Na een koude nacht worden we wakker met een klein zonnetje. Het weer valt nog steeds iets tegen maar we moeten niet vergeten dat het nog maar eind mei is. Voor zo’n mega grote camperplaats, eigenlijk gewoon een parkeerplaats, is het een rustige nacht geweest. Na het ontbijt fietsen we weer naar Mont Saint Michel. Het is nog steeds eb en over het zand wandelen we er helemaal om heen.
Bij hoogwater is dit alleen zwemmend te doen, oftewel: snel wegwezen dan!
Op bepaalde plekken zien we sirenes hangen die waarschuwen wanneer het water opkomt. De vorige keer dat we hier waren hebben we dit gezien en het is inderdaad griezelig om te zien hoe hard dit gaat. Volgens kenners wordt een man op een paard ingehaald door het water. In de smalle straatjes is het druk, toeristen sjokken langs de souvenirwinkels.
Als we op een terras een lege tafel zien gaan we snel zitten en wachten op de bediening.
Ook hier valt het op dat de horeca te lijden heeft gehad van de Covid want waar zijn al die medewerkers gebleven?! Het is ook nu weer tenenkrommend hoe we geholpen worden. Begrijp me goed, ze wíllen zeker wel maar hebben het vaak niet in de vingers.
Terug bij de camper laden we de fietsen in en zetten koers naar Saint Malo waar we op camping D’Alet een plaats vinden. Althans dat heeft ietwat voeten in de aarde want de plekken zijn zo scheef dat we even moeten kijken waar we kunnen staan. Komt bij dat het morgen Hemelvaart is waardoor de camping volgeboekt is. Een nacht gaat net lukken. De camping ligt iets buiten het centrum en op de fiets is dit goed te doen. Saint Malo is een havenstad in Bretagne waar vandaan ook de ferry’s richting Jersey en Guernsey varen. Benieuwd wat de kosten zijn stoppen we op weg naar het centrum bij Condor Ferries. Mijn vent snelt naar binnen voor informatie over tijden en prijzen. Al met al gaat het niets worden: door tijdgebrek is het bedrag van rond de 110,00 euro wel prijzig voor slechts 1 dag op één van de eilanden. Bij het centrum parkeren we de fietsen aan het begin bij de oude stadsmuren en wandelen door een grote poort het stadsdeel binnen. In dit gedeelte, dat men Intra-Muros noemt, liggen vele restaurants, terrassen en winkels.
Het is gezellig druk in het centrum. Heel optimistisch hebben we de vesten in de fietstas gelaten maar als we op een terras zitten steekt er helaas weer een koude wind op. Zeker op de stadsmuren is het heel fris.
Maar, elk nadeel heeft een voordeel en in ons geval is het dat de camping hoger ligt dan het centrum en zo trappen we ons op de terugweg weer lekker warm.
Op de camping gaat de BBQ aan en net als we klaar zijn staat er een groepje jongens onze kant op te kijken. Wat blijkt: naast het gedeelte waar wij staan loopt een weggetje en daar is hun auto gestrand. ‘Do you have something to start the car?’ vraagt er een in zijn beste Engels. Roel gaat graven en vindt de startkabels.
De jonge gasten zijn helemaal blij en toeterend vertrekken ze nadat de auto weer aan de praat is geholpen.
En Roel? Die heeft weer mazzel want laat dit alles nou net gebeuren als we gaan afwassen….
‘s Avonds nemen we de route nog eens door en besluiten de volgende dag richting la Rochelle te rijden, wat zo’n 320 kilometer is. Heel handig heeft mijn vent er thuis aan gedacht om porto’s mee te nemen maar op weg naar la Rochelle hebben we er geen geluk mee want de batterijen zijn leeg. Oeps, vergeten bij te laden! Het resultaat is dat we elkaar uit het zicht verliezen. Natuurlijk is het allemaal niet zo spannend maar of Ellie Lust met haar ‘etherdiscipline’ dit grappig zou hebben gevonden betwijfel ik.
In Chaillé-les-Marais vinden we een perfecte kleine camperplaats.
Ik trek mijn hardloopschoenen aan voor een disciplinerondje ‘sjokken’, Wilma en Piet gaan wandelen en Roel laat voor het eerst in een paar jaar zijn drone weer eens de lucht in, wel gelicenseerd nu trouwens. Na een korte uitleg laat Wilma het ding ook de lucht in gaan.
