Er zijn twee dingen….

Rond half zeven ‘s-avonds zijn we terug van het avontuur met de beren. We mogen op de parkeerplaats van K Bay Air blijven staan vannacht en rijden eerst naar de pier om iets te gaan eten. Er is volop leven in de jachthavens, vissersboten komen terug en de vangst wordt aan wal gebracht.

Er zijn in Homer veel viswedstrijden, men vist voornamelijk op heilbot en zalm. Wie de grootste heilbot vangt van het seizoen kan rekenen op een geldsom van minimaal 15.000 dollar. Hoe zwaar de vis dan moet zijn….zeker wel zo’n 110 kilo anders doet ie niet eens mee! ?

Het is vloed en de golven van de Kachemak Bay komen ver het strand op, een eagle vliegt over en in het water duikelt een zee-otter. We pikken een willekeurig restaurant uit en eten iets lekkers met verschillende soorten vis. En zoals zo vaak in Amerika: het eten gaat allemaal snel en ook dit keer staan we weer buiten voor we er erg in hebben. Maar dat komt ons goed uit want we willen de foto’s bekijken die mijn lover vandaag van de beren heeft gemaakt! ?

Het plan is om nog zeker twee dagen in Homer te blijven en vrijdagmorgen gaan we eerst maar weer eens naar een laundromat. Het is een hele grote met een koffiebar en zelfs douches maar ook een heel dure want ik ben voor twee wassen 20 dollar kwijt….oeps! ? Oke, inclusief koffie.

We raken in gesprek met nog twee stellen (Zwitsers en Duitsers) die ook met hun eigen camper hier aan het reizen zijn. Als alles gewassen en gedroogd is zoeken we een camping mét hook-ups op want de laundromat heeft geen strijkgelegenheid en de accu’s van de camper moeten opgeladen worden. Op het dak zijn zonnecellen geïnstalleerd dus als het zonnetje maar even schijnt dan hebben we genoeg stroom. De afgelopen dagen hebben we veel dry camping gedaan maar heeft het geregend en ook hebben we weinig kilometers gemaakt dus de accu’s kunnen wel wat gebruiken. We rijden terug naar de pier want vinden dit het leukste gedeelte van Homer en vinden één van de laatste plekken op Homer Spit Campground die net voor het einde dicht bij de veerboot ligt.

Het is bijna weekend en erg druk op de pier (deze heeft trouwens een lengte van vijf mile), alle campings staan vol. En hier maak ik gelijk even van de gelegenheid gebruik: het toerisme! We kregen namelijk een aantal reacties over de drukte en toename van het toerisme. Vier weken verblijven we nu in Alaska en er zijn gedeelten waar het echt leeg en stil is. In de plaatsen die we aandoen waar het druk is treffen we voornamelijk inwoners van Alaska, laat ik zeggen 75 % gevolgd door 15 % Amerikanen uit andere staten en de overige 10 % is voor de overige landen, hiervan zijn het meest Zwitsers.

Tot nu toe hebben we maar drie Nederlanders gezien. Het is dus toeristisch maar het voelt niet zo voor ons omdat het inwoners van Alaska betreft.
Tel daarbij op dat het nu vakantietijd is, de scholen vrij hebben en heel belangrijk: het visseizoen in de maanden juli en augustus! De plaatsen waar de cruiseschepen aanmeren laat ik even buiten beschouwing, daar was onze ervaring dat het voornamelijk Amerikanen uit andere staten betrof. Ook is de periode voor de toeristen veel korter, ongeveer vier a vijf maanden en dan treedt de kou weer in. Eind oktober sneeuwt het al in veel gedeelten van Alaska. Dat is ook nu grappig want als wij met een lange broek en vest lopen omdat we het toch wel fris vinden dan zien we de inwoners hier gekleed in korte broek en slippers….?
Eind van de middag lopen we over de pier en weer zien we alleen maar vissers. Sommigen poseren met hun gevangen buit, anderen staan in de rij om hun vis te laten wegen en verpakken.

Overal zijn de witte piepschuim boxen te koop waarin je je vis diepgevroren kan laten verzenden.

