Onverwachts de lucht in….

De volgende dag genieten we nog steeds na van de belevenissen van gisteren. ‘Ongelofelijk, wat hebben wij een geluk gehad!’ zeggen we steeds tegen elkaar. ? We gaan de route naar Alaska plannen want we kunnen het volgende doen: terug naar Nanaimo, met de ferry naar Vancouver om vanaf daar omhoog via Whitehorse naar Alaska te rijden. Of vanaf hier (Campbell River) naar Port Hardy rijden en met de ferry naar Prince Rupert. Deze overtocht duurt lang, achttien uur, en gaat door de Inside Passage, maar scheelt een hoop kilometers (ongeveer 1800 km) rijden. Door het ongelukkige misgrijpen vorige week is mijn arm weer pijnlijk, au, au, en ik kan hem slecht gebruiken. Autorijden gaat wel maar dan alleen de rechte lange stukken. ?
Tijdens de afgelopen cruise hebben we de bovenkant van de Passage gedaan, nu varen we dan door de onderkant. We kiezen dus voor Port Hardy en op de site van BC ferries zien we dat de ferry op de oneven dagen naar Prince Rupert vaart. Op de even dagen komt ie daar vandaan.
We rekenen uit dat vrijdag moet lukken en reserveren een plaats maar de website werkt niet optimaal en we krijgen geen bevestiging. Als Roel belt krijgt hij een antwoordapparaat. ? Hebben we nu een reservering voor vrijdag of niet? We zorgen dus gewoon dat we donderdagavond op de ferry terminal zijn. Ik ruim de camper op terwijl mijn lover alle gemaakte foto’s bekijkt, wat werkzaamheden voor de zaak doet en de kaart van Alaska uitprint. Op de zijkanten van de hut hebben we kaarten: Europa en Amerika/Canada. Maar Alaska ontbreekt nog en die willen we laten afdrukken zodat we ook hierop onze route kunnen aantekenen. We fietsen naar de plaatselijke drukker

maar helaas heeft die pas volgende week tijd en gaat de sticker op onze ’to do lijst’. Gelijk maar wat boodschappen doen en langs Eagle Eye Adventures rijden om de optie voor morgen te cancelen. We wilden namelijk nog een walvistocht maken maar de weersverwachting is minder en daarnaast ben ik bang dat de tocht van gisteren niet te evenaren is. ? Als we eind van de middag het weerbericht nog eens checken zien we dat het iets verbeterd is. We gaan twijfelen en sturen alsnog een mailtje naar Eagle Eye of we mee kunnen. Helaas zitten ze vol en hebben geen plaats meer.
Donderdagmorgen hebben we afgesproken om bye bye te gaan zeggen bij Rentia en Jos. Tijdens de koffie/thee met wat lekkers praten we natuurlijk weer over de humpback whales. Jos heeft best wat problemen hierdoor gekregen omdat er binnen de organisatie, waar zij als bedrijf lid van zijn, mensen denken dat hij het express heeft gedaan en de minimale vereiste afstand niet in acht heeft genomen. Het is overal hetzelfde: werk je hard met prima resultaten dan zijn er altijd anderen die je het succes niet gunnen. ? We nemen afscheid van het gezellige stel met de belofte om op de terugweg in september weer langs te komen. Net buiten het stadje zitten een aantal bald eagles op de rotsen, omdat ze nog jong zijn hebben ze nog geen witte kop.

De weg naar Port Hardy is iets van driehonderd kilometer en ééntonig. Wel met kans op beren maar helaas zien wij er geen. Bij de ferry terminal zit een vriendelijke dame die ons verhaal over de reservering aanhoort. Vervolgens gaat zoeken en dan ziet dat we op een stand-by lijst staan. ?
‘Don’t worry, it’s not so busy and you are second on the list!’ zegt ze glimlachend. ‘It’s 99,9 % sure that you are on the ship tomorrow!’ We kunnen in de desbetreffende wachtrij, nummer 11 is voor de standby’s, op de terminal  voor 22 dollar overnachten. Dat lijkt ons een prima plan want om 05.00 uur moeten we ons toch al melden! Port Hardy oogt saai, waarschijnlijk ook door de regen en na een quickscan door het centrum (we laten bij een kantoorboekhandel wel de print van Alaska plastificeren)

rijden we terug naar de terminal waar we in de rij voor de oranje pion plaatsnemen.

Onze hut staat als eerste op de lege terminal maar al snel volgen er meer. In rij 9 komt een stel (Duitsers blijkt later) met een huurcamper, de vrouw zit achter het stuur en de man stapt eruit om aanwijzingen te geven. De gehele baan is nog leeg en hij zwaait en roept alsof ie een Boeing 747 moet laten landen. Het is precisie werk en een millimeter voor de oranje pion staat ze eindelijk goed van haar man. ? Geloof me, toen ik later met een zakje vuil naar de vuilnisbakken liep heb ik stiekem zo’n pion opgepakt en met vrouwenlogica gedacht; ‘Hmm, je kan toch gewoon parkeren en dan die pion iets verschuiven….’?
Tijdens de overtocht moet het propaan afgesloten worden wat betekent dat de koelkast/vriezer uit zal staan. We hebben hier met inkopen doen al rekening mee gehouden en eten vanavond nog een laatste samengestelde maaltijd: garnaaltjes, kip en ijs! Rond 23.15 uur komt de ferry vanuit Prince Rupert aan en het is een leven op de terminal. De gehele nacht blijft het daar rumoerig want het schip moet straks weer klaar zijn. Om 05.00 uur springen we onder de douche, snel aankleden en we zitten er klaar voor! We zien al medewerkers lopen en Roel gaat naar het kantoor. ‘Yes, we kunnen mee!’ roept hij als ie de camper weer instapt. Omdat de camper beneden in het ruim blijft zorgen we dat we alles bij ons hebben: IPads en phones, oplaadsnoeren, vest, jas en Hollands als we zijn: wat te eten, drinken en snoep! Als twee kinderen op schoolreis wandelen we ieder met onze volle rugzak naar boven waar we een stoel uitzoeken. Het schip is prima uitgerust met een restaurant, kledingwinkeltje, je kan een hut boeken of in een luie stoel gaan hangen. Voorin het schip zit de Aurora lounge waar je tegen betaling van 37,50 dollar in een iets luxere stoel kan neerploffen. ?
Bij het laden zijn ze gestart met de campers en bussen dus we zijn als één van de eersten aan boord.

We maken een rondje en horen veel Nederlands en Duits om ons heen praten. Als we een stoel uitzoeken is dit te merken want op de beste plaatsen liggen al jassen en er zit niemand. Herkenbaar van de ‘zwembadtaferelen’ in het buitenland: lekker snel om 08.00 uur ‘s-morgens een handdoek op het beste ligbed neergooien en dan rond 11.00 uur aan komen kakken. ? We lachen er om en een groepje Duitsers kijkt ons vreemd aan. ‘Ik zal maar niet over voetbal beginnen!’ grinnikt mijn lover en neuriet zachtjes het liedje ‘Schade, Deutschland, alles ist vorbei….’ ?
‘Jullie hebben niet eens mee gedaan.’ schampert een Duitser. Ik kijk naar mijn lover en denk; ‘Oh nee, hou je in….’ Hij kijkt de man aan, geeft hem gelijk en sluit dan af met; ‘Ja, ja, alles hat ein Ende und ein Wurst hat zwei!’ Ze lachen er beiden om, alhoewel ik moet bekennen dat mijn handsome zelf het hardst lacht om zijn flauwe grapje. (Dit was een Duitse carnavalshit in de jaren 80.)
De Inside Passage is erg mooi met rustig water, heel veel laaghangende bewolking met regen en misschien daardoor ook vermoeiend lang.

Twee keer zien we een humpback whale en een paar dolfijnen. Om de paar uur mag je een kwartier terug naar je auto, dit wordt dan omgeroepen. Als ik ‘s-middags een kabeltje uit de camper ga halen zie ik wat vreemds. Honden mogen mee op het schip maar niet uit de auto/camper. In dit kwartier kunnen de mensen even een blokje lopen met hun dieren en die in het ruim een plas en poep laten doen. Hoe het opgeruimd wordt….ik heb geen idee! ?
‘s-Avonds eten we in het restaurant een prima maaltijd voor een acceptabel bedrag en doen ook een karaf wijn om te tijd te doden. Rond 23.30 uur komen we aan in Prince Rupert en hopen dan een plek te vinden op de campground die naast de ferry terminal ligt. En hier komt weer het voetbalverhaal want wij zouden onthouden om te reserveren maar ik ben het vergeten. Bij winst hebben wij gewonnen en bij verlies zij verloren. ? De receptie van Prince Rupert RV Campground is nog open en ik denk dat alle campers die aan boord stonden nu hier weer in de rij staan. De dame achter de receptie checkt behendig en snel iedereen in. Het is duidelijk te merken dat ze gewend zijn aan de late aankomsttijden van de ferry’s. In de donkere regenachtige nacht zoeken we onze plek op en eindelijk staan we na een hele lange dag vanaf vanmorgen 05.00 uur. De volgende ochtend regent het nog, we verlaten de camping en gaan op zoek naar het centrum.

Bij het visitor centre zien we dat er ferry’s naar Alaska gaan en met de nodige folders hierover gaan we ergens een koffie/thee doen, uiteraard met wat lekkers! ? Als we het leuke winkeltje uit lopen zien we plots twee motorrijders met Nederlands kenteken rijden. Ze stoppen tegenover de camper op een parkeerterrein. Snel lopen we er naar toe om ze te begroeten. Het is een Nederlands stel die hun eigen motoren per vliegtuig heeft laten overvliegen naar Alaska. Vandaar gaan ze een jaar rijden: Alaska, Noord en Zuid Amerika. Ik dacht dat wij avontuurlijk waren maar dit is ook een hele gedurfde onderneming! We wisselen ervaringen en adressen uit en de ochtend is al weer voorbij. We doen wat boodschappen voor de lange rit die voor ons ligt, zien dat Canada zich opmaakt voor Canada Day

en verlaten Prince Rupert om koers te zetten naar de Highway 37.

Net daarvoor, bij Kitwanga, zien we een zwarte beer langs de kant van de weg, het dier scharrelt op het gemakkie in het rond.

Er is een RV park vlakbij en we houden het voor gezien. De regen is gestopt en een waterig zonnetje komt tevoorschijn. Volgens de eigenaresse van het park zit er een moeder beer met drie kleintjes hier in de buurt! We zitten nog een tijdje buiten totdat de muggen te brutaal worden en ons naar binnen jagen.

De route verder: vanaf Kitwanga de Highway 37 en dan de Highway 1 naar Alaska.

De volgende dag rijden we tot Dease Lake. De weg is goed, heel stil en als er gelegenheid is om te tanken dan doen we dat want er is niet veel langs deze route…en soms zijn ze gewoon al tijden dicht! ?

De temperatuur is niet hoog en het regent af en toe, het wild laat zich zien met als resultaat: twee kleine zwarte beertjes, helaas te laat voor een foto, twee zwarte beren en één lynx.

We zijn op Canada Day in Dease Lake: het plaatselijke benzinestation annex snackbar/ cafetaria

doet er niet veel aan en rond 22.30 uur gaan er vier knallen vuurwerk af.
Even verderop is een campground waar we gaan staan. En nu hoor ik sommigen denken; ‘Waarom een campground, als het zo stil is kan je dan niet overal vrij staan?’ Ja zeker, maar we willen internet hebben! ? Ik beken met schaamrood op de kaken dat onze eerste vraag is; ‘Do you have WiFi?’ De meneer die ons helpt komt vanuit zijn woongedeelte de receptie in, met volle mond want hij zit net aan zijn avondprakkie, en kijkt ons heel verstrooid aan; ‘Huhhhhh??? Do I have what?’ Het is even verwarrend maar er is WiFi en plek. ‘Zoek zelf maar een vrije plaats uit.’ zegt de kerel. Even voor het beeld: er is dus op de gehele lengte van de Highway 37 (750 kilometer) geen internet en geen telefoonbereik! Nog net niet bibberend en kriebelend van het afkicken staan we daar. Lachwekkend is het wel want wat zeg ik; ‘Zet hem maar lekker dicht bij zijn huis neer dan hebben we zeker bereik!’ ? En zo brengen we de nacht recht tegenover de woning/receptie van de man door.

En toch even een kleine kanttekening over ons internetgedrag: een goeie oude vriend van Roel ligt heel erg slecht en wacht op een plaatsje in een hospice. We willen zoveel mogelijk weten hoe het met hem gaat. Op het moment dat we deze blog plaatsen weten we dat hij een fijne kamer heeft gekregen maar het voelt heel dubbel allemaal. ?

Uitgerust zijn we de volgende morgen al vroeg op pad en eigenlijk vrij snel zien we weer een lynx.

Wow, wat een beauty, het dier voelt zich onbespied en gaat op het gemak zitten. Roel kijkt naar achteren en roept vol verbazing; ‘Kijk nou, daar komt er nog één!’ En verhip, daar komt nummer twee aangelopen. En daar blijft het niet bij want totaal zien we op deze rit naar Teslin: één zwarte beer, één vos met een prooi in de bek, één moose, althans, z’n kont,  één wolf (te laat voor de foto), drie grizzly’s (later blijkt dat twee ervan waarschijnlijk bruine beren zijn) en de twee lynxen.

Wat een mazzel hebben wij! We rijden door het laatste stukje British Columbia. Vreemde namen voor sommige gehuchten hier….?

Ik zit achter het stuur te genieten: wat is het hier uitgestrekt met al die bossen en meren! We komen bijna geen huis tegen, hier woont niemand! Bij een meer stoppen we en ik maak iets te lunchen. Na de lunch kijk ik uit over het meer.

‘Wat zou je denken om dat plan van een B&B in Camps Bay te laten vallen en hier iets te beginnen? Het is hier schitterend!’ zeg ik enthousiast tegen mijn lover. Hij kijkt me aan en zegt; ‘Nou ik wens je succes, want ik ga niet mee, je hebt hier niets!’ ? Een stuk verder komen we in de Yukon en op de Highway 1.

In Teslin schieten we weer een campground op en eten voor het gemak in het cafetaria.

Als we teruglopen naar de camper zien we een paar plaatsen naast ons twee campers met Zwitserse kentekens staan. We gaan even een praatje maken, de twee stellen komen net uit de richting waar wij naar toe gaan en we vragen hoe de condities van de wegen zijn. We hebben het afgelopen dagen al vaker gehoord: het valt behoorlijk mee… ?
Vanuit Teslin is het nog maar een 250 kilometer naar Skagway. Maar toch doen we er een hele dag over want we zien een beer en een oude goldmine,

de weg is zeer bochtig en we moeten de Amerikaanse grens over.

Dat laatste is weer een dingetje en als de auto voor ons gecontroleerd wordt, zeg ik tegen mijn lover; ‘Als ze vragen wat we in de koelkast hebben laat ze dan maar binnenkomen.’ We rijden door een scanpoort en staan voor de Douane. De beambte vraagt om onze paspoorten, waar we heen gaan en kijkt in de computer. Dan komt het; ‘Jullie hebben de camper verscheept naar Los Angeles?’ ? Van verbazing zeggen we allebei tegelijk; ‘Yes’. Waar ie dat vandaan haalt is ons een raadsel want het ding is in Halifax Canada binnengekomen. Vervolgens vraagt hij; ‘Wat hebben jullie voor voedsel bij je?’ We leggen hem uit dat we niet weten wat wel of niet mag en nodigen hem uit om binnen te komen. ‘That’s a good idea!’ zegt ie en stapt binnen. Hij kijkt in het rond en snuffelt in de koelkast. Eigenlijk mag alles blijven want het meeste komt uit Canada, de tomaten mogen ook want die komen uit Mexico en zelfs de worstjes en salami zijn toegestaan. We begrijpen er niet veel van maar hij keurt alles goed! We vragen hem gelijk naar de termijn in ons paspoort. Even in het kort voor de nieuwkomers op onze site: we hebben een visum voor tien jaar maar mogen maar een half jaar aanééngesloten in Amerika verblijven daarna moeten we er even uit. Hoe lang even is, is onduidelijk. We hebben verschillende termijnen gehoord: een weekend, een maand en een uur. En dan zou er vervolgens een nieuwe periode van een half jaar ingaan. Hij kijkt naar de stempel en zegt; ‘Als de periode dreigt te verlopen kan je gewoon een nieuwe stempel krijgen, als je maar uitlegt dat je langer wilt reizen in de VS en je hoeft er het land niet eens voor uit maar je moet natuurlijk wel bij een grenspost zijn.’ Wij weten het inmiddels ook niet meer, we hebben nu al zoveel antwoorden gehad. We bedanken de vriendelijke kerel en rijden door. Later komen we erachter dat we hout meegesmokkeld hebben van Canada naar Alaska: het zit verpakt tussen de fietsen en we hebben er totaal niet meer aangedacht. Ach, mr. nice guy heeft er ook niet naar gevraagd….?

We rijden het centrum van Skagway in, het is inmiddels rond 16.00 uur en de hoofdstraat is vol met mensen. In de verte liggen vier cruiseschepen. Wij zijn hier ook met de Ruby Princess geweest. De eerste campground die we proberen is vol, morgen is het vier juli, Independence Day, de Amerikaan viert feest en heeft vrij! De tweede campground, middenin het dorp, heeft net een annulering gekregen dus we komen precies op tijd! We kunnen voor één nacht boeken en morgen kijken we dan wel verder. Voor Alaska is het lekker warm en de voorspelling voor de komende dagen is ook uitstekend! We doen een wijntje en gaan dan het dorp in, bij de plaatselijke supermarkt raken we in gesprek met een kerel die achter ons in de rij staat. Hij is de manager van een hotel, heeft ons zien rijden met de buitenlandse camper en als hij hoort dat we wellicht morgen geen plek hebben geeft hij zijn adres en biedt aan dat we bij hem kunnen komen staan. Hij heeft een stukje grond (vier hectare) dus dat is geen probleem! Hoe aardig! ? Iets voor 23.00 uur wandelen we naar de pier bij de jachthaven want daar wordt het vuurwerk voor the 4th of july afgestoken. Ze doen dit om twee redenen de avond van te voren: 1. Het wordt hier nauwelijks donker, zo rond middernacht wat schemer. 2. Doen ze dat morgen aan het eind van de feestdag dan is het vragen om ellende want ervaring leert dat er dan mensen door teveel drank in het water donderen. ? Het heeft allemaal wat vertraging en eindelijk om 23.30 begint het.

Wow, wat een grandioos schouwspel hier in een dorp van ongeveer 1200 inwoners. De show duurt een half uur lang en zelden zagen we zo’n mooi vuurwerk!  Roel schat dat er voor een ton de lucht in geschoten wordt. Ondertussen dat wij ons vermaken met het vuurwerk vermaken de muggen zich met ons en al krabbend en om ons heen slaand lopen we terug naar de camper. We moeten vroeg op want er is een heuse parade in het dorp en die start om 10.00 uur. De eigenaresse van de campground heeft geregeld dat we op de andere camping terecht kunnen en na de parade gaan we verkassen. Het is al flink warm en de eerste cruisereizigers (er liggen weer vier schepen) lopen al zwetend en puffend bij ons voorbij (wij zitten nog aan ons ontbijtje ?) op weg naar het centrum. Om 10.00 uur staan we klaar en genieten van de parade want het is gewoon erg leuk gedaan allemaal.

Er is verder in het dorp van alles te doen: Skagway staat in het Guinnessbook Book of Records met rauwe eieren gooien/vangen, er is een race met badeendjes in de rivier, zoveel mogelijk hotdog’s eten en een wedstrijd armdrukken. Ook lopen er wat Amish in het wild. ?

Eigenlijk is het net Koningsdag bij ons en heel veel mensen zijn gekleed in de nationale kleuren. Na de parade slenteren we wat in het rond en ineens horen we een vrouwenstem zeggen; ‘Hé Nederlands, op welk schip zitten jullie?’ We raken aan de praat met het echtpaar en dan blijkt al snel dat de man door zijn werk de beste vriend van Roel, Dirk Jan kent! Hoe klein kan de wereld zijn.

‘Zullen we even wat gaan drinken?’ stelt zij voor en na wat zoeken vinden we iets, want op zo’n drukke dag als vandaag valt het niet mee. ?
Hierna verkassen we de camper naar de andere campground, missen helaas het eieren gooien maar zien wel de start van de badeendjesrace.

Aan het eind van de middag doen we een drankje in de Red Onion Saloon. Dit was ooit ten tijde van de Klondike Gold Rush periode (1898) een bordeel. De sfeer probeert men nu nog wat na te bootsen en de meiden die er werken hebben sexy korsetten aan waar je de tip in kan stoppen, een beetje ondeugend maar toch braaf. Mijn handsome heeft de bril maar afgezet….?

Als we de menukaart zien besluiten we gelijk wat kleins te eten want door de warmte hebben we toch weinig trek. Later als we terug naar de camper lopen is het centrum rustiger, drie cruiseschepen zijn vertrokken maar één ligt er nog. Daar staat een ambulance met zwaailichten bij….er is een onfortuinlijke die het allemaal teveel is geworden. ?
Het zonnetje schijnt de volgende morgen alweer uitbundig en het is warm in de hut: ‘Dit is toch Alaska?’ Vandaag hebben we een rustdag: even een rondje centrum en de was draaien. In het centrum gaan we naar dezelfde koffiebar als gisteren voor een koffie/thee en de man kijkt ons vreemd aan; ‘Hey, what’s happening?’ vraagt hij vol verbazing. Dat is niet zo vreemd want bijna iedere toerist die hier komt zit op een cruiseschip. De kerel denkt dus dat wij de boot gemist hebben. ? Bij een van de vele souvenierwinkels kopen we wat stickers van beren, moose en wolven. Leuk voor aan de zijkant van de camper.

Daarna lopen we bij een internetwinkel naar binnen waar we heel ouderwets ‘internetminuten’ kopen en tussen de bemanning van de schepen zit ik ook met thuis te bellen.
Het is hier in Alaska echt een probleem om te bellen en te internetten. ?
De campground heeft ook een laundromat en mijn lover en ik gaan daar samen heen. Niet dat we nu ineens niet zonder elkaar kunnen maar ik heb dus altijd ruzie met die machines! Net als met alles hebben de Amerikanen te veel keus: machines met maxi load, triple load en easy load, nou dan ben ik al uit de bus gevallen en snap het niet meer.
Kort was-verhaal: ik heb een donkere en witte was en omdat het best veel is vul ik dus de grote machines. Dan blijkt dat ik ze toch niet vol krijg en ga alles weer overpakken in kleinere machines. Ondertussen staat mijn lover naast mij ‘Dat zag ik al meteen, ik zei het toch!’ te roepen. Het is een twee-wekelijkse kwelling en ik leer het nooit. ? In de hoek staat een vrouw naar ons te glimlachen en zegt; ‘Wat leuk, jullie zijn de eerste Nederlanders die ik hier hoor!’ Ze staat bij ons op de campground, heet Anke en het blijkt dat ze ook in Vlaardingen heeft gewoond! Ze zat zelfs op dezelfde MTS als Roel, alleen een andere richting. Haar man is de Chilkoottrail (53 km door de Coast Mountains van Dyea naar Bennett) aan het lopen en komt zaterdag met de trein weer terug in Skagway. Eind van de middag zitten we aan een wijntje als Anke voorbij loopt en we nodigen haar uit voor een glaasje. Ik heb vanavond de kookbeurt en er staat macaroni op het menu maar als mijn lover hoort dat Anke in haar eentje bij de haven gaat eten is hij om; ‘Is het niet veel leuker om met zijn drieën te gaan?’ vraagt ie. Hij doet ook alles om onder mijn macaroni vandaan te komen. ? We hebben een gezellige avond en het eten is super!