Door het lange vrije weekend laten we la Rochelle maar gaan en op verzoek van Wilma en Piet gaan we naar het eiland Île d’ Oléron. De dingen die zij hierover gelezen hebben klinken goed en aangezien de toegangswegen naar la Rochelle bomvol zijn is het een prima plan. Helaas hebben vele Fransen met ons ditzelfde plan en in één lange file rijden we over de brug het eiland op. We hebben geluk, de camperplaats, aan de rand bij Saint Denis d’Oléron, heeft nog plek en we boeken gelijk voor 2 nachten. Door het plaatsje heen fietsen we naar het strand.
Wow, het is echt reuze leuk hier. De boulevard is niet heel groot maar heeft verschillende terrassen. Voor de zekerheid reserveren we op 1 ervan alvast een tafeltje voor vanavond. Dan gaat het verder op de pedalen richting de vuurtoren van het eiland. Hoeveel treden die nou precies heeft komen we niet uit en opnieuw omhoog klimmen….daar heeft niemand zin in!
Bij de vuurtoren zijn een aantal winkeltjes en in 1 ervan koop ik verplicht een paar sandalen voor mijn vent. Waarom verplicht? Nou, ik ben namelijk vergeten zijn sandalen in te pakken. Volgens hem heb ik dat expres gedaan omdat ik ze afschuwelijk vind….
‘s Avonds als we de boulevard op fietsen zijn we blij met de reservering want alle terrassen zitten vol en hebben buiten een bord met de tekst complét staan. We zijn niet alleen blij met de reservering maar ook met de keuze van het restaurant want het eten is meer dan perfect.
De volgende dag, zaterdag, is het zonnig en na een ‘slow start’ fietsen we over het eiland. Er zijn hier prima fiets en wandelmogelijkheden.
Na de mossel/oester automatiek zien we hier een stokbrood automaat.
Het is trouwens opvallend hoe weinig búitenlandse toeristen dit eiland verkennen want de meeste kentekens die we zien zijn van Fransen. Het van het eiland áf komen is trouwens gemakkelijker gezegd dan gedaan want aan het eind van het ‘jezusheavenflydayweekend‘ (Roel’s benaming voor Hemelvaart
) gaat iedereen naar huis en moeten we allemaal over een brug met 1 rijbaan en mateloos veel rotondes en stoplichten op de weg er naar toe. Roel loodst ons vakkundig over wat sluipweggetjes en we halen minstens 2 uur file in. Dan is de rolverdeling perfect: ik rij en hij navigeert. En geloof me, het rijden was een ding daar! Smalle wegen met vele bochten en tegenliggers en daar gaat deze Tina Trucker.
Het is vreemd om van jezelf te zeggen maar ik rij prima.
Hoe vreemd is het dan ook als we ergens komen waar gekeerd of achteruit gereden moet worden mijn lover vaak zegt; ‘Schuif maar op, ik doe dat wel even!’
Als een soort alfa-mannetje beschermt hij ons dan ineens, of beschermt hij de camper….
Uiteraard schuif ik niet op en blijf stoïcijns zitten ‘Geef maar aanwijzingen!’ Maar eerlijk, soms staat het zweet op mijn ruggetje als het best tricky is. Ik vind sowieso dat er te weinig dames rijden. Bij de meeste campers die wij tegenkomen zit de kerel achter het stuur en hoor ik opmerkingen zoals; ‘Mijn vrouw durft niet te rijden, ik wil er niet naast zitten en niets doen, of nog erger: zij kan het toch niet!’
Helaas blijken dit soort antwoorden te kloppen want natuurlijk check ik het ook bij de vrouwen. Jammer dames, gewoon een beetje lef tonen en doen, dat zal jullie ook helpen om duidelijke aanwijzingen te geven bij het parkeren want oh,oh, wat ik dan niet allemaal zie! Soms vraag ik me af of ze een hekel aan elkaar hebben en hij haar dood wil rijden, of zij dood wil, want welk normaal denkend mens gaat pal achter een achteruit rijdende camper staan?!
Gelukkig is het niet allemaal kommer en kwel en ken ik ook een aantal dames die zelf achter het stuur kruipen!
Capbreton is onze volgende en laatste stop voor we de grens met Spanje over gaan steken. Roel en ik stonden hier jaren terug al tweemaal eerder en ook nu rijden we richting de camperplaats die aan het strand ligt. Okay, er ligt een rij duinen tussen maar daar overheen geklommen wandel je langs een aantal enorme uit de tweede wereldoorlog achtergebleven en half in de Atlantische oceaan weggezakte bunkers naar de gezellige boulevard.
Hier eten we en hoe grappig: voor het eerst vragen we een tafeltje met wat schaduw.
Hoe zuidelijker we komen hoe beter het weer gaat worden.
Om negen uur exact rijdt er een bestelautootje luid toeterend over de parkeerplaats: het is een plaatselijke bakker die wat extra omzet genereert door stokbrood en croissants te verkopen uit z’n kofferbak.