Het is echt veel meer dan een hengel uitgooien dat vissen! ? Zaterdag is het redelijk zonnig, we willen het verslag ‘Once in a lifetime!’ vandaag plaatsen dus mijn lover gaat met de foto’s en ik met het verhaal aan de slag, ‘Het moet niet op werken gaan lijken!’ zegt ie zuchtend. Ik lach erom maar wil best bekennen dat er iedere week aardig wat tijd in het blog gaat zitten. ? Nu is het ook weer even stoeien zeker als de snelheid van het internet zo traag is. Als we klaar zijn trekken we schoenen en een trui aan, het is inmiddels flink gaan waaien: tijd voor een frisse neus en mijn armoefeningen na dat harde werken! ??

We lopen over het strand naar de ferry terminal als we twee motorrijders zien rijden. Wat hebben díe nou voor kenteken? Ze zetten de motoren neer om elkaar te fotograferen en wat blijkt: het is een stelletje uit Japan!

Ze zijn inmiddels een jaar onderweg, hebben Zuid Amerika gedaan en rijden nu hier in Alaska. Hun motoren zitten vol met stickers waar ze voorgaande jaren al geweest zijn en lachend wijzen ze zelfs Nederland aan. We slenteren terug en bij de shop van Bald Mountain tours blijven we even kijken naar een beeldscherm met live beelden van Brooks Lodge. Er was ons gezegd dat de beren hier eind juli weg zouden trekken maar er staan er nog zeker vier in de rivier die bordevol zalm zit. Hoog springen de vissen uit het water en proberen tegen de stroom op te gaan. ‘Ik vond het toen echt heel mooi!’ mompelt Roel. ‘Ik ga toch eens informeren of het nog kan en wat de mogelijkheden zijn!’ We stappen dus naar binnen en mijn lover legt aan de medewerkster uit dat hij long time ago in Brooks Lodge is geweest. Ze geeft allerlei informatie: er is nog genoeg zalm dus de beren blijven er voorlopig zeker vissen. Dan kijkt ze wanneer ze plaats heeft. Als we opmerken dat het heel druk is zegt ze; ‘Dat maakt niet uit, er zijn tribunes en daar mag je een half uur zitten. Daarna is de volgende groep aan de beurt.  Je bent er totaal vier uur en als je bij het verlaten van de tribune gelijk aangeeft dat je nogmaals wilt zitten dan is er een wellicht een kans dat je nog een keer een half uur mag….? ‘Dat was toen nog heel anders!’ zegt mijn lover en ik denk, ‘Lieverd, dat is twintig jaar geleden!’ Er is nog een mogelijkheid namelijk de McNeill rivier maar dat is zo exclusief dat het via een loterij gaat. Daar mogen per dag maar zeven mensen heen. ? We gaan erover nadenken en voor het gemak doen we dat in een Chinees restaurant. ? Het is de eerste keer in the States dat we lang aan tafel zitten: totaal 2 1/2 uur! Er zijn drie personeelsleden: één kok en twee dames in de bediening. Elk gerecht wordt apart gemaakt, ‘Het duurt even maar dan heb je ook wat!’ ?

De beren in Brooks Lodge laten we voor wat ze zijn want je betaalt een flink bedrag, als je pech hebt en het heel druk is dan zit je maar een half uur op de tribune. De rest van de tijd breng je dan door op een plek waar niet veel te zien is. Ping, ping, dat is kassa! ? Terug in de camper kijken we naar Tempation Island VIP’s (alles is te downloaden), althans ik kijk en mijn lover geeft commentaar.  Ik vind dit zo’n heerlijk dom programma net als Tempation Island, je weet van te voren al dat het mis gaat. ? En we proberen de Bloedmaan te zien maar helaas. Het is al voorbij als ie uit de wolken komt.

De volgende ochtend is het nog steeds prima weer en de zon schijnt. Misschien dwing ik het wel af met mijn Alaska pyjama outfit! ?

We houden Homer voor gezien, mijn lover maakt nog wat foto’s van een zonnige pier,

een eagle die haar nest met jong bewaakt

en doen koffie/thee met wat lekkers: even werken aan the body….

