druk centrum. De ander doet het door een beroep te kiezen met een uniform en een wapen. Natuurlijk heb ik het echt niet over alle mannen en is dit nergens op gebaseerd….alhoewel mijn eigen waarneming…. ? Ik had er ook één in mijn team. Je gaf die knul een uniform met een wapen en hij veranderde in een soort terminator. Hij werd in zijn privé tijd rijdend met een telefoon in de hand betrapt en kreeg een bekeuring. Meneer reed naar huis, trok zijn douane uniform aan en ging terug naar het politiebureau om verhaal te halen….oeps, dat ging helaas voor deze (un)lucky luck niet werken. ? Terug naar de ranger, gebruik nu allemaal even je fantasie en zie hem: de kerel die net niet goed genoeg was voor de Chippendales, geen geld had voor een dure auto en dus maar een uniform aantrok. Het type uit de sportschool die ‘s-ochtends in de spiegel kijkt, zijn hand over zijn edele deeltje haalt terwijl ie hardop zegt; ‘Man, man, wat zie jij er toch verdomd lekker sexy uit!’ Die komt dus breedgeschouderd op ons afgelopen terwijl we net uitgestapt zijn en begint zonder introductie zijn verhaal af te draaien. Hij wacht geen antwoord af maar loopt naar zijn auto en komt terug met een centimeter. ? ‘De camper is langer dan 21 feet en ik ga het bewijzen!’ zegt ie hooghartig. Hij wil gaan meten maar het ding komt teruggerold dus moet mijn lover helpen. Dan gaat het verhaal een rare wending krijgen want als de ranger ziet dat hij het gaat verliezen rekent ie ook ineens de voorbumper mee! ‘Zo dan, de camper is te lang!’ Ik wist het: deze kerel weet vast ook het verschil niet tussen 10 of 20 centimeter. ? We hebben een probleem want Ko de boswachter is nog niet klaar met ons. Hij wil Roel zijn paspoort zien. We krijgen nu een waarschuwing maar de volgende keer als we weer ondeugend zijn dan volgt een bekeuring! Mij is ie al lang kwijt want ik denk; ‘Koekkoek lekkere groene dauwtrapper, we zijn niet van hier, we zijn toeristen en komen hier waarschijnlijk maar once in a lifetime!’ ? Met het paspoort loopt ie naar zijn auto en blijft heel lang weg. Ondertussen mogen deze twee verdachten ? met elkaar overleggen en we besluiten om ons geld terug te vragen en een andere camping op te zoeken. Althans, dat is het besluit van mijn lover, dat van mij is iets rigoreuze. ? Ko de boswachter komt terug en herhaalt alles wat ie heeft gezegd terwijl mijn lover zijn paspoort terug krijgt. ‘Als je mij mijn geld terug geeft zoek ik zonder probleem een andere camping op hoor’ stelt ie voor. Ko kijkt, schudt zijn hoofd en zegt dan; ‘Nee, voor deze keer zie ik het door de vingers maar remember! OMG, je kan echt mensen die je niet kent spontaan gaan haten! ? De laaf en Ko de boswachter overleggen nog terwijl wij binnen proberen om ernstig te blijven kijken. ‘s-Avonds gaat het weer keihard regenen met onweer en we hopen dat de laaf, die ook hier staat met een vouwwagen, voorbij zal stromen in een wildwater rivier. Maar wij zouden het niet zijn als het nog gekker kon! ? De volgende morgen regent het nog steeds en volgens de thermometer is het slechts acht graden. Beiden zitten we wat slapjes aan het ontbijt. De hele nacht heb ik liggen hoesten, bah, bah. Na het douchen ben ik wat opgeknapt en terwijl ik afwas doe gaat mijn lover onder de shower. Ik zie een schim om de camper heen lopen! Is dat een beer? ? Nee, het is iemand in een groen pak, een nieuwe ranger on duty! Hij loopt en kijkt om de camper maar ik doe alsof ik hem niet zie en droog mijn afwas af. Bonk, bonk, doet ie op de achterdeur. Ik open de deur en bam daar roept ie gelijk heel bits, zonder goodmorning of iets in die trant;  ‘Are you using a generator?’ Serieus als hij na deze woorden vol walging op de grond had gespuugd had ik het niet eens gek gevonden. ? Ik geef hem ‘de blik’, zoals een vriendinnetje van mij altijd zegt, (niet de blik van Barbie met de knipperende oogjes) en zeg; ‘Wij hebben geen generator!!’ Ik begrijp prima wat ie hoort want als de waterkraan aanstaat hoor je een hele lichte bromtoon van de waterpomp. ‘Wat hoor ik dan??’ vraagt ie arrogant. ‘Dat weet ik niet, misschien is het onze kachel die staat aan dus ik doe nu de deur dicht!’ Voordat het groene monster kan antwoorden trek ik de deur dicht terwijl ik mompel, ‘You can talk to my ass because my head is busy!’ ? ‘Wat een drama dit park, onaardige mensen, de helft gesloten, ondanks al het berengras geen beer te bekennen, geen donder aan!’, we mopperen er flink op los, starten de hut en voordat we wegrijden stopt mijn lover bij het tweetal wat verderop nog staat mee te doen met de quiz ‘Raad het geluid.’ ? ‘Mag ik jullie nog een advies geven: start de conversatie volgende keer met goedendag zeggen, dat is wel zo beleefd!’ zegt hij, drukt zijn raam dicht en geeft gas. Go Roel go! ??? Buiten het park zetten we thee/koffie, even de dag ontspannen opnieuw beginnen. Het plan is om nu via de oostzijde het park in te rijden, we geven het nog een kans! We zijn ongeveer 30 kilometer op pad als de bandendruk detectie op het dashboard begint te piepen. Mijn lover kijkt, ‘WTF, we hebben een lekke band!’ Razendsnel gaat het metertje van 5.5 naar 1.8. We kunnen nog net op een parkeerplaats bij een motel/RV park tot stilstand komen. Nu is het zaak dat, voordat de band helemaal leeg is, de camper op de krik staat. Maar ja, die krik ligt niet zomaar voor het grijpen. In de stromende regen gaat mijn lover aan de slag. Hij proest en kucht en is binnen een paar tellen zeiknat. ‘Waar is mijn regenjas?’ roept ie. ? Hij wacht gelukkig het antwoord niet af want hoe kan ik uitleggen dat ik die weer helemaal achterin heb opgeborgen. Daar staan we, op een parkeerplaats met de hut die een platte band heeft. Veel spullen moeten eruit voordat we de krik hebben en nog meer moet eruit voordat we de reserveband hebben. ? Uit het niets is daar ineens een kerel die vraagt of ie kan helpen. Hij werkt op het RV park en zag ons staan. Als Roel uitlegt wat het probleem is en dat de krik er nu niet meer onder kan heeft de kerel een prima plan. Rij voorzichtig op een paar planken en daarna moet het lukken met de krik. De planken gaan eronder, ik rij erop en verhip, het werkt! Als we de kerel willen bedanken met een flesje wijn neemt ie het niet aan. Terwijl hij zijn handen vouwt wijst hij naar boven en zegt dat drinken niet mag van God. ?? Ook stroopwafels neemt ie niet aan, hij heeft het uit naastenliefde gedaan. ‘Ik ben echt zo blij met jou en vooral met jouw plan van die plankjes!’ roept mijn lover opgetogen tegen hem. ‘Ik had er niet opgekomen!’ De man kijkt naar ons en zegt dan met vredige stem; ‘Ik ook niet maar God gaf mij de raad!’ Ik knik vriendelijk naar de man want soms zijn woorden overbodig. ‘Ik wist niet dat hij zo technisch was!’ zegt mijn lover toch. De onbekende kerel moet ook lachen, vouwt zijn handen nog eens in gebed en vertrekt. Amen! ? Wij stellen ons plan bij en rijden terug naar Kalispell waar we bij Les Schwab Tires nieuwe banden bestellen. ‘Het kan wel even duren!’ zegt de receptionist. We zetten ons schrap en vragen voorzichtig hoe lang….’Oh, morgenmiddag pas rond 14.00 uur! Adem in en adem uit: morgen al! Het was ons de week wel! ? Dachten we….Vlakbij de garage vinden we Glacier Peak RV park, daar gaan we staan. Het is een leuke plek maar door de miezer kunnen we niet buiten zitten. Ik draai nog een was en mijn lover begint met het uitzoeken van de foto’s voor het blog. Na het eten kijken we een tv serie en we hebben een rustige avond. ‘Ik ga zo naar bed want ik voel me echt beroerd.’ piep ik met zere keel.  Roel gaat verder aan het blog om de foto’s bij het verhaal te voegen. Want soms blijkt dat we een foto hebben waar ik het verhaal bij vergeten ben. Of andersom. Onderuit gezakt ligt ie op zijn bank. Ik doe mijn IPad aan de stroom, pak mijn telefoon om op te bergen, wat dan volgt is een waanzinnige klap, een flits, mijn oren beginnen te piepen en ik voel dat er iets van vloeistof in mijn ogen komt. In de camper sist er iets….Ik vlucht naar het keukentje waar ik mijn ogen uitspoel want ik zie niets. Mijn lover staat bij de kraan in de badkamer. ‘Ben je okay?’ vragen we elkaar. ‘De brandblusser!’ roept hij. ? Wat is er gebeurd? ? De brandblusser is ontploft en met waanzinnige kracht uit zijn houder van de muur gekomen. Als uit een katapult geschoten is het ding door de camper gegaan. Twee liter blusmiddel over de computer, de telefoons op tafel, in de gordijnen, aan het plafond, over de banken, overal nat schuim. ? Zelf zijn we ook doornat. We checken elkaar, spoelen ogen uit en gaan de slag: met handdoeken alles droogmaken. Roel zijn telefoon en computer hebben de volle laag gehad. Die zijn overleden. ?Hopelijk doen ze nog iets als ze droog zijn want al zijn gegevens staan erop.  Dan bekijken we de restanten van de blusser en krijgen wat lichte bibbers want WTF, als die scherven iets naar links waren gegaan had ie ze dwars door z’n nek gehad. Doordat ie onderuit gezakt lag heeft het ding, wat boven Roel in de hoek hangt, hem gemist en kwam mijn richting uit waar ik net weggelopen was. ? Roel appt met mijn phone naar zijn vriend Dirk-Jan, die heeft bij de brandweer gewerkt, wat de gevolgen kunnen zijn. Is de stof schadelijk om in te ademen, wat doet het op je huid en ogen? DJ  belt gelijk op en stelt ons gerust, douchen en spoelen is het belangrijkst. Dat hebben we inmiddels allebei gedaan. Het is middernacht als de ravage min of meer is opgeruimd. We zetten ondanks de kou veel ramen open, de verwarming laten we zachtjes aan en gaan naar bed. In de camper hangt een vreemde lucht, een soort desinfecterende zeepsop lucht. Na een onrustige nacht bekijken we bij daglicht de schade en Roel stuurt een mail naar de verzekering. Dirk-Jan belt hoe het is en we hebben geen idee hoe het ding heeft kunnen ontploffen. Hij is niet over de houdbaarheidsdatum en niet overmatig heet of koel geworden. ? Ik ben niet gelovig maar soms in situaties als deze….want nogmaals: wat hebben wij allebei een ontzettend geluk gehad!

 

 

 

 

 

 

 

Money, money, money

We besluiten om Vegas dinsdagochtend te verlaten. Het is ons weer gelukt: met drie nachten van totaal 12 uur slaap om deze jungle te overleven!? Omdat het al goed warm is gaan we eerst nog even zwemmen bij hotel Californië. Ik zei het al eerder, alles in Vegas draait om gambling en voordat we bij het zwembad komen moeten we dus langs het casino. ? ‘Eén spelletje nog, dat is toch niet zo erg?’ opper ik en trek mijn lover mee. Die realiseert zich ineens dat hij dit kaartje met een voorspelling van goeie getallen nog heeft. Dat heeft ie in Williams getrokken en kijk aan: are we lucky this morning! ? Gelukkig hebben we een strandtas bij ons want plastic tasjes kosten 10 dollarcent en dat is toch zonde van onze winst….? Vegas, thanks want je was weer geweldig!

Het plan om langzaam naar het noorden te gaan moet nu toch eens gaan gebeuren. Doordat er niet veel keuze aan wegen is komen we eerst weer in St George terecht. Ongeveer een maand geleden stonden we hier ook op de KOA camping voordat we naar Zion en Bryce vertrokken. ‘Eigenlijk moeten we wassen en het blog plaatsen dus ik stel voor om gelijk twee nachten te boeken.’ beslis ik. Het zonnetje schijnt, het is warm en het zwembad lokt dus mijn lover is snel om. ? We genieten van de rust na de hectiek van de afgelopen dagen. Hij steekt de BBQ aan en we plannen een easy avondje. ‘Ik ga vanavond vroeg naar bed!’ geeuw ik. Maar niemand die mij hoort want mijn lover zit ingespannen naar de overkant te kijken waar twee huurcampers zijn gaan staan. Twee mannen proberen de vuurplaats op hun plekkie om te toveren tot een BBQ. Er gaan kooltjes op, de vlam gaat erin en daar komt al een jongen met een rooster vol vlees. Er is weinig vlam en veel rook te zien maar ze schuiven het toch direct erop. In gedachten zie ik ze denken; ‘Zo nu eerst een Bavaria!’ ? Om een lang verhaal kort te maken: mijn lover loopt er naar toe, het blijken Fransen te zijn, en biedt onze gas-BBQ aan want hun ding gaat het voorlopig niet worden. De halve familie komt de BBQ ophalen en bedankt ons heel hartelijk. We moeten beloven om straks nog een borrel te komen halen want ze hebben een jarige en er is taart. Ach, ik heb geen excuus nodig en daar gaat mijn voornemen om vroeg naar bed te gaan. ? Het is een gezellig uurtje en met name grappig als we het over hun route hebben die ook naar Monument Valley gaat. De Fransen blijken zich goed voorbereid te hebben want na wat gelach verdwijnen de heren in hun camper. Om even later zo verkleed weer naar buiten te komen. ‘Run Forest Run!!!’ roept het hele gezelschap. ?