We hebben de volgende middag een plek gereserveerd op de ferry naar Haines en Anke wil morgenochtend vroeg gaan vliegen naar de gletsjers dus we wisselen adressen uit en nemen alvast afscheid van elkaar. De volgende morgen komt ze nog even snel zeggen dat het brood dat Roel gebakken heeft erg lekker was. We hopen voor haar dat er plaats is, wensen haar veel plezier in de lucht en ik denk; ‘Jij liever dan ik Anke, mij niet gezien in zo’n klein kistje!’ ? Wij hebben een easy morning, het enige wat moet is om 11.00 uur van de campground vertrokken zijn, en dan pas om 14.00 uur melden bij de ferry terminal. Net als we staan te babbelen met de buurtjes komt Anke terug. ‘Ik heb even een vraag, hoe laat gaat jullie boot? Zou één van jullie zin hebben om met mij mee te gaan vliegen, want het is heel moeilijk om voor één persoon te boeken. Uiteraard betaal ik!’ Ik hoor dit aan en denk gelijk; ‘OMG, echt niet!’ en roep; ‘Super leuk, maar niet voor mij, maar wel voor jou Roel!’ ? Mijn lover (heeft bijna overal al in gevlogen) vliegt in alles, als een kartonnen doos de lucht in zou kunnen dan zou hij er nog in gaan zitten! ? ‘Ja, ja, maar ik wil niet dat je voor mij gaat betalen!’ zegt mijn lover tegen Anke. Nou goed, de tijd dringt en ze komen er niet uit dus we gaan opschieten en naar de tour office met onze camper. De tickets worden geboekt en we gaan een koffie/thee doen in de bekende koffiebar. Dan wordt het tijd om naar het vliegveld te gaan. De lucht is helder maar wat een wind! ‘Dit zou wel eens een hele bumpy flight kunnen worden!’ lacht mijn lover en ik denk alleen maar ‘Oh, wat ben ik blij dat ik niet mee hoef, thank you Lord!’ ? We gaan in de hal van het kleine vliegveldje op Paul de piloot wachten en de dame daar vraagt of de camper van ons is. Ze zou zo graag eens binnen kijken. ‘Als zij straks weg zijn dan gaan wij even kijken.’ beloof ik haar.

Als ze hoort dat we met de ferry naar Haines gaan dan kijkt ze benauwd want deze schijnt problemen te hebben en daardoor vertraagd te zijn. Ze gaat bellen en inderdaad er is een vertraging van zeker twee uur. Daar komt Paul binnen, een vrolijke drukke vent; ‘Hello, are the three of you ready? Let’s go!!!’ ??
‘Even wachten Paul’ denk ik, ‘Een versnelling terug’. ‘Ik ga niet mee, alleen zij twee.’ zeg ik….eigenlijk piepte ik. Want dat is best ergerlijk van mezelf: als ik een beetje bang wordt dan piep ik. ? Paul kijkt me aan en roept; ‘Je hebt toch wel eens gevlogen!’
En daar ga ik de fout in en vertel hem dat ik wel eens in een helikopter heb gezeten. ‘They told me there are three people!’ zegt pitbull Paul. Ondertussen staan Anke en mijn lover mij ook aan te sporen ‘Doe het nou, doe het nou!’ En ik denk; ‘WTF ik doe het echt niet, ik waai uit mijn hemd met die wind en heb net een ‘koffiebom’ met alles erop en eraan naar binnen gewerkt. ? Hij grijpt mijn arm en zegt; ‘I’ll show you my plane!’ Terwijl we naar zijn vliegtuigje lopen vraagt ie twee keer of Roel mijn husband is, de zonnebril gaat even af en hij knipoogt naar me, ‘you never know, things can change’. Hij vliegt al 26 jaar hier in Alaska, woont in Haines, a nice place to stay, brilletje weer af en een knipoog. ? Er kunnen vijf passagiers en één piloot in het vliegtuigje en met een ladder moet je aan boord. En daar sta ik tegenover de drie en hoor mezelf piepen; ‘Okay, ik doe het.’

De drie barsten in gejuich uit alsof ik net mijn winnende loterijbriefje met hen heb gedeeld en ik vraag me af waarom ik nou toch ja zeg. ? Ik, die thuis nog nooit met mijn lover mee ben geweest als hij luchtfoto’s boven Rotterdam gaat maken, simpel weg omdat ik niet durf!
Paul deelt in waar we gaan zitten en er gaat nog een jongen mee van de tour office, die moet tenslotte weten wat ie verkoopt. Ik kom achter Paul te zitten naast mijn lover. We krijgen een koptelefoon op en hij laat zien hoe de spuugzakjes werken ‘Don’t forget to take away the microfone!’ zegt ie en hij buldert van de lach. Ik denk ‘Nou Paul zet je kraag maar op want ik zit recht achter je.’ We hobbelen naar het begin van de startbaan en ik zucht diep en mompel ‘OMG.’ Altijd leuk want door de koptelefoons is die zucht door iedereen te verstaan. ?

Paul zegt; ‘Okay, of jullie er klaar voor zijn of niet: we gaan!’ En we suizen de lucht in, Wow, het valt reuze mee. We vliegen naar de gletsjers toe en als we er overheen vliegen is het ongelofelijk mooi!

Wat een kleuren blauw en groen! De sneeuw, de meren, de bossen en watervallen: Alaska is zo wonderschoon! We komen in een paar wolken terecht en het ding begint te schudden maar Paul corrigeert en we gaan weer goed. Door de microfoon babbelt ie over Alaska, zijn leven hier, legt uit wat we zien, wat de namen van de gletsjers zijn en vraagt of het goed met ons gaat.

Hoe bijzonder om dit vanuit de lucht te mogen zien want we hebben dit stuk ook met het cruiseschip gevaren. We zijn een uur in de lucht en gaan terug. Net voor we gaan landen kijkt Paul achterom, vraagt; ‘Viel het uiteindelijk toch mee?’ en zijn hand pakt mijn onderbeen even vast….mijn Alaska-charmeur. ? De landing is vrij heftig maar we staan. Ik heb het gewoon gedaan: Yes!

‘Zo, nou kan je de volgende keer gewoon met mij mee boven Rotterdam!’ zegt mijn lover opgetogen. ?
Anke wil absoluut geen betaling van Roel aannemen, ‘Als jij niet mee had gegaan dan had ik ook niet gekund.’ We spreken af dat we haar en haar man in Nederland mee uit eten gaan nemen. We rijden terug naar het centrum en genieten tijdens de lunch nog na van ons vliegavontuur, het was geweldig! Dan nemen we afscheid van Anke en gaan naar de terminal om op de ferry naar Haines te wachten. We parkeren de hut en nu maar wachten hoeveel vertraging de ferry heeft opgelopen….?

Vijftien ongelofelijke minuten!

Ondanks dat de campground in Fanny Bay gerenoveerd wordt staan wij er toch prima.

‘s-Avonds beginnen we maar eens met een nieuwe Scandinavische serie: the Lawyer. Die is zo spannend dat we de tijd vergeten en rond 01.00 uur ineens ontdekken hoe laat het is. ? Zondagmorgen komen we langzaam op gang maar wat maakt het uit, vandaag staat een korte rit (klein uur) naar Campbell River op het programma. Onderweg passeren we een aantal campgrounds die allemaal een bord met ‘No vacancy’ hebben staan: nou dat beloofd wat! Het is goed te merken dat Vancouver Island favoriet is want het is overal best druk. De campground, Thunderbird, die wij hebben uitgezocht ligt net buiten het centrum en heeft nog plaatsen vrij. We boeken een plek voor vier nachten met uizicht op het water. Cruiseschepen varen zo voor onze neus voorbij op weg naar en van Vancouver.

We parkeren de hut en doen verder niets want het regent hard. Eind van de middag is het droog, we maken een wandeling en eten bij Dockside een vissie. Dit restaurant drijft op een vlonder in het water en een nieuwsgierige zeehond zwemt in de buurt.


Waarschijnlijk krijgt hij af en toe iets lekkers toegeworpen want bang is ie totaal niet. ? We zijn speciaal een paar dagen naar Campbell River gekomen voor Eagle Eye Adventures. Dit wordt gerund door een Nederlands echtpaar, Jos en Rentia Krynen. Zeven jaar geleden hebben zij het roer omgegooid en zijn hier naar toe verhuisd, dit bedrijf gekocht en inmiddels hebben zij reserveringen tot ver in 2019 staan. Hun concept: gewoon snel en adequaat zaken doen, modern en veilig up to date apparatuur zoals rhib’s en waterdichte pakken, feeling en verstand hebben van de natuur (Jos is afgestudeerd bioloog). Tevens zijn zij de beheerders van een Canadaforum en hebben een mooie Facebook site waardoor we met hen in contact zijn gekomen. In ruil voor stroopwafels hebben we een aantal camperbenodigdheden naar hun adres mogen laten sturen die we maandagmorgen op gaan halen. Het stel komt uit het Brabantse en dat is nog goed te merken want hartelijk worden we door Rentia ontvangen.

De weersverwachting voor morgen is goed en we boeken gelijk een walvis tour. Er zijn twee opties: een tocht van vier of zes uur. Wij gaan voor zes uur en nu maar hopen dat er in die zes uur iets te zien valt….? Zo niet dan gaan we een andere dag weer mee. Zoals al eens eerder gezegd: ik vind het best spannend. Met een boot varen is helemaal top maar die vissen! ? In gedachten hoor ik dan altijd de muziek van Jaws en zie me al opgevreten worden door weet ik veel wat. Mijn lover is er helemaal gek van en zou graag een walvis van dichtbij fotograferen dus met een gemengd gevoel ga ik slapen. ‘Ik hoop echt dat we ze morgen heel dichtbij zien!’ mompel ik voordat we gaan slapen. Maar of ik het meen…. ?

Het is stralend weer en we melden ons om 09.30 uur bij de haven. Als we compleet zijn (tien mensen en allemaal Nederlanders) dan krijgen we een pak uitgereikt en zien we er weer uit als één grote ANWB familie. Dit pak heeft ook een ingebouwd reddingsvest, is super warm en waterdicht.
‘We gaan zes uur varen, onderweg lunchen en mochten jullie iets zien steek dan je hand op!’ zegt Jos. Hij legt nog wat do’s en don’s uit en daar gaan we, op naar Free Willy en zijn soortgenoten!

Jos staat in radiocontact met de boten van andere tourbedrijven en zo houden ze elkaar op de hoogte waar iets te zien valt. Het is warm op het water, de zonnestralen branden en ik rits mijn pak wat open. ‘Humpback whales in front of us!’ horen we de stem van Jos door de ingebouwde speakertjes. Wow, we zijn nog maar net weg en spotten al iets! Het is even zoeken in de verte want het dier is onder….maar daar is ie weer.

Ondertussen horen we Jos over de radio met een collega praten. ‘Okay guys, we gaan door want verderop zijn orca’s aan het spelen!’ roept ie. Ik dacht dat de rhib net al hard ging maar we gaan nu nog harder en suizen over het water!
Het is zeker een half uur varen en ik voel me een beetje alsof ik in Expeditie Robinson zit want verlaten eilanden, op sommigen liggen zeehonden, schieten voorbij maar waar moeten we zijn? Waar worden we heen gebracht? Dan zien we ze, het zijn zeker zes orca’s en het water spuit omhoog als ze half boven komen.

De wetgeving is zo dat de boten minimaal 100 meter afstand moeten houden van de dieren. Half juli wordt dit aangescherpt en is zelfs 200 meter verplicht. Met deze wet hoopt men de dieren meer rust te geven zodat zij zich makkelijker voortplanten. We kunnen de orca’s zien maar eigenlijk zijn ze best ver weg. Ik kan niet zo goed schatten maar het lijkt me dat Jos veel meer dan 100 meter afstand bewaard. Het schouwspel is er echter niet minder om en we liggen zeker een uurtje te genieten. ‘Als iedereen er klaar voor is dan gaan we nu op weg naar de lunchplek.’ roept ie en het gas gaat er weer op. Het is bijna onmogelijk om iets tegen elkaar te zeggen want de wind blaast alle kanten op. In een inham ligt een haventje en daar gaan we van boord. Jos heeft lunchpakketten, koffie/thee en limonade bij zich: prima verzorging!

Na de lunch gaan we het water weer op en zetten koers richting de plek waar we eerder vanmorgen de humpback whales zagen.
Daar klinkt zijn stem al door de speaker; ‘Right in front of us!’ Water beweegt en we zien een vin boven komen….hoe mooi! Jos houdt zich aan de minimum gestelde 100 meter afstand en de boot dobbert met motor stationair op het water. ‘Het zijn twee humpback whales en het lijkt alsof ze dichterbij willen komen.’ merkt hij op en ik denk; ‘OMG! Het zal toch niet waar zijn!’ ?

Humpback whales of de Nederlandse naam: bultrugwalvissen zijn bekend om hun grote borstvinnen waarmee ze flinke klappen op het water geven en om de spectaculaire sprongen. Ik vind deze bijzondere dieren eigenlijk mooi van lelijkheid met hun knobbels op de kop en onderkaak.

En daar zitten tien ingepakte rode pakken, met een camera alvast in de hand, en één gids in een dobberende rhib turend naar het water en je voelt de spanning. We zien één humpback whale onder duiken en de ander gaat er achteraan. Niets meer te zien, waar zouden ze gebleven zijn? ‘Oh, oh, het zal toch niet!’ hoor ik Jos mompelen en hij zet de motor van de boot af…. ? Ingespannen kijken alle hoofden over het water en ik hou mijn adem in. ‘Ze blijven wel heel lang onder, straks duikt ie op naast de boot.’ hoor ik Jos weer. Ik vind het griezelig want we hebben net gehoord dat deze twee wel zestien meter lang zijn! We kijken met elkaar links en rechts en iemand maakt een grapje; ‘Straks zit ie echt onder de boot….’ ? en de seconden tikken weg. Ineens slaakt Jos een  kreet; ‘Allemachtig, achter de boot!!!’

Ik schrik me totaal een ongeluk, kijk om naar achteren en zie nog net hoe de walvis het water weer raakt. Er is geen paniek maar wel totale opwinding bij de rode pakken en de gids, we staan, zitten en kijken naar het water. Door elkaar klinken de kreten van verbazing en opwinding; ‘Waar zijn ze, waar zijn ze? Daar komt ie weer, let op, let op!’

Wat volgt is een spel (later horen we van de gids dat het ongeveer vijftien minuten heeft geduurd) van de twee nieuwsgierige deugnieten met onze gele rhib. Ze duiken, draaien en buitelen er omheen, klappen met de vinnen op het water en duwen zelfs zachtjes tegen de boot aan.

We horen ze blazen en zo dichtbij ruiken we de ranzige vislucht die om hen heen hangt. ? Vlak naast de boot komt de kop meerdere malen boven water en een oog kijkt ons aan:

Wow, wat is dit indrukwekkend mooi! Er zijn geen woorden voor te vinden om dit kwartier en onze ervaring goed te beschrijven. Jos doet dit werk al zeven jaar en heeft dit ook nog nooit meegemaakt! Hoe super top!
De twee walvissen zijn uitgekeken op het gele dobberende ding in het water dat niet meespeelt maar alleen allerlei kreten slaakt en zwemmen van ons weg.

Aan boord heerst een uitgelaten sfeer: ‘Hebben wij dit net echt meegemaakt??!!’ ?  En ineens denk ik aan de regels en wetten en zie het beeld voor me afgelopen jaar van de hond die onder het hek, dat de grens afbakende tussen Amerika en Mexico, door kroop. Heen en weer speelde het dier op het strand en had totaal geen erg in grenzen. Hoezo 100 meter afstand houden: alsof een walvis dat snapt! ?
Het gas gaat er weer op, de motoren brullen, de wind suist om onze hoofden en het water is wilder geworden door de wind of stroming.

Bam, bam, klapt de boot keihard op het water en we komen een beetje van de banken los. We gillen het uit van pret en houden ons vast, deze dag neemt niemand ons meer af! Vanmorgen kenden we elkaar niet maar nu aan het eind van deze middag delen we een hele bijzondere gebeurtenis!  Op de wal trekken we onze pakken uit en wisselen email adressen. Als we afscheid nemen van iedereen zegt Jos; ‘Het mooiste moment voor mij was dat oog, het trof me midden in mijn ziel.’ We lopen naar de campground en als we ‘s-avonds op de computer de beelden terug kijken en de reacties zien op Facebook dan beginnen we pas echt te beseffen wat we hebben meegemaakt. ?
Het filmpje is gemonteerd van een aantal stukken film. De kwaliteit is minder omdat er stevig verkleind en gecomprimeerd moest worden.

Het ‘grappigste’  stuk zet ik misschien nog wel eens bij de bloopers: namelijk het moment dat de éne deugniet plotseling opduikt acher de boot zodat  ik van schrik mijn camera overal heen laat gaan behalve naar het water en je onze opgewonden kreten hoort….’Holy shit!’ ‘Daar komt ie, daar komt ie!’ ? Ik weet het zeker Spielberg zou er een bestseller van kunnen maken!

Pure eenvoud !

We schrikken wakker van het wekkertje: zaterdagmorgen 07.00 uur. Ik kijk naar buiten en we liggen al in de haven van Seattle. Het was een drukke week aan boord van de Ruby Princess en we zijn best moe. Normaal bij een cruise is het de bedoeling dat je de laatste avond de koffers op de gang zet naast de deur van je hut. Die worden dan door de bemanning verzameld en de volgende ochtend kan je ze aan wal in een verzamelruimte ophalen. Althans als het goed is want het gaat ook wel eens mis. Vrienden van ons zitten nog steeds op hun koffers te wachten die eind vorig jaar zoek zijn geraakt tijdens deze handeling. De koffers zijn inmiddels wel getraceerd maar zwerven de wereld nog over en laatst kregen ze een telefoontje uit Vancouver dat ze daar waren maar waarschijnlijk weer naar het schip zijn gestuurd. ? In Skagway zagen we trouwens verloren koffers overladen van een HAL vrachtwagen in een HAL bus. Maar helaas Corrie, jullie koffers zaten er niet bij!

Op de Ruby mag je de koffers ook bij je houden en zelf van boord dragen, dat lijkt ons een prima plan! We zeggen tegen Kleonard dat we gaan ontbijten en nemen alvast afscheid van hem. Hij is opgewonden want gaat straks, na tien maanden onafgebroken werken, ook van boord. Dan één nacht een hotel in Seattle en morgenmiddag vliegt hij naar zijn gezinnetje op de Filipijnen.
Op zo’n laatste dag heerst er altijd een beetje chaotische sfeer aan boord. De gehele bemanning heeft het razend druk want de nieuwe gasten staan rond 13.00 uur al weer te trappelen en dan moet het spic en span zijn. Net als wij zijn er heel veel gasten die in het restaurant nog snel een ontbijtje nemen en genieten van het uitzicht op Seattle.
We verzamelen daarna onze spullen, wandelen van boord en voor we het beseffen zitten we al in taxi op weg naar het station waar we ook gelijk de bus naar Kent hebben. Ons plan is de camper uit de stalling halen en terug naar de KOA camping, waar we vorige week ook stonden, voor een nachtje. Bij het busstation in Kent staat een taxi dus de wandeling en het gezeul met de bagage naar de stalling blijft ons dit keer bespaard! ? De camping heeft helaas geen plaats meer vrij, het is morgen vaderdag en dat vieren de Amerikanen uitgebreider dan wij….? ‘It’s a very busy weekend because of Fathersday!’ zegt het meisje achter de balie. Ze geeft nog een paar opties maar denkt dat het overal vol zal zijn.
De Amerikanen krijgen niet veel vakantiedagen, met veel mazzel hebben ze veertien dagen onbetaald verlof, en zodra ze een gelegenheid hebben gaan ze er een weekend tussenuit. We willen uiteindelijk naar Vancouver Island en moeten hiervoor de ferryboot hebben. Die kunnen we nemen vanuit Vancouver of Port Angeles, waar de wachttijden veel korter schijnen te zijn. Dus besluiten we terug te gaan naar het RV park in Gig Harbor en van hieruit morgen het laatste stuk naar de ferryboot te rijden.
We waren hier vorige week al en er zijn een aantal campings in deze omgeving: ergens moet het lukken! Er is plaats in Gig Harbor, we ruimen de bagage op, wassen en drogen doen de machines en verder hebben we een easy middag! ? De ferryboot vertrekt om 13.00 uur uit Port Angeles en als we daar niet op kunnen dan hebben we nog een kans om 17.20 uur. Reserveren is helaas niet meer mogelijk op zo’n korte termijn. Zondagmorgen dus ruim op tijd weg. Bij de ferryterminal aarzelt men even of we mee kunnen om 13.00 uur maar helaas, we zijn net iets te groot voor de ruimte die nog over is. We krijgen wel de garantie voor de volgende om 17.20 uur. Het is een paar uur wachten en we lopen door het stille plaatsje. Sinds weken is het weer eens warm genoeg voor een korte broek en voor een late lunch ploffen we op een terras bij de haven.

Als de ferryboot arriveert dan is het een snel wisselen van afgaand en opkomend verkeer en we varen weer!

Opnieuw naar Vancouver Island waar we eergisteren ook waren. ? De overtocht is gezellig want aan boord zijn een aantal heren die spontaan a capella een paar nummers inzetten.

Binnen anderhalf uur zijn we in Victoria en gaan op zoek naar een camping. Er is er één net buiten het centrum, heel mooi aan het water, die hebben we gemaild maar helaas alles voor vannacht is vol.

Een reservering voor morgen is wel gelukt.
Voor nu hebben ze een alternatief opgegeven buiten Victoria en daar rijden we heen. We rijden de ferry af als er iets op de grond valt, ik zie de keukenrol liggen en denk; ‘Even snel pakken kan wel.’ en loop dus naar achteren. Dom, dom, nooit doen in een rijdende camper….? ‘Pas op, ik moet remmen!’ roept Roel en ik grijp me met mijn ‘verkeerde’ arm vast aan de stoel en wordt heen en weer geschud. Au, au, dat doet echt zeer, mijn arm is goed aan het herstellen na de breuk, maar dit is zo’n gemene onverwachtse pijn. ? Ik zit nog na te piepen als we twee auto’s voor het stoplicht zien met hun gevarenlichten aan. ‘Opletten, daar is iets aan de hand!’ zeg ik tegen mijn lover. We gaan op de baan ernaast staan en hij vraagt wat er aan de hand is. Het blijkt dat de voorste auto geen benzine meer heeft. De vrouw staat naast haar auto en is in gesprek met de man daarachter die haar wil helpen. ‘Ik heb een tankje met benzine bij me!’ roept Roel en we keren waar het mogelijk is. We gaan schuin achter haar auto staan, want de andere is al weggereden, maar waar is zij nou? Ze zit op de vangrail een sigaret te roken! Mijn lover springt uit de camper, pakt de jerrycan en houdt die omhoog naar haar. Dan zegt ze tot onze stomme verbazing; ‘Ik zit even te roken!!’ ? ‘WTF mens, je wordt geholpen!’ denk ik bij mezelf. ‘Ja, dat is prima maar je moet me wel helpen dus gooi die sigaret maar weg!’ roept mijn lover. De vrouw maakt de sigaret uit en komt helpen. Ergens in mijn onderbuik krijg ik een raar gevoel: iets klopt er niet. Ik kijk om me heen maar zie verder niemand, ook in de auto zelf, behalve een hond, geen ander persoon. ‘Ik gooi de jerrycan leeg en dan rijden we naar dat benzinestation (dat ligt in de verte en kunnen we zien) en dan kan jij die voor me vullen.’ zegt Roel. De vrouw vind het prima, de benzinedop gaat er weer op en ze gaat in haar auto zitten. Terwijl mijn lover in de camper stapt geeft ze ineens gas en rijdt nog snel door het stoplicht heen dat op rood springt. En dan zitten we plots in een aflevering van ‘Flikken Vancouver Island’. ? ‘Gas op de plank, ik zie haar rijden!’ blaf ik mijn partner in crime toe. Maar we hebben geen zwaailicht, geen snelle auto, geen pistool om haar banden lek te schieten en raken haar kwijt. We scannen de omgeving rond het plaats delict af maar helaas de bitch is verdwenen en heeft ons bestolen voor vijf dollar. ‘Is dit lachen zeg voor vijf dollar!’ grinnikt mijn handsome. Nou ik vind er niets aan en kan zo boos worden om dit soort acties, wat een rot mens….? (en mensen die mij kennen weten dat ik een hele scheldkanonnade heb af zitten vuren ?) De volgende morgen is het prima weer en we ontbijten buiten.  Mijn lover staart naar de camper en zegt dan; ‘Het lijkt alsof er iets onder de motorkap van de camper ligt….’ En ja hoor, er liggen een paar druppels, hij wrijft er met zijn vinger door, jakkes het is vet en donker: olie! Het zijn maar een paar druppeltjes maar toch: waar komt het vandaan? ? We rijden naar Salish Seaside RV aan het water in Victoria, wat een leuke plek is dit met de watervliegtuigen die zo laag overkomen!