Op de foto van het rondje (Tok-Fairbanks-Anchorage-Valdez-Tok) wat we rijden, kan je zien dat er via het plaatsje Cooper Landing twee wegen naar beneden gaan. De een via Kenai en Soldotna naar Homer en de andere is Seward en die kant nemen we nu en komen nogmaals door Soldotna.
Makkelijk weer voor boodschappen bij Fred Meyer en ik koop gelijk een paar nieuwe wandelschoenen want mijn oudjes zijn versleten. Het is beter weer dan vorige week toen we hier waren en als we langs de Kenai rivier rijden zien we ook nu veel vissers met een dipnet staan.

Op een parkeerplaats met nog meer campers zijn we er snel uit: we blijven een nacht tussen de vissers staan! Eerst maar eens het strand op en ook dit keer is het een bijzonder schouwspel. Hele families hebben zich verzameld om op zalm te vissen. Ik begin aan de handelingen, zoals de vis uit het net halen en een klap op de kop geven, te wennen. Er naar kijken kan ik niet, mijn maag draait nog steeds een beetje om maar ik loop niet meer door. ? Wij zijn hier duidelijk vreemd, de mensen merken het en vragen wat wij ervan vinden, ook geven ze uitleg over de gewoontes. Zo is het verplicht om van de gevangen vis direct een stuk van de staart af te knippen. Dit ter voorkoming dat ze de vis aan een restaurant door zouden verkopen. Regelmatig komen er ambtenaren controleren. De gestelde aantallen (zie het verslag zalmen en beren) die er gevangen mogen worden zijn dus echt voor persoonlijk gebruik. We staan nu aan de overkant van waar we de eerste keer hebben gekeken en in tegenstelling tot daar wordt de vis hier gelijk schoongemaakt, ? dit tot groot genoegen van de meeuwen!

De hele avond en nacht blijft het druk op de parkeerplaats, er worden vuurtjes gemaakt, BBQ’s gaan aan en de familieleden wisselen elkaar af om met het dipnet te gaan vissen. Quads rijden heen en weer het strand op met voedsel, drank en kleding. We verlaten de volgende morgen de Kenai rivier en net als ik de doorgaande weg op wil draaien zie ik een moose aan de kant van de weg. Het dier schrikt van onze motor en schiet snel de bossen in. Verderop is een opstopping, ‘Zeker weer wegwerkzaamheden.’ zeg ik tegen mijn lover maar het zijn drie ondeugende rendieren die geen idee hebben waar ze heen willen.

Op het gemak sjokken ze over de weg tot ze er genoeg van hebben en langs de kant de struiken gaan opvreten. Bij de Russian river, een aftakking van de Kenai rivier, zien we ook veel vissers staan. Deze rivieren stromen door het Kenai National Park. Er zijn wandelpaden, een waterval en een campground. We gaan het park in, laten de hut achter op een parkeerplaats en ieder bewapend met een rugzak gaan we op pad naar de waterval. Na het bestuderen van de kaart blijkt dat dit heen en terug acht mile lopen is. Het zonnetje schijnt, we hebben proviand in de rugzak en ik heb de nieuwe wandelstappers aan dus wat houdt ons tegen! Al vrij snel komen we erachter dat we één ding vergeten zijn: anti muggenspray! ? Het pad slingert tussen de bomen en struiken door en er staan ook weer berenwaarschuwingen.

Gelukkig zijn er meer wandelaars op de route en ik kijk bedenkelijk naar degene die zich hebben uitgerust met een ‘berenbelletje’ aan de schoen of broekriem. Door dit geluid schrikken de beren en zouden ze niet naar je toe komen. ? Een man met zo’n belletje en een bus beerspray in de hand komt ons tegemoet gelopen, ‘Best overdreven zo’n vent, wtf het lijkt Koperen Ko wel die vroeger bij Ter Meulen (een warenhuis in Rotterdam) stond!’ gier ik van het lachen. Boven bij de waterval is een platform waar je kan staan om in de diepte te kijken.