Donderdagmorgen doen we voor een paar dagen inkopen bij de Walmart. De wegen die we nu gaan krijgen zijn lang en eenzaam. We zullen weinig dorpjes tegen komen. Over de 18 gaat het via Enterprise en het Dixie Forest. Opgevolgd door de 56 naar Panaca. Een kleine stop bij Cathedral Gorge en net hier voorbij vinden we een eenvoudige campground op BLM land waar je gratis mag staan. Het is er op twee caravans na verlaten en een prima overnachtingsplek. In de wijde omgeving is niets te zien dan alleen de weg die zich door het landschap kronkelt. ‘s-Morgens worden we eindelijk eens uitgerust wakker en als we op de splitsing komen met de 93 besluiten we om die te nemen naar het Great Basin National Park. ‘Ze hebben daar ook grotten!’ zegt mijn lover enthousiast. ?

Dit park is een van de minst bekende parken in zuidwest Amerika. Het ligt in een zeer uitgestrekt gebied dat bijna heel Nevada en delen van de omliggende staten Californië, Oregon, Idaho en Utah omvat. Er zijn geen andere bezienswaardigheden in de buurt en door de afgelegen ligging komen er veel minder toeristen. De naam komt door de grondwaterbekkens die ontstaan doordat het regenwater dat valt niet afgevoerd wordt naar de oceaan maar in de grond zakt. Het park is heel divers: een deel is woestijn, op de hoge Wheeler Peak (3981 meter) is een gletsjer, het zeldzame dennenbos met Bristlecone trees en de Lehman grotten. Er zijn drie campgrounds in het park, wij staan op Baker Creek. Vanaf de camping wandel je over een pad langs de rivier naar bergweiden met ontelbare bloemen omhoog tot in de bossen. Mijn lover heeft af en toe last van de grote hoogte dus ik besluit de wandeling maar alleen te maken. Onderweg kom ik twee herten, verschillende eekhoorntjes en een dunne glimmende slang tegen die pijlsnel voor me in de bosjes schiet. Volgens een ranger, waar we het navragen, is het een gartherslang. ? Men zegt dat doordat de nachten hier heel donker zijn je ontelbare sterren kan zien. Helaas voor ons komt er tegen de avond bewolking opzetten en is het niet zo spectaculair als we gehoopt hadden.
De Lehman grotten die ruim een eeuw geleden per toeval ontdekt werden vormen een uitgestrekt stelsel van druipsteengrotten. De temperatuur is altijd constant rond de 10 graden. Onder begeleiding van een gids gaan we met een groepje van zo’n 14 personen op pad.  Door een kunstmatig aangelegde tunnel komen we binnen, klimmen en klauteren af en toe door smalle lage gangen en bezichtigen de verschillende ruimten. Kleurschakeringen tussen beige en oker geven de wanden, die glinsteren van de druipsteen, een magisch effect. Uit de grond en het plafond vormen zich allerlei pilaren en zuilen. De kleine lijken soms gewoon te schitteren! Ik die zo van bling bling hou vind het zeer indrukwekkend, met name ook door het lichtspel wat het op een sprookjeswereld doet lijken. ? Na anderhalf uur staan we weer buiten en knipperen met onze ogen tegen het felle zonlicht. Wow, hoe mooi was dit! Helaas is de Wheeler Peak Scenic Drive, een 19 kilometer lange slingerweg met flinke rotspartijen, verschillende bomen met onder andere de eeuwenoude Bristlecone trees na een paar kilometer voor verkeer afgesloten vanwege de sneeuw. ? Deze gebieden op hoogte zijn altijd wel een dingetje tussen ons doordat het veel koeler is. Waar hij snel bibbert van de kou heb ik dat zelden. Hoe heerlijk is het om in een ‘frisse’ camper te slapen. Mijn missie voordat we gaan slapen is dus stiekem een raam openzetten. Ook deze morgen wordt mijn lover mopperend wakker dat het vreselijk koud is. Hij klimt snel het laddertje af, zet de kachel hoog en kruipt weer in bed. ‘Het is verdorie 2 graden in de hut!’ zegt ie. Ik trek het verduisteringsgordijn bij ons hoofd iets verder naar beneden zodat ie niet ziet dat het raam wagenwijd openstaat….? Na het ontbijt bestuderen we de kaart, we moeten hetzelfde stuk over de 93 terug tot aan Ely. Net buiten het park komen we in Baker, een ieniemienie plaats met ongeveer 30 inwoners, in een heuse demonstratie terecht. ? We vragen het na bij een paar locals. Het blijkt dat ze demonstreren omdat men een mega waterpijp wil gaan aanleggen naar Las Vegas en dit gaat hier ten koste van de grondwatervoorraad. Na zo’n 100 kilometer zijn we in Ely, een saai westernachtig stadje met weinig leven in de brouwerij, waar net buiten het centrum de 50 begint. Die staat bekend als ‘the loneliest road in America’. Ik vraag me af hoe die nog eenzamer kan zijn dan de wegen die we de afgelopen dagen gehad hebben. ? Natuurlijk hebben we de verhalen over dit gedeelte van Amerika gehoord maar het valt mij toch tegen, zeker ook omdat het landschap weinig afwisseling kent. We wisselen nog maar eens van stuur want het is slaapverwekkend. ? In Ruth is mijn lover ineens heel alert, hier is iets wat een aantrekking op hem heeft, namelijk een mijn! En niet zo maar een: de grootste ‘open pit’ kopermijn van de wereld. Hij draait dus de weg af en we rijden het dorp in. Het ene na het andere lege huis of gebouw staat hier. ‘Wat een verlaten treurnis!’ zucht ik. Waar precies de ingang van de mijn is kunnen we niet ontdekken en op straat is nobody aan wie we het kunnen vragen. Eindelijk zien we bij een huis twee vrouwen op het terras. Mijn lover opent zijn raam en de dames reageren verheugd op ons vreemdelingen. ‘Where do you come from?’ Ons gebruikelijke raadspelletje is iets te hoog gegrepen voor hun snappertje dus ik verklap het maar. Ze roepen er nog een man bij die binnen zit en er ontstaat een heel gesprek. We krijgen van alles over het stadje en de mijn te weten. Die kan niet meer bezocht worden door publiek, een paar jaar terug was er een aardverschuiving en voor de veiligheid is het uitzichtspunt gesloten. Doordat de mijnactiviteiten steeds minder menskracht vergen zijn veel bewoners hier weggetrokken. Men hoopt dat Trump herkozen gaat worden want ‘He makes America great again.’ ? Wij hebben hier niets op te zeggen want nu kan óns snappertje het niet aan en knikken slechts. ? De afgelopen maanden hebben we geleerd dat het praten over politiek hier een hot item is. Óf Trump is een clown óf ze schieten je bij wijze in je knieën als je niet voor hem bent. ? Tegenover het centrum is een verlaten parkeerplaats waar we de kaart maar weer eens bestuderen. We hebben nu twee opties: de 50 helemaal door tot Reno, nog ruim 300 kilometer te gaan of via Wendover de staat Utah in, dat is maar 200 kilometer. ‘Wat moeten we in Reno?’ vraag ik. We waren er al twee keer eerder, stonden bij een casino wat een prima tussenstop was, maar de stad is verder een gribus. Ik zie mijn lover twijfelen, hij vind het wel iets om de stilste weg van Amerika verder af te rijden. Na wat wikken en wegen kiezen we toch voor de tweede optie. Het komt ook beter uit met de plannen die we afgelopen week kregen om Canada in te gaan. Het is inmiddels nog warmer geworden en we zitten suffig de saaie rit over de 93 tot Wendover uit. Overal langs de kant van de weg zie je trouwens deze waarschuwingsborden staan. ?
Gezien de sporen in de berm gebeurt het ook nog regelmatig….
En als je dan hier terecht komt….In de verte duikt de stad op, dit is de grens tussen Nevada en Utah. Dat is te merken want schitteren in Nevada de lichtreclames van de casino’s, in Utah net aan de andere kant van de weg is het uitgestorven. In een hoek op de parkeerplaats bij het Rainbow casino staan meerdere campers en caravans geparkeerd. Sommigen nemen ook hun Smartje mee. We gaan erbij staan, prima overnachtingsplek. ? Er zijn ook een KOA campground en een RV park bij het Wendover Nugget Hotel. Maar ja, dit is gratis ….? Nadat we in de camper een wijntje hebben gedaan lopen we naar het casino. Tussen de verschillende casino’s rijden shuttlebusjes, hoe handig is dat! Terwijl we in een van de casino’s zitten te eten komt het gesprek op Piet en Wilma die overmorgen vanuit Salt Lake City naar huis vliegen. ‘Jammer dat we ze niet meer zien.’ zeg ik. Mijn lover kijkt me aan, pakt dan zijn phone en belt Piet. Dat is typisch mijn vent, geen overleg maar gewoon doen! ? We blijken maar zo’n 200 kilometer van hen af te zitten. ‘Doen?’ sist ie naar mij en regelt de rest met Piet. ‘Zo, dat is gedaan, Salt Lake City stond toch al op onze planning.’ hij legt de phone weg en eet verder. ? We ‘shuttlen’ langs een aantal casino’s en hebben van alles teveel behalve winst! Na een korte maar zeer rustige nacht op de parkeerplaats zit ik klagend, want ik had maar twee drankjes op, met een klein katertje aan het ontbijt. ‘Dat is nou altijd met jou, je kan gewoon niet tellen!’ grinnikt mijn lover terwijl ie nog maar een koffietje voor me gaat zetten. ? Uitgezwaaid door Will verlaten we Wendover en dan slaat mijn dirty mind op hol, ‘Will, don’t bend over in Wendover!’ gier ik van de lach. ? Een volgepropt shuttlebusje op weg naar een casino komt ons voorbij, ook hier gaat het gokken gewoon 24 uur door.
Vrijwel direct nadat we het stadje uit zijn rijden we op de oneindige zoutvlakte van het Great Salt Lake door die zich links en rechts van de weg bevind. Een beetje het gevoel alsof we over de Afsluitdijk rijden maar dan anders. Het originele meer, zoet water maar met veel zouten en mineralen is gedurende honderden eeuwen gekrompen en ingedampt en veranderd in een zoutmeer met toevoerrivieren, maar zonder afvoerrivieren. Het water heeft nu een zoutgehalte van 20 tot 25% maar ook hele grote stukken drooggevallen zoutvlakte. Op dit zoutmeer vindt jaarlijks in augustus de Bonneville Salt Flats speedweek plaats. Het is geen gebruikelijke snelheidsrace, het enige doel is om op de zoutvlakte na een aanloop 1 mijl af te leggen met een zo hoog mogelijke snelheid: 400 km per uur is geen uitzondering! ? De meeste auto’s zijn door de eigenaren zelf gebouwd en ontworpen en sommigen hebben een straalmotor als aandrijving. Het hele parcours heeft een lengte van acht tot tien kilometer afhankelijk van de jaarlijkse regenval en welk stuk droog staat. Het record staat momenteel op 622 mijl per uur, 1001 kilometer per uur. ?
De film ‘The World’s Fastest Indian geeft de droom van snelheidsrecords op het zoutmeer op een spannende manier weer. Terwijl we hier rijden krijgen we een berichtje van Piet, zij zijn net op Mountain Shadows RV park bij Salt Lake City gearriveerd. Volgens mevrouw dom-dom, zoals wij onze Tom-Tom gekscherend noemen, hebben wij nog een klein uurtje voor de boeg. Je merkt al dat je in de mormonen staat bent.
Rond 13.00 uur staan de campers weer zij aan zij alsof we niet uit elkaar zijn geweest. Het stel is net klaar met het opruimen van hun hut en ook de koffers staan al min of meer gepakt. Zonde om niet iets te gaan bezichtigen. Salt Lake City is dé stad van de mormonen, laten we dus zeker een kijkje nemen bij hun kerk. Temple Square en de aan het plein gelegen gebouwen zijn (gratis) te bezichtigen. De Salt Lake Temple zelf is alleen toegankelijk voor leden van de mormonenkerk. Het heeft zes torens en op de 68 meter hoge hoofdtoren fixeert een slinger het meer dan vier meter hoge, met 22 karaats goud bedekte beeld van de engel Moroni.Toen wij hier twee jaar geleden met mijn ouders waren was er juist dat weekend een viering (tig jaar bestaan of zoiets). Alle straten waren overvol en er was met geen mogelijkheid in de buurt van het plein te komen. Nu op deze zondagmiddag is het vrij rustig en we wandelen op het gemak in het rond.
Bij het Church History museum staat een beeld van een huifkar, symbool van de vreselijk moeilijke reis die de eerste pioniers maakten naar het Westen. Meerdere keren worden we aangesproken door de vrijwilligsters die ons behulpzaam alles over hun geloof en hun levenswijze vertellen, zeg maar: willen bekeren. We worden er een beetje melig van. ?Ze komen uit verschillende landen en zijn 18 maanden vrijwillig hier om de kerk te promoten. Ze moeten geld meenemen, worden zes dagen van de week ingezet en hebben slechts één dag vrij. Deze dag mogen ze besteden aan boodschappen doen, wassen en met het thuisfront contact opnemen. ? Het komt op ons toch wat vreemd over, ze spreken je aan op een bepaalde manier met een serene glimlach die continue op het gezicht blijft. Mij doet het denken aan de dames in Thailand die je met zo’n zelfde glimlach op straat aanspreken en een massage met happy end beloven. ? Bij een van de vele Chinese all you can eat ‘vreetschuren’ in het centrum eten we en dat zonder alcohol want dat wordt niet geschonken hier….aldus de strikte alcoholwetten van de Mormonen.?
Als we terug naar de camping rijden zien we toch iets geks. En het was geen politiemotor….De volgende morgen na het ontbijt gaan de koffers van Piet en Wilma alvast bij ons in de camper en rijden we achter hen aan als ze de huurcamper in gaan leveren. Dit gaat allemaal zeer rap dus we hebben nog tijd voor een koffie/thee op een terrasje. Roel stapt nog even een bank binnen want wat we niet wisten: er zijn 2 dollarbiljetten. Je ziet ze nooit in het betalingsverkeer maar hij wil er een hebben. Dat lukt, vijf keer ook. ?
Dan brengen we het stel naar het vliegveld, ‘Op een dag weet je het, je gaat een Uber beginnen!’ grapt Piet. ? Als de koffers zijn uitgeladen nemen we afscheid. Zij hebben een vliegreis van zeker tien uur voor de boeg. Mijn lover en ik leunen achterover en hij vraagt terwijl ie gas geeft, ‘Wat zullen wij vanmiddag eens gaan doen?’ Heerlijk nog een aantal weken te gaan in de modus ‘Destination unknown’. ?