Er staat al snel een lange rij.
Dan gaat het de volgende morgen toch echt richting Spanje. Het plan is om in San Sebastián te belanden. Niet echt veel kilometers maar we doen toch erg lang over de korte rit. Piet heeft op de kaart een vuurtoren gespot bij de Spaanse grens, die wil ie graag bezoeken. Echter mijn lover navigeert een afslag verkeerd en over bochtige wegen bereiken we uiteindelijk de toren waar ook een camping ligt. Die blijkt bij nader inzien niet te zijn wat er van verwacht wordt dus we koersen toch door naar San Sebastián. Zoals vaak het geval: als het tegenzit dan zit ook veel tegen! Zo komen we er ineens achter dat de winkels zondag gesloten zijn maar gelukkig zien we langs de snelweg nog een Aldi die tot 12.30 uur open is. We hebben precies 10 minuten en met zijn vieren sjezen we door de winkel. Ook weer gelukt, we zullen niet verhongeren!
Door het centrum van San Sebastián rijden we omhoog naar camping Igueldo. Het is te merken dat dit wel bekend is bij de toeristen want de vele Nederlandse en Duitse kentekenplaten schitteren ons hier tegemoet. De camping bestaat uit lange lanen waaraan de plekken liggen. Er is niets meer naast elkaar vrij dus wij rijden naar een plek achterin en Wilma en Piet krijgen een plek in het midden van de laan. Net als we geparkeerd staan en uitstappen horen we een schurend en krakend geluid uit hun richting komen. Wat blijkt: de plaats van hun is wat ongelukkig met 2 flinke bomen er op. Bij het neerzetten van de camper probeert Piet de bomen niet te raken maar tikt wel de voorbumper van de Duitse achterbuurman aan. Het is gelukkig meer geluid dan schade maar wat een dag, wat een dag! Als mijn vent besluit nasi-goreng te maken houd ik dan ook mijn hart vast.
Gelukkig gaat dit goed en heeft deze dag vol pech toch een soort happy end.



























Jullie beleven weer van alles!!! Van “nieuwe sandalen” tot “anwb-hulp”! Hahahaha. Geniet lekker!!


Weer leuk om te lezen, maar wat mij opvalt, dat jij, Sia, nog geen ruzie hebt gehad met andere vakantiegangers, dan wel cynische opmerkingen over Fransen, Duitsers of Spanjaarden hebt gemaakt. Normaal weet jij wel te melden, hoe jij over anderen denkt, maar ik troost mij met de gedachte, dat de vakantie van jullie maar pas begonnen is. Verder natuurlijk weer de mooie foto’s gezien en ik kijk al uit naar het vervolg. Hou het rubber op het asfalt en doe voorzichtig.
Wat weer een leuk verslag van bekende plekken. Wij waren in febr in SS en met een zonnetje erbij is het nog fijner!
Weer super leuk opgeschreven Sia, met prachtige foto’s van Roel erbij. Sommige plekken brengen ons weer terug in de tijd.
Veel plezier en veilige kilometers
Yes! St. Sebastian, oude centrum, alles lekker en gezellig.. al die kleine hapjes en grotere hapjes..

Bilbao, die zweef brug ding bums en ook weer lekker eten..
lekker genieten verder
Was weer heerlijk die verhalen en foto’s zo genieten wij ook mee veel plezier
O wat heerlijk zie alles voor me wat heerlijk zo nu geniet en je verhalen zijn top zo heerlijk met humor grt Coby
Hé lieve mensen, blij dat jullie weer onderweg zijn. Nu voor mij iets herkenbaarderderder..

Iets met een vakantie heeel lang geleden langs de Franse kust.
En ook leuk omdat John en ik, als onze camperT eindelijk rollend van de band komt, heel graag naar Portugal willen toeren.
Voorlopig is het nog niet zover en teer ik op jullie mooie reisverhalen. Hoelang blijven jullie on the road?
Dikke kus en ook de groeten van John
Leuk verslag.
) en Bilbao.
We zijn nu ook in Spanje. Erg warm vandaag in Granada. 2 weken geleden waren we in San Sebastiaan ( we deden dezelfde dingen
Het Guggenheim vonden we erg mooi.
De mascotte ervoor ( de hond) was onder constructie. Daar zijn ze weken mee bezig om te beplanten. Ik denk dat hij nu wel klaar is.
Eigenlijk maakt het geen donder uit… of je nu vanuit Lutjebroek of Bilbao schrijft
… het is allemaal heerlijk leesvoer!! Ik geniet enorm mee en zit af en toe gewoon hard op te lachen.