Een groepje Aziaten wijst en roept opgewonden door elkaar. Water en de veronderstelling van zalm en beren heeft iets magisch op mijn lover. ‘Daar is wat aan de hand, wat zien ze!’ roept ie opgewonden en loopt stampend het platform op. ‘What are you looking for?’ vraagt ie. De Aziaten gaan wijzen en blijven wijzen; ‘There, there, there!’ Ik sta van een afstand de opgewonden giechelende groep te bekijken en kom toch nieuwsgierig dichterbij. Ze zien zalmen die in de rivier springen maar er is geen beer te bekennen. ?
Langs de waterval gaat een pad verder naar beneden en we zakken een stuk af zodat mijn lover de vissen goed in beeld kan krijgen. Dat valt echter niet mee want ze zijn watervlug. ?

Er is nog een smalle afslag naar een andere visplek. Het is klauteren over stenen naar de rivier maar ook hier alleen vissers en zalm maar geen beren.

Als we uiteindelijk terug wandelen is er niemand meer op de route te bekennen en het dichte bos is akelig stil. ‘Eigenlijk zou ik ook wel zo’n berenbelletje willen hebben.’ beken ik mijn lover. Hij grinnikt; ‘Je moest er toch zo om lachen!’ Bij de camper zijn we blij dat we er zijn, het is inmiddels 18.00 uur, mijn voeten doen zeer van die nieuwe schoenen en we zijn een flink aantal keer gestoken. ?
De campground is prima en Seward kan wachten tot morgen.

Dit vissersplaatsje ligt omringd door hoge bergen aan het einde van een dal. Het water heeft minder last van het getij waardoor er ook cruiseschepen kunnen aanmeren. De schitterende weg erheen gaat over een lage pas.

Hier ligt ook de geschiedenis van de Iditarod route /race.

Deze is genoemd naar de Iditarod rivier en is officieel 1049 (1000 plus 49 omdat Alaska de 49ste staat is) mile lang. In de Gold Rush periode werd de route gebruikt om goederen en post te vervoeren. Met de zeer belangrijke gebeurtenis in 1925: het wegbrengen van een serum tegen een difterie epidemie. Aan alle grote steden in Alaska was gevraagd om zo snel mogelijk het serum te vervoeren naar Nome waar deze epidemie was uitgebroken. In de geest van deze serum run werd in 1973 de eerst Iditarod gehouden met de start in Seward waardoor hier het legendarische 0 mile punt ligt. Tegenwoordig is de start verdeeld: eerst een ceremoniële start in Anchorage tot aan Eagle River, vervolgens een herstart in Wasilla en dan gaat de race beginnen. Er is een noordelijke (even jaren) en een zuidelijke (oneven jaren) route die allebei langer zijn dan de officiële afstand. ?
Langs het fjord liggen drie langgerekte campings en we hebben geluk want precies aan de waterkant is nog een plekje vrij.

Nadat we de hut hebben neergezet wandelen we naar het centrum.

Bij de monding van een klein stroompje staan vier vissers. En er is zoveel vis….

Ook in de haven weer hetzelfde ritueel aan het eind van de middag: de vissersboten komen terug, de vis wordt op de kant gebracht, gewogen en schoongemaakt. Ik sta van een afstand op de steiger te kijken hoe mijn lover belangstellend met zijn camera langs de ‘slachting’ loopt.

Hij blijft het proberen, zwaait en roept; ‘Moet je komen kijken wat een grote vissen hier!’ ? Mij niet gezien, ik zag net al zo’n visser met bebloed shirt, brrrrr. Ik blijf lekker op veilige afstand waar het best idyllisch is in de haven: meeuwen vliegen boven mijn hoofd, er liggen twee otters lui in het water,

allemaal zijn ze in afwachting van het visafval. ‘Echt kicken die grote vissen, waar bleef je nou?’ vraagt mijn lover als ie na een tijdje bij me komt staan. Hoe vaak heb ik die man nou al uitgelegd dat ik het niets vind! ? ‘Je weet toch dat ik het zielig vind voor die dieren en er niet naar kan kijken. En trouwens het stinkt er vreselijk naar vis!’  zeg ik en zucht geïrriteerd. Hij opent zijn mond, zijn ogen glinsteren en wat ik al verwacht, ‘Er zijn twee dingen die ruiken naar vis,…. één ervan is vis!’ grinnikt ie. Yep, that’s my baby, a dirty mind is a joy forever! ? Vanaf de camping fietsen we de volgende morgen naar de Exit Glacier.