Again and again and again

Wat een tegenstellingen deze dagen want hadden we afgelopen nacht nog lichte vorst in Williams, nu zitten we op de campground bij Lake Mead nog heel laat buiten omdat het bizar heet is. Waar het aan ligt weet ik niet maar toch slapen we prima. Als ik ‘s-morgens de camper uitstap en op de buitentafel vergeten flessen en glazen zie weet ik het wel: oorzaak drank! ? Volgens het weerbericht gaat Vegas vandaag de 35 graden aantikken. Dat is ook hier te merken want tijdens het ontbijt wordt het al knap warm. ? Tijd om in te pakken en let’s get ready to rumble, Sin City here we come! Mijn lover en ik, dé Vegas lovers, hebben een lijst met highlights voor Piet en Wilma gemaakt. Maar zij hebben ook een eigen plannetje….? Piet heeft namelijk drie bezoeken die hij in Vegas wil doen: een speciale drankenhandel voor zijn favoriete whisky, Rick’s gold & silver Pawnshop (bekend van tv) en…. ‘Als we dan toch in Vegas zijn wil ik samen met Wilma naar de Chapel, dezelfde als waar jullie zijn geweest.’ zei Piet een paar dagen terug ineens. ? Wow, is dat leuk! Onze eerste stop is bij het ‘Welcome-sign’, de campers parkeren we bij het tegenover gelegen Harley Davidson pand. De hitte valt op ons neer als we rond een uurtje of tien uitstappen. Bij het sign krioelt het al van de toeristen, twee bruidsparen, een Elvis look-a-like en de Vegas meiden met veren op hun hoofd en kont. Mijn lover dirigeert onze vrienden naar het sign en schiet wat foto’s. ‘Dan moet het hier maar gebeuren!’ lacht Piet en daar komt het: het momentje waar wij vrouwen op wachten.? Hij gaat op zijn knieën voor Wilma. ❤️ Over the Strip rijden we vervolgens iets buiten het centrum naar de slijterij. Piet heeft deze tip van een andere ‘whiskykenner’ gekregen en die heeft niets teveel gezegd! Wat een ruime, grote en soms ook hele dure sortering drank is hier. Je mag gerust stellen dat als deze zaak het niet verkoopt dan bestaat het niet. De prijs is per fles hé…. Ach, als we toch binnen zijn scoor ik zelf ook maar wat lekkers. ? Missie geslaagd en op naar de campground van hotel Mainstreet Station bij Fremontstreet. Daar hebben we geluk: twee plekken naast elkaar en ook nog bij de enkele bomen die het terrein rijk is. Rond één uur zitten we onder de bomen puffend wat fruit als lunch te snavelen terwijl we bedenken hoe Wilma aan een jurk kan komen. Uiteindelijk duik ik mijn kledingkast maar eens in want het voorstel van Piet om te gaan shoppen wuiven we weg: veel te warm! Het is even puzzelen voor de veel slankere Wilma, een soort ‘Patty Brard zoekt een outfit voor Doutzen Kroes’ maar het lukt! ? Om bij de Chapel te komen lopen we door de nog vrij rustige Fremontstreet. Op de hoek bij de Ierse pub staat een straatzanger. Daar doen we eerst maar een drankje en de bruidegom zingt een liefdesliedje mee voor zijn bruid. Ik kan zo genieten van dit gedeelte Vegas: Fremontstreet en dan om de hoek waar de Chapels beginnen. Eerst krijg je de Schotse Chapel en iets verderop is ie dan: de Graceland Weddingchapel. ‘Weet je nog, 2 jaar geleden?’ vraag ik romantisch aan mijn lover. Die kijkt me verstrooid aan terwijl hij mompelt; ‘Ja, ja, even wachten want ik ben nu druk met de foto’s!’ ? Hoeveel bruidsparen zijn hier al getrouwd en zullen er nog bijkomen? Nu zetten ook Piet en Wilma deze stad als hun city of love op de lijst. ❤️ Iets verderop zit de volgende stop van Piet, de Pawnshop. 13 procent rente….. per maand ! ?Deze is bekend van tv en ik denk dáárom flink druk want goedkoop is het hier zeker niet. In de hitte durven we nog tot aan de Stratosphere, de enorme uitzichttoren, te wandelen maar nemen daar dan toch echt de bus naar the Strip. We slenteren door hotel New York, eten een Italiaans ijsje en sleuren Piet en Wilma van het ene bijzonder themahotel naar het andere. Zou het nou echt ? ? Ja….Sowieso rare dingen die Amerikaanse toiletten. ‘Het lijkt alsof het steeds gekker wordt!’ zeggen mijn lover en ik tegen elkaar. Want is het de hitte of worden wij oud maar wat loopt er dit keer allemaal rond! Meiden in minuscule bikini’s met een doorzichtige blouse erover of hele korte broeken met daarop alleen een bh. Of een badpak. ? De wachttijd bij ons favoriete restaurant in Paris, Mon Ami Gabi, is lang. Al met al moeten we bijna anderhalf uur wachten. Maar het is het waard! We zitten buiten met uitzicht op de Fontein van Bellagio en het eten is prima. Vegas is Vegas en we verliezen de tijd zodat we iets na middernacht ? terug zijn bij de campers. Een paar uur later branden we de hut uit en in de schaduw eten we ons laatste ontbijtje met elkaar. Piet en Wilma gaan richting Zion en Bryce. Wij blijven nog een paar dagen afkicken in Vegas. ? Als we het stel hebben uitgezwaaid snif, snif,besluiten we naar het zwembad in hotel Californië te gaan. Je mag gebruik maken van de faciliteiten van dit hotel want het hoort bij het Mainstreet Station hotel waar de campground van is. Top geregeld: leuk zwembad, op de 13e verdieping, met prima ligbedden en gratis handdoeken. De foodcourt beneden heeft lekkere snacks voor zeer acceptabele prijzen. ? ‘s-Avonds maken we een rondje over Fremont en eten bij Tony Roma. Het is stil vanavond, het weekend en de drukte zijn voorbij. Maandagmiddag zien we Peter en Jennifer die met hun tweeling ook in Vegas zijn. Leuk om elkaar weer te treffen. Zij gaan daarna naar een show in het Mandalay Bay. Wij komen per ongeluk in een pianobar terecht waar het happy hour is….? Leuk weetje is dat de happy hour tijden in Vegas ook ‘s-nachts zijn van 01.00 tot 03.00 uur. Rond die tijd zijn wij inmiddels op Fremontstreet beland waar we allebei door de blaren op onze voeten als verdwaalde pinguïns rondzwalken. Langs de verschillende types: dronken, stoned, de toeristen, de zwervers en de bijzondere strippers zoals hij met zijn sexy slip en rollator.   ‘Als we alles vergokt hebben kunnen we zo eindigen. Erg toch!’ grinnik ik tegen mijn lover. Verderop speelt een band ‘Sweet home Alabama’. Een vent met een cowboyhoed knipoogt naar me en terwijl ik voorbij loop zeg ik; ‘Vat geen kou boy’! ? Het is een vreselijk flauw woordgrapje, I know en hij begrijpt me natuurlijk niet. Maar zou er iemand op dit tijdstip in Vegas zijn die het allemaal nog wel snapt? Een paar uur later slenteren we niet uitgeslapen maar fris gewassen naar de Starbucks. Als we de weg oversteken zegt mijn lover lachend, ‘Wat liep jij hier gek te doen vannacht!’ Ik reageer heel behoedzaam want is dat zo….? ‘Je liep als een majorette terwijl je keihard ‘Sweet home Alabama!’ zong.

Ik wist het: Vegas je doet gekke dingen met de mens! ?
Inmiddels hebben we Vegas verlaten en zitten al voorbij Salt Lake City. Het bruidspaar is weer thuis, heeft hun nieuwtje verteld en wij, wij zeggen niets meer want ‘What happens in Vegas….’ ?

Extra editie!! Noodweer!

Als ik woensdagochtend wakker ben klim ik uit bed en open het keukenraam, wow, wat een uitzicht. Het is nog vroeg maar de lucht is blauw inclusief wat witte wolken. Met een beetje fantasie zie ik Old Shatterhand en Winnetou bovenop de rotsen staan. Bij Wilma en Piet is deur ook al open: tijd voor ontbijt met een view. ? Op mijn vraag; ‘Gaan we nog paardrijden?’ komt een lauwe reactie want Piet en Roel hebben er geen zin. ‘Ik ben me daar gek om 80 dollar neer te tellen voor die Indiaan met zijn paard!’ zegt mijn lover, ‘Maar je moet het zelf weten, je denkt dat je niet durft en een uur is zo voorbij, dan ben je nog op weg naar de Valley beneden!’ ? Natuurlijk heeft ie gelijk het is een belachelijk bedrag. Wilma twijfelt ook nog dus ik besluit het paard en de Indiaan maar te schrappen. Via Kayenta zetten we koers naar de Grand Canyon met een stop bij de Trading Post in Cameron, een super grote souvenirswinkel. Daar doet Wilma deze grappige ontdekking: het tasje is volgens zeggen door de natives gemaakt maar als zij erin kijkt ziet ze het label ‘Made in China’. ?  Vanaf hier rijden we naar de oost ingang van het Grand Canyon National Park waar de ranger vertelt dat er nog wel plekken vrij zijn op de campground. Voor de zekerheid stoppen we alleen bij het eerste uitzichtpunt op de Canyon en rijden dan gelijk door voor een plaats om te overnachten. Maar de ranger had het mis en beide campings zitten vol. ? Op Mather campground geeft een andere ranger een goeie tip; ‘Buiten het park richting Tusayan is BLM land waar je gratis kan staan.’ Inderdaad net er buiten zijn links en rechts mooie plekken in het bos. Doordat we inmiddels in Arizona zijn waar de klok een uur terug gaat, hebben we een ‘vroegertje’. Wilma en ik genieten met een wijntje in het zonnetje, Roel werkt aan zijn foto’s en Piet treft voorbereidingen voor zijn zelfgemaakte nasi. Ik zeg; ‘Prima rolverdeling!’ ? Na een fris nachtje lijkt het donderdag een redelijk dag te worden en kunnen we al weer buiten ontbijten. Dan is het tijd voor de Grand Canyon. Ons planning is: eerst bij het Visitor centre een aantal uitzichtpunten bekijken, bij de Village een stuk de Canyon in lopen en als laatste het gedeelte van de Rim met de shuttlebus tot Hermits Rest. Dit stuk is voor auto/camper verboden, je mag er wel met de fiets in. Dat hebben wij vorig jaar gedaan. Terwijl we genieten van de eerste uitzichten pakken in de verte donkere wolken samen. Ineens klinkt daar ook een donder! ‘Het is nog ver weg maar ik ga echt die Canyon niet in wandelen als het gaat onweren.’ roept mijn lover. Vertwijfeld kijken we naar de lucht, we zijn niet voor niets helemaal hier naar toe gereden. ? Het begint te druppen maar het onweer lijkt niet dichterbij te komen. In de camper wachten we dus maar met koffie/thee tot de bui over is. Dan gaan de wandelschoenen toch aan en duiken we de Canyon in waar we een gedeelte van het pad naar beneden lopen en….ook weer omhoog! ? Ondanks het onweer dat in de verte blijft klinken is de zon gaan schijnen. We wagen het er op en nemen de shuttlebus. Deze stopt op een aantal uitzichtpunten waar je op en af kan stappen wanneer je wilt. Ongeveer op de helft bij Powell Point besluit mijn lover; ‘Hier eruit, dan lopen we langs de Canyon naar het volgende punt.’ Al babbelend wandelen we naar de rand van de Canyon. Bijzonder is dat wij vrouwen de naam hebben maar mannen vaak veel meer kwekken….? De heren fotograferen en wij dames kijken zonder lens in het rond. ? In de verte komen de donkere wolken ineens snel dichtbij en een lichtflits schiet door de lucht. ‘Gewoon een buitje voor het stof!’ lach ik de anderen uit. ? Als het echter hard begint te waaien besluiten Piet en Roel dat we terug naar de bushalte moeten en geven instructies wat te doen als het onweer komt. Ik vind het lichtelijk overdreven maar luister braaf. De eerste dikke druppels vallen en WTF de regenjassen zitten in mijn rugzakje. Onder een boom probeer ik ze snel te pakken, ‘Ga verdorie onder die boom vandaan, ik zeg het net, je luistert echt niet!’ foetert mijn lover direct. Vanuit de kant van het Visitor centre klinken nu ook sirenes, het is eigenlijk best scarey aan het worden! Als er een bus verschijnt trekken we een sprintje maar er zijn er meer die dat doen. Na wat drukken en duwen is de bus vol, doet de chauffeur de deuren dicht en staan wij nog buiten. ? Het onweer hangt nu recht boven ons en de regen is overgegaan in hagel. De bus wil vertrekken maar daar is ie: mijn superman die roept; ‘Die gaat niet weg voordat wij erin zitten!’ ? Terwijl iedereen braaf op de volgende bus staat te wachten doet mijn lover eigenwijs de act ‘last man standing’ voor de bus. ? Eerlijk waar, soms ben ik niet eens verbaasd meer over zijn acties. Net als vroeger met mijn hondjes kan ik roepen wat ik wil maar hij komt niet en met vrees kijk ik naar de beslagen ruiten want als de chauffeur gas geeft….? De redding komt van Wilma die een volgende bus ziet naderen en inmiddels zeiknat rennen we er heen. ‘Hurry, hurry, everybody we are going to evacuate the Rim!’ roept de chauffeur. Alle mensen moeten de bus in en doordat we allemaal kletsnat zijn beslaan gelijk de ramen. We worden er lacherig van, ‘Zie je nou dat wij het aantrekken, er is altijd wel iets raars!’ grinnik ik. Terug bij de Village, waar de camper staat, is het een waterballet. De wegen en spoorrails zijn veranderd in kleine snelstromende riviertjes. Door het water rennen we terug naar de camper. De hagel klettert zo hard dat we niet veel zien, Piet en Wilma lopen te ver door, ‘Terug, terug, deze kant op naar de camper!’ buldert mijn lover. Omgekleed zitten we even later bij elkaar en besluiten de Canyon te verlaten want de lucht ziet er niet naar uit dat het snel zal opklaren. Wat een avontuur weer: evacuatie in de Canyon, dat krijg je toch niet verzonnen! ?