Achter de receptie vertrekken kleine pontjes die je naar het centrum varen.

Helaas gaat de laatste al rond 20.30 uur terug dus gaan we maar fietsen. We struinen door Victoria,

Een buxusschoen….maar wel met een mooie rode zool! ?

drinken een cocktail bij het beroemde Empress hotel

en eten vis-taco’s bij Fishermanswharf.

Tussendoor komt er nog een demonstratie langs tegen zalmvangst en mijn lover gaat aan het werk!

De Butchart Gardens (botanische tuin) schijnen de moeite waard te zijn maar we kwamen er niet aan toe want voor we het weten is de dag voorbij. De plaats waarop we staan is van beton en de volgende morgen liggen er weer een paar druppels olie. Het baart ons zorgen want we willen met de hut naar Alaska. Er zit een Fiat garage in Victoria en daar gaan we heen. Ze blijken hier alleen de kleine 500 te verkopen en repareren. Hun buurman schuin aan de overkant zou ons wel kunnen helpen. Het is een kleine werkplaats en de aardige monteur laat Roel de camper op de brug rijden en dan gaan ze onder de motorkap kijken met een lamp. Roel legt uit dat er in Temecula een gereviseerde dieselpomp in is gegaan. De monteur knikt en pakt wat gereedschap en gaat de bouten en schroeven nalopen. ‘I got it, they forgot something!’ Wat blijkt de monteur in Temecula heeft een bout niet goed vastgedraaid. ? Het euvel zou nu verholpen moeten zijn. We zijn super blij en vragen de kerel wat hij krijgt. ‘Geef maar 60,00 dollar (40,00 euro) voor dat half uurtje.’ zegt ie. Roel geeft hem een fooi erbij want de kerel is zeker één uur bezig geweest. Als dank loopt hij zijn kantoor in en krijgt mijn lover met een vette knipoog een kalender van het huis. Zo’n soort Pirelli maar dan anders. ? Ach ja….

We rijden terug naar Salish Seaside RV en de volgende morgen is er geen druppel olie meer te bekennen! Pfff. Er zijn een aantal plaatsen die we op Vancouver Island zeker willen bezoeken: Tofino, Ucluelet en Campbell River. Om de route zo praktisch mogelijk te houden starten we met de westkant om uiteindelijk bovenin, na Campbell River, de ferry te nemen van Port Hardy naar Prince Rupert op weg naar Alaska. Op woensdag rijden we weg uit Victoria en bij een grote shoppingmall doen we boodschappen. Bij het afrekenen vraagt de kassière of we een tasje willen. Inmiddels ben ik het gewend hoe ze hier in de supermarkten werken. Alles wordt voor je ingepakt en ook nog gesplitst met als resultaat dat je bijvoorbeeld voor acht boodschappen soms wel zes tasjes kan hebben. Dus ik antwoord ‘No thanks.’ want gewend aan het Nederlandse heb ik mijn eigen boodschappentas. De kassière zucht een beetje want wat blijkt in deze supermarkt is het onlangs verplicht geworden om de boodschappen, die niet in hun tasje/zak gaan, van een sticker te voorzien zodat anderen zien dat het netjes betaald is. ? Je hebt soms systemen: dan toch maar een tasje/zak vragen! ?

De bedoeling is om zeker tot Nanaimo te rijden en morgen de rest van de kilometers naar Tofino. Als we een bordje zien met daarop ‘Seaside route’ besluiten we eraf te gaan. De weg brengt ons dichter naar de kust en we rijden door een leuk toeristisch plaatsje met haven: Cowichan Bay. Net er buiten is een parkeerterrein waar we de hut parkeren. We lopen door de uitgestrekte straat met winkeltjes en eten een vissoep in een klein restaurant.

In Nanaimo houden we het voor gezien en in de informatiegids ‘super camping’ zie ik deze campground: Living Forest Oceanside. Ze hebben wel iets van driehonderd plaatsen, niet echt ons ding zo’n grote, maar gezien de drukte gokken we dat ze hier nog plaats hebben. We hebben geluk en er zelfs nog iets vrij aan het water, wat een mooi plekje!

Het is te merken dat er hier op Vancouver Island ook veel Nederlanders zijn want als we buiten zitten te eten raken we al twee keer in gesprek. Het is grappig om te zien: ze lopen voorbij, zeggen gedag en dan ineens zien ze het Nederlandse kenteken. ? Het is een mooie avond en ineens besluit mijn handsome om weer eens een vuur te maken. Helaas hebben we afgelopen zondag bij de ferry onze voorraad hout in moeten leveren toen we van Amerika naar Canada gingen. We lopen dus eerst naar de kampwinkel en merken nu pas hoe groot en heuvelachtig het terrein is want het is een aardige tippel. Met een flinke stapel gaan we terug! Wie niet sterk is moet slim zijn en als ik een stok zie heb ik al snel dit idee! ? Door het net steken en ieder aan een kant tillen.

Met een bijl gaat mijn eigen Nederlandse houthakker daarna aan de slag.

Soms hebben we geen erg in de tijd en als er later op de avond muggen komen bedenk ik me dat het inmiddels al eind juni is. De volgende morgen, voordat we richting Tofino en Ucluelet rijden, gaan we eerst langs de dump. Onze plek vannacht had geen afvoer, alleen elektriciteit en water. Er staat een grote camper, met Canadees kenteken, te legen en de man steekt verontschuldigend zijn handen op. Roel roept uit het raampje; ‘Geen haast want we hebben alle tijd!’ Je ziet de man naar ons kenteken kijken en dan komt ie op ons af. ‘Komen jullie uit Holland? Ik ook maar ben 57 jaar geleden hierheen geëmigreerd, mijn naam is Nico.’
Er ontstaat een leuk gesprek met hem en zijn vrouw. Ze wonen in Nanaimo en zijn hier bij vrienden een nachtje met de camper geweest. Nico vraagt waar in Holland wij wonen, hij zelf komt uit Schiedam. Als de mannen verder praten blijkt Roel de broer van Nico te kennen!

Hoe klein kan de wereld zijn. ? Ze nodigen ons uit om bij hun thuis langs te komen en sturen een email met het adres. Helaas is het er niet meer van gekomen want vanuit Tofino zijn we de andere kant op gegaan.
Na dit leuke intermezzo gaan we op pad, rijden eerst door Nanaimo en dan de Highway op. Als we door de bergen komen wordt het weer slechter en kouder. Bij de splitsing Ucluelet en Tofino slaan we eerst de richting van Ucluelet in. Aan het eind van het dorp parkeren we de hut en lopen een stuk naar de zeekant. Het zal zeker heel mooi zijn hier maar met dit weer is er niet veel aan….en ook een beetje bibberen geblazen in de korte broek. ?

Door naar Tofino (ongeveer dertig kilometer) en een campground zoeken. Deze plaats is beduidend drukker en toeristisch. De eerste campground is vol maar gelukkig heeft de tweede, Bella Pacifica nog een dry-camping plaats (zonder voorzieningen). We rijden daarna naar het centrum om iets te eten. Mijn broer en schoonzus zijn hier een paar jaar geleden geweest en hebben een sushi restaurant aanbevolen, die we gaan proberen. Ik vind het lekker maar voor mijn lover hoeft zo’n ‘koude hap’ niet. Lucky me: ze hebben voor hem een paar warme gerechten, we gaan dus zitten en het eten is prima: genieten! ?

Er zijn heel veel bureau’s waar je een walvis- of berentocht kan boeken en morgen willen we zoiets gaan doen. Vroeg in de morgen wordt ik echter wakker met een bonzend hoofd: migraine. Snel uit bed en een tablet nemen. Dat werkt meestal wel en inderdaad als ik rond 08.00 uur weer wakker wordt is het grotendeels verdwenen. Ik hou altijd wel een ‘suffig hoofd’ op zo’n dag en dat blijkt want ik vergeet het bovenraam dicht te doen als we wegrijden. Gelukkig zijn er andere kampeerders die opletten! ? De campground van vannacht had maar voor één nacht plaats en we verhuizen naar de buren, Mackenzie Beach Resort. In het centrum tracteer ik mezelf op een lekkere koffie voordat we een tour gaan uitzoeken. Zoals ik al zei, er is een flinke keuze en we komen bij Westcoast Aquatic Safaris terecht. Binnen vragen we informatie en een vriendelijke vent legt uit wat we allemaal kunnen doen. We gaan voor de tocht naar de beren. Met een boot ga je op pad om langs de kust beren te spotten: klinkt goed en is weer iets anders dan de walvissen. Als we staan te boeken hoort een andere medewerker dat we uit Nederland komen. ‘Hey guys, do you know Korton?’ We begrijpen niet helemaal wat ie bedoelt maar na wat uitleg zijn we erachter. Gordon is hier onlangs namelijk geweest voor de opnamen van een televisieprogramma. Ze beginnen te vertellen dat het een vreselijke vent is en dat ie erg uit de hoogte deed. Als ik ze vertel dat Gordon best aardig is en ook een aantal goeie programma’s (ouderen die een wens mogen doen) heeft vinden ze het leuk om dat te horen. De éne medewerker is een Chinees en ik kan het niet laten….Dus vertel ik hem ook de grap van Gordon in ‘Holland got talent’, waar hij aan de Aziatische meneer vroeg of ie nummer 39 met rijst ging zingen. ? Ze kunnen er allebei hard om lachen maar of het nu om Gordon of mijn uitspraak is, dat laat ik in het midden! ? Om 14.30 uur varen we, als één grote ANWB familie want we hebben allemaal dezelfde regenjas aan van het bureau, de haven van Tofino uit op weg naar de beren.

Het is even speuren en geduld hebben maar dan worden we beloond: eerst één beer op het strand en even later op een ander stuk strand een moeder met haar kleintje!

Totaal zijn we ongeveer 2 1/2 uur op het water geweest en het was super!

We gaan terug naar de campground die inmiddels bomvol staat en ook hier weer veel verbaasde gezichten als ze ons Nederlandse kenteken zien. ‘s-Avonds nemen we de reisplannen nog eens door: eerst Campbell River voor een paar dagen, daar zit een Nederlands echtpaar waarbij we een aantal walvistochten willen maken. Wij volgen hen via Facebook en ze hebben iedere dag veel geluk op het water. Vanuit daar dan naar Port Hardy om met de ferryboot het eiland te verlaten op weg naar Alaska. De boot zullen we moeten reserveren maar wanneer? Omdat we goed op schema liggen besluiten we nog een paar dagen met de reservering te wachten. Het is te merken dat we inmiddels meer easy en gewend zijn in ons ‘gipsybestaan’. Het enige dat ik boek is een campground in Fanny Bay. Dit is halverwege de route naar Campbell River en gezien de drukte hier op het eiland geeft dat een beter gevoel. De volgende morgen rijden we nog even terug naar het centrum van Tofino en doen een koffie/thee. ‘Het is gewoon al één week geleden dat we van de cruise afkwamen.’ zeg ik tegen mijn lover. We vragen ons wel eens af wat we nou eigenlijk doen in zo’n week en hoe snel dat het allemaal gaat. ?Met maar 130 kilometer voor de boeg maken we eerst een strandwandeling voordat we gaan rijden.

Halverwege de rit komen we bij een stuk bos waar op Nieuwjaarsdag in 1997 een heftige storm een enorme ravage heeft aangericht. Het is vreemd om te zien en ook wat angstig als je bedenkt waartoe de natuur in staat is.

Rond 16.00 uur rijden we het terrein van campground Lighthouse op. ‘Nou, ik weet niet wat je hebt geboekt maar dit ziet er vreemd uit!’ zegt mijn lover. Het voelt ineens als bij voetbal: als we winnen dan hebben wij gewonnen en als we verliezen dan hebben zij verloren. We hebben dit samen uitgezocht in de informatiegids ‘super camping’ maar nu heb ik ineens geboekt! ? Het terrein ligt voor een gedeelte overhoop en er wordt hard gewerkt. De werklui zijn vriendelijk en geven het advies om gewoon aan het water te gaan staan. Verder is er niemand aanwezig maar wel telefonisch bereikbaar. We hebben met de creditcard al betaald dus gaan gewoon staan.

Later op de middag komt er een kerel voorbij die ons de rekening geeft en vraagt of alles naar wens is. De campground is van eigenaar veranderd en de nieuwe is aan het renoveren geslagen. Het zonnetje schijnt, we zetten de stoeltjes buiten en een wijntje en hapje maken alles compleet. Als ik het te warm vind ga ik in de schaduw een stuk verderop aan het blog werken. Ik zit ingespannen te tikken en hoor iemand aankomen, het is een stevige dikke man (jaar of 35) met een groot glas in zijn handen. ‘Waarom zit je in de schaduw?’ is zijn openingszin. Ik vertel dat het zo warm is en met grote ogen kijkt ie me aan. ‘Are you from Germany?’ vraagt ie. ? ‘No, I’m from the Netherlands.’ zeg ik. Hij kijkt me aan, en eerlijk waar, dan antwoord ie; ‘Ik ken drie landen: Canada, Amerika en Duitsland. Where is Neverland?’ Tsja, nou kan ik tegen hem beginnen over Michael Jackson en zijn Neverland ranch maar ik besluit maar met mijn beste zin; ‘WoW, that’s good for you!’
Hij is niet gek, wel een beetje dronken, en ik moet nu toch weten hoe dit zit. Op mijn IPad laat ik hem de kaart van Europa zien. Hij kijkt ernaar en dan blijkt: ik heb de Crocodile Dundee van Canada voor me staan: een visser, geboren aan de overkant van Fanny Bay, werkzaam voor een oesterkwekerij en woont op de camping in een caravan. ‘Ja, die daar staat met de boot (een rhib) en de brommer.’ En is nog nooit in de grote stad geweest! ‘Ik zou niet weten wat ik daar moet doen!’ zegt ie. Germany kent ie ook niet maar er waren gisteren mensen met een huurcamper uit Germany dus vandaar! En dan begint hij te vertellen over de zee, de walvissen en zijn werk….en een romance ligt op de loer ? tot hij vraagt; ‘Waar woon jij?’ en ik op de camper verderop wijs waar mijn lover voor zit. ‘Kom maar dan zal ik op de grote kaart laten zien waar ik woon.’ zeg ik hem en we lopen naar mijn lover. De kaart van Europa kent ie niet maar hij weet wel dat de wereld draait. We nemen afscheid en hij loopt naar zijn caravan waar de muziek een paar tandjes harder gaat en hij waarschijnlijk nog een glas neemt. Wij gaan na het eten een stuk de steiger op wandelen, ik kijk om me heen en denk aan de visser. Soms ontmoet je mensen zoals hij die je doen beseffen: eenvoud maakt blij! Want wat een heerlijke plek hier en dan zo’n man die zich nergens druk om maakt. Niet weet wat er voor vreselijke dingen in de wereld gebeuren! Die vist voor zijn werk, in zijn vrije tijd met zijn rhib de zee op gaat, tussen de orca’s dobbert, die plekken weet waar baby zeehondjes proberen om aan boord van zijn rhib te klimmen en nog nooit in de grote stad is geweest. Met zoveel pure eenvoud om je heen is het dan belangrijk dat je weet hoe groot de wereld is? ?

De mooie dame Ruby

Na een regenachtige vrijdag, waarop we de camper opruimen en de tas met kleding voor de cruise verzamelen, is het zaterdagochtend tegen de weersverwachting in zonnig weer. We moeten ons om 13.00 uur bij de cruiseterminal melden, de dame van de Princess Line was namelijk niet overtuigd dat onze papieren in orde waren en die kunnen hier gecheckt worden. In het ergste geval kan men ons zelfs weigeren. ? Volgens Sam, de dame van het reisbureau, is dit allemaal bangmakerij.

Voordat ik ga douchen controleer ik de vuilwatertank: die zit helemaal vol. ? Ik hoor wel eens: hebben jullie nooit woorden of ruzie want wat je schrijft is allemaal zo leuk maar wie zet er neer; ‘Net knallende ruzie gehad met mijn vent?’ ? Nou deze morgen is er echt zo één want ondanks de vuilwatertank blijft mijn lover een spelletje candy crush spelen. ? De zaterdag begint dus met een woordenwisseling over hoe deze ineens zo vol kan zijn, de laatste dingen inpakken en een rugtas die zoek is….? Uiteindelijk valt het allemaal mee en rond 10.00 uur rijden we, met een begraven strijdbijl, de campground af op weg naar de stalling. Daar zetten we de hut neer en na controle lopen we met onze spullen naar de bushalte. Die is van de week al door mijn lover gespot (ik zat bij de kapster) toen hij deze stalling vond. Op mijn vraag of hij de bustijden had gecheckt was zijn antwoord; ‘Niet echt, dat zien we zaterdag toch!’
We hebben eigenlijk best veel bagage: een grote zware tas (gelukkig met wieltjes), twee rugzakken, een soort bigshopper, mijn handtas en de tas met een telelens.
Bij de bushalte bekijkt mijn lover het tijdschema en dan komt het; ‘Oh, volgens dit schema gaat de bus alleen maar maandag t/m vrijdag.’ ? Ik zucht en kan zeggen ‘Had het van de week gecheckt!’ maar dat lost nu niets op. Hij rent een nabijgelegen benzinestation in en komt met prima nieuws naar buiten; ‘Het volgende station is vijf blokken verder. Nou, dan heb jij gelijk je zin want ik moet meer bewegen van je dus let’s go!’ We zeulen de spullen naar de volgende bushalte en eerlijk is eerlijk, hij keek wel uit naar een taxi maar helaas er kwam er geen. In mijn hoofd kwam wel weer dat zinnetje ‘Hebben jullie nooit ruzie?’ ? Het busstation waar we terecht komen is groot en er is een rechtstreekse bus naar Seattle down town.

Bij station Westlake schieten we een taxi in die ons naar de cruiseterminal brengt. Daar is het erg druk want niet alleen de Ruby Princess ligt er maar ook de Eurodam van de Holland America Line (HAL).

Na vijf keer een cruise met de HAL te hebben gemaakt voelt het vreemd aan om met een andere maatschappij te gaan. De check-in gaat super snel.

Daar kunnen andere havens, inclusief mijn eigen Rotterdam, nog veel van leren. We ondervinden totaal geen problemen met onze papieren en binnen twintig minuten lopen we de gangway van het schip op!

Het is groot, niet echt overzichtelijk en zoals altijd bij aanvang een chaos bij de liften. Wij hebben één van de laatste hutten kunnen boeken op de achtste etage met beperkt uitzicht. En we hebben geluk: een beetje uitzicht en een reddingsboot voor onze neus.

Mocht er iets gebeuren dan zijn we nog sneller dan de Italiaan Schettino! ? Het ziet er verder prima uit en onze ‘Tippiwan’ komt kennismaken. Natuurlijk heet hij niet echt zo maar dit grapje is ontstaan toen deze Cheryl voor het eerst ging cruisen. Hij heet Kleonard Austria, komt uit de Filipijnen en gaat deze week voor ons zorgen. Even een kleine uitleg over deze hardwerkende jongen: hij is rond de 35 jaar, getrouwd en heeft een zoontje. Tien maanden achter elkaar werkt hij veertien uur per dag zonder vrij te zijn op de Ruby. Zijn werk bestaat uit het twee keer per dag schoonmaken van twintig hutten en van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat is hij, altijd vrolijk en met een goed humeur, te bereiken. In de havens heeft ie af en toe een paar uur vrij en kan van boord, zoekt dan een openstaande wifiverbinding en heeft contact met zijn familie.

Dit is zijn laatste week en zaterdag gaat hij voor drie maanden (onbetaald!) verlof naar zijn geboorteland. Vliegticket en eventueel hotel (bij een niet aansluitende vlucht) krijgt hij van de maatschappij. En nu zullen er lezers zijn die denken: ‘Nou hij zal er ook wel naar verdienen….’ ? Niet dus! Iedere passagier betaald per dag aan boord een soort tax, housekeepingfee, van ongeveer vijftien dollar. Tijdens onze reis zijn er 3500 passagiers: 3500 x 15,00 dollar per dag. Dit wordt onder het gehele personeel verdeeld. Dus ook de kapitein, stuurmannen en verdere ‘strepen’ die wel hun salaris betaald krijgen. De verdiensten van Kleonard zijn deze inkomsten en zijn fooien….Voor ons blijft het een moderne slavernij maar hij is happy. ?
Eerst maar eens het schip verkennen, er zijn een aantal zwembaden, restaurants, casino, theater, bars en een nachtclub.

Rond 17.00 uur varen we, onder het genot van een drankje en live muziek, de haven van Seattle uit.

Na de luxe om weer eens lang onder de douche te staan gaan we op zoek naar een restaurant. De keuze voor het diner is: het buffetrestaurant, restaurants tegen een betaling of die waar je kan kiezen voor een ‘vaste zitting’ (vaste tijd en vaste tafel) of de ‘open zitting’ (geen tijd en keuze beschikbare tafel). Wij vinden het leuk om met anderen in contact te komen dus kiezen de laatste optie en dan ook ’to share’ wat betekent dat je met meerdere mensen (maximaal 10) aan tafel komt te zitten. We treffen een leuk gezelschap waaronder een echtpaar uit Australië.

Zij reizen drie maanden met een huurcamper door Amerika. In Seattle kregen zij net als wij het idee om een cruise naar Alaska te maken. Helaas hebben zij zich wel af laten schrikken door het boekingspersoneel van de Princess Line en uiteindelijk toch in hun eigen land geboekt tegen de betaling van 2000,00 dollar per persoon voor een binnenhut! Ons bedrag was 750,00 dollar (600,00 euro) per persoon voor een buitenhut….?
Na het diner wagen we een gokje in het casino….what else? ? Er zit een Indonesiër achter zo’n bulldozer met muntjes te proberen om een pakje van vijftig één dollar biljetten, dat op de munten ligt, naar beneden te bulldozeren. Hij wil maar niet begrijpen dat de helft van het pakje klem zit en hij het er nooit uit krijgt. Als er al driehonderd (!) dollar is in gegaan gaan we maar weg. Hij speelt vrolijk verder….

De volgende dag vaart Ruby over de Pacific naar Juneau waar we maandag rond elf uur ‘s-morgens aan land zullen gaan. Met een kalme zee en vrije lage temperatuur is het fris aan boord en in tegenstelling tot de schepen van de HAL is geen van de zwembaden overdekt. Iedere dag krijg je een programma wat er allemaal te doen is. En op zeedagen, zoals vandaag, zijn ook de winkeltjes en het casino open. Als je je verveelt dan ligt het echt aan jezelf!

Tussendoor moet je dan ook tijd vinden om te eten en te drinken. ? Wij gaan ‘s-middags naar het theater waar een voorlichting ‘wat te doen in Alaska’ is en verzamelen leuke tips. Vannacht zijn we een tijdsgrens gepasseerd, de klok is één uur terug gegaan en iedereen heeft gisteravond op zijn/haar bedje een reminder van de tippi’s gekregen. Als de presentator net is gestart schiet er voor ons een arm met opgestoken vinger in de lucht en een vrouw roept hard; ‘Het is toch half twee waarom is dit niet de show met de gitaarmuziek?’ Het blijkt dat zij haar klokje nog niet heeft teruggezet….Uurtje wachten nog. ? ‘s-Avonds is het formele avond, wat we van de HAL gewend zijn is dit altijd ‘op chic’ en worden mannen zonder colbertje in het restaurant geweigerd. Mijn lover hijst zich in zijn nieuwe jasje en terwijl ik aan mijn avondjurken thuis in de kast denk, trek ik op zijn verzoek ‘Dit vind ik echt je mooiste jurk!’ mijn Vegas trouwjurk aan….wel met mijn nieuwe hakken. ?

Het diner is vandaag ook wat luxer: crab legs.