Deze gletsjer is een uitloper van het enorme Harding Icefield en één van de grote bezienswaardigheden in het Kenai Fjords National Park. Het is zo’n twintig kilometer fietsen over een rustige weg. Op een gegeven moment komen we langs een kennel waar de speciale sledehonden zitten maar helaas nobody home. ? Bij de ingang van het Glacier park mogen we niet meer verder het park in met de fietsen.

We bekijken de kaart met wandelroutes en kiezen er één van vijf kilometer. Ik heb mijn nieuwe schoenen weer aan en voel mijn voeten al protesteren. We gaan op pad en terwijl ik een beetje scheef ga lopen moet ik denken aan de keer dat ik de Vierdaagse van Nijmegen meeliep met mijn werk. De vierde dag regende het zo vreselijk hard, ik was al kapot aan het begin van de dag en heb nog nooit zo afgezien als die laatste vijftig kilometer. Mezelf afvragend waarom ik nou zo stoer moest doen om de afstand van de mannen in te schrijven stond ik na afloop huilend onder de douche met vreselijke blaren op mijn voeten. Zelfs de sport en wapendocent van de Douane, die mijn voeten later behandelde, zat er vol verbazing naar te kijken. ? Wel een medaille in the pocket….dat dan wel weer! Maar goed, terug naar de vijf kilometer bij Exit Glacier die rustig begint maar al snel overgaat in klimmen, klauteren en opletten waar je je voeten zet.

We komen wat dichter naar de gletsjer en het is zeker mooi maar heel spectaculair is het niet. Wel is het indrukwekkend om te zien hoe snel deze gletsjer zich terug trekt door de klimaatverandering. Op het gemak fietsen we terug naar de camper

en de rest van de middag is easy going. Mijn lover gaat de BBQ aansteken en ik kijk naar de campers die binnenkomen en een plek zoeken. Tegenover ons komen drie huurcampers, druk gebarend gaan ze achteruit parkeren en uit de taal begrijp ik dat het Russen zijn. Maar even later hoor ik Hebreeuws….vreemd. ? Een half uur later volgt er nog een camper die precies in de laatste lege plek tegenover ons schuift.  Als ik met de afwas bezig ben mijmer ik wat uit het keukenraam. Er komt nog een camper aanrijden die blijkbaar bij de andere drie huurcampers hoort. Druk pratend en gebarend wijzen ze naar de camper, die ik het laatste plekje heb zien inschieten, waar nu niemand in zit. ‘Het zal wel, stelletje druktemakers.’ denk ik bij mezelf en net als ik op de bank neerplof hoor ik schreeuwen van achter. Het echtpaar met kinderen (Indiërs) is teruggekomen bij hun camper en worden belaagd door wat inderdaad Russische Israëliërs blijken te zijn.