Een gedeelte van Route 66 en Williams zijn de volgende bestemmingen. Mijn lover en ik zijn al eens in dit toeristische maar leuke stadje geweest en rijden naar Railside RV Ranch waar we eerder stonden. Ook nu hebben we geluk. De vriendelijke receptioniste geeft gelijk een waarschuwing voor nachtvorst, ‘Heb erg in de waterleidingen, laat ze niet bevriezen.’ Na het noodweer van vanmorgen geloven we haar gelijk. ? Piet en Wilma springen bij ons in de hut en we rijden naar het centrum. In de hoofdstraat slenteren we langs winkeltjes en restaurants om uiteindelijk bij Rod’s Steakhouse een prima stukkie vlees te eten. Een dansje op straat bij terras met live muziek… Terug op de campground maken wij dames nog gebruik van de laundry die, thank you Lord, 24 uur open is. Als de was klaar is en we terug lopen is het koud en de hemel vol met sterren, hoe mooi! ? De volgende morgen schijnt de zon uitbundig. Wat jammer, dit weer hadden we gisteren in de Canyon moeten hebben. Over de Route 66 rijden we naar Seligman, een piepkleine toeristentrekker waar alles in het teken staat van deze wereldberoemde weg. Ook nu is er weer genoeg grappigs te ontdekken voor een foto. Terwijl Wilma en ik wat kleding uitzoeken vindt Piet aansluiting bij het plaatselijk vrouwelijk schoon. ? Dan ineens is ie daar: John Wayne! En niet alleen een kartonnen versie maar ook een real cowboy met twee paarden. ‘Ga er op!’ roepen mijn drie reisgenoten in koor. Daar staat deze Cheryl in een roze korte broek op slippers met een tijgerprint. Of het komt door mijn hoed die mij het gevoel geeft dat ik in het Wilde Westen ben weet ik niet maar ik hoor mezelf zeggen, ‘Ik ga het doen?!’ ? De cowboy helpt me, althans hij helpt het paard om te blijven staan want ik ben niet zo lenig en trek het dier zo wat om. Wow, wat een klim maar ik zit! ?? Voor de foto geeft hij zelfs zijn geweer af en dan gaat het bijna mis. ‘Nooooo, don’t put your finger on the trigger!!!’ schreeuwt ie. Wat blijkt er zitten  gewoon echte kogels in! Dit kan alleen maar in the States. ?  Had ik haast als een soort mislukte Buffalo Bill schietend door de straten gegaloppeerd met mijn paard. Na al deze gekkigheid rijden we verder op weg naar de Hooverdam. In Hackberry maken we nog een quick stop om Piet het Douane-embleem te laten zien wat ik hier in 2017 heb achtergelaten. Er hangt heel veel maar die van mij is niet meer te vinden. ?

Voor de ingang bij de Hooverdam krijgen we net als vorige keer een security check. De luiken aan de buitenkant moeten open en ze kijken vluchtig in de camper. De dam is en blijft heel indrukwekkend en warm want ook deze keer is het super heet. Puffend lopen we terug naar de parkeerplaats waar de campers staan. Het is eind van de middag als we iets verder bij Lake Mead de campground op rijden. Je kan er full hook-up of dry camping (zonder voorzieningen) staan. Wij kiezen voor het laatste omdat de plekken veel mooier zijn. De full hook-up staan zij aan zij en heel dicht op elkaar. ? Met een wijntje mijmer ik later op de avond in de schemer wat voor me uit. Aan de ene kant het donkere meer en aan de andere kant in de verte de lucht die oplicht door de vele lichtjes van de megastad Las Vegas, waar we morgen naar toe gaan, Yes! Afgelopen week hebben mijn lover en ik een aantal bezienswaardigheden dubbel gehad maar nog steeds is het heel erg mooi en genieten. Om deze reden schrijf ik ook niet over het ontstaan van Route 66 en de Hooverdam want dat staat in vorige blogs al beschreven. ‘Over Vegas hoef je ook niet veel te schrijven want daar heb je al boeken over vol!’ grapt mijn lover. Maar dat heeft ie mis want morgen, zaterdag, gaat een bijzondere dag worden in Sin City, the City that never sleeps, the City of love….??

Iets met Mesa of zo….

Als we donderdagavond net zitten te eten pingt mijn telefoon, ‘Dat zal Piet zijn, ik ben benieuwd waar ze momenteel zitten.’ zeg ik en check mijn phone. Met verbazing lees ik het bericht. Even terug naar een paar maanden geleden in Nederland: Piet is een voormalige collega uit mijn douanetijd. Ik was leidinggevende en hij mijn technische steun en toeverlaat bij een bewapende eennheid die ten strijde trok om de Rotterdamse haven veilig en schoon van drugs te houden. We hadden een prima tijd alhoewel we ook wel eens een meningsverschil hadden als ik niet helemaal de wet in acht nam of het per ongeluk vergat….? Ook nadat ik ontslag heb genomen om te gaan reizen zien we elkaar nog regelmatig. In 2017 hebben we Piet en Wilma in Yellowstone ontmoet toen zij met een huurcamper aan het toeren waren. Nu gaan ze van Denver naar Salt Lake City, zou het leuk zijn om elkaar weer ergens te treffen? De weken erna volgden nog vele berichtjes oa. over Four Corners en Mesa Verde en we besloten elkaar in Mesa te zien. Piet boekte nog snel een plekkie voor ons op dezelfde campground als waar zij heen gaan en nu, terwijl ik in Durango op een uur rijden van Mesa Verde ben, zou het niet kloppen! ? Mijn lover stuurt hem een berichtje terug en probeert dan om via messenger te bellen. Als dat gelukt is blijkt al snel dat Piet en ik elkaar verkeerd begrepen hebben. Er zijn meerdere Mesa’s ? net zoals er ook meerdere hondjes Fikkie heten. Resultaat is dat we morgen zo’n 230 mijl moeten rijden inclusief ook weer de Million Dollar Highway. ? Als we uitgelachen zijn merkt mijn lover op, ‘Ik begin nu te snappen dat jullie bij de Douane af en toe niets ‘vingen’ want als de communicatie daar ook zo was stonden jullie vast wel eens op de verkeerde boot!’ ? Maar zoals gezegd ieder nadeel heeft een voordeel en als we vrijdagmorgen aan dezelfde weg terug beginnen is het dit keer stralend weer. Een bijna wolkenloze strakblauwe lucht en de sneeuw glinstert zo erg dat zelfs Roel zijn zonnebril op doet. ‘Nu wil ik rijden want jij hebt deze weg dinsdag al gereden!’ beslist ie. Dat betekent dat ik dus met de camera’s aan de slag moet. In Silverton doen we weer een koffie/thee en dan gaat het verder omhoog. Maar op het tweede stuk loopt het mis, volgens mijn lover saboteer ik de boel, ‘Je doet net alsof je het niet snapt met die camera, kruip dan maar weer achter het stuur!’ moppert ie. De rit is voorspoedig en rond 16.00 uur zitten we na de gebruikelijke begroeting met borrelnootjes met elkaar op de juiste ‘Mesa’ in Gunnison aan een wijntje. ?Om het mooie verhaal af te sluiten en het weerzien te vieren eten we ‘s-avonds bij de plaatselijke Mexicaan. Daar nemen we met elkaar hun lijstje met bezienswaardigheden door, plannen een route en halen ze over om toch de Grand Canyon en Las Vegas te bezoeken. Deze, voor ons favoriete stad, staat gewoon niet op hun lijst! ? Zaterdagmorgen rijden we naar het Black Canyon Gunnison National Park, die een van de diepste, smalste en langste kloven van de wereld heeft. Vanaf de campground is het een rit van ongeveer 100 kilometer, met een tussenstop bij de indrukwekkende Crystal stuwdam.Maar het is niet alleen genieten maar ook ‘werken’ want Piet krijgt tips over fotografie van Roel. Na een lange mooie dag steken we ‘s-avonds de BBQ aan waarna mijn lover op zoek gaat naar de speelkaarten die natuurlijk pas na heel wat graafwerk onderin de camper gevonden worden. We komen wel de winterjassen tegen! ? Onder het genot van een wijntje doen we een spelletje klaverjassen en dan blijkt Piet wel heel fanatiek te zijn! ?? Hij en ik spelen tegen Roel en Wilma die na hun verlies gelijk morgenavond revanche willen. De volgende ochtend maken we ons klaar voor een flinke rit: dezelfde die mijn lover en ik nu al twee keer hebben gemaakt: de Million Dollar Highway! ‘Kom maar op met die pas, dit gaat de derde keer worden!’ grap ik tegen mijn lover. Voordat we zover zijn plakken Piet en Roel eerst een grote stikker met een Nederlandse vlag op de motorkap

en doen we in een oude tot restaurant verbouwde kerk in Montrose koffie/thee met iets lekkers. Aldaar gaat het door tot Ouray waar de pas begint. Het is de afgelopen twee dagen warmer geweest en dat is te merken. De bomen zijn nu ineens groen en de grote hopen sneeuw langs de kant zijn zichtbaar aan het smelten. In Silverton hopen de heren dat ze de trein Durango-Silverton kunnen spotten en ze hebben geluk want als we de hoofdstraat inrijden staat de trein op punt van vertrekken. Mijn lover zet de hut bij de trein en springt dan met spullen eruit naar Piet die hij aanmaant hetzelfde te doen terwijl ie in het voorbijgaan nog roept; ‘Zet maar vast een theetje, we zijn zo terug!’  Terwijl Wilma en ik bezig zijn met thee en een boterhammetje maken komt er een politiewagen mét zwaailicht naast de campers en bromsnor stapt uit. Hij klopt op de deur en ik doe open, ‘Hello sir!’ zeg ik vriendelijk tegen de norse man die de domme vraag stelt, ‘Is this your RV?’ ? Hij sommeert dat de RV’s direct weg moeten anders krijgen we een bekeuring. De reden: we staan te dicht bij de trein geparkeerd en dat mag niet. ?Als we Silverton uitrijden zien we nog net hoe bromsnor een andere weggebruiker een bekeuring geeft. Over de slingerende weg gaat het verder en ineens staat daar een Moose, hoe mooi! ?En even later een warmwaterbron die in de loop van de jaren steeds groter wordt. In Durango schieten we campground United weer op waar mijn lover twee kapotte lampen repareert die door het schudden op de hobbelige weg los zijn gaan zitten. Na het eten komen de kaarten op tafel maar wederom zijn Piet en ik vanavond het winnende koppel. ?? Maandag is het Memorial Day, we doen wat boodschappen en heel Amerikaans kopen we een koffietje tijdens het shoppen. ? Dan gaan we eindelijk naar Mesa Verde National Park. Dit is in de geschiedenis bekend geworden door het grote aantal goed bewaarde klifwoningen gebouwd door de Anasazi-indianen in ondiepe grotten in de wanden van het ravijn. Zij waren waarschijnlijk de voorgangers van de Pueblo bevolking, de latere bewoners van deze grotten. Bij Piet en mij is het bekend geworden door de miscommunicatie over het woord Mesa.? Er zijn drie loops wat de totale route door het park op ongeveer 40 kilometer brengt. Wij vonden het zeker interessant maar ook veel van hetzelfde. ? Vanaf hier rijden we over de Highway 160 naar Four Corners, het kruispunt waar vier staten (Colorado, Arizona, Utah en New Mexico) elk met een hoek van negentig graden, samenkomen. Dit punt is trouwens het enige vierstatenpunt in Amerika en ondanks de afgelegen ligging zeer toeristisch. Het is land van de Indianen en de entreeprijs 10 dollar per auto. De nationale parkenpas is niet geldig. Het weer is inmiddels omgeslagen, donkere wolken hangen boven ons en een keiharde wind laat de camper schudden. Er is gelukkig maar een kleine wachtrij voor het fotomoment op het monument. Verder staan er nog wat kraampjes met sieraden en andere prullaria zoals kerstballen. Natuurlijk kan ik het niet laten en koop een mooie maar veel te dure voor mijn verzameling. ? Via de smalle en bochtige 162, met verschillende olie ja-knikkers, komen we in de kleine plaats Bluff (nog geen 400 inwoners) waar op Cadillac Ranch RV park de lichten na een vermoeiende dag vroeg uit gaan. Als we ‘s-morgens wakker worden is het eindelijk na dagen weer eens aangenaam warm zodat we buiten kunnen ontbijten. De omgeving hier kenmerkt zich door bijzondere rotsformaties zoals de Twin Rocks. Bij het maken van de lijst met bezienswaardigheden kwam Piet met Natural Bridges National Monument. Het was het eerste in de staat Utah. Er komen hier twee canyons samen, de White en de Armstrong en bevat de op één na grootste natuurlijke brug ter wereld, Sipapu Bridge. Na een wandeling met afdalingen bestaande uit trappen en houten ladders komen we bij het uitzichtpunt. Daarnaast zijn er nog twee andere natuurlijke bruggen in het park. We brengen alleen de ochtend hier door want willen rond een uur of 16.30 uur bij Monument Valley zijn om daar vanavond de zonsondergang te zien. Mijn lover en ik waren hier al eerder (oktober 2017) met mijn ouders. Tijdens de lunch zegt Piet; ‘Ik heb een tip gekregen over de Moki Dugway, dit schijnt een bijzondere weg te zijn en hij begint hier ergens net buiten het park.’ Het wordt op de kaart opgezocht en als blijkt dat het een kortere route is naar Monument Valley zijn de heren om. Bij mij slaat een lichte twijfel toe als ik hoor dat deze weg ook vaak gebruikt is voor reclame filmopnamen van onder andere Audi. ? Waar hebben we het over: de State Route 261, een weg van ongeveer 54 kilometer, het grootste gedeelte is verhard maar er is ook een stuk gravel van zo’n 5 kilometer. Alleen dit gedeelte wordt de Moki Dugway genoemd. In totaal stijgt de weg 335 meter, de maximale hoogte waarop je komt is 1958 meter en er zijn een flink aantal smalle bochten met een hellingspercentage van 10%. We komen aanrijden bij het bord Moki Dugway en alle vier springen we eruit want natuurlijk willen we hier een foto. Ik poseer met mijn lover en ineens valt mijn oog op deze borden. ? Op mijn gesputter komt geen reactie en ik geef de sleutels aan mijn lover, ‘Rij jij maar verder want volgens mij is dit niet mijn ding!’ Soms lijkt het alsof hij mij gewoon niet hoort want hij antwoord; ‘Kanjer van me!’ ? Wij gaan voorop, Piet en Wilma volgen. In een stofwolk komt een groep motorrijders omhoog, na de eerste bocht stoppen we en maken een praatje met ze, één heeft een klein hondje bij zich die in een tas achterop zit, so sweet!Wat een super uitzicht, in de verte zien we zelfs Monument Valley liggen. De bochten zijn scherp en als er een tegenligger komt sluit ik mijn ogen want OMG het is passen en meten waar je elkaar kan passeren. Net voor de plaats Mexican Hat zijn we beneden. Zucht, dat hebben we gehad! ‘Super gave weg toch!’ roepen de heren tegen elkaar, Wilma en ik knikken maar wat. ? Als je zoals wij nu vanaf Mexican Hat aankomt dan krijg je bij Monument Valley eerst het stuk weg uit de film van Forest Gump. De plek waarop hij na vele maanden hardlopen ineens stil staat en zich afvraagt waar ie mee bezig is.Hier is het oppassen geblazen want iedereen wil op de foto, auto’s en campers staan langs de kant geparkeerd en mensen rennen heen en weer. Ook Piet en Wilma worden door mijn lover rennend vastgelegd. ? Iets verderop ligt een KOA campground die gelukkig nog twee plaatsen vrij heeft. We horen van de eigenaar dat hij de camping in 2018 heeft overgenomen. Het ziet er prima uit met uitzicht op de uit vele cowboyfilms zeer herkenbare rotsen. De hut van Piet en Wilma blijft op de campground achter en met die van ons rijden we het park in, eten in het restauranten dan is het wachten tot de zon onder gaat. Wilma en ik gaan bij een Indiaan informeren wat het kost om met een paard de Valley in te rijden. Eigenlijk hou ik helemaal niet van paardrijden maar vooruit het is wel kicken om als een soort John Wayne te gaan draven. ? We schrikken van de prijs want voor één uur betaal je per persoon 80 dollar. Grappig is dat de beste man ons later nog eens opzoekt om een folder in de hand te duwen en vertelt dat ie nu naar huis gaat maar morgen graag met ons op pad wil. Als de zon eindelijk ondergaat is het al zeker 20.30 uur en door de bewolking valt het tegen. Terug op de camping stoken we de kachel op, nemen een wijntje en maken ons op voor een frisse nacht in de Valley. Net voordat ik in slaap val denk ik ineens; ‘Leuk dat paardrijden maar hoe moet je eigenlijk op zo’n dier komen, zou die Indiaan je een zetje geven of hebben ze een ladder?’ ? To be continued….

