We verlaten Vegas op maandagochtend, wat hebben we weer genoten van deze stad: de casino’s met al hun gokspelen, de verscheidenheid aan mensen, de flitsende en flikkerende reclamelichten, de drukte en vooral de gekte op the Strip en Fremont street.
Het was slechts een weekend maar het is mooi geweest, we zijn in een half jaar voor de derde keer hier en hebben ook nu weer weinig verschil gemerkt tussen dag en nacht. ?
De eerste keer hebben we hier een Duits stel ontmoet, die gaven ons de tip om via Pahrump naar Death Valley te gaan. Zij hadden daar op een mooi RV resort gestaan: een oase van rust, zo omschreven zij het. Na Vegas zijn we wel even in voor een pauze en het is op onze route dus let’s go en met de toepasselijke song van Robert Palmer ‘It takes every kind of people’ laten we de gokstad achter ons.
We komen begin van de middag aan en het eerste wat opvalt is het grote reclamebord: er is ook een casino aanwezig!
? De receptioniste is niet echt vriendelijk en de prijzen zijn vrij hoog. ‘Jij zei toch dat het goedkoper was?’ , vraagt mijn lover aan mij. Ik heb inderdaad op internet gezien dat het via booking.com goedkoper is en laat dat op mijn phone aan hem zien. Vervolgens loopt hij weer met alles terug naar de receptioniste. ‘Nou, dan boek je toch via die site.’; antwoordt ze snibbig. Mijn lover vult alles in op de phone en boekt voor drie nachten. ‘It’s done!’, zegt hij vriendelijk tegen het onaardige vrouwmens. Zij kijkt hem aan en haar blik is niet blij; ‘Now, you have to wait for 20 or 30 minutes!’ ? Want volgens haar kan het wel een half uur duren voordat de reservering doorkomt. Ik ben er dan al klaar mee maar helaas is de betaling gedaan dus weggaan is geen optie meer. Mijn lover tovert zijn vriendelijkste lach en zegt; ‘Dan ga ik hier 30 minuten bij je doorbrengen.’ Hij staat tegenover de vrouw en gaat op zijn telefoon iets doen: een spelletje Candy crush, what else?! ? De vrouw treuzelt nog wat maar ineens is het geregeld….mooi toch! Geloof me, mijn kerel is een lieverd maar je wilt hem echt niet wachtend voor je balie hebben. ? Het park ziet er mooi en rustig uit en er staan veel hele grote campers en caravans.
Op onze prima plek raken we in gesprek met de Amerikaanse buurman. Hij en zijn vrouw zijn snowbirds. Dat zijn mensen, veelal gepensioneerden, die geen huis meer hebben en in hun camper of caravan wonen. Het liefst in/naar gebieden waar het zonnetje schijnt en het lekker warm is: de snowbirds ontvluchten de sneeuw. ?Ook is het in Amerika, in tegenstelling tot bij ons, toegestaan om permanent op een camping te wonen. Onze buren betalen per maand 460,00 dollar voor hun plaats. Bij dit RV resort hoort een casino en als je daar speelt krijg je korting, hoe meer je speelt hoe hoger de korting. Onze buren zeggen dat ze er regelmatig spelen en krijgen 200,00 dollar korting. Mooi rekensommetje: ze hebben dus een kast van een caravan, het bijbehorende stukje grond ingericht zoals zij het leuk vinden, spelen in het casino en zijn in totaal 460,00 dollar per maand kwijt voor huur en casino. Alhoewel we natuurlijk niet weten wat ze uiteindelijk vergokken! ?Zij leven al vijf jaar op deze manier.
Als we ’s avonds over het park wandelen
zien we meer ‘aangeklede opgepimpte’ tuintjes.
Het casino valt voor mij wat tegen want ze hebben alleen maar gokmachines. Het bijbehorende restaurant serveert iedere avond een ander all-you can eat menu (zoals lasagne, spareribs of meatballs met alles erop en eraan) voor 8,75 dollar! Dit is dan ook nog inclusief limonade, koffie of thee! We hebben rustige dagen hier, de temperatuur is knap hoog (35 graden) en dan doe je ook niet veel. We ruimen wat in de camper op, doen de was, liggen bij het zwembad,
mijn lover bakt een brood
en knutselt een snoer ledverlichting in het zonnescherm.