Het gaat er hard aan toe, ze worden beschuldigd dat ze de plaats, waar een stoel zou hebben gestaan als bewijs dat deze gereserveerd was, hebben ingepikt. ? ‘Zo die Israëliërs belagen die andere camper!’ zeg ik tegen mijn lover.  Als het schreeuwen nog harder wordt gaat ie eruit om te vragen wat er is. Het is inmiddels een hele klucht geworden en de Israëliërs eisen dat ze van hun plek verdwijnen zodat nummer vier er kan gaan staan. De mevrouw uit India bijt dapper van zich af, ‘I’m not leaving!’ schreeuwt ze echt heel hard en slaat haar armen demonstratief over elkaar. Haar man weet niet zo goed wat hij moet doen en probeert met de Israëliërs te praten. Ook is er al iemand naar de camphost gegaan om te vragen of die komt bemiddelen maar de beste man zit al in zijn pyjama en komt niet….? Tijd voor deze Cheryl om voor Mr. Visser (rijdende rechter) te gaan spelen. ?? Ik loop naar de groep toe en terwijl ik op de Indiase dame wijs zeg ik; ‘Zij heeft helemaal gelijk, er stond geen stoel toen ze aankwam en de plek was vrij!’ De meest bazige van het stel draait zich abrupt om en begint luid aan mij uit te leggen dat de Indiërs de plek gepikt hebben, ‘What do you know about it?!’ vraagt ie geïrriteerd. Ik leg het hem nog een keer heel rustig uit terwijl de Indiase mevrouw naast mijn oor staat te krijsen dat ze geen leugenaar genoemd wil worden door de Israëliërs. Als ik klaar ben slaat ze haar armen om me heen, ‘Ik ben zo blij dat je hebt gezien dat de plek leeg was en dat er geen stoel stond!’ roept ze tegen me. Maar de strijd is niet gestreden, het echtpaar is in de camper gaan zitten en de Israëliërs blijven scheldend voor de camper staan. Op tv heeft de echte Mr. Visser ondersteuning van Viktor Brand. Ik heb als ondersteuning roze donzen pantoffels aan en kan met mijn oogjes knipperen maar ik voel dat dit hier niet gaat werken. ? De oplossing komt van een andere camperaar, die wil wel naar een plek verderop zodat de Israëliërs toch bij elkaar in buurt staan. Eind goed al goed….? De volgende morgen om klokslag 07.00 uur gaat er ergens een generator aan. Huh, wat is dat nou, wie maakt er zo vroeg al zo’n pokkenherrie? Het is de wraak van de Indiërs die dat ding hebben aangezet. De Israëliërs pal naast hen zullen nu vast wel wakker zijn! ? Het mooie weer is voorbij en de regen komt gestaag naar beneden, tijd om verder te trekken. We moeten dezelfde weg weer terug en hoe anders ziet het er nu uit in de stromende regen. We willen naar Whittier, dit dorp is alleen te bereiken door middel van een éénbaanstunnel met een tijdschema waar behalve het verkeer ook de trein doorheen rijdt. Het verkeer moet over de treinrails.

Deze havenplaats vormt de toegangspoort tot de Prince William Sound: een prachtige zeestraat met fjorden, gletsjers en de hoge Chugach Mountains. Het centrum is uitgestorven wat niet vreemd is want het regent hard, tegen de kade klotst het water en de vissersboten die terugkomen schommelen flink heen en weer.  Verderop zien we een aantal betonnen gebouwen staan. Ze zien er vervallen uit maar in één complex, de Begich Towers, 14 hoog, blijken de meeste bewoners van Whittier te wonen. De andere, vervallen, gebouwen zijn overblijfselen uit de koude oorlog. Defensie had een basis hier. Er werd met de bouw begonnen in 1948, het was pas in 1954 klaar en werd maar gebruikt tot 1960. Er waren 1000 soldaten gehuisvest en alles was in-house, inclusief een kerk, een cafetaria en een theater voor 350 man.

In het plaatselijke hotel drinken we een wijntje en als we de menukaart bekijken zijn we er snel uit: we blijven hier ook maar gelijk snavelen. ?

Na het eten regent het nog harder.

De campground  ligt aan een rivier en het water stroomt behoorlijk. We zoeken een plek die iets hoger ligt want we vertrouwen het water niet helemaal. De volgende ochtend wordt ik wakker en mis het getik van de regen op het dak: het is droog! Terug naar het centrum en het nu beter bekijken.

Als weer instappen hebben we twee bewonderaars voor de deur staan. Het is een Italiaans echtpaar en ze zijn ook hier met hun eigen camper. We babbelen, wisselen ervaringen en visitekaartjes uit.

‘Zelfs ik zou hier geen B&B willen beginnen!’ zeg ik tegen mijn lover als we door het kleine centrum wandelen. ‘Oh, ik zie anders zát mogelijkheden voor je want de helft staat te koop, kan je zo overnemen!’ zegt ie lachend. ?
Het zal hier best schitterend zijn met mooi weer maar wij zijn er wel klaar mee. Wanneer we opschieten kunnen we, volgens het tijdschema, om 14.00 uur door de tunnel ‘ontsnappen’. ?