The Million Dollar Highway.

Moe van een lange dag in het Arches National Park gaan we vrijdagavond uit eten bij een Mexicaans restaurantje in de hoofdstraat van Moab. Zoals gewoon in Amerika zijn de porties ook hier onwijs groot en de bediening super snel. Het is geen gezellig lang uit eten gaan zoals we bij ons in Nederland gewend zijn. ? De volgende morgen brengen we door met het verkennen van de winkels in Moab en scoor ik wat kleine prullaria. De camper staat geparkeerd bij de supermarkt en net als we terug in de camper stappen staat er een jongetje van een jaar of zeven voor de deur die in het Nederlands vraagt; ‘Waar wonen jullie in Nederland?’ Dan begint het kereltje te vertellen dat hij en zijn tweelingbroer samen met hun ouders op wereldreis zijn. Ze hebben al heel wat landen gehad en zijn nu voor drie maanden met een huurcamper in Amerika. Wow, wat een onderneming! ‘Als je zo lang van huis bent lusten jullie zeker wel een stroopwafel?’ vraagt mijn lover waarop de jongens enthousiast reageren. Als de ouders er ook bij komen wisselen we tips en ervaringen uit.Onze routes gaan beiden naar Page en wie weet zien we elkaar daar weer. ?

Het andere Nationale park bij Moab is Canyonlands. Dit bestaat uit vier afzonderlijke gedeelten: Island in the Sky, the Needles, de Maze en het gebied waar de rivieren Colorado en de Green samen komen. Voor ons met de camper is het makkelijk kiezen want omdat de andere gebieden veel onverharde wegen hebben blijft alleen Island in the Sky over. Soms even een Ansel Adams momentje.Een van de stops is Mesa Arch waar je na een wandeling van 400 meter bij een natural bridge komt. Deze boog hangt ongeveer tegen de loodrechte helling aangeplakt. Je mocht er niet over heen lopen. Gelukkig maar. Zoals het er uit ziet kan hij elk ogenblik afbreken en honderden meters naar beneden vallen. ? We brengen de middag door in dit bijzondere park en vervolgens maak ik op één van de vele uitzichtpunten iets te eten in de camper. We willen hier namelijk wachten tot de zon onder is want het is vanavond volle maan. Helaas is het vrij bewolkt maar toch is er ineens een verrassend moment als de maan zich groot laat zien. ?Door de aanhoudende straffe wind is de temperatuur naar beneden gekelderd en verkleumd rijden we terug naar campground Horsethief.Deze is prima maar helaas zonder voorzieningen zoals water, dump en elektriciteit. Het sanitair  bestaat alleen uit wc’s. Voor ons geen probleem omdat we zelfvoorzienend zijn met douche, wc en zonnepanelen. ? Zondagmorgen kijken we uit het raam: eigenlijk was het plan om vandaag een jeep te huren en de canyon off- road te verkennen maar het is vet bewolkt met laaghangende bewolking. ?Rustig starten we en mijn lover bakt een eitje met spek voor me, ik probeer heldhaftig wat te lijnen ? , maar dat begrijpt ie niet. ‘Je snapt het gewoon niet, mannen houden graag wat vast!’ roept ie ook nu weer. ? We wijzigen de plannen en laten het ‘jeep idee’ voor wat het is….We hebben geen reden nodig om hier nog eens terug te komen.  ‘Eerst tanken!’ beslist mijn lover dan en we zetten koers naar het centrum van Moab. Allemachies, wat een file de andere kant op om het dorp uit te komen. ?Het staat hier bekend om zijn vele buitensportactiviteiten zoals mountainbiken, rijden met een jeep of paard, wandelen, raften en bergbeklimmen. Het doet mij aan de Ardennen denken: doordeweeks best rustig maar in de weekenden bomvol. We parkeren de hut, lopen nog een stuk door de hoofdstraat waar we in één van de vele koffiezaakjes gaan zitten voor thee/koffie met wat lekkers. Onze route is als volgt: we zetten eerst koers naar La Sal, van Moab naar La Sal liggen trouwens nog vele RV parken langs de weg, dan door tot Naturita waar we de 145 opschieten richting Ouray. Dan zullen we in de staat Colorado komen, daar hebben we vrijdag in Mesa Verde met onze vrienden Piet en Wilma afgesproken. Zij komen vanuit Denver waar ze een camper gehuurd hebben. Als we op de rotonde borden zien met ski-area van de dorpen Telluride en het aaneengesloten Mountain Village verlaten we even de route. Wat lichte sneeuw valt naar beneden en de plaatsjes zien er stil uit, duidelijk is te merken dat het seizoen ondanks de nog volop aanwezige sneeuw toch voorbij is. De liften draaien niet meer en veel huizen zien er verlaten uit. Het is best een flink skigebied met zo’n 93 kilometer piste waarvan het grootste gedeelte (41 kilometer) zwart is. Telluride heeft een lange Mainstreet met veel winkels, restaurants en barretjes. Mountain Village doet ons aan de wijk Zonnedael uit de serie Flodder denken. Veel grote statige huizen waar de liften en pistes tussendoor lopen.Langs de weg grazen brutale herten, als we stoppen om ze te fotograferen zijn ze toch heel alert en zetten het op een rennen.  In Ouray schieten we de eerste de beste camping, een KOA, op.Het is genoeg voor vandaag want het laatste stuk naar Silverton en Durango gaat over een pas, de Million Dollar Highway en daar hebben we al verschillende verhalen over gehoord. ? De KOA campings zijn meestal goed uitgerust dus terwijl mijn lover gaat koken loop ik naar de wasmachines. ‘Wees voorzichtig want er is een black bear rond de campground!’ roept de eigenaar. Na het zien van al die beren vorig jaar in Alaska ben ik niet zo bang maar ik merk dat ik in de schemer toch sneller loop dan anders. ?Het regent de hele avond en nacht door en ‘s-morgens ligt er verse sneeuw op de toppen van de bergen. Net als we de campground afrijden gaat de regen ook hier beneden over in sneeuw, daarom stoppen we bij het Visitor centre voor extra informatie over de conditie van de pas. Achter de balie zitten twee dames die ons en elkaar verbaasd aankijken, ‘You want to go with your RV over road 550, the Million Dollar Highway to Silverton?’ ? Dapper knikken we van yes en vertellen dat we op winterbanden rijden en ook sneeuwkettingen bij ons hebben. ?? Terwijl zij de computer raadplegen voor verkeersinformatie kijk ik naar buiten en zie de vlokken dikker worden. ‘Misschien is het toch niet zo’n goed plan.’ opper ik. De éne dame is inmiddels met mijn husband druk in een gesprek wat helemaal niet meer over het weer maar over de oorlog gaat. Haar opa was vliegenier in de Tweede Wereldoorlog en neergehaald door de Duitsers. Gelukkig voor hem kwam hij in zee terecht en werd daar opgepikt door een schip met Nederlandse bemanning. Ongeduldig luister ik, ‘Wat doen we nou met die weg?’ sis ik. ‘Joh, dat zien we toch straks, eerst doen we koffie/thee.’ zegt ie opgewekt en uitgezwaaid door de dames gaan we terug naar de camper. Op de parkeerplaats loopt een echtpaar, de vrouw draagt sandalen en een korte broek. ? Net als wij is ze ook niet voorbereid op dit weer, wat voor deze tijd in het jaar nog heel gewoon is, aldus de dames van het Visitor centre. Als we door Mainstreet rijden zien we in de verte een sneeuwschuiver omhoog richting de pas gaan. ‘We gaan lekker een tv dag houden.’ beslist mijn lover en draait de zijstraat in waar RV park 4J+1+1 (echt een naam hoor ) ligt.De sneeuw valt nu gestaag naar beneden en kleurt alles wit. Het is net alsof iemand poedersuiker over de bomen strooit. Vraag me niet waarom de sneeuw hier fijner is dan in de Alpenlanden maar wie wel eens in Amerika of Canada heeft geskied weet wel wat ik bedoel. ? ’Wacht tot morgenochtend een uur of elf en neem dan de pas.’ geeft de vriendelijke receptioniste als advies wanneer zij ons incheckt. Na het avondeten stopt de sneeuw en maken we een rondje door het dorp.‘Zullen we de winterjassen aantrekken?’  vraagt mijn lover. Ik heb geen idee waar ik die opgeborgen heb dus om de discussie ‘jij bent altijd alles kwijt’ uit de weg te gaan zeg ik, Welnee, het is niet koud doe maar gewoon een vest aan, brrrrr. ? Net van de camping af zie ik een vosje rennen dat voor een woning braaf blijft zitten. Als een moment later de bewoonster naar buiten komt en een bakje voer neerzet snappen we het. ?De volgende morgen ontwaken we in een witte wereld en sneeuwt het nog steeds. Onze vrienden sturen een bericht dat ze in Denver zijn geland, het is er 1 graad en sneeuw: welkom in Colorado. ? En dan ineens is daar de zon! Het sneeuwen stopt, de bewolking wordt minder en er zijn zelfs stukken blauwe lucht te zien. Het is rond 10.30 uur als we na de gebruikelijke klussen, zoals water tanken en dumpen, het RV park verlaten. De receptioniste had helemaal gelijk!  ‘Rij jij dan fotografeer ik.’ stelt mijn lover voor en ietwat aarzelend kruip ik achter het stuur. ? Gelijk vanuit de hoofdstraat begint ie: de Million Dollar Highway, die bij de Amerikanen bekend staat als één van de gevaarlijkste wegen. ? De Highway 550 heeft hier tussen Ouray en Silverton een gedeelte van 40 kilometer dat verraderlijk en smal is en waar de vangrail ontbreekt. De weg brengt je tot een hoogte van ruim 3500 meter en is gebouwd in 1926 voor de werknemers van de zilvermijnen waar dit gebied bekend om staat. Over het waarom deze the Million Dollar Highway heet zijn verschillende verhalen. Een ervan is dat dit stuk weg inderdaad een million dollar heeft gekost.  Het is rustig in het dorp, ik doe mijn zonnebril op, zet de volumeknop harder en terwijl Peter Frampton toepasselijk ‘Show me the way’ zingt draai ik de eerste haarspeldbocht in. Direct zoeft het raam naar beneden en mijn lover hangt uit het raam, klik, klik, klik doet zijn camera. Wow, wat we zien is zo super mooi dat ik even vergeet adem te halen. ? Besneeuwde bergen, dennenbomen, open vlakten en alles wit, gewoon witter dan wit! De weg is te doen, het is zeker goed opletten want soms is ie smal en door het ontbreken van de vangrail zou je direct naar beneden kunnen storten maar wij Europeanen zijn wel iets gewend in de Alpen. ‘Voor mij is het net alsof ik richting Saas Fee omhoog rij.’ zeg ik tegen de rug van mijn wederhelft die steeds uit het raam hangt.Boven op de pas begint het te sneeuwen en met de wind die om ons heen waait kan ik me voorstellen dat deze weg een reputatie heeft gevaarlijk te zijn. Wij hebben het ervaren als prima te doen, gewoon heel goed opletten en snelheid aanpassen. Ik ben niet uit zijn eerste versnelling geweest….grapje natuurlijk! ?In sneeuwbuien dalen we af naar Silverton, een klein stadje met name bekend door de Silverton-Durango railroad. Dit gebeurt met een heuse ouderwetse stoomlocomotief die in ruim 3 1/2 uur door het San Juan gebergte trekt en dagelijks vele toeristen vermaakt. De hoogtebegrippen hier zijn trouwens voor ons soms lastig te bevatten want neem bijvoorbeeld Silverton, dit ligt in een dal (!) en nog op ongeveer 2800 meter!  ? Tijdens het dalen zien we langs de kant van de weg af en toe een marmot, net uit de winterslaap, die nieuwsgierig zijn koppie omhoog steekt.Dit bord met runaway truck ramp (uitwijkstrook voor vrachtwagens) stond ook langs de kant van de weg. Dan hoop je als chauffeur van een op hol geslagen vrachtwagen dat je die anderhalve kilometer nog gaat redden. ? Wat schetste onze verbazing, er volgden nog vier flinke haarspeldbochten voordat de redding nabij was…. In het centrum is het druk, ik parkeer de hut tegenover een koffiezaakje en we rennen in de dwarrelende sneeuw snel naar binnen. Ik moet toch eens gaan nadenken waar die winterjassen nou zijn gebleven….? Plots horen we een stoomfluit: , er is net een trein aangekomen en nu wemelt het van de toeristen. Na Silverton verkend te hebben rijden we in ruim een uurtje door naar Durango waar we het eind van maandagmiddag op campground Lightner Creek belanden nadat we eerst flink ingekocht hebben bij de Walmart.Een paar plekken naast ons komt een caravan, echt zo’n grote Amerikaanse hut. De vrouw stapt uit en in de stromende regen staat ze daar terwijl haar vent pogingen doet om de caravan te parkeren en geen boom te raken. Het zegt waarschijnlijk veel over mijn leedvermaak maar ik klok hoe laat ze starten en eerlijk: het duurt twintig minuten! ? Al die tijd staat zij daar en doet eigenlijk niets, ze staat ook nog eens achter de caravan zodat ze totaal niet te zien is door haar man. Als een extra handicap springt er ook een baldadig kind uit de auto dat continue achter de caravan langs rent.‘WTF, ik weet niet voor wie ik meer bewondering heb!’ roep ik verbaasd tegen mijn lover die in de keuken wat lekkers maakt. Even serieus; als ik die vrouw was had ik mezelf opgegeven voor een paar rijlessen want ik zie me al staan, ik zou na vijf minuten al zo klaar zijn met zo’n kerel! ? Later op de avond gaat de regen over in sneeuw en kleurt alles weer helemaal wit. We hoeven pas vrijdag in Mesa Verde te zijn en willen de paar dagen die ons nu rest wat klusjes doen zoals een bezoek aan de kapper, camper opruimen en kleine reparaties, wellicht is de winterjassen zoeken ook geen slecht idee. ?Gezamenlijk zitten we woensdagmorgen bij de kapper en shoppen vervolgens in Durango, deze grote plaats heeft een flink aantal winkels. Vlakbij het centrum ligt United campground waar we een plek vinden met uitzicht op de rivier en de Silverton-Durango railroad. Morgen naar Mesa Verde en lucky us: de weersverwachting is goed! ?

 

Heel veel stenen dildo’s.

Zondagochtend na het ontbijt bel ik eerst mijn moeder en wens haar: een Happy Mothersday! ? Na een gezellig babbeltje nemen we afscheid en het is altijd grappig hoe vaak mijn moeder ‘Dag, dag, dag, dag, dag, dag!’ zegt. ? Als we ons klaar maken voor vertrek tingelt mijn phone weer: moeders again, die is vast iets vergeten te vertellen. Als ik opneem hoor ik even niets maar dan zegt ze huilend, ‘Mijn zus is net overleden.’ Ach gossie toch, haar zuster Ina, mijn tante die in Portugal woont, is op 93 jarige leeftijd in haar slaap overleden. ? Gelukkig zijn we samen nog niet zo lang geleden een paar dagen naar haar toe geweest. En dan stel ik de meest domme vraag ever, ‘Hoe weet je dat, heeft ze je gebeld?’ Mijn lover moet dit uiteraard weer horen, kijkt me aan en zegt droog; ‘Nou dat zal toch niet!’  ? Of moeders het heeft gehoord….I don’t know. Het is nog onduidelijk wat er allemaal moet gebeuren en zij beloofd ons op de hoogte te houden. Ik haal nog maar eens aan dat zowel Roel als ik verslaafd zijn aan internet maar thank you Lord wat ben ik blij met die handige vent van me die altijd zorgt voor bereik. Het T-mobile abonnement wat we hebben is 16 Gb, onbeperkt bellen en sms en dat voor slechts 23,00 euro per maand (moet er wel bereik zijn van T-mobile). Hoe waardevol is het op dit soort momenten dat je iemand even tot steun kan zijn. ?

Het plan voor vandaag is door Zion heen over de Mt. Carmel Highway en de tunnel om bij de East entrance het park te verlaten en door te rijden tot in Bryce Canyon National Park. De lucht is deze morgen strakblauw met hoge witte ‘indianenwolken’, zoals wij ze noemen. ?
Terwijl ik rij hangt mijn lover uit het raam om te fotograferen. De éne na de andere bocht volgt omhoog en dan zijn we bij de tunnel. En dat is en blijft een vreemd iets want zoals ik in het vorige blog al vertelde, ze meten hoe breed de camper is en bij een breedte van meer dan 2,4 meter betaal je 15 dollar voor de tunnel. Men stelt namelijk dat je dan ‘bijzonder transport’ bent en brengt het alsof de tunnel speciaal stilgelegd moet worden. Niets is minder waar want het verkeer gáát al om en om dus er zijn sowieso geen tegenliggers in de toch redelijk brede tweebaans tunnel. Naar onze mening dus gewoon een vorm van geldklopperij. ?
Net buiten het park stop ik want door het openstaande raam ruik ik diesel. Mijn lover springt eruit, ‘Gooi de motorkap open!!’ roept ie alsof we in brand staan. Omdat ik zo moet lachen trek ik aan de verkeerde hendel en schiet het stuur omhoog. ? ‘Trekkennnnnn!’ roept mijn handsome tegen de voorruit. Het is weer zover: Bassie en Adriana zijn in town. ? ‘Ruik dan, ik ruik helemaal niets!!!’ Hij ligt half in de motorkap te snuiven en eerlijk, ik doe moeite om niet te lachen en beheers me. Ik ruik nu ook niets, ‘Zit die noodreparatie aan de dieselslang nog goed?’ vraag ik hem. Dan gaat ie los en legt uit wat er allemaal onder de motorkap zit en wat met wat verbonden is…. ? Ik knik zeer aandachtig, uiteindelijk kijkt ie op en zegt; ‘Laat maar, want ik zie dat je er geen bal van snapt!’ ? Hij morrelt wat aan de slangen en merkt dat er een wat los zit. Vastdrukken helpt. We hebben duidelijk teveel gerammeld op die Alaskawegen vorig jaar.
Langs de kant van de weg zien we een reclamebord voor Duitse bakker Förscher, ‘Zo dan, een lekker stukkie apfelstudel zou er wel in gaan!’ roepen we tegen elkaar.
Met in ons hoofd de Nederlandse bakker in Bishop gaan we opgetogen naar binnen….Gadver, het ziet er hier absoluut niet vers uit en van de prijs schrikken we helemaal! Vijf dollar voor een klein stukje cheesecake. ? We besluiten een koffiebroodje te nemen, dat ziet er nog het meest vers uit. De koffie is redelijk maar het theewater is nog niet eens lauw. Ben je in de buurt: doorrijden want het is de stop niet waard!
Over de Scenic Byway 12, een van de mooiste wegen van Amerika, rijden we verder. Deze 200 kilometer lange weg slingert zich dwars door bossen, rode rotsen en kale maanlandschappen met diepe kloven. Er zijn acht bezienswaardigheden en vanaf onze kant starten we met de tunnel bij Red Canyon.
Net voor de ingang van Bryce (tevens  de tweede bezienswaardigheid) komen we in Bryce Canyon city waar we op Ruby’s Inn RV park een plaats vinden. Het is een dure want 40 dollar voor dry camping (zonder voorzieningen) is stevig aan de prijs maar zoals zo vaak hebben die wel de mooiste plekken, in dit geval vlak aan een meertje.
De overige hook-up plekken (ongeveer 200) liggen zij aan zij en bieden weinig privacy. Als we na een wandeling een bundel brandhout kopen zien we bij de kampwinkel een waarschuwingsbord met de tekst ‘Vannacht nachtvorst, sluit uw watertank af!’ ? Dat belooft wat. Tegen mijn zuchtende lover, want het nylon net snijdt in zijn vingers zeg ik, ‘Kom maar op, aansteller!’ en neem de bundel van hem over: doet ie dat nou express of….?
Het hout laten we ‘s-avonds trouwens voor wat het is want nadat de zon onder is kruipen we in de camper met een dekentje op de bank en gaat de kachel aan. Wij vinden het na de hoge  temperaturen van afgelopen week heel koud! Daar kan dat vuurtje niets aan verbeteren.
Zelfs in de nacht laten we de kachel zacht branden omdat we toch wel een beetje bang zijn dat de watertank zonder isolatieplaat gaat bevriezen.
Bij het inchecken op de camping hebben we allerlei informatie ontvangen over de shuttle bussen. Het rijden met campers in het park wordt ook hier tegengewerkt. Dat blijkt tevens bij de ingang van het park als de dame ons een formulier geeft waarop staat op welke parkeerplaatsen we met een camper niet welkom zijn. In 2017 waren we hier ook met mijn ouders en nu verbazen we ons wederom over de schoonheid.
We rijden eerst helemaal door naar het einde bij Rainbow Point. Bij het oprijden van de parkeerplaats zien we een Mercedesbus met Nederlands kenteken staan. Buiten komen we in contact met de bewoners: Dirk, Monique en hun lieve Roemeense straathond die ook al geruime tijd onderweg zijn, in Panama gestart en nu op weg richting Alaska.
Onder het genot van koffie/thee en stroopwafels wisselen we ervaringen en tips uit en geven het stel nog wat Nederlandse drop mee voor onderweg. ? Vanaf hier gaan we terug naar Bryce Canyon city en stoppen bij de andere mooie bezienswaardigheden oa. de Ponderosa Canyon en Natural Bridge waar we genieten van de uitzichten. ‘Wil je hier nogmaals overnachten?’ vraagt mijn lover als we het RV park voorbij rijden maar nog zo’n koude nacht heeft weinig aanlokkelijks dus draaien we weg 12 weer op richting Escalante met uiteindelijke bestemming Moab.
Ik zei het al eens eerder: het leven met een fotograaf is onafgebroken opletten. Zoals meestal rij ik op de ‘mooie’ wegen zodat mijn lover vanuit het raam foto’s kan maken. Dacht ik in het begin dat hij niet lekker werd als ie riep; ‘Stoppen, stoppen!!’ nu weet ik dat er dan iets moois is wat ie wil fotograferen en zet de hut stil….al is het midden op de weg. ?
Net voor het plaatsje Escalante ligt een State park en ik draai van de weg af. Het is rond 16.00 uur, mooie tijd om te stoppen met deze hitte. De campground is full maar we kunnen op de ‘overflow’ staan. Dit zijn plaatsen aan een meer en zien er perfect uit.
De rest van de plekken op het State park liggen tussen de bomen. Terwijl ik wat met de Frans-Canadese buurtjes babbel bakt mijn lover een brood. De volgende morgen als we Escalante inrijden zien we nog enkele RV parken maar dit zijn van die betonnen parkeerplaatsen met weinig privacy. ?
In 1879 toen de Byway 12 nog niet was gebouwd ontstond hier de Hole-in-the-Rock-Trail. Een groep mormonen kregen van hun leider uit Salt Lake City de opdracht om een bepaald stuk land (later Capitol Reef door hen genoemd) in Zuid-Oost Utah te gaan ontwikkelen. Met huifkarren trokken zij voort over de vrijwel onbegaanbare bergruggen. Het doet ons denken aan de trails in Casper.
Terwijl ik naar de horizon kijk kan ik me ook hier moeilijk voor stellen wat een moed, kracht en doorzetting deze mensen gehad moeten hebben.
Via Boulder Town komen we door het Dixie Forest. Wow, de weg kronkelt hoger en hoger langs berken, sparren en kleine beekjes met af en toe een groepje herten, de hoogtemeter geeft zelfs 2776 meter aan!
Wat voor kleumende effecten zorgt want we vertrokken vanmorgen in korte broek met slippers en komen onverwachts in de sneeuw. Als we bovenop aan de koffie/thee zitten stopt er achter ons een busje, ‘Allez, ik kom eens effekes kijken of de papieren van die Hollanders wel in orde zijn.’ In de deuropening staat de Belgische look-a-like van Chris Zeegers die met zijn Amerikaanse vriendin op pad is. We hebben een vrolijk babbeltje en ook hij wordt van stroopwafels en dropjes heel blij. We moeten beloven dat als we in de buurt van Zundert zijn we een pintje met hem gaan drinken. Via de nog steeds slingerende weg komen we in Torrey waar we bij het Visitor centre voor informatie naar binnen gaan. De vele tips die we krijgen begint met het afgelegen Capitol Reef National park. Dit is minder bekend maar wat een bijzonder adembenemend landschap met hoge rotsformaties met klinkende namen als Chimney Rock, Golden Throne, Egyptian Temple en Castle.
In de hoge kliffen zijn ook eeuwenoude rotstekeningen te ontdekken.
 
 ‘s Zomers is het hier erg heet en droog, langs de Fremont rivier zijn af en toe oases te vinden van groepjes bomen. Als slot maken we een wandeling naar de Hickman bridge en dit alles bij een temperatuur van zo’n 34 graden. ?
Verbazend is dat mijn handsome hier geen last van zijn handen heeft….maar goed zo’n rots heeft geen netje van nylon om zich heen. ? Met een gevoel als een gekookte kreeft gaan deze twee op zoek naar een overnachtingsplek, wat hier in dit gedeelte van Utah overal vrij is toegestaan, tenzij vermeld dat het verboden is. Het is al eind van de middag en we zien verschillende campers en caravans op het zogenoemde BLM land staan. ‘Er is totaal geen bereik hier!’ zucht mijn lover terwijl ie zijn phone in allerlei richtingen houdt. In het gehucht Caineville ligt een mistroostige campground maar waarom daar betaald gaan staan als het overal mag? ‘Laten wij ook eens zuinig zijn!’ zeg ik waarop mijn lover mij vreemd aankijkt en opmerkt, ‘Het is wel een week met gekke uitspraken van jou!’.  ? Enkele kilometers verder zien we in the bush een paar caravans en een grote camper van CruiseAmerica staan, nou als die er kan komen moet het ons ook lukken dus sla ik het zanderige weggetje, wat overigens keihard is, in en stuur de hut er rustig overheen. ‘Netjes hoor!’ roept mijn lover keurend alsof ik rij-examen aan het doen ben. ? Het zand gaat ineens over in een stuk asfalt waarop we een plek zoeken.
‘Kijk nou, het lijkt wel een soort landingsbaan!’ opper ik maar omdat het deze week mijn gekke uitsprakenweek schijnt te zijn word ik niet geloofd. ? Wat een prachtplek: we drinken een wijntje, mijn lover bakt garnalen, het uitzicht is super en we maken een gezellig praatje met ‘de buurtjes’ die uit Nieuw Zeeland komen. Wat kan je nog meer willen? Tsja, deze twee verslaafden weten het wel want onze telefoons geven links bovenin ‘geen service’ met andere woorden: er is geen internet! Terwijl we buiten genieten van de natuur vertel ik mijn lover, die uit gewoonte nog steeds met zijn phone in de hand zit , dat ik op Facebook wel eens van die advertenties voorbij zie komen ‘Zou je een maand op een onbewoond eiland kunnen zitten zonder internet en nog wat ontberingen. Na afloop krijg je dan een flinke som geld.’ ? Hij kijkt me aan en zegt; ‘Jij zou dat totaal niet kunnen want mijn eerste taak als we ergens komen is internet voor jou verzorgen! Ik wel hoor, een makkie….als ze tenminste Zimra Geurts ook mee sturen!’ ?
We kijken een film en gaan vroeg naar bed om ‘s-morgens uitgeslapen wakker te worden. Mijn lover zet een theetje en dan hoor ik hem met allerlei dingen rommelen, ‘Ik ga eens met mijn drone vliegen!’ roept ie en even later hoor ik het ding door de lucht zoeven.
Net als ik onder de douche sta komt ie binnen en roept; ‘Weet je wat ik ontdekt heb, dit ís een oude landingsbaan! ? Gelukkig geen Boeing geland vannacht…..’