De Princess Line hanteert andere normen tijdens de formele avond en laat ook mensen in poloshirt toe….Het is vreemd en we missen de stijve houding van de HAL die maakt dat deze avonden echt sfeervol zijn. ? De volgende morgen varen we om 06.00 uur de Stephens passage in. Deze doorvaart duurt twee uur en staat aangegeven als zeer mooi met kans op het zien van wildlife. Kleumend staan we aan dek in de harde koude wind en na anderhalf uur geven we het op: niet veel gezien en versteend!

Juneau verwelkomt ons met regen. Het is druk in de haven want er liggen nog drie cruiseschepen (met zijn vieren zijn we goed voor ruim 10.000 mensen) en op de wal staan de ‘excursie-ronselaars’ al te wachten.

Aan boord boeken we bijna nooit een excursie omdat ze daar de hoofdprijs vragen. Bijvoorbeeld: Mendenhall Glacier en gardens voor 110,00 dollar. Alpine zipline voor 200,00 dollar en het dog sled camp voor 160,00. ? (De sledehonden waar ik graag naar toe zou willen maar niet voor zo’n bedrag!) Ervaring leert dat er op de kade genoeg te krijgen is en al snel zitten we in een bus met gids (55,00 dollar) die ons naar de Mendenhall Glacier brengt. Daar maken we een wandeling langs de oevers van het gelijknamige meer waarin de ijsschotsen drijven en genieten van de indrukwekkende natuur.

Bovenstaand bord is trouwens speciaal voor de Aziatische gasten….

Helaas zien we geen (levende) beren. Terug in het centrum gaan we op zoek naar een zaak om iets te drinken.

Bij de Red Dog Saloon staat een wachtrij buiten. ?

We zijn nieuwsgierig en sluiten aan, al snel hebben we een plek en het is inderdaad erg leuk. Vroeger was het een ‘hoerenkast’ en nu een gezellig eetcafé met zaagsel op de vloer waar een oudere vent piano speelt en daarbij liedjes met schunnige teksten zingt.

Later als we nog een stuk langs de kade wandelen en Roel een foto van mij maakt springt ineens deze deugniet uit het water. ? Free Willy gaf op Facebook heel wat leuke reacties….

dan spot ik nog een Free Willy

maar toch net iets anders. ?

Het diner aan boord begint wat haperend want we komen aan een tafel waar al zes oudere mensen zitten. Lang verhaal maar kort maken: we gaan zitten, bestuderen de kaart en zeggen dan tegen de kelner; ‘Sorry, maar wij hebben ons vergist en komen er net achter dat we in het verkeerde restaurant zitten, bye, bye!’ Wat een rampzalig gezelschap was dat, ze keken ons nors aan, stelden zich niet voor en zeiden amper gedag. ‘Nou bij die twee doden en vier half doden zijn we ontsnapt!’ lacht mijn lover en we lopen naar het volgende restaurant. Daar vragen we of we met wat jongere mensen kunnen zitten en we hebben nu wel geluk. De nationaliteit aan boord is overwegend Amerikaans gevolgd door China, Canada, Australië en wij twee Nederlanders. ?

Onze volgende haven is Skagway en na het ontbijt

(‘Sorry dokter Spierenburg’ zegt Roel, 1x in een week mag toch wel ?) lopen we door het centrum op zoek naar een excursie.

Met deze sneeuwschuivers maken ze ‘s-winters de rails schoon.

We hebben alle tijd want ook hier vertrekt Ruby pas later op de avond. Skagway is bekend om de Klondike summit (ook wel de White pass genoemd). Deze weg gaat hoog de bergen in en geeft indrukken hoe zwaar het vroeger ten tijde van de goudzoekers moet zijn geweest. Al snel hebben we iets gevonden: met een busje en gids, via een Goldrush begraafplaats, omhoog de White pass op. Het stadje heeft ongeveer 1040 inwoners, is erg leuk, erg toeristisch en met ongeveer nog 10.000 medetoeristen (we liggen weer met vier schepen) ook erg druk! ? Als mijn lover een foto staat te maken van het centrum zie ik ineens bij een winkel, waar je excursies kan boeken, een sledehond naast een boom liggen. Ik loop er heen en het diertje kijkt me aan, ‘You can touch him if you want!’ zegt een aardige vent die uit het kantoor komt lopen.

Heb ik even geluk, toch een sledehond! Hij is pas vier jaar en al met pensioen want hij was te zwak voor het harde werken. Nu heeft Max (zo heet ie) een goed leven als ‘huishond’. ? Na de lunch aan boord lopen we terug voor de excursie. Onze gids Bob is een oude baas die alleen ‘s-zomers in Alaska woont.

Hij weet geweldig veel van de natuur en vertelt dit boeiend. Bovenop de pas ligt de grens tussen Alaska en Canada. In 1898 werd er goud gevonden in de Klondike streek in Canada. Dat haalde de voorpagina’s van de kranten in San Francisco en andere grote steden en binnen een paar dagen waren er 100.000 avonturiers en werkloze mannen en vrouwen onderweg. Zij gingen per schip naar Skagway en daar moesten ze de grens over. Er was nog geen weg en de Canadese regering verplichtte iedereen voor een jaar voedsel en nog veel andere benodigdheden mee te nemen: totaal gewicht 1000 kilo. Niet iedereen kon paarden of ezels betalen en dat betekende soms dat men het vijfenvijftig kilometer lange traject tot aan de Yukon River, waar men met zelfgemaakte bootjes verder kon, soms wel veertig keer met porties moest afleggen. In de hoop dat intussen je andere onbewaakte spullen niet gejat werden. Probleem: er zat een hele steile pas tussen, de Chilkoot pas, eerder een trap in de sneeuw. Bovenaan was de grens en daar controleerden de Canadese grenswachten en stuurden iedereen met te weinig eten zonder pardon terug.

Slechts dertigduizend mensen haalden het, vierduizend vonden goud en vijfentwintig werden rijk. Naast de toenmalige trail lopen nu een weg en een spoorlijn naar de top van de bergrug. Met halverwege nog een Amerikaanse grenspost. Hun Canadese collega’s zitten nu 18 kilometer verder. Er tussen: wonderbaarlijk niemandsland.

De tentoonstelling die we vanmorgen bezochten sluit goed aan bij deze excursie en als we ook nog een beer langs de kant van de weg zien lopen dan kan de dag niet meer stuk! Hoewel, we hebben hem niet helemaal gezien.

Het kerkhof is bijzonder: er liggen veel goudzoekers, het was een hard bestaan en de meesten overleden nog voor hun veertigste. ?

Over sommigen, zoals Soapy Smith, een beroepsoplichter, heeft de gids grappige verhalen.

Het zonnetje is intussen goed gaan schijnen. De drukte in het dorp wordt nog groter als de treinen terugkomen die voor 155,00 dollar per persoon (excursie geboekt aan boord!) dezelfde tocht hebben afgelegd als wij maar dan over het spoor.

De ijsverkopers doen goede zaken.

Na het diner maken we in de kou buiten nog een rondje over het dek. Het is hier in Alaska heel lang licht en we varen door een smalle doorvaart met aan weerszijden land met ontelbare bossen. Mijn lover heeft zoals zo vaak zijn kleine camera bij zich en maakt foto’s. Als we naar binnen gaan omdat we het koud krijgen wijst ie op zijn camera, ‘Ik ga deze toch even naar de hut brengen, dan zal je zien dat er straks iets gebeurd en ik geen camera heb.’ ? Maar wat kan er gebeuren op ons vertrouwde rondje: cocktail in de pianobar

en een gokje in het casino. Net voordat we bij de laatste binnen stappen merkt hij op; ‘Even snel nog buiten kijken want ik ben benieuwd of het nu al donkerder is!’ (Voor een indruk; sunrise: 03.45 uur en sunset: 22.20 uur)
Hij schiet naar buiten en natuurlijk ga ik er volgzaam achteraan….? Daar staan wat mensen naar het water te kijken en een kerel roept verschrikt; ‘OMG, what’s that?!?’ Even denk ik dat er iemand overboord is gevallen maar dan zien we het. Het is een moose (soort eland) die hier het smalle gedeelte van het water overzwemt. Het dier zwemt steady door, haalt de overkant en daar staat mijn lover balend zonder camera! ?
Woensdag is thé day, één van de highlights van de cruise: Glacier Bay! Een Nationaal park met in totaal zestien gletsjers waarvan er twaalf spectaculaire formaties van ijs en ijsbergen afzetten in de baai. Het kan alleen door de lucht of over water bereikt worden. Per dag mogen maar maximaal twee cruiseschepen hierin varen. De Ruby heeft vandaag een vaardag met een druk programma. Om 06.00 uur varen we al de Barlett Cove in en komen er rangers aan boord die ons informatie gaan geven over de gletsjers: Margerie Glacier, de Lamplugh Glacier en de Muir Glacier die waarschijnlijk het bekendst is met een lengte van drie kilometer en een hoogte van tachtig meter. Ook varen we door Icy Strait, een prima water voor walvissen! We staan dus weer vroeg aan dek om wildlife te spotten.

Maar helaas geen orca’s die we zo graag willen zien. Het is gelukkig niet zo koud (10 graden) en weinig wind. Bij de gletsjers dobbert het schip een tijdje, draait dan zodat iedereen aan boord een prima zicht heeft en vaart weer verder.

Laten we voorop stellen dat het heel indrukwekkend is maar: na het zien van de gletsjers in Chili/Argentinië valt het ons wat tegen. ? In het water zien we veel zeehonden en zeeotters, die leuke capriolen uithalen en over elkaar buitelen. Zo snel dat de camera ze niet kan volgen! En er zit heel mooi een eagle op een ijsschots.

Als we wegvaren komt de HAL aan.

‘s-Middags glip ik even snel naar binnen voor de wc. Ik hoor een vrouwenstem enthousiast door een microfoon praten. Verderop in de gang is de Fusion bar en daar komt het lawaai vandaan. ? Ik loop er heen en wat schets mijn verbazing: op thé day van de cruise, tijdens de highlights, zit een donkere zaal vol met mensen die naar een dekbedden verkoop kijken! Ik roep mijn lover, die mij natuurlijk niet gelooft, WTF het is ook niet te geloven!

Roel krijgt ook nog even zijn Ansell Adams momentje.

Het zijn vermoeiende dagen aan boord want in de volgende haven, Ketchikan, meren we al om 07.00 uur aan. Vroeg opstaan dus weer want om 13.00 uur vaart Ruby hier weg. In de haven liggen we nu met totaal vijf cruiseschepen! Zeker 12.000 mensen worden in korte tijd over het stadje uitgebraakt en op de kade krioelt het allemaal door elkaar.

De mens is een kuddedier en dat bewijst zich hier nog eens. Gaat er één lopen dan lopen ze allemaal om soms tot de conclusie te komen dat ze bij de verkeerde groep zijn aangesloten. ? Zoals altijd staan hier ook weer allemaal kraampjes met excursies en een vriendelijke kerel spreekt ons aan. We kunnen met een ‘wildlife’ tour mee, garanties om beren en adelaars te zien en ook nog Totem State park bezoeken. Ik zelf had liever naar de Alaskan Lumberjack show gegaan. Aan boord, tijdens de voorlichting over Alaska, werd namelijk een filmpje over deze stoere houthakkers vertoond die zulk zwaar werk doen dat ze daar zelfs geen shirt bij aan kunnen hebben. Het had direct mijn interesse want hoeveel houtsoorten zijn er eigenlijk….? Maar mijn lover lijkt als door een wesp geprikt als hij het woord beren hoort en voordat ik met mijn ogen knipper zijn de kaarten gekocht en zitten we in een busje. ‘Eigenlijk had ik liever naar de houthakkers gegaan.’ zeg ik tegen hem.
Hij kijkt me aan en vraagt verwonderd; ‘Wat moet je daar nou, beetje kijken naar een boom die door midden wordt gezaagd?!’ ? We rijden het dorp uit en bingo: een beer!

Op veilige afstand mogen we allemaal het busje uit en in de verte scharrelt het dier. Een paar tellen later een aantal adelaars in bomen, Wow, die witkop adelaars, het nationale symbool van Amerika, zijn wel erg groot!

Ik zie mijn lover stralen en ach, daar kan dan toch geen stoere houthakker tegenop….? Terug in het stadje sluiten we aan in de polonaise die door het centrum loopt. We schuifelen door het ‘Redlight District’, Creek street, waar ooit Thelma Dolly Copeland beroemd werd als Dolly met haar huis van plezier. ‘Waar mannen en zalmen de rivier omhoog komen om hun zaad te lozen’ zegt het bord aan de zijkant.

Zij werd geboren in 1888 in Idaho en na een ongelukkige jeugd kwam ze op haar achttiende in Ketchikan terecht waar ze al snel in de gaten had dat zij zich liggende goed staande kon houden! Tegenwoordig is haar huis een klein museum waar de over het algemeen preutse Amerikanen giechelend bij op de foto gaan. Verder langs de winkeltjes die extreem dure prijzen hanteren. Maar geef ze eens ongelijk: het seizoen duurt hier slechts vijf maanden en iedere week komen er van dinsdag tot en met vrijdag minimaal vier cruiseschepen per dag: ping, ping, kassa. Het dorp is trouwens ook bekend om haar grootste verzameling totempalen ter wereld.

Terug aan boord gaan we op het achterdek lunchen, de lucht is helemaal opengetrokken en het zonnetje doet zijn best. ‘Zullen we boven nog een rondje lopen als we uitvaren?’ vraag ik mijn lover. Het uitzicht is mooi.

Dan gaan we op naar de vijftiende verdieping en zien nog twee cruiseschepen zich klaarmaken voor vertrek. We zijn los en langzaam vaart Ruby van de kade weg. ‘Wat zijn we groot vergeleken met de schepen van de HAL!’ zeg ik tegen mijn fotograferende lover.

Een man spreekt ons aan; ‘Did you see that, orca’s! I think there are five!!’ ? En dat is dan weer zo’n verschil tussen mijn lover en mij: hij is gelijk enthousiast terwijl ik denk; ‘Natuurlijk man, vijf orca’s in de haven, koekoek!’ We staren over de reling in de richting die de kerel aanwijst en het is waar!

Ze komen iets boven, halen adem en het water blaast omhoog terwijl de zwart/witte lijven in het water glinsteren en onder zijn ze weer. ‘Waar zijn ze, waar zijn ze?’ roept mijn lover opgewonden. Ik zie ze niet meer maar er vaart nog een klein bootje en daarop zit iedereen ook te kijken. ‘Hou het bootje in de gaten volgens mij hebben die ze in de peiling.’ roep ik terug. Inderdaad het bootje dobbert vlakbij de plek waar ze weer boven komen. Super mooi is dit en van opwinding roep ik; ‘Joehoe, joehoe!’ en spring in het rond. Mensen die nietsvermoedend voorbij lopen kijken vreemd naar ons. ‘Look at the water, orca’s!’ En je ziet de mensen denken: ‘Natuurlijk, die zijn gek!’ Een enkeling gaat ook kijken maar er zijn er ook die voorbij lopen. ?
‘Naar beneden, naar beneden, we gaan naar zeven dan zitten we dichter bij het water!’ roept mijn lover en zoals ie het roept lijkt het alsof we op de zinkende Titanic zitten. Voor ik kan antwoorden is hij al op weg naar de liften. Op zeven sprinten we uit de lift in het voorbij gaan tegen mensen roepen dat er orca’s in het water zwemmen. Nee, ik herhaal het niet maar je ziet mensen denken. ? Buiten gekomen hangt een stelletje tegen de reling, op onze opgewonden vraag of ze de orca’s hebben gezien antwoorden ze heel rustig; ‘Yes, we did.’ ? Dit is toch heel bijzonder en we speuren neurotisch het water af. Het stelletje bekijkt ons van een afstand….Ineens zie ik ze weer, water blaast omhoog en ik tel: het zijn er vijf!

‘Daar, daar, daar!!!’ roep ik hard tegen mijn lover, die zijn telelens in de aanslag heeft en klik, klik, klik doet de camera. ‘Hoorde je hoe ze deden toen ze boven water kwamen, pffft, pffft, pffft zo’n geluid!’ gil ik uitgelaten. Inmiddels zijn er meer mensen gekomen en zijn we gelukkig niet de enige meer die ons vreemd gedragen. Sommigen gaan klappen, anderen slaan de armen om elkaar of gaan juichen. Nu horen we ook de stem van de kapitein het nieuws omroepen en het schip mindert vaart. De orca’s blijven echter achter en als we ze niet meer kunnen zien dan gaan we naar binnen. En ook nu weer verbazend: er zijn gewoon mensen die niet naar buiten zijn gekomen en bij de bingo zitten! ? ‘s-Avonds is het weer formele avond en als we staan te wachten voor een tafel kijken we om ons heen. Het is wederom bedroevend lachwekkend, er is zelfs een koppel met rugtassen!

‘Ga dan lekker in het buffetrestaurant eten.’ zegt mijn lover. Ik ben het met hem eens en misschien in deze wel overdreven maar formeel is formeel en anders doe je niet mee want het is niet verplicht om in de ‘formele restaurants’ te eten. ? Als ze gewoon toegelaten worden in het restaurant zijn we vol verbazing. ‘Dit had bij de HAL toch niet gebeurd!’ mopper ik. Dan zijn wij aan de beurt, ‘Two to share?’ vraagt de kelner en loopt met ons het restaurant in en ineens ben ik er zo klaar mee en zeg in mijn beste Engels heel zoetsappig maar vastberaden; ‘Oh meneer, wacht even we willen alleen maar aan een tafel zitten met people who are well dressed en niet met een backpack.’ ?? Hij kijkt ons aan en na een kleine discussie komen we aan een tafel voor twee te zitten. En dat ben ik, ik kan er dan nog zo lekker over napraten. ? ‘Stop nu maar, het is niet anders en je moet niet vergelijken.’ zegt mijn lover. Als we later in de pianobar een drankje doen en hij mee neuriet met ‘You’ll never find another love like mine’ van Lou Rawls kijk ik naar hem en denk; ‘Okay, je moet niet altijd vergelijken maar: every love story is beautiful but ours is my favorite.’ ❤

Vrijdag vaart Ruby ons naar Victoria op Vancouver Island waar we pas rond 19.00 uur aan zullen meren dus een easy dag op zee met een zonnetje dat er zin in heeft!

Ik speel eeecht niet vaak in het casino maar wie schetst mijn verbazing als er ‘s-morgens een persoonlijke brief in het postvakje van de hut ligt met een aanbieding van 75,00 dollar goktegoed bij een volgende cruise.?

De kade in Victoria ligt buiten het centrum. Ook hier weer een drukte met nog twee cruiseschepen. Als we naar het centrum lopen lijkt het wel de vierdaagse in Nijmegen! ?

Het is koud en aangezien wij hier volgende week met de camper toch weer komen houden we het na een kort rondje centrum voor gezien en springen in een taxi. Aan boord doen we boven in de nachtclub nog maar een drankje want het casino is helaas gesloten als we in de haven liggen. Rond middernacht vaart Ruby richting Seattle waar onze cruise er morgen op zit.
Het was een super mooie maar vermoeiende route naar Alaska en de Ruby Princess een pracht schip met een lieve Kleonard die ons verraste met een hele grote zak chocolaatjes op het bed.

Morgen lekker weer terug naar het campergevoel. ?

Sleepless in Seattle

Vanuit Gig Harbor rijden we zondagmorgen naar Seattle. Onze ervaring leert dat het in een grote stad lastig is om een parkeerplaats voor de hut te vinden, laat staan een campground. Via de Amerika site hebben we een tip gekregen: de KOA camping in Kent, net buiten Seattle en een bushalte voor de deur.

We arriveren er rond twaalf en besluiten: vandaag doen we niet veel want de komende dagen worden druk genoeg in de stad. De volgende dag stappen we in de bus van 09.30 uur en na een redelijk korte rit nemen we bij SeaTac Airport de lightrail (metro) naar het centrum.

Prima verbinding en binnen een klein uur zijn we middenin de Seattle. ? Heel raar als de lightrail die eerst als trein op een viaduct rijdt, vervolgens als tram door een voorstad rijdt en uiteindelijk bij Seattle in een metrotunnel komt waar ook bussen rijden. Alles door elkaar.

We komen boven bij Westlake en via warenhuis Nordstrom, even een quick look op de schoenen ?, gaan we naar de straatkant. ‘Eerst een koffie!’ roep ik als ik een Starbucks zie en steek de vrijwel lege straat over. Een auto gaat op zijn rem en de bestuurder zwaait (althans dat denk ik) echter de volgende auto rijdt gewoon door en maakt ook wat gebaren….? Als we over zijn gestoken zien we pas het stoplicht en ja, dat is hetzelfde als in Nederland: bij rood stop je! ? We moeten vreselijk lachen om onze eigen dommigheid, ‘We zijn de grote stad ontwend!’ lacht mijn lover. Na de koffie/thee gaan we naar Pike Place Fish Market. Roel is eerder hier geweest en heeft hele verhalen over deze markt waar de verkopers een act opvoeren met vis gooien. Het is een super leuk schouwspel wat ze ervan maken. Er wordt een vis gekocht, dat wordt rond geroepen, de vis wordt gepakt en naar de inpakkers/kassa gegooid en wanneer er betaald is roepen ze in koor; ‘The fish is paid!’ Natuurlijk is het een verkoopact maar genieten! ?

Roel zijn mopje: Er zijn twee dingen die ruiken naar vis. Eén ervan is vis….?

Verder is de markt zoals ik ze graag zie: rommelig met leuke, maar veel te dure, kramen en eetzaakjes. Zoals een pond druiven voor bijna 9 dollar….

We zien veel groepen mensen lopen met een stickertje met een schip op hun kleding. Die zijn vast met een cruise en nu aan wal voor een excursie. Benieuwd welk cruiseschip er ligt lopen we naar een uitzichtpunt op de haven en zien de Holland America Line liggen. ‘Die gaat zeker naar Alaska, je zou er toch maar een cruise naar maken!’ zegt mijn lover. Beneden de markt is een steegje bekend om zijn ‘kauwgomwanden’. Jakkes, wat is dit vies! ? Dit moet wel een hele gekke selfie opleveren!

We vertrokken vanmorgen met kou en regen maar ineens verschijnt de zon. In een soort snackbar kopen we een broodje zalmvisburger (de specialiteit van hier) en eten dit aan de waterkant op. Meeuwen vliegen boven de mensenhoofden en sommige hebben waarschijnlijk al eens een voltreffer gehad. ?

De regenjassen verdwijnen in de tassen en nu het toch mooi weer is geworden gaan we naar het symbool van Seattle: the Space Needle. Geplaatst in 1962 ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling. Hij is 184 meter hoog en dus net een meter korter als de Euromast in Rotterdam. Om er te komen wandelen we door de stad en voor het laatste gedeelte pakken we de monorail. We kopen een combiticket voor dag en avond zodat we vanavond nog een keer omhoog kunnen om de verlichte stad te bewonderen.

De toren is in renovatie en er wordt hard gewerkt aan een glazen wand, gedeeltelijk glazen vloer en draaiend restaurant. Door de verbouwing is het platform gedeeltelijk dicht maar het uitzicht is er niet minder om.

Mijn lover wil the Needle vanaf een hoger gelegen gedeelte fotograferen en na wat puzzelen op internet heeft hij het gevonden: op een heuvel ligt het Kerry Park. Het is een stuk uit het centrum dus we nemen de bus en bewonderen het mooie uitzicht.

‘Nu terug naar de waterkant!’ roept ie maar hij kan me wat en ik zucht; ‘Eerst wat drinken en zitten want mijn voeten hebben er even genoeg van!’ ? Ik ken hem een beetje, hij gunt zichzelf geen rust en blijft gaan. ‘Ok, nu je het zegt merk ik ook dat ik dorst heb!’ zegt ie. ? Na de pauze opnieuw de bus en naar de Fish Market. Het is inmiddels rond 18.00 uur en helaas de meeste kramen zijn aan het opruimen of al dicht. .

Hier zit de oudste en eerste Starbucks van Amerika, anno 1971.

We wandelen door naar de waterkant waar de ferry’s naar Bremerton en Bainbridge vertrekken.