Want na het zien van de lichtjes hier kan deze bling bling Cheryl niet achterblijven! ? Op het park heerst een soort serene “ouderen rust”. ‘s-Morgens wandelen wat mensen met honden kwiek rondjes om de vijver waarbij er ongeveer elk rondje eentje afvalt.
Een enkeling waagt zich in de schaduw voor zijn/haar hut en de rest zit binnen met de airco en tv aan. ? Bij het zwembad gaat mijn handsome lekker in de schaduw wat series liggen kijken en ik ga heel stil (zonder spetteren en proesten dat het water zo koud is) het water in. Je durft bijna geen geluid te maken zo stil is het hier. In het water drijft een forse dame op een luchtbed, haar man trekt haar wat voort. Ik schat ze zo rond de 70 jaar, ik zie dat zij geen gebit draagt. ? Daardoor kan ik haar moeilijk verstaan en dat gaat uiteraard mis. Nadat ze heeft gehoord dat we uit the Netherlands komen en nu net uit Vegas, slist ze; ‘Are you going to Duck Valley?’ Ik kijk haar aan en vraag; ‘I don’t know where that is, can you tell me?’ Het ouder echtpaar kijkt me vol ongeloof aan omdat ik niet weet waar dat is en zij slist nog een keer, maar nu hard; ‘Duck Valley!!!’ En ineens heb ik het door en denk; ‘wtf mens, doe een gebit in en zeg gewoon Death Valley!’ Ik zie mijn lover achter zijn scherm liggen lachen: welkom in het land van de snowbirds! ?
Ons plan is om via Death Valley noordwaarts te gaan naar Yosemite maar de Tioga pas is helaas nog dicht door sneeuw. We nemen de route nog eens door, Sequoia en Kings Canyon National Parks willen we ook bezichtigen en we komen er niet helemaal uit.
Besluiten dan om eerst Death Valley (hier waren we al eerder met mijn ouders vorig jaar oktober) te doen en daar verder onze route te bepalen. De Amerikaanse buurman hoort het allemaal aan en heeft net in de krant gelezen dat het gisteren ruim 40 graden was in Death Valley, in de nacht koelt het maar af tot 28….’You must be crazy without airco!’ , zegt ie. Bij ons slaat de twijfel nu ook toe en als hij met een mooie alternatieve route komt dan zijn we snel om. Hij stuurt ons via Shoshone de 127 op naar Baker met eindbestemming Calico Ghost Town. Het is een mooie route maar of het nou minder heet is….?
Als we Baker en de Mojave woestijn uitrijden komen we iets verderop bij een agricultural checkpoint. We zijn deze al vaker gepasseerd maar snappen nog steeds niet wat precies de bedoeling is. Wat mag je wel meenemen en wat niet, er zijn verhalen dat blokken brandhout, groenten en vlees niet mogen maar exact weten doen we het niet. Onze pas gekochte Walmart inkopen willen we echt niet kwijt! Omdat het een lange rit is, en ik op de rechte stukken best kan rijden met mijn arm, zit ik achter het stuur.
Snel vraag ik; ‘Waar gaan we zeggen dat we vandaan komen, gewoon Pahrump?’ Mijn handsome kijkt me aan; ‘Nee, doe maar Vegas, ik weet ook niet wat ze willen.’ Ik nader de beambte en krijg een stopteken, raampje naar beneden en ‘Hello, how are you, where do you come from?’ En dan komt het: we hebben allebei tegelijk een ander antwoord, ik zeg; ‘Vegas’ en mijn lover roept; ‘Pahrump!’ ? De beambte kijkt ons aan, ik haper en mijn lover zegt; ‘Pahrump near Vegas.’ Dit antwoord is goed genoeg en we mogen door. ‘Nou vraag ik je nog waar we vandaan komen!’; hinnik ik van het lachen….? Eind van de middag komen we aan op een campground die net onder het verlaten stadje ligt.
Wat is het warm, door de hitte hebben we weinig trek en eten niet veel: altijd goed voor de body! Calico is een verlaten stadje met een zilvermijn.
Het is leuk maar ook zeer toeristisch, busladingen Aziaten worden er uitgezet wat wel weer een hilarisch ‘happy Japanner momentje’ oplevert met een groepje dames uit Korea.
Dit flauwe grapje ✌is ontstaan in Chili met Gino (onze computerprogrammeur) en is inmiddels al op veel plekken zo maar opgedoken. ? We doen een koffie/thee met wat lekkers: het is vandaag 27 april, leve de Koning! Helaas geen oranje tompouce dit jaar maar een vers stukje warme appeltaart. ?
Vervolgens bezoeken we de zilvermijn
en probeer ik uit waar ze in de serie Goldrush altijd mee bezig zijn. Veel goud is het niet wat ik uit het water schep maar in zo’n klein glazen flesje past het toch niet om mijn vinger! ?
En volgens Roel is het meeste ook nog pyriet, nepgoud. Na een leuke maar zeer warme ochtend lopen we terug naar de camper en zetten koers naar Sequoia National Park in de Sierra Nevada. Onderweg passeren we grote velden met ontelbare sinaasappel-en olijfbomen.
De plaatsjes worden kleiner en stiller en de omgeving is mooi. Langs de weg staat een reclamebord voor het stadje Tehachapi wat er leuk uitziet dus gaan we die richting maar eens op voor een overnachting. Het is nog vroeg in het seizoen en veel is dicht, we rijden door naar de ingang van Sequoia. De omgeving wordt bergachtig en het lijkt alsof we in de Alpen rijden: dat geeft altijd wat meningsverschil omdat mijn lover vindt; ‘Het is net Oostenrijk of Noorwegen!’ En ik stel; ‘nee joh, typisch Zwitserland!’ ? Bij de ingang van het park horen we van de ranger dat de twee dichtstbijzijnde campgrounds vol zitten. De eerstvolgende is nog anderhalf uur rijden. Het is inmiddels rond 18.30 uur en we besluiten terug te rijden tot Three Rivers (ongeveer 10 minuten), daar is een gelijknamige campground.
Die heeft nog plek en we staan….er is echter wel één probleem: er is geen internet! We lopen terug naar de receptie om te kijken of daar ontvangst is maar helaas: we zijn aan elkander overgeleverd vanavond. ? Bij het teruglopen passeren we een caravan met twee echtparen (Amerikanen) en een paar hondjes. ‘Come in, and have a whiskey!’; roept er één. We stoppen en maken een praatje. Wat een leuke hondjes en ze hebben ook een puppy: Lilly Rose….ik ben verkocht! ?
Ze dringen aan dat we gaan zitten, we willen eerst gaan eten en beloven daarna terug te komen. Naast hen staat een Nederlands stel met kinderen waaraan we ook beloven om later wat te komen drinken. Zo hebben we nog een drukke avond en een gezellige babbel. Met de Amerikanen gaat het uiteraard weer over Trump, dit keer loopt de discussie wat hoog op als de Amerikaanse heren het niet eens worden over het Mexicanen-beleid. Moeten alle Mexicanen het land uitgezet worden of niet? De echtgenote van de één springt er tussen en roept; ‘Don’t talk about politics or you go sit inside!’ ? We geven ze twee sleutelhangers met klompje voor de gastvrijheid en ze zijn reuze blij. ‘Goed, jullie hebben nu twee sleutelhangers en ik neem Lilly Rose!’ roep ik ? maar helaas is dat niet gelukt. Even door naar het Nederlandse stel uit Naarden ernaast en ons gewarmd bij het vuur. Het is te merken dat het hier al hoger is want het koelt goed af: heerlijk na al die hitte. Op zaterdagochtend rijden we dan het park in, we zijn niet alleen want er is een flinke rij met wachtenden.
Er is een aparte doorgang voor jaarpashouders, die wij ook bezitten, dus we hebben geluk en kunnen snel door. Doordat dit park zo hoog ligt (boven de 2100 meter) zijn de campgrounds nog niet allemaal geopend of net (27-4) open gegaan. Hoe hoger we komen hoe kouder het wordt en langs de weg liggen nog stukken sneeuw. Voertuigen vanaf zeven meter (wij meten met de fietsen erbij 6.85) mogen vanaf deze ingang niet voorbij Hospital Rock en dat is maar goed ook! De weg wordt smaller en smaller en elkaar passeren zou problemen op kunnen leveren. Bij het Giant Forest visitor centre wandelen we een rondje maar wat is het koud; snel terug naar de camper en eerst een lange broek en jas zoeken! ?
Een stuk verderop begint een dikke mist waar we doorheen rijden om bij de General Sherman tree te komen.
Deze boom is niet de hoogste maar meet wel de meeste inhoud (grootste hoeveelheid hout) ter wereld. Wow, wat een boom, je voelt je een dwerg!
De map met informatie, die we bij de ingang hebben ontvangen, is up to date en vlakbij is een geopende campground, Lodgepole. Er zijn beren hier die de afgelopen week al drie keer een auto hebben opengebroken aldus het bord. ?
Iedere plek heeft dan ook een zijn eigen ‘berenkast’ om voedsel in op te bergen.
We vinden een mooie plaats aan het water, genieten nog even van het zonnetje en maken een wandeling.
Als de zon weg is wordt het ijzig koud.
Met de kachel aan gaat mijn chefkok in de kitchen aan de slag. Ook hier hebben we geen internet en we voelen ons intussen een soort digitale survivors! ?Gisteren vertelde een ranger dat je het best ’s morgens vroeg in het park op pad kan gaan omdat dan de mist er nog niet is. Dat doen we en zien de Sherman tree in het zonnetje.
Super mooi is ie met het zonlicht er tussendoor. De hele wandeling is kouwelijk genieten en de mist komt weer opzetten. Eénmaal in de camper weer op weg is de mist zo erg dat we nog geen twintig meter zicht hebben. Beiden turen we met ons neus bijna tegen de voorruit, zucht, dit is vermoeiend rijden op de toch al smalle wegen. En dan ineens is de mist weg en het lijkt alsof er na iedere bocht weer een mooier uitzicht is. In de verte nog sneeuw op de bergen en in de diepte zien we de weg en rivier slingeren.
Onze route: bij Three Rivers het Sequoia National Park in, vandaar door naar het Sequoia National Forest. Hier bevindt zich de ingang Big Stump waar voertuigen vanaf zeven meter en langer erin kunnen om bij de Sherman tree te komen. Via de bovenkant van het park gaan we over de Kings Canyon Scenic Byway naar de zijweg richting Hume Lake om bij het meer te kijken.
Vervolgens keren we terug naar de Scenic Byway tot het einde in Kings Canyon: Roads end.
De parken zijn aaneengesloten en ieder mooi in hun eigen schoonheid en meer dan de moeite waard!
In Kings Canyon zijn vier campgrounds waarvan er, nu zo vroeg in het seizoen, nog maar één open is, Sentinel. De eigenlijke weg in dit enorme park is maar 10 kilometer lang, de rest moet je per voet verkennen. Dat doen we en maken een wandeling langs de rivier die heel easy vlak begint maar aan de andere kant over en door rotsen loopt.
Het is inmiddels al eind van de middag en na een hele dag vermoeiend bezig zijn is dit net iets teveel voor mijn lover en hij moppert er op los; ‘Jij altijd met je plannetjes!’ Ik loop vooruit en heb ineens iets aan mijn oren….? Nog even in het zonnetje
en dan wordt het weer erg koud, de maan komt op, er zijn heel veel sterren en binnen doen we de kachel en kaarsjes aan. We eten iets toepasselijk: zuurkool met Poolse worst (lekkerder dan de Hema worst) ?
en babbelen over de afgelopen dagen want voor de 3e avond op rij is er geen internet. De balans: de drie parken zijn bijzonder mooi met een hele oude geschiedenis want er zijn bomen van zeker 3000 jaar oud! In deze periode is het er heerlijk rustig maar er zijn veel grote campgrounds wat eigenlijk wel aangeeft dat het hier zomers in het hoogseizoen flink druk zal zijn. We krijgen vaak de vraag; ‘Wat is het mooist dat jullie tot nu toe op deze reis hebben gezien?’ Hier een antwoord op geven is niet makkelijk omdat we zoveel mooie bijzondere dingen hebben mogen zien en ervaren. Mijn lover en ik zijn beiden gek op berggebieden en dat we hier drie dagen zonder internet hebben doorgebracht zegt wel genoeg: Sequoia en Kings Canyon we love it! ?
Maandagmorgen rijden we genietend het park uit en zetten koers richting Yosemite National Park. Eénmaal op de snelweg gaat het gas op de plank want misschien halen we de ingang van Yosemite. Met nog zo’n 80 kilometer te gaan staat er langs de weg een groot reclamebord van een casino: het Chukchansi resort en casino. Mijn lover knipoogt naar me en zonder iets te zeggen geeft hij richting aan en slaat de weg in. Er staan meer campers op de grote parkeerplaats en overnachten is toegestaan.
Afkicken is best lastig dus we wagen een gokje: ik heb een lucky Black Jack hand en ga met winst van tafel. Het overnachten was hier al gratis, eten en drank heb ik net terug zitten winnen en we krijgen ook nog twee gratis t-shirts: we zijn goed op weg om snowbirds te worden! ?