Geloof me, soms is zwijgen gewoon het best. ? Het voordeel van geen internet hebben is dat we, voor ons doen, heel vroeg op pad zijn. Wat een rust is het hier, af en toe een huis en verder niets dan bergen en natuur. Ik begin over mijn eeuwige droom: een B&B. Mijn lover schatert het uit; ‘Lieve schat, je hebt straks een hele keten want op iedere plek die jij leuk vindt wil je iets beginnen!’  Natuurlijk moet ie me weer plagen door wat vervallen pandjes op de foto te zetten.
Als we het dorpje Hanksville inrijden klinken er allerlei piepjes uit onze phones, we hebben weer bereik, Yes! In de kleine plaatselijke supermarkt scoren we gelijk wat boodschappen.
Over de Highway 24 rijden we naar het vrij onbekende Little Wild Horse and Bell canyons en Goblin Valley State Park. In de laatste staan duizenden bizar gevormde pieken en balancerende rotsen, hoodoos genaamd, die door erosie in het zachte roodbruine zandsteen zijn ontstaan. Er is een kleine campground met 23 plaatsen waar we rond 11.00 uur arriveren en geluk hebben want er is nog maar 1 plek vrij.
De toegang tot het park is 15 dollar, dit valt niet onder de parkenpas omdat het een State en geen National park is. De overnachting kost slechts 15 dollar meer. In het andere park hebben Dirk en Monique (die we in Bryce hebben ontmoet) een wandeling gedaan die zeer de moeite waard is, Little Wild Horse trail. Deze ligt net buiten het Goblin park en we besluiten eerst het kleine stukje terug te rijden om te gaan wandelen. Ze noemen het hier hiken maar dat weiger ik…. ? Het is een pittige maar zeer mooie wandeling tussen hoge rotsen door waar je maar nauwelijks door heen kan zo smal.
De hele trail is ongeveer 14 kilometer en neemt vier tot zes uur in beslag. Wij keren na een uur om en lopen terug want met deze warmte vinden we twee uur wandelen en klauteren mooi genoeg. Terug bij onze camper staat een huilend kind, de vader legt uit dat ze dacht dat het een ijscokar was….?
We rijden retour naar het Goblin park en verbazen ons daar over de gek gevormde hoodoos.
‘Het lijkt wel op het Chinese terracotta leger.’ zegt mijn lover en we kijken peinzend en vol verwondering om ons heen terwijl we er tussen door sjokken. In de eerste instantie vind ik het een groot champignonbos. Ligt het aan de temperatuur van zo’n veertig graden of aan de keiharde wind die opsteekt maar ik kijk tussen de zandstormen door naar al die hoodoos en mijn dirty mind slaat op hol. ‘WTF, het lijkt wel alsof ik in een hele grote Amsterdamse sexwinkel loop met al die dildo’s die ik hier zie!’ ? schater ik tegen mijn lover die alleen maar reageert met, ‘Heb je haar weer!’
Op de campground komt de snoeiharde wind en daarmee ook het zand van alle kanten. De ramen dicht houden met deze hitte is onmogelijk waardoor de binnenkant van de hut al snel van een dunne laag zand is voorzien. Gelukkig koelt het later wel af. Echter de volgende ochtend is het al weer snel boven de 30 graden. Via de Interstate 70 rijden we naar Moab, waar het met twee Nationale parken, Arches en Canyonlands, erg druk kan zijn. We nemen dus uit voorzorg zo’n twintig kilometer ervoor de weg richting Dead Horse Point State park. Aan deze weg ligt campground Horsethief waar we een prima plekkie scoren.
Vaak vraagt men; ‘Wat vinden jullie nou het mooist wat je hebt gezien?’ ? Zo’n vraag waar je eigenlijk geen goed antwoord op kan geven. Betoverend Arches met het grootste aantal natuurlijke zandsteenbogen ter wereld komt erbij op onze lijst. Door de gunstige ligging, geologie en watererosie ontstaan er voortdurend nieuwe bogen. Twee dagen brengen we in dit park door en maken wandelingen. Ik kan er zoveel over vertellen maar volgens mij kunnen de foto’s dit veel beter overbrengen.
De harde wind en het striemende zand zorgt voor dagenlang tandenknarsen.
 
En nee, ik heb niets aan mijn lijf en leden maar sprak van de week een vrouw die door een ratelslang in haar voet was gebeten. Uit voorzorg heb ik deze stok gekocht om de ‘wilde’ beesten van me af te slaan.
Rest mij nog een leuk detail: de steile wandeling naar de Delicate Arch (dé bezienswaardigheid van dit park).  Boven gekomen pak ik braaf mijn rugzak uit, ‘Wil jij water en een energiereep?’ vraag ik mijn lover. Dan pakt hij zijn tasje uit en vraagt; ‘Of heb jij liever een wijntje en een stukje kaas!’
That’s my baby. ?

Zion!

Vroeg in de morgen en totaal niet uitgeslapen branden we de camper uit en besluiten nog een nacht in Palm Springs te blijven.

Ik was vergeten hoe warm het hier is, rond 10.00 uur geeft de temperatuur al 30 graden aan. ? We houden een rustdag, mijn lover blijft heel slim in de schaduw bij de camper maar deze optimist gaat in de zon. Echt, ik lig net een kwartier als hij iets te drinken komt brengen, ‘Je weet ik ben kleurenblind maar volgens mij ben je knalrood!’ zegt ie waarop hij er achteraan giert, ‘Probeer je vet weg te smelten….’ ? Serieus, I love that man. ? Als goedmakertje stelt ie voor om naar het centrum te fietsen voor een ijsje of een Margarita maar niets kan me verleiden, het is mij te warm, ik blijf in de buurt van het zwembad.

Zaterdag 4 mei verlaten we Palm Springs nadat we eerst om 20.00 uur (onze tijd 11.00 uur) twee minuten samen met Nederland stil zijn. Net als vorig jaar blijft het een indrukwekkend moment en als het Wilhelmus klinkt zitten we beiden met kippenvel.

Via een rechte weg langs Salton Sea nemen we bij het ogenschijnlijk verlaten plaatsje Niland de afslag en rijden naar Slab City, Salvation Mountain, dit is een land-artkunstwerk, een beschilderde berg (die deels uit constructies van zand, water, klei en stro bestaat) met daarop teksten die bedoeld zijn om mensen te bekeren tot het Christendom. Bovenop de top staat een groot kruis. Er loopt een Yellow Brick Road (gele route) door het geheel om bij de verschillende schilderingen te komen.
Je kan er donaties doen: Potten verf !
De schilder, Leonard Knight, kwam naar deze plek om een weekje te schilderen, uiteindelijk bleef hij 25 jaar. Na zijn overlijden in 2014 hebben vrijwilligers het overgenomen. In een scène van de film ‘Into the wild’ is deze berg te zien. Rondom het kunstwerk wonen veel hippies in campers en caravans die er, zeg maar, bijzonder uitzien. ? Joshua Tree is de volgende stop in ons programma en hiervoor moeten we dezelfde weg terug. Vorig jaar zijn we langs de andere kant van Salton Sea gereden https://www.siaenroelopreis.nl/voorzichtig-op-weg-naar-het-noorden/) maar hier ziet dit zoutmeer er iets ‘vriendelijker’ uit met een aantal campingplaatsen langs de waterkant in plaats van stille dorpjes en verlaten plekken. Maar al met al is er weinig meer te beleven dan natuurschoon. Als we de zuidkant van de ingang van Joshua bereiken is het inmiddels 38 graden en het bord met campgrounds full staat te branden in het zonnetje. ? Aan deze kant net buiten het park is een groot stuk BLM land (bureau of land management) waar je gratis mag staan. Er staan inderdaad al een aantal campers maar om in deze hitte, met nog drie uur te gaan voor de zon ondergaat en geen airco in de hut, ook een plekje te zoeken lijkt ons dit geen goed plan. Omdat we al drie keer eerder in dit park waren besluiten we om de bomen in Joshua nu te laten voor wat ze zijn en rijden terug naar de Highway verder richting Lake Havasu waar we met Jos en Marjon hebben afgesproken. ‘Piep, piep’ doet de phone van Roel, het is een bericht van Marjon: ‘Wij zijn er al!’ Als we doorrijden kunnen we rond 20.00 uur bij hen zijn maar WTF wat is het warm. Het is nog zeker vier uur sturen, niet echt iets om vrolijk van te worden. Als we Quartzsite op de borden zien staan zegt Roel; ‘Draai er hier af dan gaan we naar de camping waar we eerder (begin november 2018) stonden.’ Dus ik geef richting aan en dender in ‘the place to be voor snowbirds’ (overwinteraars) waarvan velen fossielen en mineralen zoeken als hobby hebben. Sinds 1960 is dit een paradijs voor ‘stenengekken’. Zomers kunnen de temperaturen oplopen tot wel 54 graden en trekken de meeste inwoners weg om in november terug te keren. De maanden november tot en met maart zijn ideaal: rond de 30 graden! ? In januari is werelds grootste openluchtmarkt, voor wat betreft de stenen en kristallen, hier een aantal dagen te vinden en wordt deze plaats overspoeld door duizenden toeristen. De ouderen trekken er veelal met elkaar op quads uit om de desert in te rijden. Bijzonder feitje is dat het verhuurbedrijf voor scootmobielen hier types met speciale dikke banden voor in het zand verhuurt! ? De hoofdstraat oogt verlaten en bij veel campgrounds staat een bord met ‘closed for the season’. Ik rij die waar wij eerder hebben gestaan op maar alles is nu verlaten. Ineens komt er een oud baasje met een hond uit een camper gelopen. ‘It’s  closed for the season, everybody is leaving this town in the summer.’ deelt ie ons mede.
Hij weet dat er verderop een camping ligt die het hele jaar geopend is. Op weg daarnaar toe zien we nog een aantal winkels en restaurants, die zijn ook allemaal gesloten. De aangewezen campground is verlaten maar achter het raam hangt een papiertje met de tekst ‘Zoek een plek en betaal 30 dollar.’ Okay, dat is best veel voor een nacht op een camping zonder faciliteiten. Na wat zoeken vinden we een plek op een andere nog niet helemaal verlaten camping en voor 8 dollar mogen we van camphost Paul een plek uitzoeken.
Hij kijkt naar ons alsof hij verkeerde paddo’s heeft geslikt maar ach, met deze hitte kijken wij ook niet al te fris meer. ? Als we staan komt er gelukkig een snoeiharde wind opzetten waardoor de hut binnen korte tijd voorzien is van een fijne laag zand maar ook redelijk afkoelt. Als het donker is zitten we nog lang buiten en kijken naar een hemel vol sterren. Natuurlijk branden we hier de volgende morgen ook de camper uit, ‘Wat een drama met die hitte!’ mopper ik er vrolijk op los en verbaas me over mijn lover die gewoon eieren met spek staat te bakken. ‘Lekker toch, die zon!’ roept ie lachend en zet een ontbijtje voor me neer waarna we koers zetten voor het laatste stuk. Bij Parker maken we een quickstop bij de Walmart, Roel moet het satelliet radio-abonnement verlengen en dat kan niet via ons eigen tmobile-internet want dat geeft een Nederlands IP-adres en die zijn bij siriusxmradio geblokkeerd. Terwijl hij dus op het internet van de supermarkt gaat zit ik achter het stuur wat voor me uit te turen. Een parkeerplaats van de Walmart is altijd bijzonder! ? Daar komt een huurcamper het terrein op en het echtpaar loopt in mijn richting. ‘Mag ik wat vragen, hebben jullie deze verscheept vanuit Nederland?’ vraagt de kerel. Het zijn Nederlanders, we maken een praatje en hoe klein is de wereld als blijkt dat zij in Maassluis (onze buurgemeente) wonen. ?
Op de afgesproken plek in Lake Havasu zien we de camper van Jos en Marjon al van verre staan en wat is het reuze leuk om elkaar weer te ontmoeten! In het centrum ploffen we neer op een terras waar de vernevelaars ook hier bij een hitte van 35 graden voor verkoeling zorgen en kletsen bij. Vervolgens rijden we achter elkaar aan om de campers net buiten het plaatsje in de wildernis te stallen. Ook dit is BLM land waar je gratis mag staan.
Hond Tinka loopt lekker los en heeft het prima naar haar zin, zeker als er een man met zijn hondje voorbij komt waar ze mee kan ravotten. Het tweetal  kleine dingen dan ze ons hadden gevraagd mee te nemen worden overhandigd en het stel duikt als dank hiervoor de keuken in. Even later staat er een heerlijke vismaaltijd op tafel. ? Onze routes lopen min of meer gelijk en als we de volgende morgen afscheid nemen hopen we dat elkaar nog eens zullen treffen. Zoals al eerder gezegd de route die we nu rijden hebben we eerder gedaan en ook de volgende stad is meerdere malen bezocht maar kan zeker niet ontbreken: Sin City Las Vegas! ❤️ Wow, wat een lekker gevoel als de hut bij het vliegveld weer the Strip opdraait.
Maar ook dubbel want bij het Mandalay Bay schieten onze gedachten terug naar 1 oktober 2017, de schietpartij waarbij op het tegenover gelegen evenemententerrein 58 mensen om het leven kwamen en de dader zelfmoord pleegde. Als we het sign ‘Welcome to Las Vegas’ passeren zegt mijn lover; ‘We hebben hier eigenlijk nooit een gekke foto genomen.’ En dat klopt, want toen we hier één week na de aanslag waren vonden we het totaal ongepast om op deze plaats, die toen als herdenkingsplek was ingericht, lachend op de foto te gaan. Het is rustig op the Strip en bij Circus Circus gaan we eraf. Het hele RV park daar is leeg op een paar campers na. ‘Nou die zullen best een plekkie voor ons hebben!’ lacht mijn lover. Op de deur van de receptie hangt een bordje dat het lunchtijd is. We laten de camper achter en gaan maar naar de receptie in het bijbehorende hotel. Een niet al te vriendelijke dame deelt ons mede dat de campground gerenoveerd wordt en nu gesloten is maar morgen misschien weer open gaat. ? Okay, dat snappen we niet en de dame kan of wil ons niet vertellen wat er gerenoveerd wordt. Als mijn lover aangeeft dat we het niet erg vinden om in een eventuele herrie te staan en volhardend blijft volhouden dat hij het wil weten roept zij een andere dame erbij. Die is nog onvriendelijker dan haar collega en blaft ons bijna af, ‘Het RV park is gesloten en waarom dat is voor ons belangrijk en voor jullie niet!!’ zegt ze bits. ? Zo dan, die is lelijk! ? Haar collega heeft nog wel een lijst voor ons met een aantal andere campings maar die liggen buiten het centrum. ‘We zijn hier nu al een aantal keer geweest en iedere keer is het wat met die circusballentent!’ foeter ik naast mijn lover terwijl we het gebouw weer helemaal doorstruinen naar de camper. ‘Weet je wat we doen, we gaan eens kijken bij het RV park naast Fremontstreet.’ oppert ie. Op weg daarnaar toe verbazen we ons over de aftakeling dat op het stuk waar alle Wedding Chapels liggen, tussen Freemontstreet en the Strip, meer en meer lijkt toe te slaan. Ook bij ‘onze’ Chapel is iets aan de hand want rond het parkeerterrein staat een groot hek waardoor het plan om hier samen met de camper op de foto te gaan mislukt. ‘OMG, het verval slaat in de Chapel, als t nou maar niet in onze relatie slaat!’ piep ik. ?
De receptie van RV park Fremont is gevestigd in het dichtbij gelegen Main Street Station hotel, dat aan het eind of begin (net vanaf welke kant je begint) van Fremontstreet ligt. Geloof het of niet maar we waren nimmer in dit casino dat gevestigd is in een bijzonder mooi gebouw! Een zeer vriendelijke receptioniste helpt ons aan een, enigszins schaduwrijke, plaats en voor de somma van slechts 19 dollar hebben we een full hook-up plek en mogen ook nog gebruik maken van het zwembad in het tegenovergelegen hotel Californië. Wat een verschil in service en prijs met het Circus Circus! Wij vinden de ligging helemaal top, met name omdat we gek zijn op het oude Vegas met de historische casino’s en de gekte van Fremontstreet.
 
Dat het niet alleen op the Strip rustig is maar ook hier blijkt als we later op de avond bij Tony Roma gelijk aan tafel kunnen. Vegas heeft en kent geen tijd en iets na middernacht ? zijn we terug in de camper.
Duf zitten we een paar uur later aan het ontbijt als mijn lover roept; ‘Ik heb een plan, we nemen de bus tot het ‘Welcome-sign’ en wandelen vandaar een stuk terug!’ Ik knik bedenkelijk wat ik ken hem: éénmaal de ‘wandelsandalen’ aan en hij blijft gaan. ? Met een tegenvoorstel ‘Eerst een koffietje bij de Starbucks in Fremont en dan gaan we!’ geef ik me gewonnen.
Aangezien alles hier draait om het gokken zit de Starbucks verborgen in het Golden Nugget hotel, wat trouwens met zijn zwembad
niet onder doet voor de moderne ketens op the Strip, dus let’s drink a coffee and play some Black Jack….OMG en het is nog geen 11.00 uur. ?
Bij de Sign gaan we op de foto en hopla, daar tilt mijn onbesuisde wederhelft mij de lucht in.
Het is zo’n zelfde gevoel als wanneer hij me in een zwembad onder water duwt, zo’n gevalletje van: ‘Ik lach wel maar ondertussen….’ ? Want terwijl hij tilt trekt ie mijn jurk ook mee omhoog en verschijnt mijn blauwe glitter Victoria Secrets ook ten tonele. ?
Na het fotomoment wandelen we over the Strip
naar Hotel Paris waar we lunchen, zoals altijd een kop uiensoep, stokbrood en een wijntje.
Dat een lunch om 16.00 uur wat laat is maakt in deze stad waar breakfast, lunch en diner 24 uur per dag genuttigd kunnen worden totaal niets uit. Daar op het terras van Paris, Mon Ami Gabi, met uitzicht op het Bellagio hotel met de mega fontein, babbel ik met mijn lover over wat het toch is met deze stad die jaarlijks zo’n 40 miljoen toeristen trekt. Laatst was er op tv een programma van Ewout Genemans in Las Vegas. Hij liet hierin zien wat wij ook merken: in de casino’s is het overal glitter en glamour, gezelligheid en gratis drank: ‘Kom binnen en vergok je money.’ Niemand praat over verlies maar wel over winst. Er zijn casino’s waar ze zelfs omroepen als ze een lucky bastard hebben die net een prijs heeft maar no way dat ze zullen roepen, ‘Dames en heren, we hebben net weer een onfortuinlijke bij de Black Jack tafels die 500 dollar heeft verloren, give him a big applause!’
Ik denk aan de serveersters die keihard werken voor een paar dollar fooi, de masseuses die voor slechts 2 dollar per uur plus tips zere nekken en schouders masseren aan de speeltafels,
de schoonmaakster die op haar knietjes in de wc de voegen schoonpoetst, de croupiers, de barkeepers en zo kan ik nog meer beroepen opnoemen die allemaal dag en nacht voor een laag loon meehelpen om deze mega stad te doen glinsteren en shinen. Als ik tijdens een babbeltje wel eens voorzichtig vraag wat ze verdienen komt steevast alleen het antwoord, ‘I like my job sooooo much, it’s wonderful to work here!’ ? Neem de gamblers die alles verloren
en nu in ondergrondse tunnels hun intrek hebben genomen. Hoe schrijnend liet Ewout in zijn programma zien dat mensen als ratten in holen leven.
Maar in hoeverre kan je dat stellen want op zijn vraag ‘Zou je hier niet weg willen?’ kwam meestal het antwoord, ‘Ik zou niet weten wat ik in een andere stad zou moeten doen….’
We raken er niet over uitgepraat, Las Vegas: you love it or you hate it!, en wandelen verder over the Strip, door en langs de mega casino’s als ineens een regenbui neervalt. Mooi buitje voor het stof: de stad en wij frissen op.
Hoe moe mijn voeten ook zijn, ik loop een casino in en het lijkt een soort Lourdes want ik ben als herboren. ?  Het resultaat is dat we wederom iets na middernacht ? terug zwalken naar de camper, her en der liggen zwervers op straat te slapen maar toch voelen we ons geen moment onveilig.
‘s-Morgens bel ik naar mijn moeder, vertel haar dat de muizenvallen gelukkig nog steeds leeg zijn en ze vraagt wat onze verdere plannen zijn. Op mijn antwoord; ‘We gaan vandaag weer verder want Vegas is killing!’ lacht ze me uit, ‘Ja, ja, dat heb ik eerder gehoord!’ ? Maar het is dit keer waar, we vertrekken echt.
Na twee lange nachten met weinig slaap zijn we gebroken. De twee uurtjes rijden tot St.George redden we net en daar gaan we, onder het motto rust en een zwembad, de KOA camping op waar we op bijzondere wijze door de escort naar onze plek worden gebracht.
Helaas is het alsof de duivel er mee speelt want op onze rustdag regent het! ? We ruimen wat op, doen een paar klusjes en bestuderen de kaart want we zitten een uur van Zion National park waar we in 2017 met mijn ouders ook waren maar toen was het vreselijk druk zodat we weinig hebben gezien. Dit natuurreservaat dankt zijn naam aan de Mormoonse pioniers. Het heeft buiten een grote verscheidenheid aan planten en dieren een aantal bijzondere natuurlijke verschijnselen met namen als Emerald Pools, the Narrows en Angels Landing. Als we de volgende ochtend voorbij het plaatsje Springdale bijna bij het park zijn bekruipt ons het gevoel dat het nu wederom heel druk zal zijn. Overal staan waarschuwingsborden dat de parkeerplaatsen en campgrounds binnen het park vol zitten maar eigenwijs als we zijn rijden we toch door. De dame bij de ingang meet de breedte van onze camper die gelukkig binnen de toegestane meters (2.4 meter) ligt anders moet er 15 dollar betaald worden om de Mt. Carmel tunnel, die de beide ingangen verbind, door te gaan. Ben je namelijk te breed dan wordt het verkeer in de tunnel tijdelijk stilgelegd en wordt je als een soort ‘zwaar transport’ er doorheen geleid. ‘Draaien, draaien, daar is nog een plekkie!’ roept mijn lover luid als ik de parkeerplaats bij het visitor centre op stuur.
Vanaf hier nemen we de shuttlebus het park in. Boven verwachting gaat deze razendsnel, er zijn negen bezienswaardigheden en je kan overal op en afstappen.
Op de bijbehorende kaart staat wat er bij ieder punt te bezichtigen of te wandelen is. Bij nummer 9 (eindpunt) stappen we uit om de wandeling naar de Narrows te maken.
Helaas is deze maar gedeeltelijk open en is het stuk waar je door het water moet lopen in de Virgin rivier, tot in de canyon waar de bergen aan beide zijden van de kloof elkaar bijna raken en je geen daglicht meer ziet, dicht door de regen van de afgelopen dagen.
Ook vandaag is het bewolkt maar de zon komt af en toe toch te voorschijn. Einde van de middag zijn we terug en gaan op zoek naar een overnachtingsplek. Niet slim, we weten het maar soms gaan dingen zo en ben je veel te laat…. ? De beide campgrounds aan deze kant van het park zitten vol maar er is wel een bepaald stuk BLM land net er buiten waar je kan staan.
Dit zijn echter gemarkeerde en genummerde plekken die, vertelt de dame in het visitor centre, in het weekend heel snel vol staan. Op de parkeerplaats bij onze camper staat een verzameling mensen de hut te bewonderen. Met een ‘Sorry, we hebben haast!’ rijden we helaas rap weg. Het is even puzzelen op de kaart maar dan zien we de weg, het is een kiezelweg die al snel overgaat in een opgedroogd modderpad. ‘Gadver, wat een rotzooi, als het vannacht gaat regenen komen we misschien niet meer weg….’ opper ik voorzichtig maar mijn lover ziet het probleem nog niet echt en stuurt voorzichtig de hut al bonkend door kuilen en gaten. Waar we niet verder kunnen moeten we achteruit en bij het draaien duwt de hut een paaltje om….ach, een kleinigheid moet kunnen! ? Het is allemaal redelijk goed aangegeven maar helaas zijn alle genummerde plekken al bezet. ‘Daar staan er een paar gewoon op een stuk zonder nummer, zullen we erbij gaan staan?’ vraagt mijn lover. En dat is zo leuk: hij vraagt en doet gelijk dus we komen op een verrot stuk land, boem, boem, beukt de hut en we schudden heen en weer. ‘Zeg het maar, is het wat?!’ vraagt ie dan hoopvol. ‘Gaat er vanaf, wat een kolerezooi!’ kan ik alleen maar roepen. Hij draait en daar klinkt een harde klap, ‘WTF is dat?’ Ik doe de deur open en kijk, ‘Volgens mij is het een steen die we in tweeën gekraakt hebben….’ Maar weer op de kiezelweg klinkt er een slepend geluid onder de camper. ? Hij springt eruit, kijkt onder de camper, wrikt en pakt dan iets beet, ‘Kijk nou, de isolatiebodem van de schoonwatertank is er onderuit #?#**#?#!’ Hij gooit de gebroken stukken tussen ons in, ‘Hé, dat lijkt verdacht veel op wat ik net voor een steen aan zag!’ denk ik maar ik zeg het maar niet….? Het is wel asociaal maar op een stuk waar niemand ons ziet flikkeren we de kapotte stukken naar buiten. De bodem van de vuilwatertank zijn we in 2017 al verloren en nu dit weer. ‘Ik ben er zo klaar mee, we rijden wel naar een camping!’ mompelt mijn handsome. Maar echt alle campgrounds in de buurt van Zion zitten vol. ?Uiteindelijk zijn we weer terug op de KOA bij St. George waar we een bericht van Jos en Marjon ontvangen: ze zijn ook in de buurt van Zion en vanmorgen weggegleden op een totaal doorweekt BLM land.  Er moest zelfs een takelwagen aan te pas komen.
Rond 08.30 uur rijden we de volgende dag terug naar Zion en sluiten aan in de wachtrij bij South Campground
waar we na zo’n anderhalf uur wachten worden beloond met een mooie plek! ?
Ik heb het al eens eerder aangegeven: het reserveren in Amerika is een dingetje en absoluut niet zo georganiseerd als bij ons. Op onze plaats stallen we de hut en als mijn lover de fietsen tevoorschijn haalt lopen er een paar herten langs.
In een lekker zonnetje fietsen we door het park tot punt 5 waar we de wandeling naar de Emerald Pool en zijn watervallen maken.
Ze hebben een rare regel voor fietsers hier: Als er een shuttlebus achterop komt dan moet je als fietser stoppen, afstappen en de berm in. Ook al is de weg 10 meter breed, de bus weigert om je te passeren. Tja, in Europa heb je een rijbewijs nodig om een bus te besturen….?
Als we terug zijn bij de camper en genieten van een stukje BBQ vlees zijn we het erover eens: het is hier ondanks de erge drukte toch prachtig en heel indrukwekkend. ?