De skyline wordt hier gedomineerd door een twee verdiepingen hoge snelweg: The Alaskan Highway.

Er zitten ook allerlei leuke restaurants en bij één ervan eten we een lekker vissie. Rond 20.30 uur willen we terug zijn bij the Space Needle zodat mijn lover aan de slag kan met zijn camera. Het is best een stuk lopen en als we een taxi zien dan zijn we snel klaar: instappen maar! Bij avond is het uitzicht nog mooier met al die lichtjes en hij leeft zich uit: het resultaat mag er zijn. ?

Boven op het platform loopt een knul met zijn telefoon en microfoon. Hij hoort me praten, vertelt dat hij een  vlogger is en vraagt waar ik vandaan kom. In de microfoon doet ie uitgebreid heel populair verslag van alles. Dan komt de vraag over drugs want in Nederland mag dat toch! Dus iedereen doet het en waarom wij dan niet? Als hij wegloopt hikt mijn lover lachend; ‘Die heeft drie volgers: zijn moeder, zijn zus en zijn psychiater! ?

Het is inmiddels twee uur later en tijd om terug te gaan. Om bij de metro te komen moeten we een stuk door het centrum. Ook Seattle heeft een heel hoog gehalte zwervers/daklozen, veel leven in tentjes middenin de stad langs de snelweg. Ik heb er naar geïnformeerd en deze mensen kunnen gewoon hulp (onderdak en uitkering) krijgen maar willen dat niet omdat ze zich dan aan de regels moeten houden en geen alcohol en drugs mogen gebruiken. De camera’s gaan in ieder geval allemaal in de rugzak: dat voelt toch iets prettiger. ? Als we bij SeaTac Airport op de bus staan te wachten stopt er een auto en een schaars geklede ‘dame’ stapt uit en gaat bij de bushalte zitten wachten: op een volgende klant of de bus. ? Ik kan daar zo lacherig van worden want daar staan wij: braaf in onze regenjassen, stevige stappers en rugzak op de rug. De dame zegt kattig tegen mijn handsome; ‘Heb je nog nooit een vrouw gezien?’ en gaat vervolgens uitgebreid haar make-up bijwerken. Als we in de bus zitten merkt hij op; ‘Had zij nou een blauw oog?’ Grinnikend antwoord ik; ‘Nee lieverd, dat was haar oogschaduw!’ ? Na middernacht komen we versleten op de campground waar iedereen al in diepe rust is. We doen nog een wijntje en sturen een mailtje naar Panta reisbureau in Rotterdam. ? Ons plan: thuis hebben we al eens in de reisboeken gesnuffeld voor een cruise Alaska en na het zien van het schip vandaag zijn we toch weer nieuwsgierig geworden want varen door de Glacier Bay en de Inside passage lijkt ons waanzinnig. Wat mij ineens doet denken aan onze Zuid Amerika cruise: het weer was goed en ’s avonds riep de kapitein een aantal keer om; ‘Als de weercondities zo blijven dan hebben we geluk en varen morgenochtend vroeg rond 05.00 uur om Kaap Hoorn!’ Heel bijzonder en naast de Falklandeilanden het hoogtepunt van deze cruise. Wekkertje gezet en daar stonden we heel vroeg te genieten van al het moois! ?
Rond 09.00 uur zitten we te ontbijten en een Duits echtpaar naast ons vraagt; ‘Weten jullie hoe laat we bij Kaap Hoorn komen….?’ ? Zo kan het gaan….
Maar terug naar de camper; na een kort nachtje lezen we het antwoord van het reisbureau. Ze willen graag een reis verkopen maar kunnen we niet beter in Amerika boeken: is dat niet veel goedkoper? Op internet zoeken we een reisbureau in de buurt, doen ook gelijk wat huiswerk en met onze informatie komen we bij deze vriendelijke dame terecht. Ons wensenlijstje is niet zo groot: vertrek aanstaand weekend vanuit Seattle of Vancouver, cruise Inside passage Alaska, 1 week en het liefst met de HAL. Roel laat zien wat we zelf gevonden hebben en Sam (zo heet ze) gaat aan de slag.

Ze ziet er niet alleen voortvarend en ervaren uit maar is het ook! Na wat puzzelen, adviseren en bellen is het haar na anderhalf uur gelukt. ? Het viel niet mee op zo’n kort termijn: de HAL had geen plaats meer dus Sam adviseerde de Princess line. Die had gelukkig nog enkele hutten vrij maar toen wilden we gaan boeken! De dame van de Princess line stuitte op een aantal bezwaren: hebben wij wel geldige papieren zoals een VISA (Amerika) en ETA (Canada) en een paspoort (Nederland), wat is ons adres in the States en hebben we een credit card…. ? Sam stond haar vriendelijk maar kordaat, met de van ons gekregen informatie, te woord met als resultaat: vertrek negen juni vanuit Seattle met de Ruby Princess voor één week Inside passage Alaska. ? En dan komt het verschil tussen mijn lover en mij of misschien wel tussen alle mannen en vrouwen. ? Want terwijl ik denk; ‘Ieuuuuw, ik moet dan nog naar de kapper, ligt er in de camper eigenlijk wel een koffer/tas om mee te nemen en we hebben helemaal niets bij ons voor de gala avond (avondjurk, colbertje en stropdas)….Zegt hij ontspannen; ‘Zo dan, lekker toch die cruise!’ ? Als we naar buiten lopen vraag ik hem; ‘Hebben wij die grote tas bij ons of is die ook bij Han gebleven?’ Mijn lover kijkt me aan alsof ik iets heel geks vraag en antwoord dan; ‘Nee, alles is bij Han achtergebleven, maar het kan toch gewoon in een plastic zak.’ ? Voor wie de serie familie Kruys (Linda de Mol) kent; mijn lover en ik worden wel eens vergeleken met het stel uit deze serie: Bette en Johan. ? En op momenten zoals deze snap ik dat helemaal! Naast het reisbureau zit een kapsalon en ik maak een afspraak voor de volgende dag. ‘Mooi, dan ga ik naar de garage voor de banden.’ zegt mijn lover. Ons plan om met de camper naar Alaska te gaan staat nog steeds en de banden moeten inmiddels worden vervangen. We hebben nu tot zaterdag ineens een paar ‘wachtdagen’. Terug op de camping informeren we of we de camper hier een week kunnen stallen. Zij vragen echter hetzelfde bedrag per dag als dat we erin zouden zitten! Dan maar op internet kijken of we voor minder geld een stalling kunnen vinden. ?De volgende morgen wordt ik bij de kapper afgezet en Roel gaat naar de garage. De banden zijn gisteren besteld en zodra ze vanmorgen binnenkomen worden ze gemonteerd. De kapsalon is van drie Vietnamese dames en één gaat aan de slag met mijn haar.

Ik schreef het al op Facebook: het was hilarisch. De kapster spreekt net zo goed Engels als ik en probeer dan maar uit de kleur te komen. Inmiddels is mijn haar door de zon ook allerlei tinten geworden dus….? Oh, wat mis ik Han, die weet zonder iets te zeggen wat ik bedoel! ? Ze trippelt achter me langs en haar behendige vingers gaan met een kleurstaal aan de gang en ze zegt; ‘Okay, I cover, I cover, it come ok! You hair I make nice!’ Ze gaat aan de slag en als ik vertel dat ik in Vietnam ben geweest roept ze dat tegen de andere kapsters. ‘You like, you,like?’ vragen ze opgewonden. Met zachte giechelende stemmetjes babbelen ze in het Vietnamees tegen elkaar. ‘We like you, you very thick hair, nice, nice.’ vertaalt de kapster en ondertussen gaan haar handen onverstoorbaar door. Ik weet totaal niet wat ze allemaal aan het doen is en zit overgeleverd in de stoel. De verf gaat erop en ik moet wachten, ‘You wait long, long time!’ zegt ze en gaat de volgende klant helpen. Ik neem maar een tijdschrift om te lezen en ineens hoor ik haar giechelend roepen; ‘You come for wife, I make pretty!’ Daar komt mijn lover de zaak in, hij lijkt een reus naast de bevallige kleine kapster, en vraagt; ‘Is het nog niet klaar?’ Nou leg dat maar eens uit want ik heb ook geen idee. ? De banden zijn nog niet binnen en hij komt even kijken. Naast de salon zit een AT&T (belwinkel) en daar hij vragen heeft over het internet in Canada gaat ie daar maar eens buurten. Mijn haar wordt uitgespoeld en de kapster gaat nu met folies aan de slag.

Het is een kunst hoe rap ze werkt! En dan moet er natuurlijk weer iets vreemds gebeuren….? Laat ik voorop stellen dat ik in mijn blog politiek, huidskleur, geloof, gewicht of sex geaardheid niet wil beoordelen of veroordelen: Er stappen twee gesluierde moslima’s de salon in. Met mij erbij zitten er drie vrouwen in de kappersstoel. ‘Can I help you?’ tsjilpt de Vietnamese kapster. De moslima’s willen weten of er een apart gedeelte is waar zij kunnen zitten. Het is even een taalbarrière tussen de drie maar dan begrijpt de kapster het en schudt nee: er is geen apart gedeelte. De moslima’s houden vol en willen toch achter zitten maar het kapstershoofdje blijft nee schudden. Na overleg vragen ze vervolgens of er ook mannen in de kapsalon komen. Dat kan de kapster niet beloven, ‘Come man and than woman, can be, can be, busy, busy. You want wait?’ Ze haalt de dames over en die gaan zitten wachten terwijl ze schuw om zich heen kijken. Als ik naar ze glimlach breekt het ijs een beetje, wat niet zo vreemd is want ik zie er vast lachwekkend uit met al die folies. ‘Come, come, I go wash, zegt de kapster, ik wordt wederom gespoeld bij de wastafel en dan hoor ik hem! Mijn lover komt weer binnen: 1.92 meter, Zweeds blond haar ? en vraagt met luide stem; ‘Hello, how is my wife doing?’ Als mijn haar uitgespoeld is en ik weer op mijn plekkie zit zijn de moslima’s verdwenen. De kapster giechelt er maar om; ‘They no man, no man want!’ ? Na drie uur ben ik eindelijk klaar en blij met het resultaat. Maar allemachtig ik heb nog nooit zo lang in een kapsalon gezeten.

Een stuk verderop zijn meer winkels en ik sleep mijn handsome mee voor een colbert. Hij laat het gedwee over zich heen komen, pakt een stropdas en zegt; ‘Dan ook maar deze echte want de denkbeeldige strop zit om mijn nek en wordt steeds door jou aangetrokken!’ ? Ik kan zoveel inzicht alleen maar waarderen! ? We kopen gelijk ook een ruime tas om de kleding mee aan boord te nemen. ‘Wat een toestand voor één week cruise!’ moppert mijn lover er vrolijk op los….’Nu zijn we toch zeker wel klaar?’ We rijden terug naar de ‘bandenboer’, daar zijn de banden inmiddels binnen en worden gemonteerd.

Nog twee dagen te gaan voor vertrek met de cruise! Donderdagmiddag gaan we terug naar Seattle: we hebben nog niet alles gezien, mijn lover wil ook avondfoto’s vanuit het Kerry Park maken en heeft een fotospeciaalzaak nodig. Op mijn schouder zit een denkbeeldig poppetje dat steeds roept; ‘Je hebt geen schoenen met hakken voor de cruise!’ ? Vanaf de campground eerst de bus en dan de metro, dit keer stappen we bij International District Chinatown uit.

We komen boven en er staat flink wat politie. ?

Zwervers en vreemde types lopen op straat, er staat een kerel tegen iedereen en alles te schreeuwen, een ander trapt een paar huurfietsen omver: not the kind of Chinatown we want! We lopen een paar blokken en gaan door (de concentratie van zwervers is echt heel hoog)

tot we bij station Pioneer Square komen. Hier start de Seattle Underground tour, een netwerk van ondergrondse gangen en kelders in het hart van Pioneer Square die op de begane grond lagen toen de stad halverwege de 19e eeuw werd gebouwd. Een meubelmaker veroorzaakte per ongeluk een brand en veel houten huizen gingen in vlammen op. De herbouw moest van steen zijn en ook hoger gelegen daar dit gedeelte van de stad bij vloed regelmatig onder water kwam te staan. Maar ja, vijf meter ophogen: hoe doe je dat? Men besloot in de heuvels grond met water te mengen, dat naar beneden in de straten te laten stromen en dan te laten opdrogen. Vijf meter, laag voor laag, het duurde tien jaar. De business moest natuurlijk die 10 jaar wel doorgaan en er ontstonden steegjes tussen de afscheidingsmuren die de modder scheidden van de fundamenten. Toen ze hun gebouwen reconstrueerden, wisten kooplieden en verhuurders dat de begane grond uiteindelijk ondergronds zou zijn en de volgende verdieping hoger zou de nieuwe begane grond zijn, dus er is weinig decoratie op de deuren en ramen van de originele begane grond, maar een uitgebreide decoratie op de nieuwe begane grond. Nadat de straten waren opgehoogd, raakten deze ruimtes in onbruik, maar zijn de afgelopen decennia een toeristische attractie geworden.

Na deze leuke en leerzame tour lopen we richting het winkelcentrum, we komen er niet echt uit en vragen aan een paar dames de weg. Eén of andere kerel gaat zich er mee bemoeien, hij woont hier en wil ons helpen: tegen betaling uiteraard! We bedanken hem vriendelijk en lopen door. Hij begint te schelden en maakt ons voor van alles uit, als we gewoon doorlopen alsof die niet bestaat, gaat ie steeds harder en lelijker schelden.
Maar het maakt mij niet uit want ik ben op een missie: schoenen scoren ?, alleen mijn lover weet dat nog niet, zijn doel is de fotospeciaalzaak. We komen voorbij warenhuis Macey’s en ik roep; ‘Stop, even snel naar binnen voor een quick scan bij de schoenen!’ Hij kijkt me aan en zegt zuchtend; ‘Dat meen je toch niet, Imelda Marcos?!’ Er staan gelukkig ‘vermoeide mannenbankjes’ en hij ploft neer, zijn telefoon erbij en een spelletje crushen: die is even zoet. ? Ik loop genietend langs de schoenen en zie heel veel beeldige en sommige ook nog in de aanbieding! Met een verzameling loop ik naar de verkoopster voor mijn maat om uiteindelijk met een stapel dozen bij mijn lover te gaan zitten. ‘Zo, is het gelukt, gaan dat ze worden?’ ? Ik kijk naar de dozen en denk; ‘Huh, dit is om te passen!’ De vriendelijke verkoopster helpt kiezen want aan mijn lover heb ik niet veel, ‘We gaan naar Alaska hoor wat moet je dan met hakken?’ vraagt ie verwonderd. ?

Nu snel op naar de fotozaak voordat die om 19.00 uur sluit. Als alles daar is gelukt nemen we de bus terug naar the Fish Market om te gaan eten. Een hond hebben is trouwens een behoorlijke klus, voor het uitlaten  moet je een eind de stad uit, of naar deze piepkleine honden-uitlaatveldjes.

‘Ik ben zo blij met mijn schoenen!’ zeg ik keer op keer tegen een niet begrijpende  lover. Ik wil mijn blijdschap met iemand delen maar Nederland slaapt dus in de bus maak ik een foto van mijn schoenen en stuur die naar Han met de vraag erbij; ‘Vind je ze niet geweldig voor de cruise?’ ? Ik weet hij houdt ook van bling bling dus wacht gespannen op zijn reactie en die volgt: ‘Ja leuk!! Maar had je niet beter kaplaarzen of snowboots kunnen nemen?’ ? In het restaurant hebben we nog net een tafeltje aan de raamkant. We kijken uit op de haven en hoe spannend is dit: zaterdag varen we hier weg!

Bij het naar buiten lopen valt ons oog op een smal bordje op de rand van de bar. ‘Hier zat Tom Hanks  in de film Sleepless in Seattle’.

Na het eten gaan we naar Kerry Park waar het inmiddels donker is. De camera van mijn lover klikt ontelbare keren en hij is helemaal happy.  Hij is fan van Grey’s Anatomy, de serie die zich hier afspeelt en altijd begint met mooie Seattle beelden.

Dan de bus terug naar Westlake om vandaar de metro te nemen tot het vliegveld. In de metro checken we het busschema naar de campground, als we geluk hebben halen we hem nog anders moeten we een uur wachten. ? We rennen uit de metro, over het perron, naar beneden, over een loopbrug en nog een klein stuk naar beneden…. Zien de bus staan maar net voordat we beneden zijn rijdt ie weg. ?
Het is inmiddels rond middernacht, de afstand tot de campground is zo’n zeven kilometer, niet echt een lekkere nachtwandeling dus we scoren maar een taxi. Vrijdag is klusdag: wassen, tas inpakken en camera’s verzamelen. Morgenochtend de camper naar de stalling brengen en rond 13.00 uur melden bij de cruiseterminal waar de Ruby Princess op ons wacht. ?

Verborgen parels….

Campground Beverly Beach is groot met veel plekken maar hoe rustig hebben we hier geslapen zonder generators! ?

Het belooft vandaag beter weer te worden en vanuit de camper zien we al vroege wandelaars op het strand. Ze hebben wel dikke jassen aan en sommigen zelfs een muts op. ? De korte broeken blijven in de kast en het gaat dus weer een lange broek worden. In verband met het drukke weekend (Memorial Day) zijn we wat voorzichtig met onze route. Het is is hier schitterend langs de kust en er zijn veel campgrounds: waarom zouden we veel verder gaan? We rijden door Lincoln city, een gezellige winkelstraat met heel veel bureau’s waar je een walvistocht kan boeken.

Er komt net een parkeerplaats vrij en die pikken wij gelijk in. ? Eerst op zoek naar de koffiebar. Terwijl we staan te wachten vertelt de vriendelijke ‘koffiemeneer’ dat er vanaf de kant walvissen te zien zijn, het gaat om de grijze walvis. We doen ons ‘bakkie’ buiten in de hoop iets te zien maar helaas. Na wat winkeltjes in en uit te zijn gegaan en het kopen van een paar super leuke crocs

(niet de keus van mijn husband want die vind het afschuwelijke veel te dure plastic slippers ?) rijden we verder. Na een paar kilometer zien we een viewpoint, bij het bord staat dat vanaf hier walvissen te zien zijn. Vooruit, een tweede poging! Het is inmiddels ook al lunchtijd en ik maak iets lekkers te ‘snavelen’, mijn lover gaat de foto’s voor het reisblog uitzoeken en ineens: een grijze walvis voor de kust!

Wow, snel naar buiten om te kijken! We staan lange tijd te genieten en oeps, dan is het al rond 14.00 uur. Na overleg rijden we naar Cape Kiwanda, wat een drukte is het hier! Er is een campground tegenover het strand maar we gaan eerst naar the beach. Je kan met de auto het strand op rijden maar gezien ons laatste ‘zandavontuur’ bij Han ? zijn we wat voorzichtig! We wandelen een stuk over het strand en klimmen de duinen omhoog voor het uitzicht.

Vreemd dat mijn lover en ik vanaf boven geheel iets anders waarnemen. Zal wel een fotografisch dingetje zijn.?

De campground heeft nog net één plekje maar 65,00 dollar voor dry camping (zonder water, afvoer en elektriciteit) vinden wij echt te gek dus we trekken verder. Er volgt nog een campground en die durft zelfs 75,00 dollar voor dry camping te vragen. Wel geeft de medewerkster een tip: verderop in het plaatsje Woods, is een oud vrouwtje die op haar terrein wat plekken heeft voor caravans en campers. We komen daar en inderdaad ze heeft nog een plaats vrij, prima ligging met volledig hook-up en slechts 25,00 dollar. ?

Zondagochtend is easy, we ruimen wat op, draaien een was en gaan dan op pad. Het lijkt alsof iedereen vandaag erop uit trekt en het is flink druk. Na een paar stops bij uitzichtpunten

komen we in Cannon Beach. Hier moesten de deelnemers aan ‘Wie is de mol 2017’ een opdracht op het strand uitvoeren. In het centrum is het stapvoets rijden en de campground heeft, zoals we al vermoeden, geen plaats meer. Richting Seaside zit Circle Creek RV resort en die zou nog wel plek hebben.
Er komen nog twee campers aan waarin Nederlanders zitten, twee echtparen, en met hen rijden we op naar de genoemde campground. Als we daar bij de receptie staan te wachten merkt één van de dames op; ‘Oh, is het jullie eigen camper, we dachten dat je die hier gehuurd had en voor de lol een NL kenteken erop had gedaan….’ ?

Er zijn momenten dat mijn lover en ik weten wanneer we beter niets meer kunnen zeggen! Ook hier alleen maar dry camping plekken vrij, voor ons is dat prima. De volgende morgen besluiten we om nog één nacht te blijven en vandaag Cannon Beach en Seaside te bezoeken. Maar eerst op zoek naar het dumpstation. Wat blijkt: dit RV resort (zoals ze zich zelf noemen) heeft er geen! ? Dus bij een inmiddels vrij gekomen hook-up plek parkeert Roel onze hut en gaat water bijvullen. Daar komt de receptioniste op hoge poten aangelopen en zegt kattig; ‘Het is verboden om water bij te vullen als je op ‘dry camping’ hebt gestaan!!!’
Zo dan, die is akelig….? Mijn lover legt uit waarom hij dit doet waarop zij zegt; ‘Jullie moeten nu tien dollar betalen voor het water!’ Dat we net twintig seconden water staan te tanken gelooft ze niet want volgens haar staan we al tien minuten of langer. Er volgt een discussie en mijn lover maakt zijn verontschuldigingen. Als we de poort uitrijden staat ze de vuilnisbakken na te kijken, ‘OMG, zal je zien krijgen we ons vuilniszakje ook terug!’ zeggen we tegen elkaar. ? Ze steekt haar hand op en Roel drukt het raam naar beneden. Zij zegt echter niets, mijn lover wel; ‘Het is jammer dat je zo reageerde want nu heb je tien dollar willen verdienen aan water, die je trouwens niet hebt gekregen.
En inkomsten voor vanavond loop je ook mis want wij komen niet meer terug!’ That’s my baby, tsjakka. ???
We rijden het kleine stuk terug naar Cannon Beach en op de speciale RV parking laten we de hut achter. Vandaag is het Memorial Day en dat is te merken: wat een mensen op straat.

Winkelen kan soms zo zwaar zijn….

Maar wat doen de Amerikanen dan op zo’n dag? Gewoon vragen en je komt erachter. ? Ze eren de gevallen militairen maar ook andere overledenen door bloemen bij een memorial punt of begraafplaats te leggen. Soms is er een extra aandachtspunt zoals deze laarzen/schoenen met een vlaggetje waarop een naam en overlijdensdatum staat,

deze soldaat is al in de tweede wereldoorlog gesneuveld. Verder is het een vrije dag die ze met familie en vrienden doorbrengen en zoals hier op het strand veelal met BBQ.
De temperatuur is vandaag iets beter maar vergeleken met de temperaturen in Nederland die we in de krant zien is het hier koud! Na ons koffie avontuur

(zie het verslag “De bruine beleving”) wandelen we over het strand, mijn lover fotografeert en ik zie hem genieten.

Terwijl ik naar hem kijk kan ik dan ineens zo blij worden dat hij hier loopt want hoe slecht was hij er in november 2016 aan toe toen hij voor de tweede keer in twee maanden een open hartoperatie moest ondergaan. Nog hoor ik de stem van de IC-verpleegster toen ze vertelde dat ie met spoed terug naar de OK was gebracht omdat het niet goed met hem ging….?  Mijn lover komt op me afgelopen ‘Wat kijk jij nadenkend, is er wat?’ vraagt ie. Ik geef hem een zoen en zeg; ‘Die is voor jou omdat je in mijn leventje bent!’ En dat is zo easy aan hem, hij kijkt me aan terwijl ie zegt; ‘Gek wijf, maar lekker wel mijn gekke wijf!’ ? Terug lopen we door de winkelstraat en eten op een terrasje een vissoep en garnalen. Daarna rijden we door naar Seaside maar hier is geen echt centrum te bekennen dus laten we het voor wat het is en gaan richting Mount Saint Helens. Een vulkaan in Skamania County, waarvan de top ooit 2950 meter haalde maar na een uitbarsting in 1980 meet deze ‘slechts’ nog 2550 meter. Bij deze dodelijke en verwoestende uitval (de ergste in de Amerikaanse geschiedenis) kwamen 57 mensen om het leven en een gedeelte van de berg stortte in. Tot in de wijde omgeving werden bomen als lucifershoutjes platgegooid en alles gezandstraald over een oppervlakte van ongeveer 600 vierkante kilometer.
In Castle Rock vinden we in Seaquest State Park een prima campground middenin het bos. We maken een vuurtje en mijn chefkok gaat aan de slag met de voorbereiding voor het eten terwijl ik op het vuur moet letten.

Prima job voor deze Cheryl: wijntje erbij en af en toe gooi ik voorzichtig een blok hout erop. Net als ik dat weer doe komt mijn lover uit de camper, ‘Wat doe je dat raar, ben je bang voor het vuur?’ Ik moet vreselijk lachen en zeg; ‘Nou dat niet maar kijk naar mijn wijde mouwen, als die vlam vatten dans ik als een soort Boney M door het bos!’ ? De pakketjes met kabeljauw gaan op de BBQ en het resultaat mag er zijn! ?

Het is weer een koude nacht en bij het ontwaken ons vertrouwde ritueel: even snel uit bed, kachel aandoen en wanneer het warm is pas eruit voor ontbijt!
Als we op de weg naar Mount Saint Helens rijden zien we ineens een bord staan: ‘road closed’. Wat zou dat nou zijn? Het wordt ons niet helemaal duidelijk, er zijn drie passen dicht maar die hoeven wij niet te hebben….? We rijden dus maar door over een weg waarvan het asfalt steeds slechter en slechter wordt. En dan bovenaan bij de laatste afslag is ie dicht en niemand te bekennen in het parkhok van de ranger. Wel zien we veel sneeuw langs de weg dus dit zal de  oorzaak zijn. Ok, dat is balen zeg!

Helaas er zit niets anders op dan dezelfde rottige asfaltweg terug te pakken. We hebben vandaag heel veel kilometers gemaakt voor niets! Eind van de middag komen we in Rochester en langs de weg ligt een RV park. Het heeft alles tegen: langs de weg en het spoor, heel veel vaste bewoners met troep, en de prijs….? Maar we hebben geen puf meer om door te rijden dus gooien alle bezwaren over boord en gaan staan. En het moet gezegd: we staan ondanks alles verrassend goed! ? We zijn inmiddels in de staat Washington en ook hier zou de kust schitterend zijn. Van Rochester rijden we terug naar de kust en komen in Ocean Shores. Het maakt op ons een rustige indruk, herten struinen over het gras, veel tweede huizen en er is nog weinig te beleven….kan ook aan het weer liggen want het is fris.

Het lijkt alsof het hier allemaal een maand achterloopt qua seizoen. Roel zou Roel niet zijn als ie niet helemaal doorrijdt tot we niet verder kunnen. ?

Dit keer ben ik er blij om want aan het einde van de weg bij een klein haventje ligt, een verborgen parel, camperplaats: Quinalt Marina en RV park. Er is plek en zelfs één direct aan het strand! Als we de hut hebben neergezet komt er een voorzichtig zonnetje.

De stoelen gaan naar buiten en wanneer we met een theetje éénmaal zitten begrijpen we waarom niemand hier wil staan. ? Van alle kanten komt de wind op dit stukje tussen de twee wateren aan land en het zand waait vrolijk mee. Binnen korte tijd voelen we het overal schuren en ligt de camper vol. ? Zelfs tussen de lakens maar wie let daar op als je vanuit je bed zo de zee kan zien en horen! De volgende morgen gaan we verder over de Highway 101 langs de kust richting Port Angeles, dan hebben we vanaf San Diego in het zuiden tot het noorden bijna de gehele kust gehad. We zijn net een klein uurtje onderweg als we voorbij het plaatsje Queets (in het Olympic National park) een kleine ingang zien naar het strand.

‘Wat was dat, stond daar nou campground?’ We kijken elkaar aan, ‘Zal ik omdraaien?’ vraagt Roel. We draaien op de stille weg en rijden het weggetje in. Het is inderdaad een campground (South Beach): weer zo’n verborgen parel. ? Het uitzicht is super, er staan een paar campers langs de zeekant. Volgens het informatiebord zijn er nog plekken vrij, er is alleen maar dry camping, kosten 15,00 dollar per nacht. ‘Wat een top plek, wil je blijven?’ vraagt mijn lover. Ik kijk op mijn horloge ? (waarom doe ik dat want ik heb alle tijd?) en zeg; ‘Ik weet niet, het is net half twaalf, zullen we een bakkie doen en dan beslissen?’ Als we wegrijden om buiten het terrein te parkeren komen we voorbij de plek van de campgroundhost.

(Dit zijn vrijwilligers die op de Nationale parken gratis in hun eigen camper of caravan wonen in ruil voor het onderhoud van de campground en het sanitair.)

‘Oh, jullie gaan toch niet weg!’ roept de kerel en komt op ons afgelopen. Door het geopende raam aan mijn kant begint hij enthousiast uit te leggen wat er verderop aan de kust nog komt en dat er geen één plek zo mooi is als deze. Terwijl hij staat te praten kijk ik langs hem heen naar de zee en zie iets bewegen….het komt uit het water! ?

‘Sorry hoor dat ik je verhaal onderbreek maar zitten hier ook walvissen zó dicht langs de kant?’ vraag ik hem verbaasd. Hij knikt bevestigend en we kijken alledrie naar het water. Pats, daar komt het dier weer boven! Wat is dit mooi! De beslissing is nu snel gemaakt: we blijven. ?

Als de host vertelt dat er verder op het strand een dode walvis ligt, wandelen we er naar toe. Jakkes wat een akelig gezicht en het is maar goed dat de wind onze kant niet op staat. Tien meter dode vis. ?

Vanaf onze plek zien we walvissen en zeeotters heel dicht voorbij zwemmen. Met het op het strand gesprokkelde drijfhout maken we later vuur en zitten ’s avonds nog lang buiten.

De volgende morgen als ik over de zee staar, mijmer ik maar weer eens over mijn B&B aan het strand in Kaapstad. ? Met tips van de host gaan we de Highway 101 weer op

en doen Second Beach en La Push aan,

rijden via Lake Pleasant en Lake Crescent verder door het Olympic National park en komen dan in Port Angeles. Bij de Walmart doen we boodschappen en het blijkt dat je hier met de camper mag overnachten. Goed om te weten maar wij gaan terug het park in naar campground Heart O’ the Hills, die ligt mooi tussen de bomen.

De weg naar Hurricane Ridge loopt er naast en rijden we de volgende ochtend omhoog. Hoe hoger we komen hoe meer sneeuw er nog ligt. In de verte zien we de besneeuwde toppen van Hurricane Hill en Mount Angeles. ‘Als ik dit zo zie is het niet gek dat de weg van de week naar Mount Saint Helens dicht was.’ zeg ik tegen mijn lover. Boven bij het visitor centre parkeren we, vanaf daar gaan er een aantal mooie wandelingen waarvan wij er één doen.

In de winter is dit trouwens een skigebiedje. Na de wandeling pakken we de kaart erbij en besluiten nog een stuk te rijden, met als plan Seattle voor de komende dagen. We komen tot Gig Harbor en schieten daar een campground op….het is genoeg voor vandaag en deze week met vele bijzondere plekken en momenten. ? “And above all, watch with glittering eyes the whole world around you because the greatest secrets are always hidden in the most unlikely places. Those who don’t believe in magic will never find it. – Ronald Dahl”

De bruine beleving !

Koffie lijkt een hype in Amerika. In geen enkel ander land heb ik zoveel koffiezaken gezien als hier. Kleine zelfstandigen en de grote ketens zoals Starbucks en Mr. Bean.

Ook zijn er heel veel drive thru’s zodat je niet eens hoeft uit te stappen. Er zijn er zelfs die bij drukte iemand buiten hebben lopen die de bestelling bij de auto komt opnemen, doorgeeft aan het loket zodat als je daar bent de bestelling klaar staat. ?

Of je geeft de bestelling telefonisch door om het daarna op te halen bij de pick up corner.

Mijn lover is geen koffiedrinker, die houdt het bij een kop thee, gewone normal black tea. ‘Met mijn ADHD, daar moet je geen koffie ingooien!’ ? roept ie altijd. Ik ben een koffiedrinker en dan het liefst zo’n klein kopje zwarte espresso, enkel of dubbel: dat is voor mij koffie en genieten! Hier in the States raak ik het spoor bijster want de Amerikaan heeft zoveel koffievarianten. ? Warm of koud, de hoeveelheid in ounches, wat voor soort melk (in bepaalde staten waar het is toegestaan is er zelfs melk gemaakt met marihuana , hemp),

welke suiker, hoeveel shots koffie, smaakje erin, slagroom erop, caramel of chocosnippers….en volgens mij heb ik het dan wel. Helaas geen likeurtje erbij. ? En ik moet bekennen dat ik er aan mee doe: mijn zwarte koffietje, zoals ik die lekker vind, maak ik zelf in de camper, maar voor een ‘koffiebeleving’ ? ga ik naar een koffiezaak.

Zomaar een ochtend in Cannon Beach: mijn lover en ik parkeren de hut en gaan het centrum in, het is Memorial Day en gezellig druk. ‘Eerst een lekker koffietje.’ zeg ik als we een leuke zaak zien. Wow, wat een mensen, de rij staat buiten!

We sluiten aan en raken in gesprek met een mevrouw voor ons die vertelt wat wij al vermoeden: ze verkopen hier the best coffee in town. Er komt een tafeltje vrij, ‘Ga zitten dan bestel ik!’ zegt mijn lover. Dat is lief van hem maar nu komt het: ik moet mijn niet koffiedrinkende schat uit gaan leggen wat ik hebben wil. ? ‘Voor mij een kleine moccha met cream on the top.’ zeg ik en ga snel zitten. OMG, de helft vergeten te zeggen, ik let op en wanneer hij aan de beurt is zit ik alert om hem te souffleren.

‘One small normal black tea and one small moccha with cream on the top.’ zegt hij.
Het meisje kijkt hem aan en vraagt; ‘Normal black tea, cold or hot?’ Dat is één maar dan komt het….’Brown or white moccha?’ Mijn lover draait zich naar mij om en ik roep; ‘White!’ Hij denkt dat ik ‘Wat?’ roep….? ‘Brown or white?’ roept ie weer. ‘Wit!!!!’ roep ik alsof ik op de markt sta. ‘Do you want normal milk or another taste?’ Hij kijkt weer om en ik zie hem staan: mijn theedrinker in deze verwarrende koffiewereld. ‘Doe maar kokosmelk!’ roep ik weer door de zaak. ‘How many shots coffee you want?’ ‘You want also caramelcrispy on the top or only cream?’ Mijn lover houdt zich dapper staande, heeft zijn naam opgegeven, betaald en staat nu bij de barista te wachten tot de bekers met Roel erop klaar zijn. ‘Allemachtig zeg, ben ik blij dat ik thee drink dat is tenminste altijd hetzelfde!’ zegt ie en gaat zitten. Ik kan hem geen ongelijk geven en als ik mijn ‘small size white moccha with two shots coffee, cocosmilk, cream on the top and no caramels or chocolat’ op heb kan ik echt niet zeggen of deze calorieënbom nou de beste koffieboontjes in town bevat. Het is gewoon een soort lekkere ‘kinderkoffie’ zeg maar….want echte koffie blijft voor mij toch een kleine sterke espresso. ?

De mooie kust van Oregon

Het is super leuk om hier in Amerika met onze camper rond te rijden en we voelen ons dan ook heel bevoorrecht dat we dit kunnen doen. Maar soms zijn er gebeurtenissen in Nederland die maken dat we heel even terug zouden willen zijn. Dat gevoel is heel sterk als we donderdagochtend rond 07.00 uur ontwaken. Het is in Nederland nu 16.00 uur en we weten dat Roel zijn beste vriend Dirk Jan zich klaar maakt om naar de uitvaartplechtigheid van zijn vader te gaan. In gedachten zijn we bij hem en zijn familie. ? Ja, dat zijn van die momenten dat we stil zijn en vrienden en familie missen.
Onze rit vandaag gaat naar Reno, na Las Vegas, de tweede gokstad van Nevada. Maar eerst komen we door de hoofdstad van Nevada: Carson city. Wat blijkt, hier zit ook een bakker Schat! Het is Paul, een zoon van Erick Schat uit Bishop. We stoppen en doen koffie/thee met iets lekkers en kopen gelijk een brood. Het Amerikaanse brood is best te eten maar een boterhammetje zoals wij gewend zijn kennen ze hier alleen bij de Nederlandse bakker Schat! ?

De rit gaat verder en het gebied waarin we komen is die van de mijnen: Silver City en Gold Hill. Het zijn kleine plaatsjes die er wat verlaten uitzien met hier en daar een duidelijk zichtbare mijnschacht maar we vragen ons af of die nog in gebruik zijn.

Dan volgt Virginia City, dit is toeristisch en waarschijnlijk in het hoogseizoen bomvol. Ik heb de vergelijking al eens eerder gemaakt bij het plaatsje Keystone (Mount Rushmore): ook hier krijg ik een beetje Valkenburg gevoel. ? Zeker leuk maar heel veel winkeltjes die dezelfde prullaria verkopen: special for tourists. ?

Vanaf hier is het nog een paar keer gas geven en dan dalen we via een bochtige weg af naar Reno.

Het mag niet maar dat zag ik pas te laat….?

De wegen om Reno zijn een verschrikking, heel erg druk, en ik ben blij dat Roel rijdt. Vanuit de verte zien we de grote casino’s zoals Harrah’s, Golden Nugget en Circus Circus al verschijnen. We slaan de snelweg af richting het centrum maar dat valt tegen want er zijn wegomleidingen.

Wat blijkt: dit weekend is er een special event van oldtimers en daarom is het centrum gedeeltelijk afgesloten. Bij Circus Circus zou een RV park zijn maar daar staan nu allemaal grote trucks verzameld. We stoppen zodra het kan en zoeken op internet waar we dan heen kunnen. Het stikt van de zwervers in het centrum en de deurknoppen doen we maar even dicht….? Allemachtig wat een triestheid is dat hier op straat, er liggen, staan of waggelen zwervers, alleen of met elkaar.

‘Als Vegas je heeft uitgekotst kom je hier!’ zucht ik. We zijn best iets gewend maar dit is erg. Het volgende RV park is vlakbij het centrum en als we voor het stoplicht staan te wachten heb ik flinke bedenkingen: wat een buurt, moeten we hier de camper stallen?! We rijden langs en het ding heeft een bord met ‘full’ staan. Thank you Lord, want wat ik zie staan aan campers en zooi geeft me kippenvel. We moeten meerijden met de verkeersdrukte dus doen weer een rondje door het grotendeels dichte centrum. ‘Wat mij betreft ben ik er klaar mee!’ zegt mijn lover. Ik deel zijn mening maar was ondertussen toch nog aan het zoeken en heb iets gevonden buiten het centrum. Het Grand Sierra Resort and Casino heeft een RV park met goeie recensies. Het hele complex is super groot, ziet er prima uit en ze hebben nog plaats dus we boeken één nacht. We besluiten om in het resort te gaan eten maar doen eerst bij de camper een wijntje. Dit resort heeft ook weer alles: zwembaden, weddingchapel (er is net een trouwerij), spa, casino en restaurants.

Wij kiezen voor het ‘all you can eat/buffet’ restaurant. Het is druk en na even wachten krijgen we een tafeltje. Het concept is eenvoudig: er zijn een aantal counters met thema’s uit verschillende landen. Je eet tot je erbij neervalt….wat de Amerikanen heel vaak is aan te zien. ?

Alle frisdrank en water is bij de prijs inbegrepen echter wijn, bier en sterke drank niet. De kelner komt vragen wat we willen drinken en we bestellen twee wijn. Zijn antwoord; ‘Ok, maar dan moet ik met uw geld naar de bar in het casino en een wijntje is elf dollar per stuk. Als u straks naar het casino gaat zou ik het dan nemen want als u speelt is het gratis!’ En dat vind ik altijd zo’n moment van verwondering. ? Hij kijkt weifelend naar mij alsof ie denkt ; ‘Nou, die Bonny van de lage landen gaat echt geen frisdrank bij het eten bestellen….’ ? Met vaste stem zonder haperen zeg ik; ‘Oh, that’s very kind of you, I’ll take some water!’ ?? Ik schreef het al eerder: als je speelt in de casino’s is alle drank gratis en geef je alleen een fooi voor de bediening. In de restaurants is het verschillend, men hanteert een happy hour formule (2 voor de prijs van 1), een kortingsbedrag of gewoon het volle pond. De restaurants, nightclub en bars zijn allemaal in het casino gevestigd, hoe je ook loopt je moet langs speeltafels en machines. Na het eten hoppen wij dus zo van tafel in het gokparadijs, mijn lover gaat naar de machines, ik zoek een speeltafel en denk; ‘We vinden elkaar nooit meer terug, zo groot is het!’ ? Er is een tafel met een lege plek op de laatste kruk. Altijd leuk voor de discussie want de praktijk leert dat de overige spelers vaak commentaar op de laatste hebben want dan komt het erop aan wat voor kaarten de croupier gaat krijgen. Net als ik bij de croupier mijn dollars voor fiches heb omgewisseld staat er al een serveerster naast me; ‘Hey honey, do you want something from the bar?’ Ik bestel een Tequila sunrise, let’s get ready to rumble: kom maar op met die kaarten! Als ze mijn drankje brengt geef ik haar een fooitje en ze is helemaal happy. ‘Thank you beauty, I’ll take care for you tonight!’ En dat doet ze want na een kwartier staat ze al weer op mijn schouder te tikken of ik er nog één wil. De tablemanager (die op de spelregels, croupiers en gasten let) wil weten waar ik vandaan kom, ‘I like your accent.’ ? Nou ik heb inmiddels al drie Tequila sunrise van mijn nieuwe vriendin gekregen als dit zo doorgaat spreek ik straks alle talen. ? Gelukkig is mijn lover uitgespeeld en ik zie hem lopen: zwaai, zwaai, hier ben ik, red me van deze tafel! We lopen door het casino en komen langs de weddingchapel. Buiten tegen de muur zit de bruidegom, het is hem waarschijnlijk allemaal teveel geworden! ? Een barman in Vegas zei het ons al eens; ‘Zijn het niet de speeltafels dan is het de drank wel, somehow the Gamblingcity is going to kill you.’
Terug in de camper zijn we net op tijd binnen want het begint te regenen. Als ik in bed lig kijk ik naar het plafond boven me. Ligt het aan de drank of is het tapijt wat tegen het plafond zit echt een andere kleur bij het luik? ? Met mijn hand wrijf ik erover en jakkes, het is nat! ‘Roel, volgens mij hebben we lekkage!’ roep ik naar mijn lover die zich beneden staat uit te kleden. Hij klimt het trapje op en kijkt mij vol ongeloof aan terwijl hij roept; ‘Wat nu dan weer!’ Ok, ik heb iets teveel gedronken maar ik zie en voel het toch echt….Hij voelt ook en begint dan te vloeken. ‘Ik ga het dak op om te kijken wat er loos is.’ De plek waar wij slapen is zeg maar cosy: 1.60 bij 2.00 meter met een hoogte van ongeveer 60 centimeter op het hoogste punt. Het is midden in de nacht, buiten regent het lekker door en mijn lover probeert zich door het luik te wringen om te kijken wat er mis is. Het is een gek gezicht want hij past er absoluut niet door.

‘Schei daar nou mee uit, straks zit je nog vast!’ zeg ik. Het is een soort vrij worstelen en de camper staat op zijn wielen te schudden. ? Hij ziet gelukkig zelf in dat dit niet gaat lukken en komt dan met plan B: vanaf de buitenkant het dak op. Daar gaat ie, klimt via de ladder aan de achterkant omhoog en loopt (lees: stampt ?) over het dak. Hij heeft het luik met tape afgeplakt en komt weer binnen. ‘Dat #*#*#ding, als het zo doorgaat dan rij ik naar Halifax en flikker hem zo op de boot!’ zegt ie en trekt nijdig zijn kleren uit. Waarschijnlijk dat deze lekkage nog voortkomt uit de schade die de camper vorig jaar heeft opgelopen aan boord van het schip. We mopperen er met en tegen elkaar nog even vrolijk op los en gaan dan maar slapen. ‘Denk jij dat ik een zwemvest aan moet want misschien drijf ik vannacht wel uit bed?’ hik ik van de lach maar ik krijg geen antwoord want hij kan er niet meer om lachen. ? De volgende morgen schijnt de zon, de lekkage is niet erger geworden en mijn handyman gaat bij daglicht het dak inspecteren. De kit bij de randen is vrij dun en hij smeert er een nieuwe laag op. ‘Dit moet het voorlopig houden.’ Vandaag rijden we naar Lake Tahoe, een kort erg mooi stuk met waarschuwingsborden voor een ‘icy road’ en ‘beren’.

Net voor South Lake Tahoe doen we wat inkopen en dan zie ik langs de weg een bord Nevada Beach Campground. Het is nog maar half twee en een middagje easy is wel lekker. De weersverwachting is beter dan voorspelt en een klein zonnetje schijnt. De campground ligt in het bos en ook direct aan het meer. Het is te fris voor het strand dus maken we wandeling door het bos. Donkere wolken komen boven het meer en mijn lover hoopt op een stevige onweersbui om te fotograferen. Maar helaas voor hem, de bui waait over. Na het eten genieten we van de zonsondergang op het strand en wandelen bevroren terug want het is echt koud geworden.

Er loopt een weg om het gehele meer die wij de volgende dag vanaf de onderkant gaan volgen met eerst South Lake Tahoe. Deze plaats ligt op de staatsgrens van Nevada en Californië, de éne kant casino’s en de andere kant hotels.

Mijn lover heeft hier in de winter wel eens geskied, het geheel ziet er indrukwekkend maar ook ‘Nevada toeristisch’ uit: casino’s en weddingschapels. ? ‘Het blijft romantisch al die weddingchapels.’ zeg ik tegen mijn lover. Hij kijkt opzij en grinnikt; ‘Ik heb totaal niets met die gekkigheid!’ En daar zit ie dan achter het stuur, mijn handsome die niets heeft met chapels terwijl hij meezingt met een liedje op de radio: ‘God only knows what I’d be without you’. ?

Als fan van de film the Godfather wil ik graag het huis (waar Michael afrekent met het verraad van zijn broer Fredo en hem op het meer laat doodschieten) zien uit deel twee.

Het is oorspronkelijk in 1938 gebouwd in opdracht van Henry Kaiser (één van de bouwers van de Hoover Dam) als zomerverblijf. Na de filmopnamen is het geheel omgebouwd tot 22 luxe woningen genaamd Fleur du Lac Estates. En dat het luxe is mag je wel zeggen want één van de woningen (drie slaapkamers en vier badkamers) is laatst verkocht voor 3.75 miljoen dollar! Het staat aan de westkant van het meer en we vervolgen de drukke weg (zaterdag: veel toeristen en dagjesmensen) met af en toe een stop voor een fotomoment want ook hier is het heel erg mooi! Baaien en watervallen. Heel druk, geen parkeerplaats vrij dus we prakken hem even illegaal op de campground neer.

Ineens in een bocht zien we het huis liggen maar er is eigenlijk geen plek om te stoppen. Naast het complex is een weggetje wat naar de waterkant gaat, daar stap ik uit en loop een steiger op om een foto te maken.

Echt binnen één minuut komt er een security op een jetski aan. Ik glimlach mijn liefste lach, steek mijn hand op en zeg gedag. Een stukje verderop blijft hij wachten wat ik ga doen….Wat denkt zo’n man zelf, dat ik ga zwemmen om bij de woningen te komen? ? Ik maak de foto’s en film en ren terug naar mijn wachtende lover in de camper. We zijn kort hiervoor Californië weer in gereden en zetten koers naar Lassen Volcanic National Park. De dag loopt ten einde en er zijn geen tot weinig campgrounds of plekken waar we kunnen overnachten. We zien er één die ligt pal aan de weg en ziet er niet uit, veel oude campers en caravans en ‘vaste’ bewoners. ‘Ik krijg er geen harde plasser van!’ ? roept mijn lover en we rijden door. Net als we denken dat dit wel eens een lange avond kan gaan worden, want er komt niets meer, zie ik verderop tussen de bomen een tent staan. Het is een campground, Warner Creek, die pas volgende week officieel open gaat maar je mag er nu al overnachten. Gratis! Er staan nog meer tenten en we zoeken een mooi plekje in het bos. Deze campground ligt aan een stille weg die uiteindelijk na een paar kilometer in het Lassen Volcanic National Park zal uitkomen.

Door het dichte donkere bos rijden we de volgende morgen als na een tijdje het asfalt overgaat in een onverhard stuk. ‘Dat klopt, ik heb het gezien op de kaart.’ zegt mijn lover. Het pad wordt slechter en slechter, het is nu gewoon een breed bospad met steile stukken waar onze hut best moeite mee heeft. ?

‘Toch gek dat hier campers mogen rijden….er stond wel trailers not advised’ zeg ik vol verwondering. Mijn lover vind het ook vreemd te meer daar hij op de TomTom ziet dat dit doodlopend is maar keren is hier niet meer mogelijk. We hobbelen verder over het pad en komen uiteindelijk bij een woning van de ranger: nobody home.

Verderop is een parkeerplaats waar een paar auto’s staan. En dan gebeurd het want mevrouw dom dom (TomTom) roept; ‘Probeer om te keren!’ Het pad gaat over in een smaller pad wat steil omhoog loopt. Gelukkig kunnen we hier wel keren en net wanneer we dat gedaan hebben komt er een echtpaar in een 4×4 jeep aanrijden. Vol verbazing kijken ze naar onze hut in het bos, de ramen worden opengedraaid en ‘How did you come here??’ , roept de kerel vol verbazing. Ze hebben een huis iets terug in het bos en in vijftig jaar hebben ze deze weg niet zo slecht gezien. Roel vertelt waar we heen willen en de kerel legt uit hoe we hadden moeten rijden want we hebben nu de achteringang van het park….? ‘Oh, by the way, we saw a bear a few meters back.’ Daar gaan we weer terug hobbelend over het pad en nu ook op zoek naar de beer. Yes!! En dat is niet eenvoudig: mijn lover stuurt en ik als bijrijder kijk mee maar moet ondertussen ook de camera’s, lenzen en statief pakken voor de beer. Bonk, bonk, gaat de hut over het pad met diepe geulen waar mijn lover behendig omheen stuurt terwijl hij lachend roept; ‘Wij hebben weer wat!’ ? Ik zit naast hem de camera’s in bedwang te houden en denk; ‘Nou, maak het iets kleiner want eigenlijk heb jij weer wat, jij hebt dit pad gekozen op de kaart!’ ? Ineens ziet hij de beer, die in een boom klimt, aan mijn kant vlak naast de weg! We zijn gelijk een team: hij pakt de camera, ik druk het raam naar beneden, mijn hoofd naar achter en voor mij langs gaat de camera klik, klik, klik naast mijn oor.

Het dier is zich bewust dat er iets is en komt de boom uit, kijkt onze kant op maar scharrelt dan op het gemakkie verder. Heel stil gaan we de camper uit en genieten van dit bijzondere moment: wij en de beer helemaal alleen in het grote dichte bos.

‘Om je heen blijven kijken want het is best een kleintje, misschien loopt moeders ook nog ergens rond!’ sist mijn lover. Natuurlijk ben ik op mijn hoede want in mijn fantasie zie ik het gebeuren: de beer grijpt me en het enige wat mijn lover dan denkt: ‘Zal ik de foto in kleur of zwart/wit maken!’ ? Als we eindelijk weer asfalt onder de wielen hebben zoeken we op de kaart de route (via Chester) die het echtpaar in het bos ons net heeft opgegeven om bij de hoofdingang van het park te komen. Ik zie mijn handsome kijken en dan komt het; ‘Oeps, het was net toch niet de goeie weg die we hebben genomen, het moest die ernaast zijn!’ Ik kijk hem verbijsterd aan, zeg niets en denk alleen maar….wij?? ? Vlak voor de hoofdingang staat dat het park vanwege ‘winterconditions’ dicht is. Bij de ingang waar een ranger zit krijgen we meer informatie: er ligt nog teveel sneeuw en het park is maar beperkt toegankelijk, tot net voorbij het visitor centre. Het is koud hierboven, de omgeving doet ons aan Yellowstone denken met geisers en dampende modderpoeltjes.

We maken een kleine wandeling met snel wat foto’s en film en back to the camper. Via Red Bluff komen we in Redding, dit is niet echt een grote plaats maar toch zien we veel zwervers rondlopen. Na wat inkopen bij de Walmart gaan we op zoek naar een plek om te overnachten. Net over de brug ligt een RV park, het ziet er een beetje shabby uit maar we zijn moe dus toch proberen. De office blijkt gesloten en ik zie geen bord waar we ons dan moeten melden. Ineens springt er een klein hondje kwispelend tegen me aan en daar komt zijn baas ook aangelopen. Voor het beeld: een kerel met ontbloot bovenlijf en een trainingsbroek. Ik vraag hem naar de eigenaar van de camping want de office is dicht. Hij kijkt me aan met een blik alsof ik net heb gezegd; ‘Ik ben Melanie Trump en Donald zit in de camper te wachten’ en vraagt dan; ‘Hey, do you know what day it is, saterday or sunday?’ Hij bazelt nog dat ie al twee jaar hier woont en geen idee heeft wat het kost. Nou wat die voor paddo’s heeft geslikt, geen idee, maar met hem kom ik niet verder. We rijden een rondje over het park en besluiten weg te gaan want het lijkt alsof zijn halve familie hier zit, wat een malloten. ? Het volgende RV park heeft een groot bord bij de office staan: ‘We don’t want overnight stays for one night!’ Er staan wat bewoners buiten die ons echt onvriendelijk aankijken dus move that bus en next stop! Ook daar is de office dicht en op de deur hangt een papier ‘Full’. We rijden over het park heen en zien de helft leeg staan ?….het zal wel! Uiteindelijk rond 18.00 uur rijden we een stukje terug langs de rivier en vinden JGW RV Park. Deze ziet er goed uit maar is inmiddels ook al dicht. Gelukkig hebben ze een systeem met betaalenveloppen voor ‘late night arrivals’. De temperatuur is hier een stuk warmer dan de afgelopen dagen en we kunnen eindelijk weer lekker buiten eten.

Eigenlijk zijn we wel toe aan een rustdag maar doordat we met de radiateur tijd hebben verloren moeten we toch wat gas op de plank houden om in Alaska te komen. Het is maandag, een nieuwe week, en we gaan er fris tegen aan met een rit naar Eureka wat aan de kust ligt. We hopen daar een mooie plek te vinden om een rustdag in te plannen. Over de scenic by-way 299 met de Trinity rivier naast ons rijden we de mooie rit door de bergen.

Het is jammer maar hoe dichter we bij de kust komen hoe slechter het weer gaat worden. We vertrokken vanmorgen met een heerlijk zonnetje en dertig graden, de temperatuur doet het nu voor de helft! ? In Eureka aangekomen rijden we wat rond en ook hier valt ons op dat er grote groepen zwervers zijn. Dit gedeelte van Californië vinden wij heel anders: de mensen zijn er veel minder vriendelijk, het is een hoog gehalte van ‘eigen volk eerst’. Zowel Redding als Eureka heeft een gevangenis en we vragen ons af of dit iets te maken heeft met het grote aantal daklozen die we zien. Stel je komt uit de gevangenis blijf je dan wellicht hangen in deze stad? ? De winkeliers en restaurants worden omringd door zwervers, ze staan, hangen of liggen dronken in bloemperken. We rijden er langs en het is zo vreemd om te zien dat we er zelfs geen foto’s van hebben gemaakt. Archimedes riep ooit ‘Eureka’ (ik heb het gevonden) toen hij de naar hem genoemde wet ontdekte, een gevoel dat wij een campground hier gaan vinden krijgen we niet bij Eureka. ? Op de kaart zie ik de Arcata Bay, je kan er omheen rijden en er zijn plaatsen met grappige namen als Samoa en Manila. Het weer is niet al te best maar we geven het een kans. ‘Het is net alsof we op de Maasvlakte rijden.’ ; zegt mijn lover en ik kan hem geen ongelijk geven.

We rijden rond het binnenwater maar zien niets waar we voor willen stoppen. Langs de kust, met steile kliffen en stranden, gaan we verder. Roel is hier 30 jaar terug al eens geweest en slaakt een herkenningskreet. De oude foto wordt erbij gezocht en er is inderdaad wel wat verschil. ?

1987 boven en onder hoe het vandaag is.

We rijden verder door de plaatsjes Clam Beach en Trinidad om uiteindelijk bij Patricks Point een campground te vinden.

We staan op een klif en vanaf de zee horen we de zeehonden luid roepen. De korte broek verruilen we voor een lange en gaan kijken of we bij de zee kunnen komen. Door de ligging is het niet mogelijk om naar beneden te lopen echter bij een B&B mogen we op het terras komen staan en zo kunnen we in de diepte de diertjes zien.

Dit is de tijd dat ze jongen hebben gekregen en daarom maken ze zo’n herrie wordt ons uitgelegd. Vanaf zee is er een mist op komen zetten die het ijzig koud maakt en terug in de camper gaat de kachel weer aan. Na een koud nachtje heeft het zonnetje er de volgende morgen best zin in, helaas de temperatuur niet echt. ? We rijden naar de grote bomen in Redwood National and State Parks (het National Park vormt met drie State Parks één geheel). Via de Highway 101, die door de drie State Parks loopt, komen we erin bij Prairie Creek State Park en zien gelijk een grote groep Elk’s staan waar we stoppen.

Er staat een VW busje uit 1968 met een Argentijns kenteken, we raken aan de praat met het stel, dat ook onderweg naar Alaska is, en wisselen onze kaartjes uit.

Bij het visitor centre halen we informatie over de wandelroutes. Het is indrukwekkend hier met de imposante kustmammoetbomen, de hoogste bomen die op aarde voorkomen, en we wandelen (hier noemen ze dat hiken ?) ruim twee uur.

Terug in de camper eten we een boterhammetje en krijgen ineens een kleine indringer binnen! ? Roel vangt de deugniet en zet hem buiten waar moedervogel luid zit te roepen.

Vervolgens rijden we verder door de parken tot we in de kustplaats Crescent City komen. Hier maar eens kijken voor een overnachting en dan het liefst aan zee. Het enige RV park aan zee staat naast een vuurtoren waaruit om de minuut een misthoorn klinkt als een rinkelende telefoon ? : geen optie. Nog maar eens een rondje door het centrum en alsof het zo moet zijn zien we een groot reclamebord ‘Elk Casino Valley’. Zoals altijd: kijken kan geen kwaad! ? De parkeerplaats ziet er prima uit en er staat nog een camper. Maar eigenlijk hebben we nog geen zin om al te gaan staan, het is vet bewolkt en net half vijf. Nou heb ik in het centrum een kapper gezien en stuur mijn lover daar naar toe. De kapper is altijd een ding tussen hem en mij: na veel aandringen gaat ie dan eindelijk na weken eens…zucht. Gelukkig heeft miss Saigon tijd voor mijn tijger ?  en hij gaat gedwee zitten.

We parkeren de hut daarna aan de zeekant (helaas een bord met: no overnight stays) waar we eten en rijden rond 20.00 uur terug naar het casino. Dit heeft zijn zaakjes goed geregeld: wij komen binnen en zoals altijd vragen we netjes of we hier kunnen blijven overnachten met de camper. Twee vriendelijke portiers vertellen dat er achter het parkeerterrein een gratis RV terrein is met verlichting en camera’s. Ze noteren ons kenteken en de éne portier laat ons daarna het casino zien. Top geregeld! ??
Op woensdag is het dan zover: we rijden ’s morgens de volgende staat in: Oregon. Daar is ‘Wie is de Mol 2017’ opgenomen. Veel mooie beelden kwamen toen voorbij en we zijn benieuwd wat deze staat te bieden heeft. De Highway 101 brengt ons langs de afwisselende kust: ook hier veel steile kliffen, duinen en strand. Het weer is niet best, dikke bewolking en het is koud. Er zijn heel veel State parken met campgrounds en we rijden tot in Bandon. Dit is een leuk rustig kustplaatsje met een aantal kleine visrestaurants. Campground Coquilles ligt net buiten het centrum, we boeken voor één nacht en gaan terug naar het centrum voor een lekker vissie. ? De specialiteit hier is krab en kreeft maar het ‘slachten’ vinden we zo’n gedoe dus we bestellen een stukje kabeljauw van de grill.

We raken ook hier in gesprek met een paar Amerikanen, ineens gaat het over politiek en Roel merkt op; ‘In Europa hoor je heel veel dat ze Trump een joker vinden….’ De éne man kijkt ons bozig aan en zegt dan snibbig; ‘Trump is een prima kerel en een goed leider! Als wij jullie niet gered hadden in the war dan hadden jullie nu nog oorlog gehad!’ Zijn vrouw hoor ik zachtjes tegen hem sissen dat ie op moet houden. Mijn lover en ik kijken elkaar aan: oeps, laten we het hier maar bij laten want het type in zijn camouflagepak is bijzonder. ? Het is weer een koude avond, de kachel gaat aan en we kijken een film die we haast niet durven te vermelden: Saturday Night Fever. ?
Als we de volgende morgen de gordijnen open doen ziet de lucht er iets beter uit. Hopelijk komt de zon vandaag weer eens terug en trekt de bewolking weg. Ons plan is om langs de kust richting Portland te rijden en dat is nog zo’n 400 kilometer.  Fantastische duinlandschappen en oude geklonken bruggen van ver voor de oorlog (brug op de foto is de Coos Bay Bridge uit 1936).

We rijden door Charleston en Coos Bay, daar eten we in een piepklein restaurant op het water een vissoep.

Echt overal zie je trouwens Tsunami waarschuwingen.  Officiële én onofficiële.?

De streek is schitterend en doet ons denken aan de kust bij Normandië. We stoppen vaak om te genieten van de uitzichten en wandelen over het strand. Aanstaande maandag is het Memorial Day (op deze dag herdenkt men de gevallen Amerikaanse militairen maar het wordt ook gezien als het onofficiële begin van de zomer) en de Amerikanen hebben een lang vrij weekend voor de boeg. Afgelopen weken was er in de winkels al volop ‘Amerikaanse prullaria’ te koop variërend van papieren bordjes, vlaggetjes, gebak/koekjes en zelfs een limited edition van Smirnoff. ?

De voorspelling is dat het vanavond al heel druk op de wegen zal zijn dus als we bij de jachthaven in Winchester Bay een RV parking zien met vrije plaatsen dan zijn we met maar 75 kilometer op de teller uitgereden voor vandaag. We nemen een wijntje en genieten buiten van het zonnetje. Klokslag 06.00 uur gaat de volgende morgen de generator van de buren aan. ? Heel veel Amerikanen gebruiken zo’n ding om stroom op te wekken voor hun camper of caravan. Wij vinden het vreselijk die pokkenherrie maar de Amerikaan lijkt er niets van te hebben.

Gelukkig mogen ze tussen 22.00 uur en 06.00 uur niet aan. Het is wederom bewolkt en zodra we klaar zijn verdwijnen we uit de herrie. In het dorp doen we een lekkere koffie/thee, altijd weer die Hollanders overal,

en rijden dan verder langs de kust.

Ineens komt het zonnetje door, in Newport zien we een leuke campground, Beverly Beach, met een bord ‘vacancy’. We krijgen een plek vlakbij zee dus we are lucky! Ondanks de zon is het erg fris maar met een jas aan prima strandweer!

Het was een week van wisselende temperaturen, een aantal lange dagen en fingers cross for the camper. ?

 

Californië heeft ons in de (reparatie)greep.

De monteur in Bishop kijkt dus naar de radiateur en is niet bekend met ons Europees model. ‘Wat voor type is dit?’ vraagt hij. ‘Een Fiat’ is het antwoord van mijn lover. Van een afstand volg ik het gesprek en de hoop zakt in mijn glittersandaaltjes. ? Beiden gaan op de grond liggen en constateren waar het gat zit. En dan is de conclusie snel door hem gemaakt: er moet een nieuwe radiateur in want deze is van aluminium/plastic en kan niet gelast worden. Hij heeft dit type niet dus de nieuwe moet uit Nederland komen. Voor de zekerheid belt hij nog een andere garage voor advies maar helaas het is zoals het is. ? Ook wij hebben hier al over nagedacht en verschillende scenario’s doorlopen. Roel belt direct met de garage in Nederland (negen uur tijdsverschil speelt dan helaas weer een rol) en legt het allemaal uit, de radiateur wordt vast besteld. Ik heb geen goed gevoel over de monteur hier in Bishop. Stel dat de radiateur binnen is en hij kan de Europese niet plaatsen….We zitten ongeveer 500 kilometer van Temecula en zetten wat feiten op een rij: A. De garage daar kent onze camper en heeft de eerdere reparaties gedaan. B. We weten dat de onderdelen op dat adres aankomen. C. Lieve vriend Han woont er vlakbij. ? We besluiten om terug te rijden. ?
‘Jij doet ook alles om je haar door Han te laten doen, ik begin toch aan sabotage te denken!’ ; grapt mijn lover. Ik moet er wel om lachen maar vind het ook doodeng want 500 kilometer te gaan met een camper die een kapotte radiateur heeft. We kopen nog een ‘vezelbom’ bij de monteur voor als ie weer mocht gaan lekken. Het is warm, de airco kan nu absoluut niet aan en voor de zekerheid moet de verwarming hoog. Daar rijden we: buiten is het rond de 35 graden, verwarming hoogste stand, ramen open en a long way to go! ? De Highway 395 is lang en saai, af en toe stoppen we om te controleren of we lekkage hebben maar de radiateur houdt zich prima.

Met nog zo’n anderhalf uur rijden te gaan komen we bij Victorville. Mijn lover heeft eens op Google Earth een ‘vliegtuigkerkhof’ gezien (ruim 4000 vliegtuigen) en volgens hem is dat hier. En zo slaan we de Highway af op zoek naar het ‘kerkhof’. ?
Er is hier inderdaad een flink vliegveld maar daar worden vliegtuigen gerepareerd.

Het ‘kerkhof’ blijkt bij Tucson te liggen en blijft dus op de planning staan. Rond 15.00 uur rijden we het ons bekende terrein van de garage weer op en ook hier is de diagnose: radiateur kapot en nieuwe bestellen. Vanavond onze tijd 23.00 uur gaan we de garage in Nederland bellen om te checken of alles goed gegaan is. De dieselpomp ging, door een fout van de garage, met de verkeerde koerier en toen hadden we flinke vertraging….? De radiateur is inderdaad besteld en komt met DHL rechtstreeks naar de garage in Temecula. De volgende ochtend als we wakker worden is er al bericht: uw pakket is verzonden en zal donderdagmiddag geleverd worden op het afgesproken adres! Met de garage spreken we af dat de camper vrijdag voor de reparatie komt….so far, so good! We staan weer op het erf bij Han en het is alsof we niet weggeweest zijn. ? Het worden een paar ‘wachtdagen’ en we vermaken ons hier prima. Roel heeft werk liggen en gaat daarmee aan de slag. Han en ik gaan shoppen, winkels genoeg in Temecula en hij sleept deze Cheryl als een echte Yari overal mee naar toe.

We hebben gekke momenten en gieren het uit van de lach, zeker wanneer hij zelf een paar schoenen heeft gevonden en ik ze super leuk vind….’Ja lieverd, de schoenen die jij aanwijst en zo leuk vind heb ik de hele middag al aan, het zijn juist de anderen die ik ga kopen.’ We nemen pauze en doen een waanzinnig lekker koffietje in een nieuwe koffiezaak.

In onze laatste winkel probeer ik nog een bloesje te scoren maar helaas het is het allemaal net niet: ik kijk in de spiegel en ieuuuuw, ik moet echt lijnen want in alles wat ik aantrek lijk ik Patty Brard wel. ? ‘Kind, ik wou het niet zeggen….!’ ; giert Han. We stoppen ermee voordat we de winkel uitgezet worden en gaan met onze inkopen terug naar Roel. Amerikanen hebben wel smetvrees trouwens. In de supermarkten staan vaak dozen met tissues en de daarbij behorende afvalbakken om…. de handgrepen van winkelwagentjes te ontsmetten….

Roel heeft intussen de BBQ aangestoken, het enige wat deze shoppers hoeven te doen is de mais en groenten.

Ik doe mijn best maar zo handig als Han ga ik niet worden….’Dat komt omdat je geen huishoudschool hebt gehad, arme Roel!’ ; zegt Han met een smile. De volgende dag ga ik met mijn lover op pad voor een nieuw stukje tapijt in de camper. Bij Home Depot (soort Gamma) slagen we al snel en dan wordt het even rekenen geblazen hoeveel we nodig hebben want wij hebben metrisch (centimeters en meters) en hier in Amerika imperial (inches, foot en yards).

Deze week is het knap warm in Californië (boven de 30 graden) en niet echt lekker om te klussen maar als een volleerd stoffeerder gaat mijn lover aan de slag.

En het ziet er weer top uit! Soms verbaas ik me weleens dat we al weer de camper opruimen, boodschappen of andere klussen zoals de was moeten doen. Maar als ik erover nadenk is het ook de tijd die we in de hut doorbrengen. Het is geen vier weken vakantie en inmiddels zijn we al, weliswaar met een onderbreking, ruim acht maanden aan het rond trekken in ons huis van ongeveer tien vierkante meter.

Vrijdagochtend om 08.00 uur melden we ons bij de garage en ze gaan aan de slag. Zelf wandelen we naar het dichtstbijzijnde winkelcentra en gaan eerst koffie/thee doen. Het is ongelofelijk hoe druk het al is op dit tijdstip? Is er in Nederland een zaak waar je voor negen uur ’s ochtends in de rij staat voor koffie?

We zitten net als de garage een bericht stuurt: het gaat vandaag niet lukken, morgen is de monteur vrij dus op zijn vroegst wordt het maandagavond. ? Het is dat mijn lover veterschoenen aan heeft anders had ie er uitgeschoten. ‘Wat krijgen we nu grr$@#%& weer, ik ben hier zo klaar mee!’ roept hij en voordat ik kan antwoorden is hij de garage in Nederland aan het bellen om te informeren hoe lang een reparatie als deze zou kunnen duren. ‘Koffie op? Dan gaan we nu naar die gasten terug, ik pik dit niet!’ briest ie verder en daar gaan we terug naar de garage. De praktijk heeft het al geleerd: het gaat hier niet helemaal zoals bij ons: je hebt een afspraak voor vandaag maar dat wil niet zeggen dat ie dan ook klaar is. De planning is chaotisch. De monteurs doen zeker hun best maar er is geen schema en ze worden van de éné auto naar de andere gestuurd. Wij lopen het terrein op en de planner schrikt als mijn lover ineens in zijn kantoor komt. Er volgt een discussie: we moesten hier om 08.00 uur zijn en de camper zou, zeker omdat het ons huis is, vandaag klaar zijn. Dat we bij Han kunnen logeren gaan we ze niet vertellen! Uiteindelijk gaat de planner naar zijn baas om te overleggen. ‘We gaan ons best doen om het vandaag af te krijgen en anders moet de monteur morgen overwerken….’ is het antwoord dan. Het is nu rond tien uur en er is nog niemand aan de camper begonnen. ? Dit gaat nog wel een tijdje duren dus we gaan een auto huren, wat winkelen en een hamburger eten in Old Town bij Mad Madeline’s. Eindelijk iets voor vijven komt het verlossende bericht: de camper is klaar! Ik zet mijn lover af bij de garage en ga de huurauto inleveren. Meer iets voor hem om met de garage te praten over de reparatie want die is toch net iets aardiger dan ik. ? Alles is gefixt en retour naar Han, terwijl we daar de zandweg opdraaien vraagt mijn lover zich hardop af; ‘Zal ik voor of achter het huis langs rijden….’ ? In een reflex geeft hij minder tot geen gas en we staan stil. Langzaam zakt de zware camper in het mulle zand en het ding gaat niet meer voor of achteruit!

? Daar staan we dan, Han is in Los Angeles en heeft zijn jeep mee. Mijn handige lover haalt een schep en plankjes en begint te graven. Planken gaan onder de wielen en dan zachtjes gas geven maar het werkt niet. We doen voorzichtig nog een aantal pogingen maar zitten vast. Ineens zie ik buurman Kenny in zijn pick up aan komen rijden, die wil vast helpen! De mannen graven het zand nog meer weg, plankjes er opnieuw onder en de pick up gaat trekken! Ook dit mislukt en hij belt een vriend die een 4×4 heeft. Die overziet het allemaal, veranderd nog wat aan de plankjes en trekt vervolgens zo hard de camper eruit dat het lijkt alsof die vliegt! ?

‘Hoe komt het toch dat wij altijd van die gekke dingen meemaken, ligt dat nou aan jou of aan mij?’ ;vraagt mijn handsome. Ik kijk om me heen en geniet van de heerlijke plek waar Han woont: er zijn momenten dat zwijgen het beste antwoord is. ?
In de Stagecoach is iedere zondag live muziek, prima reden om er heen te gaan en we hebben een gezellig etentje. Ook nu verbazen we ons over de goeie band die optreedt.

De volgende ochtend maken we ons klaar voor vertrek en doen met Han nog een lekker bakkie koffie/thee in het nieuwe zaakje in Temecula. Precies een week geleden begon het gedonder met de radiateur. De planning is retour naar Bishop en vandaar onze oorspronkelijke route weer oppakken naar Lake Tahoe en Reno. 500 Kilometer te gaan over die saaie lange weg. Eind van de middag arriveren we op dezelfde campground in Bishop naast bakker Schat. Het is druk en we staan tamelijk ingebouwd. Onze buurman komt een praatje maken en ik wijs op de kaart aan waar we allemaal geweest zijn. Mijn lover zit in de camper en zorgt ondertussen dat het internet gaat werken want één minuut zonder en we zijn hopeloos verloren! ? Na het praatje stap ik binnen en vind hem voor de computer terwijl hij lachend zegt; ‘Ik moet zo lachen om jou, je zegt steeds: you know, hoor!’ ? ‘Ja Roel, je kan de Rotterdamse wel uit Rotterdam halen maar Rotterdam niet uit de Rotterdamse!’ ? Na een rustdag rijden we woensdagochtend weg uit Bishop op weg naar Lake Tahoe en Reno.

De volgorde is nog niet helemaal duidelijk want de weersverwachting is slecht in de bergen. Onze ‘campingburen’ kwamen uit deze richting en het was bar en boos: veel regen, onweer en erg koud. De Highway 395 brengt ons terug naar Mono Lake, één van de oudste meren van Noord Amerika, waar de radiateur ons in de steek liet. Het visitor centre heeft een mooie tentoonstelling over het meer en de tufa’s, deze kalksteenformaties zijn ontstaan door de samenstelling van het water in het meer. Dit is namelijk heel alkalisch en acht keer zo zout als zeewater. Er leeft een grote verscheidenheid aan vogelsoorten die zich voeden met de kleine zwarte vliegjes (alkali flies) en bruine garnaaltjes (brine shrimp). De tufa’s zijn heel goed te bewonderen in de South Tufa area. Het is genieten: de besneeuwde bergen op de achtergrond en de tufa’s.

Na dit heel bijzondere schouwspel vervolgen we ons weg richting Reno. Er rijdt een politieauto achter ons en waar het mogelijk is komt ie naast ons rijden, raampje gaat open en hij gebaart naar ons. Wat is dit, is hij geïnteresseerd in onze camper of hebben we iets fout gedaan? ?’Er hangt iets onder de camper!’ ; roept de agent zo hard hij kan. Mijn lover stuurt de camper naar de kant en moppert; ‘Wat is het nu weer met dat ding!’ (Zeg maar een vrije vertaling van wat hij echt zei….) Hij kijkt samen met de agent onder de camper en het blijkt dat de afvoerbuis van de vuilwatertank is losgeschoten. Het ding wordt weer vastgezet door mijn handige handsome en de weg is weer voor ons. ? Als we de staatsgrens over gaan en van Californië weer in Nevada (Spaans voor besneeuwd) komen schitteren de lichtjes van de casino’s langs de kant ons tegemoet. Zo’n 15 kilometer voor Carson city staat een groot reclamebord voor het Carson Valley Inn Casino. ‘Ach, even kijken of we daar kunnen overnachten kan geen kwaad’ ; zeg ik en mijn hand begint al te kriebelen….? Roel draait de parkeerplaats op en er staat nog een camper waar mensen inzitten. Hij gaat het navragen en je mag hier staan, top! Bij het wegrijden om een mooi plekkie te zoeken maken we een flauwe bocht en horen een schrapend geluid onder de camper. ? ‘Het kolereding valt aan alle kanten uit elkaar!’ ; roept hij, springt de camper uit en gaat languit op de grond liggen om te kijken wat er nu weer loos is. Ik ben inmiddels ook zuchtend uitgestapt en vraag de meest intelligente vraag; ‘Zie je wat?’ Mijn lover komt overeind en ziet mij afkeurend naar hem kijken ; ‘Ja, ga nou niet lopen zaniken dat ik vies ben want lekker belangrijk!’ Ik zwijg maar het lijkt alsof hij een schoorsteen heeft geveegd….? Het blijkt een euvel dat we al eerder hebben laten repareren vorig jaar in Yellowstone: namelijk de isolatiebak van de vuilwatertank. Die was toen losgeschoten en met ty-rap’s weer vastgezet. Hij hangt nu weer los en schuift over de weg, dit verklaart waarschijnlijk ook waarom de afvoerbuis los hing! Dag casino, hallo garage! Nu eerst kijken wie dit kan verhelpen. En waarschijnlijk is dit herkenbaar voor stellen maar wij hebben allebei een andere zoekwijze. Ik ben degene die bij een benzinestation vraagt of zij een garage weten maar mijn lover is de ‘doe-het-zelver’ en gaat gewoon kris kras rijden. ? Ik laat hem maar na het dorp voor de tweede keer uitgereden te zijn ben ik wat kribbig ; ‘Vraag het nou gewoon bij dat benzinestation!!!’ Alsof hij het voor het eerst hoort zegt hij; ‘Goed plan, ik ben zo terug.’ ? Samen met een kerel komt ie naar buiten en wat blijkt die gaat ons naar de garage brengen, hoe aardig! Daar aangekomen blijkt dat de camper niet op de brug kan maar hun andere vestiging zit een kilometer terug en daar is wel de mogelijkheid voor campers. ‘Geef die kerel een sleutelhanger met klompje!’ roept mijn lover en ik ren naar de aardige vent die ons hier heeft gebracht en geef het klompje. ‘Wow, how nice, thank you!’ zegt ie luid. Ik wil hem een hand geven maar dat gaat niet door want terwijl hij roept ; ‘I’m a hugger!’ zit ik al in zijn omhelzing. Daar sta ik dan met mijn 54 jaar en hoop maar dat ik geen rood hoofd krijg want het is een leukerd hoor! ? Mister good looking loopt daarna op Roel af en ook die krijgt een omhelzing. Op naar de andere garage en daar wordt de half loszittende plaat, gratis als service van de zaak, eronder vandaan getrokken.

We kunnen deze plaat missen maar moeten nu wel opletten dat de vuilwatertank bij erge kou sneller kan bevriezen. Het is te gek voor woorden hoeveel pech we hebben. ‘Straks hebben we geen volgers meer omdat iedereen denkt dat we het expres doen!’ zeggen we met een lach en rijden terug naar de overnachtingsplek bij het casino. Ik moet ineens denken aan de reclame van Nespresso: ‘What else?’ En inderdaad dit is Nevada, de staat waar het gokken sinds 1931 legaal is! ‘Casino, what else do I need: ?….hmmm, 21 puntjes op mijn kaarten….dat dan wel weer! ?

Kralingse bos….

Je hebt het wel eens van die dagen dat je niet vooruit te branden bent: wij hebben dit dinsdagmorgen als we wakker worden bij het casino en het buiten vet bewolkt is.

In de verte bij de bergen waar Yosemite ligt is het nog erger. Ik wil eigenlijk het blog plaatsen en bij het casino is een snelle internetverbinding dus the place to be. Het bakkertje daar heeft lekkere gebakjes, we halen een koffie/thee erbij en nestelen ons in de hotellobby grenzend aan het casino. Met het thuisfront wordt er ook gelijk geappt/gemaild en de blog gaat online. Het is inmiddels al rond twaalf en buiten regent het nu zachtjes. Ons besluit is snel genomen, we rijden even naar Oakhurst, de dichtstbijzijnde plaats, doen wat boodschappen en gaan retour naar het casino. Natuurlijk niet voor het gokken maar het buffet is er zo geweldig! Vanavond is het thema BBQ en ja, dat pakken de Amerikanen ook groots aan. ?

En echt ik probeer langs de speeltafels te lopen maar zie de croupier van gisteravond. Hij steekt zijn hand op; ‘Hi, how are you? Do you join me tonight?’ Je kan zo’n aardige man toch niet laten staan dus ik ga zitten en mijn lover zoekt een ‘éénarmige machinevriend’. Aan tafel zitten nog vier spelers en ik wens iedereen geluk. En het geluk is wederom met me. ? Na een half uurtje spelen gaat de croupier wisselen met een collega, tijd om te stoppen en terwijl ik mijn fiches naar hem toe schuif denk ik; ‘Kom maar op baby, talk to me!’ En dat doet ie: ‘Colours on the table!’ Fooitje voor hem en dan op naar de kassier om mijn dollars te innen en dat zijn er best wat vanavond, lucky me! Mijn lover vind ik snel en hij blijkt ook winst te hebben: de gokkers kunnen met een gerust gevoel retour naar de camper! Soms zijn er die niet eens met een gerust gevoel naar de wc durven…. ?

De volgende morgen rijden we dan echt richting Yosemite dat op de flanken van de Sierra Nevada ligt. We waren hier vorig jaar oktober met mijn ouders, toen was het vreselijk druk en hopelijk is het nu in deze periode rustiger. Onze verwachtingen voor Yosemite zijn best hoog want het is één van de eerste en ook het druk bezochtste National Park in Amerika. Sinds 1984 staat het op de Unesco Werelderfgoedlijst. Onderweg bellen we met lieve vrienden om hen te feliciteren: ze zijn vandaag getrouwd! ? De weg via Wewona naar het park slingert omhoog en is prachtig, we komen bij de ingang van het park en volgens mij gaat het daar mis! ? Een vrolijk gezelschap zit in het hok en uitgelaten klinkt het; ‘Hej, welcome in Yosemite!!!! How is your day today?? What a lovely day!!!’ Het lijkt een beetje op een reclamefilmpje en wanneer de vriendelijke dame verkleed als een beer in het hok had gezeten had ik het niet eens gek gevonden! ? Volgens mijn lover ben ik dan wat sceptisch dus ik hou mijn mond en glimlach. We krijgen alle informatiefolders mee en horen welke campgrounds voor onze camper toegankelijk zijn. Up we go, het grote park in! Het eerste mooie punt is bij Tunnelview, vanaf hier heb je een prachtig uitzicht op Yosemite Valley met de kronkelende Merced rivier, hoge indrukwekkende granieten rotswanden als Half Dome en El Captain, besneeuwde toppen in de verte en watervallen.

Het is druk en we vinden nog net een parkeerplaats. Het uitzicht is super mooi en de lucht heel helder. Om ons heen krioelen de toeristen en zoals zo vaak zien we Aziaten gekke capriolen uithalen als ze zich laten fotograferen. ? We gaan verder en al snel veranderd de weg in een tweebaansweg. Dat wil zeggen twee banen in en twee banen uit het park. ?

De volgende stop is El Captain, een loodrecht uit de grond oprijzende rots waar alleen zeer geoefende klimmers zich kunnen uitleven.

Het is druk op de weg en we vragen ons af of de campgrounds plaats hebben. Ondanks dat het nog heel vroeg in de middag is heeft de opgegeven campground Upper Pines een bord met full staan. Het blijkt dat we ons eerst moeten melden bij de campgroundreservations want vanuit hier wordt alles gecoördineerd. Dit gaat allemaal soepel en we krijgen een plek op de naastgelegen campground North Pines. Even voor een beeld: er zijn verschillende campgrounds (zelfs met huurtenten)

in het park en wij zitten in de hoek richting Mirror Lake op North Pines die samen met Lower Pines en Upper Pines ongeveer 770 plekken totaal heeft!

De plek zelf is best ruim met een picknicktafel en een vuurkorf. Voordat we de plaats oprijden krijgen we uitgebreide informatie van de ranger over de campregels; ‘We bevinden ons middenin het bos met wilde dieren dus kijk goed uit wat je doet!’ En hij drukt ons op het hart om uit te kijken voor de beren! ‘Laat je bord met voedsel niet zo maar op de tafel staan als je even je camper ingaat!’ Nou, nou, spannend! Kom maar op met die beren! ? Onderweg hebben we fietspaden gezien en omdat het zo vreselijk druk is besluiten we te gaan fietsen.

Een ander alternatief is de gratis shuttlebus nemen. Om de paar minuten gaan ze en voor het hoogseizoen staan er al minstens 30 op de parkeerplaats te wachten.

We bezoeken verschillende mooie natuurverschijnselen en overal is het hetzelfde: zodra we de fiets geparkeerd hebben is het aansluiten in de schuifelende mensenmassa. Het is pas voorseizoen en nu al zo druk! Shuttlebussen vol met mensen rijden over de speciale busbanen en passeren auto’s die in de file staan.

We fietsen terug en zien een grote rookontwikkeling boven onze campground. Mij bekruipt dan altijd het gevoel dat ik iets vergeten ben uit te zetten en dat onze camper in de fik staat maar het is de rook van de vuurtjes van onze medekampeerders. ? Zo eind van de middag gaan de vuren aan en helaas zijn onze buren niet de beste stokers en meer de types voor een palingrokerij! Het is een beetje lachwekkend al die mensen op een hoop in campers, tenten en caravans zo middenin het bos. Helaas mister ranger, ik zie die beren echt niet komen hoor! Om 22.00 uur is het echter doodstil: dat moet ook want dat staat in de regels die we hebben gekregen! ? De volgende morgen is het ‘grote bos gevoel’ dan echt in één klap weg als er heel vroeg twee grote vuilniswagens denderend over de campground rijden. Een nieuwe dag een nieuwe kans en we gaan opnieuw proberen het wow gevoel voor Yosemite te krijgen. Ook nu gaan we met de fietsen op pad en maken een koffiestop bij The Majestic Hotel.

De fietstocht is weer prachtig en de natuur doet me aan Wallis in Zwitserland denken. En dit keer is mijn lover het wel met mij eens. ?

 

 

Misschien zijn wij te verwend want terwijl we in een soort polonaise van toeristen, waaronder heel veel Nederlanders en Aziaten, naar de waterval lopen zegt hij lachend; ‘Lekker zeg, met zijn allen in een National Park schuifelen om een waterval te bekijken die je in Zwitserland gewoon zo kan zien langs de kant van de weg!’ ?

Laten we voorop stellen dat Yosemite National Park echt heel mooi is, de natuur heeft zoveel verschillende kleuren, de grillige rotsformaties, hoge bergen, watervallen en de meadows (grasvelden) zijn erg bijzonder. Maar wat de mens ervan heeft gemaakt: vierbaanssnelweg in een park, busbanen, fietspaden en grote campgrounds met winkels maakt dat het voor ons op een groot Kralingse bos lijkt…., we misten alleen nog pannenkoekenhuis ‘de Nachtegaal’. ? En zoals eerder vermeld: alles in dit blog is onze mening en hoe wij het hebben beleefd. Er zullen meer dan genoeg mensen zijn die hier anders over denken.

Vlakbij het visitor centre zit een koffiecorner met een prima internetverbinding waarmee we hopelijk de dodenherdenking op de Dam live kunnen volgen voordat we het park verlaten. Gisteren spraken we er over: ‘Wat doen we, onze tijd 20.00 uur of de Nederlandse tijd aanhouden?’ Hopelijk is het in Nederland om 20.00 uur twee minuten stil en zijn er geen raddraaiers die dit verzieken. En zo zitten mijn lover en ik om 10.30 uur onze tijd (Nederland 19.30 uur) met een thee/koffie in een hoekje van het terras en volgen live de beelden. We zijn stil met Nederland en hebben beiden een kippenvel momentje.

‘Hoe bijzonder om dit hier met jou mee te maken.’; zegt mijn lover. Ik wil het bevestigen met een kus ? maar de romantiek is slechts een moment want vervolgens hoor ik; ‘Even nog snel een spelletje crushen….’ ?
Onze rit vandaag gaat via de Tioga of Sonora pas. Maar eerst alles vullen en legen bij de dump.

Volgens de laatste berichten zou de Tioga toch nog dicht zijn en dat klopt.

Het staat gelukkig al snel aangegeven dus we nemen de Sonora (waarvan we zeker weten dat ie sinds een week open is) en vandaar door naar Mono Lake.

We kunnen maar één ding zeggen: wat een super mooie weg is dit! Afwissende haarspeldbochten, dichte bossen, besneeuwde bergen, hele steile hellingen en diepe ravijnen.

Het klinkt wat hemels maar wow, wat een fantastische rit! ❤ Aan het eind van de middag zo’n twintig kilometer voor de pas zien we een bord met camping. Die is echter nog dicht, we draaien op een verlaten veldje en overleggen of we hier zullen blijven. Het is net een stukje van de weg en niemand die ons ziet. ?

Daar komt een kerel in een Jeep aangereden, die maar eens vragen of hij weet of het mag. Het is een inwoner van één van de dorpjes, met een echte Grocery Barendregt, waar we net doorheen zijn gekomen.

En je weet ook gelijk hoe ze hier winkeldiefstal oplossen.

Hij en zijn hondje komen juist van de Sonora pas en ‘Of course you can stay here overnight!’ We hebben nog een leuk praatje en hij geeft gelijk wat tips over de omgeving. Er zijn beren dus we moeten wel oppassen zegt ie. Ik vind dit soort afgelegen plekken prima….zo lang het licht is. Maar als het donker wordt dan is het niet mijn ding. ? Mijn lover weet dit en wat volgt is altijd hetzelfde ritueel: ik zit dapper met mijn wijntje tot het bedtijd is….Dan sluit ik de gordijnen en deuren, barricadeer de achterdeur met de bezem ? en ga liggen. Hij kijkt het allemaal glimlachend aan en zegt; ‘Als je liever weggaat naar een camping dan gaan we direct!’ En ik weet, hij doet het maar dat vind ik dan weer zo kinderachtig. ‘Nee, natuurlijk niet! We hebben een prima plek!’ , zeg ik vol overtuiging. En hoop dat de wijn zijn werk doet en ik snel in slaap sukkel. Na een verbazend goeie nachtrust laat mijn lover zijn drone weer eens vliegen

en dan door naar de Sonora pas.

Het is een hele klim en we komen in de sneeuw terecht.

Even een testje: we hebben een lowres videobestandje hier onder gezet. Klik op deze link: sonora2

En als het niet werkt zijn hier de foto’s ;-)

Deze pas is sinds een week open en soms rijden we tussen meters hoge sneeuw door. Het is echt vreselijk mooi hier! Bovenop de pas zien we een groepje mannen met sneeuwscooters, ze hebben een klein kamp gebouwd op een parkeerplaats. We stoppen en maken een praatje: de eerste week dat de pas open is komen ze hier om te skiën. Met sneeuwscooters brengen ze elkaar omhoog en dalen dan skiënd af!

Ze vragen of we skies bij ons hebben want willen ons zo naar boven brengen. Oh, wat zonde is dit, het had wel heel bijzonder geweest maar we hebben de latten niet bij ons. Hun sneeuwscooters hebben trouwens een pk van 155….OMG. ? Iets verderop doen we een stop voor koffie/thee en genieten van de rust, ik blijf het herhalen: dit is een geweldig mooie omgeving!

We dalen af tot we bijna bij Mono Lake zijn en stoppen bij een uitzichtpunt. Daar komt een jongen lachend op ons afgelopen, het blijkt een Nederlander en hij is samen met een vriend op rondreis. Ze verbazen zich over onze trip en we raken aan de praat. Ineens zien we onder de motorkap vloeistof druppelen….en flink druppelen!

Wtf, is dit nu weer?! Roel gaat op de grond liggen en ruikt aan de vloeistof, het is geen diesel maar wat dan? Het blijkt dat de radiateur lekt….en flink ook! We hebben gelukkig alles bij ons en vullen de vloeistof bij. Dan als een haas naar het dal en een garage opzoeken. We komen in de kleine plaats Lee Vining en stoppen bij de Shell, helaas de monteur is er pas maandag weer. Voor nu kunnen ze een soort ‘vezelbom’ erin gooien wat hopelijk de boel dicht. Roel maakt de motorkap open, wil hem vastzetten met de houder maar die breekt af. Al het slechte komt in drieën dus nog one to go….? De ‘vezelbom’ en extra vloeistof worden erin gegooid en ze geven het advies om naar Bishop te rijden omdat daar meer garages zijn. Prima, maar dat is nog ongeveer 100 kilometer te gaan en niet op onze route want die gaat juist de andere kant op richting Reno. In Bishop waren we al eerder en deze plaats is bekend om zijn Nederlandse bakker Erick Schat.

Een lekker vers Nederlands boterhammetje morgenochtend is ook niet verkeerd! ? Die richting dus maar uit en na een aantal kilometer stoppen we om de vloeistof te controleren. De radiateur lekt niet meer, wel gebeurd het derde ongeluk op rij als Roel zijn deur dicht gooit en het extra veiligheidsslot afbreekt. ?

Deze extra sloten zijn binnenin vastgemaakt om te voorkomen dat de auto van buitenaf opengebroken kan worden. Nou ja, hopelijk kunnen ze ook lassen hier. De campground die nog plaats heeft ligt gelijk naast de bakkerij dus morgenochtend een kort wandelingetje voor mijn lover. ? We vinden een adres voor de reparatie en er wordt geregeld dat we maandagmorgen als eerste aan de beurt zijn. ‘Vanavond als troost maar lekker uit eten.’ , zegt mijn lover. Op advies komen we terecht bij Bishop Bowl en Grill.

Het is een bowlingbaan met een restaurant waar het super druk is. Zo’n zaak waar de locals van Bishop komen en veel kennen elkaar. Als we eindelijk een tafeltje hebben komen we gelijk in contact met een Amerikaans stel naast ons en het vraagspel waar we vandaan komen begint weer. ? De buurtjes beginnen te kletsen en echt binnen een kleine tien minuten weten we weer veel van ze. Wat is dat toch met die Amerikanen, ze zijn echt heel vrij om alles te vertellen en zeer gastvrij. Wij zijn toch veel gereserveerder? ? Hij werkt bij de plaatselijke golfclub en ze nodigen ons uit om te komen spelen. ‘Kom morgenochtend gelijk, het ontbijt is er amazing!’ roept zij enthousiast. Roel vertelt dat mijn elleboog gebroken is geweest en dat we het in gedachten houden. Dan komt het op de pech met de radiateur en zij kennen de monteur waar we maandag moeten zijn. Als die het niet kan fixen dan weet onze buurman het niet meer! ? Easy is onze zondag, uiteraard met een lekker boterhammetje van bakker Schat. Mijn handige handsome fixt de houder van de motorkap en werkt wat, ik ruim de camper op en doe de was. Tussendoor slenteren we weer naar de bakker voor een gebakje

en dan zien we aan de overkant een Chinees restaurant die vanavond buffet heeft: het leven kan zo makkelijk zijn. ? Rare cocktailglazen hebben ze hier trouwens. Chinese style….

Het wekkertje zetten we om 07.00 uur want we moeten de volgende morgen vroeg bij de ‘radiateurmeneer’ zijn. Die maakt de motorkap open, kijkt en vraagt; ‘Wat is dit voor merk auto, dit ken ik helemaal niet, it’s not an American car….’ En in een split second kijken mijn lover en ik elkaar aan en denken allebei hetzelfde: dit gaat vast weer een story worden….?