Als we die uitrijden schijnt een waterig zonnetje en is er iets te zien van de vele gletsjers.

Om onze ronde weer op te pikken moeten we eerst terug naar Anchorage.

We waren hier ook voordat we de afslag naar Homer namen. De stad heeft op ons toen weinig indruk gemaakt, veel zwervers

en een rumoerige campground aan het spoor. Als we ongeveer dertig kilometer voor Anchorage een bord met  ‘campground Beaver Creek’ zien slaan we af en volgen een klein weggetje tot in het bos waar de camping ligt. Hier komen we ook weer het Duitse stel (van de laundromat in Homer) tegen en we spreken af om vanavond een wijntje met elkaar te doen. De regen is gestopt, het zonnetje schijnt en het is ineens bloedheet: that’s Alaska! ? ‘s-Avonds komen de Duitsers bij ons en we hebben een gezellige babbel. Zij zijn al eerder met hun eigen camper in Alaska geweest en geven nog enkele tips waar we waarschijnlijk beren in de rivier kunnen spotten. De volgende morgen ben ik mijn brillenkoker kwijt. Degene die mij kent weet dat ik altijd iets kwijt ben: telefoon, sleutels, bril of zelfs mijn hele handtas!  Ik vind deze dan weer op de meest vreemde plaatsen. ? ‘Dat is lekker, ben ik mijn brillenkoker kwijt!’ zucht ik tegen mijn lover. ‘Kijk jij eens of de fietsen nog achterop hangen want wie weet hebben de Duitsers die gelijk met mijn brillenkoker gepikt!’ ? Ik weet het is een vreselijk flauw grapje en ik meen er niets van maar ik moet er zeker wel een kwartier om lachen. Mijn broer zegt altijd, ‘Jij bent net van der Gijp, je lacht zelf het hardst om je eigen grappen.’  De brillenkoker vind ik uiteindelijk achter een box met wijn….? Drank maakt meer zoek dan je lief is. ? 

Anchorage is een kale stad maar heeft een aardige winkelstraat.

Er is een lokale markt waar we over heen dwalen,

vervolgens nog een paar souvenirwinkels. Ik besluit toch mijn berenbelletje maar te kopen want voor de terugreis naar Canada hebben we gisteravond wat leuke ideeën opgedaan.

En zoals je ziet, het schrikt ze nog niet echt af….?

Er zijn genoeg schoenenzaken,

‘Ga je gang maar Imelda Marcos, ik zoek wel een plekkie om te wachten!’ zegt mijn lover…. Het is een soort Paay momentje. ?

En wonderlijk: ze hebben een Victoria’s Secret, je moet toch wat in die lange wintermaanden….?

8 antwoorden op “Er zijn twee dingen….”

  1. Weer geweldig genoten van jullie blog ! Ook al is het een hoop werk, ik hoop dat jullie het blijven doen, ik geniet er elke keer weer enorm van en doe ideeen op voor hopelijk toekomstige reizen! Bedankt daarvoor!

  2. Hoe chill is dat. Sta je op je lover te wachten samen met een paar zeehondjes ?? valt me wel een beetje tegen van je Sia, dat je je gaat lopen met nw schoenen aan ?

  3. Ik moet zo lachen om jou Sia. Ik heb hetzelfde, altijd lachen om mijn eigen grappen. Erfenis van mijn vader! Dat grapje over die Duitsers had ik zo kunnen maken. Blijf je verhalen schrijven want we kijken er elke week naar uit!

  4. Weer een heleboel te lezen gezellig hoor en wat een mooie foto’s en wat een hoop te zien en te beleven prachtig hoor.

  5. weer een mooie verhaal en fraaie foto’s. wat had je gedaan als die Israeli’s en Indiers waren gaan matten? Was je er tussen gesprongen of had je je lover geroepen?

  6. heerlijk dat sfeertje, men is altijd bezig met vissen. Wij hebben ook van die bellen, hard praten helpt ook, maar als je al de hele dag samen bent is er soms niet zoveel meer te bespreken…(positief bedoeld hoor)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *