We blijven uiteindelijk drie nachten in het Paradise resort. Hangen bij het zwembad, fietsen wat over het park en doen niets. We zijn nog steeds snipverkouden en onze eerste stop als we zaterdagmorgen het park verlaten is een apotheek. De dame adviseert ons om een dokter te raadplegen want omdat het zo lang duurt is het misschien een virus of allergie. Voordat we de store verlaten kopen we maar weer een doosje anti-griep, echter van een ander merk, wie weet helpt dit beter. ? Het is trouwens opvallend hoeveel doktoren, oog- en oorcentra en overige specialisten hier in de ‘ouderenomgeving’ gevestigd zijn. We rijden door het centrum van Phoenix maar vinden er niet veel aan.
Ook hier is de Koninklijke familie weer ruim vertegenwoordigd. ?
Buiten het centrum ligt het South Mountain Park waar mijn lover na een kleine klim een mooie skyline van de stad maakt.
Het park zelf bestaat uit de resten van wat overgebleven Mexicaanse huizen
en een manege waar je kan paardrijden. De temperatuur is inmiddels rond de 30 graden als we koers zetten naar de Desert Botanical garden. Daar trekken we rond het middaguur in de brandende zon dichte schoenen aan want er staan overal waarschuwingsborden voor schorpioenen en ratelslangen. ? Het is niet helemaal duidelijk of we entree moeten betalen. Boven de twee loketten die open zijn staat op een bord dat het zo’n 25,00 dollar per persoon kost.
‘Heel vreemd want ik heb echt ergens gelezen dat het gratis is.’ opper ik. Aangezien er geen controle te bekennen is lopen we dus gewoon door het hek naar binnen. ? Het is prachtig! Al die verschillende cactussen maar ook erg ‘netjes’, echt een aangelegd park.
Als we een flink aantal mensen met een sticker op zien lopen zeg ik, ‘Zeker een excursie al die mensen met een sticker, die horen vast bij elkaar.’ Mijn vent knikt afwezig maar gelooft het eigenlijk niet. Al snel komt ie erachter want wat blijkt: de sticker is het bewijs dat je de toegang hebt betaald. ? Gelukkig vinden we twee verloren exemplaren op het pad liggen en plakken die op. ?
Na dit avontuur zetten we bezweet de rit verder tot aan Goldfield. Roel z’n zus en zwager gaven deze tip: een leuk westernstadje waar vooral op zondag cowboys rondhangen met in de saloon live-muziek. Naast het dorp is ook een klein RV park. Er lopen wat cowboys op de parkeerplaats die ons de weg wijzen naar een gebouw met een bord ‘Gold Mine Tour’. Daar moeten we ons melden als we een plekje willen. Dus sjokken we aan het eind van de middag naar het gebouw. Alles is dicht maar aan de zijkant staat een deur open. Roel steekt zijn hoofd naar binnen en roept, ‘Hello, good afternoon!’ tegen twee kerels die daar zitten. ‘Hey, how are you, looking for a job?’ vraat de één met een krassende stem, die amper te verstaan is, aan hem. ? Als ik achter mijn husband vandaan stap zegt de krasser, ‘Look there is another one!’ ? Vervolgens zet ie een fles drank aan zijn lippen en neemt een paar flinke slokken. ‘Die hebben meer op dan wij bij elkaar.’ sis ik. Mijn lover legt uit dat we op het RV park een plek willen. Het is net alsof we in een toneelstuk zitten met verschillende teksten want de vragen en antwoorden matchen niet. ? Uiteindelijk moeten we maar gaan kijken of er plek is en dan morgen komen betalen, ‘It’s all good, go to the saloon tonight, we’ll see you!’ schalt de ander van de twee. Het verschil tussen ons komt hier altijd aan het licht want vind mijn lover het vermakelijk, ik daarentegen foeter ‘Wat een dwazen zeg!’ ? Op het RV park staan veel cowboys met campers, trailers en paarden.

De laatste staan in omheiningen en hinniken tegen elkaar, luid aangemoedigd door blaffende honden. Het is een wonderlijk schouwspel. We vinden een plaatsje en als we een praatje maken komen we erachter dat het extra druk is door een feestweekend. Morgen is het namelijk Ben Johnson Day, genaamd naar een Amerikaans stuntman en wereldkampioen rodeorijder. Nadat we bij de camper een wijntje hebben gedaan lopen we richting de saloon.
Daar klinkt muziek, er speelt een band op het terras. De eigenaar, een Griek die in Arizona is beland, helpt ons aan een tafeltje. Misschien komt het door mijn werk bij de Douane dat mijn oog er sneller op valt maar de kerel heeft een pistool. Echt hè, in een restaurant bedienen met een wapen. ? Op het terras kijk ik in het rond en zie bijna iedere kerel hier met een pistool. Het blijft vreemd die wapenwet, of eigenlijk: het ontbreken ervan. ? Het eten is prima en de muziek leuk. Een aantal cowboys heeft hem al flink zitten, ze duwen en trekken luid roepend wat aan elkaar. Er is er een die ik al twee keer heb afgewezen om te dansen, ‘I’m still eating, I’m so sorry!’ zeg ik en hou mijn hand met de kippenvleugels naar hem op. ‘Nog even en hij schiet me door mijn knieën.’ lacht mijn husband. Na het eten houden we het dus maar voor gezien en verlaten het feest voor het echt losbarst. ? Terug in de camper maken we met de kaart erbij een planning voor de volgende dag. We starten met een wandeling door het stadje, doen een koffie/thee met wat lekkers en kijken naar een shoot-out.
En wat staat daar tussen de oude rotzooi: een linotype loodletterzetter, ja uiteraard had zo’n dorp vroeger ook een krant. Deze dingen zijn trouwens tot eind jaren 70 in gebruik geweest, ook in Nederland.
De volgende stop is de ‘Lost Dutchman’ het informatiecentrum van het State Park. Daar vertelt de ranger het volgende verhaal: Het betreft een Duitser en geen Nederlander (Dutch/Deutsch, de eeuwige verwarring bij buitenlanders) die hier lang geleden goud aan het zoeken was. Hij kwam doodziek uit de woestijn terug in de bewoonde wereld, vertelde dat hij een grote goudader gevonden had en viel dood neer. Die is helaas nooit terug gevonden. ‘It’s a nice story but there are at least 62 versions.’ zegt ze vervolgens lachend. ?
Mijn lover heeft gezien dat we met een kleine omweg bij Biosphere 2 komen. Hij vind het geweldig interessant maar ik heb echt geen idee wat ik hier kan verwachten. Na zijn uitleg kan ik er nog niet warm van worden maar ‘It takes two’ oftewel het is geven en nemen dus….? We hebben geluk en kunnen met de rondleiding van 15.00 uur mee. Het was begin jaren negentig een experiment om te kijken of mensen langdurig in een beperkte omgeving zouden kunnen overleven, als voorbereiding op een verblijf op Mars of zo. Waarschijnlijk zijn Big Brother en Utopia daar ook op gebaseerd.
In 1991 tot 1993 gingen acht mensen het hermetisch afgesloten gebouw in. Ze moesten zelf groenten en fruit kweken en er waren geloof ik wat kippen en geiten. Er was een strandje bij een gesimuleerd golfslagbad. Het enige dat van buiten toegevoerd werd was elektriciteit maar verder: niks erin en niks eruit. Reserveonderdelen voor het grote technische gedeelte moesten zelf gemaakt worden.
Omdat lucht uitzet bij temperatuurverschillen zouden de ramen eruit kunnen klappen en daarvoor werden er twee enorme ‘longen’ gebouwd om de drukverschillen op te vangen, eigenlijk zoals het rode expansievat bij je centrale verwarming maar dan megagroot.
Maar om de een of andere manier ging het zuurstofniveau toch omlaag van 20 naar 14 procent en dat was te weinig om te overleven en werd deel 1 gestaakt. De tweede poging in 1994 duurde maar zes maanden. De ‘bemanning’ sloeg aan het muiten omdat ze vonden dat het weinig meer met wetenschap te maken had en meer ging om overleven. Tegenwoordig worden er dan ook meer experimenten gedaan en is publiek ook welkom.


Er zijn geen vaste bewoners meer. Ik ben blij dat ik het gezien heb want zo opgesloten te zitten is wel een dingetje.
Rond 17.00 uur zijn we terug bij de hut. We hebben nog een uur voordat het helemaal donker is. Hoogste tijd om een overnachtingsplek te scoren. Het Catalina Statepark net voor Tucson is helemaal vol. ? ‘It’s a long weekend, tomorrow it’s monday, Veterans Day.’ zegt de ranger. Hij geeft ons een adres van RV park Whishing Well een paar mijl terug. In het donker rijden we het terrein op, er zitten wat hilbilly’s buiten en een vrouw met een blonde poedelpruik, genaamd Wendy, blijkt de eigenaresse te zijn. Na een praatje met ‘de poedel’ heeft mijn husband ook nog tien dollar van de prijs afgekletst. ?
De volgende morgen rijden we vroeg naar het centrum van Tucson om de optocht te zien. We waren al eerder in Amerika op deze dag maar een Veteransparade hebben we nog niet gezien. Op een groot parkeerterrein stallen we de hut en wandelen, tussen allemaal mensen zeulend met stoeltjes, naar het centrum. Hier is het een grote verzameling van motorrijders, militairen, drumbands en cheerleaders die zich aan het opstellen zijn en stipt om 11.00 uur vertrekken.


Totaal is de route ongeveer 2 mijl en het is genieten om iedereen voorbij te zien komen. Langs de kant zitten hordes mensen die voor elke groep enthousiast in hun handen klappen

Zelfs de box met peuter gaat gewoon mee….
en mijn lover….die blijft fotograferen. ?
Nog even een raadseltje van Roel: Als dit een Trump-auto is
is dit dan een Trump-aanhanger of zijn het Trump-aanhangers ? ?
Na ongeveer twee uur is het spektakel afgelopen en nu we toch in het centrum zijn nemen we een kijkje bij de St. Augustine Cathedral Church.
Deze in Spaanse stijl gebouwde kerk stamt uit 1868. Om in de ‘kerksfeer’ te blijven rijden we zo’n twintig kilometer naar het zuiden waar we de Mission San Xavier del Bac vinden. Dit is een gerestaureerde missiekerk gebouwd door Spaanse missionarissen die in de loop van de 17e eeuw naar hier kwamen.
Lourdes nagebouwd….
Ons plan om vandaag verder te rijden richting Texas gaat niet meer lukken. Zeker niet als we reclameborden van twee speelholen, Casino of the Sun en Casino del Sol zien. Uit ervaring weten we dat je bij de casino’s op de parkeerplaats mag overnachten. ‘Gaan we daar vanavond uit eten en kan jij weer gokken.’ stelt mijn lover tevreden vast, alsof ik de enige van ons twee ben die speelt. ? Casino del Sol heeft een eigen RV park, best prijzig (40 dollar per nacht) en inschrijven is bij het tankstation. ‘Als u geen Amerikaanse creditcard heeft kan ik u niet inschrijven.’ stelt de onnozele juf achter de balie. ‘ en ik moet ook een Amerikaans telefoonnummer invullen in de computer.‘ Maar ik betaal contact waarom heeft u dan een creditcard nodig? En ik héb geen Amerikaans telefoonnummer. Verder kan ik mijn paspoort laten zien als u wilt weten wie ik ben.’ Wat mijn lover ook voorstelt de onnozele blijft nukkig volhouden dat het niet kan. Uiteindelijk gaat ze op aanraden van een collega naar het verderop gelegen casino lopen om het na te vragen. Als we haar heel langzaam weg zien schommelen bedenken we dat wachten wel eens erg lang zou kunnen gaan duren. We geven het op en gaan terug naar de camper. Het is niet handig want in deze tijd van het jaar is het snel donker. Ook nu hebben we er geen erg in gehad en moeten dus in de schemer op zoek naar een overnachtingsplek. Ik geef de korte versie maar: het andere gokhol, Casino of the Sun heeft een bord ‘No overnight stays’, net als de Walmart. We proberen nog een campground maar 70 dollar is echt te dwaas. ? ‘Rij dan terug naar de poedel.’ opper ik. Mijn lover twijfelt, dat is vijftig kilometer terug. Uiteindelijk zijn we retour waar we vanmorgen vertrokken. Een van de hillbilly’s vertelt dat Wendy er niet is, ‘She’s going out tonight.’ Nou aangezien onze plek nog vrij is gaan we daar weer staan. Om 20.00 uur zitten we aan een kop soep naar Flikken Rotterdam te kijken. ‘One of those days zullen we maar zeggen.’ grinnikt mijn lover. ? Nadat we Wendy de volgende ochtend haar geld hebben gegeven rijden we naar Davis-Monthan Airforce Base net buiten Tucson. Hier staan super veel airforcevliegtuigen gestald, de meesten verpakt in plastic.

Naar verluid is het een vliegtuigkerkhof maar de meesten, zijn eenmaal uit het plastic, vrijwel gelijk klaar om ingezet te worden. ? De omgeving hier is droog en woestijnachtig, heel apart om cactussen waar je bij ons een vermogen voor betaald gewoon langs de kant van de weg te zien groeien. Saguaro National Park is onze volgende stop.
Na een korte lunch rijden we met de camper het park in. Deze bestaat uit een loop van acht mijl met verschillende stops en wandelingen. Fietsen schijnt wat lastiger te zijn.
Het is een prachtige omgeving met verschillende cactussen maar de Saguaro overheerst.
Deze reuzencactus kan meer dan twintig meter hoog worden en groeit erg langzaam. Dit is ook afhankelijk van de neerslag die valt en dat is hier niet veel. Ze kunnen wel 150 jaar worden en pas na zo’n 70 jaar krijgt ie zijn eerste vertakking. De gaten in de stam zijn gemaakt door vogels, onder andere: spechten, huisvinken en winterkoninkjes. Die gebruiken dit als hun nest. Het is wonderlijk om te zien dat de diertjes gewoon op de stekels landen. Een ranger legt uit dat de vogels hier kleiner van soort zijn en de stekels van de cactus aan de bovenkant meer uit elkaar liggen. Het lijkt dus alsof ze erop vliegen maar ze zitten er een soort van tussen. ? Roel weet de stekels maar moeilijk te ontwijken.

Een paar mijl buiten het park ligt een RV park met de klinkende naam Cactus Country. We laten ons vandaag niet verrassen en stoppen op tijd. ?
De volgende dag rijden we over de Interstate 10 via Lordsburg en Las Cruces naar El Paso. De weg is saai en stil met af en toe waarschuwingen voor zandstormen,
veel reclames voor restaurants en winkels waar niets meer van over is 
en een enkele dood gereden coyote. ? Het is een vreemde hoek waar we nu zitten want we switchen van New Mexico naar Texas en weer naar New Mexico. In het spitsuur denderen we het centrum van El Paso binnen. ‘Kijk aan : Sunland Park en Casino.’ roept mijn handsome bij het zien van een reclamebord en stuurt de hut de juiste richting op. Ook dit casino heeft een RV park maar de slechts acht plaatsen zijn allemaal bezet. De bewaker probeert nog toestemming te vragen of we gewoon op de parkeerplaats mogen blijven maar helaas. ‘WTF, lekker dan!’ mopper ik tegen mijn lover die al druk op zijn phone een alternatief aan het zoeken is. We hebben het weer voor elkaar en moeten in het donker op zoek naar een overnachtingsplek. ? Nu wil het dat we net getankt hebben bij een groot station waar ook vrachtwagens stonden. ‘Zullen we kijken of dat wat is?’ stel ik voor. Het is geen topper maar voor een nacht prima. We parkeren tegenover fastfood restaurant Denny’s en besluiten hier eens te gaan eten. Op de Amerika Facebook sites zie ik er veel goeie berichten over maar we aten er nog nooit. Binnen zit het vol met vrachtwagenchauffeurs (goed teken!) en we zijn allebei aangenaam verrast. Vriendelijke bediening, een perfecte maaltijd voor hele acceptabele bedragen en 24-7 open. Kortom: top en een aanrader! Na het eten ploffen we in de hut neer en houden een tv-avondje. Handig hoor zo’n vent die programma’s als Flikken Rotterdam en Expeditie Robinson op het scherm kan toveren. ? De nacht op de parkeerplaats is onrustig met vrachtwagens, mensen die komen eten bij Denny’s en coyote’s die janken in de nacht. Een beetje brak zitten we dus de volgende morgen aan de koffie/thee. Ik heb al twee glazen jus d’orange op want mijn maag staat nog in brand van de spicy chicken van gisteravond. ? ‘Klop, klop’ klinkt het in de hut. Een vriendelijke vent staat voor de deur. ‘Zijn jullie echt uit Nederland en hoe kom je hier dan?’ vraagt hij in het Engels. Nadat mijn lover, voor de misschien wel honderdduizendste keer, zijn mopje over de brug heeft vertelt ? horen we dat Eugene, zo heet de man, ook een camper heeft maar dat ie met pech staat. De camper is in de garage en hij heeft de nacht in het hotel hiernaast geslapen. Hij is lid van een Amerikaanse campergroep op Facebook en zou graag een foto van ons daar plaatsen. ‘It’s amazing what you do!’ roept ie uit. We poseren voor de hut en dan begint Eugene verder te praten.
Hij komt uit Tucson en is in januari zijn dochter verloren. Zij was werkzaam in Alaska en is daar neergestort met een vliegtuigje. Zijn vrouw en hij zijn er kapot van en kwamen samen niet uit hun verdriet. Daarom is ie, op advies van de ‘shrink’ er alleen op uit getrokken met de camper. Dit heeft hen heel veel goed gedaan en hij kan niet wachten om haar weer te zien. We zijn stil van zijn trieste verhaal. De opmerking die me het meest raakt is als hij zacht zegt, ‘Ik weet niet of er een God is maar als ie er is dan denk ik dat die mijn dochter tot zich heeft geroepen omdat hij de mooiste engel wilde die er was.’ ? Omdat we vandaag niet op gang te branden zijn rijden we eerst naar de Starbucks, mijn ‘genietmomentje’. ? Daar besluiten we om vandaag hier te blijven en te kijken wat El Paso te bieden heeft. Voor de zekerheid rijden we eerst naar het Sunland Park en Casino en reserveren een plek voor vannacht. ?
El Paso grenst aan Mexico en natuurlijk is hier dus ook een muur. We zagen hem al een aantal keer eerder maar ook nu maakt het weer grote indruk op ons.
Aan het eind van de middag doe ik nog wat kerstinkopen terwijl mijn lover geduldig mee sjokt. ‘Alsof je niet genoeg van die rotzooi hebt!’ roept ie uit. Dat dit niet voor mij maar voor mijn moedertje is wil hij niet echt geloven. ? Eten doen we voor een habbekrats in het restaurant van het casino. Echt gezellig zo met aan iedere tafel een eigen tv én afstandsbediening. ?
Helaas zijn er geen echte speeltafels maar alleen elektronische. Omdat er voor mijn lover heel veel éénarmige vrienden zijn ga ik dus toch maar op zoek naar zo’n electronische tafel met daarachter een scherm met een levensgrote croupier erop die op monotone toon steeds dezelfde zinnen uitbraakt. ? Ik schuif op een lege kruk naast een Aziatische meneer. ‘You are smart!’ zegt ie met een enge knipoog. ‘OMG, heb ik weer.’ denk ik terwijl ik mijn inzet plaats. Er zitten ook vier Mexicanen aan de tafel, drie mannen en een vrouw. Het spel begint, ik druk op de toets voor nog een kaart en schrik me de tandjes want naast me slaat de Aziaat hard op de tafel. ‘You pass, you pass, no card, no card!!’ gilt ie in mijn oor. Wow, wat is dit voor debiel?’ ? De ‘schermcroupier’ deelt opnieuw de kaarten en de Aziaat stoot me aan, ‘I like you, you’re smart!’ Maar zijn Engels is net zo vreselijk als die van mij en het lijkt net alsof ie zegt, ‘I lik you, I lik you.’ ? Ik moet er in mezelf om lachen maar dat vergaat me snel want als ik aan de beurt ben beland ik wederom in een scène uit de film the Deerhunter; die met dat Russisch roulette. De Aziaat slaakt allerlei kreten of ik een kaart durf te nemen, ‘Do it, do it, do it!!’ en slaat daarbij met zijn hand op tafel. Ik neem géén kaart en win. ‘Again, again!’ schreeuwt hij naast me maar met een piepend oor laat ik mijn geld uitbetalen en verlaat de tafel. De gek trekt aan mijn arm terwijl ie roept ‘You stay, you stay!’ Waarom is het nou nooit een type John Williams die dat bij me doet? ? Na mijn gebruikelijke ochtend ritueel bij de Starbucks en een kort rondje door de wijk tegen de grens
verlaten we El Paso en rijden over de Interstate 10 richting Carlsbad. De diesel en benzine worden hier trouwens per kilometer goedkoper. Je kan zien dat we richting oliebronnen van Texas gaan. Pakweg 2.15 euro voor bijna 4 liter !
Als we al een tijd onderweg zijn zien we ineens een controlepost. Razend snel nemen we door wat we voor groenten en fruit bij ons hebben want we verwachten een agricultural checkpoint. Het is echter een borderpatrol en drie beambten, waarvan een met een hond, staan ons op te wachten. Ze zijn verbaasd om een Nederlands kenteken te zien en vragen of de camper verscheept is. Dan willen ze weten waar we nu vandaan komen en wat onze route gaat worden. Vervolgens willen ze de paspoorten zien. Het zijn aardige gasten dus ik waag de kans en vraag waarom de hond aanwezig is. ‘Voor mensensmokkel en cocaïne omdat we zo dicht bij de Mexicaanse grens zitten. Dit is de enige vluchtweg die er is.’ Ze vinden het leuk dat ik het vraag en vervolgens begint mijn lover te vertellen wat voor werk ik heb gedaan. ‘Zet de RV maar even aan de kant, ik ga wat voor je opzoeken.’ zegt de een. ‘Pak ook wat voor hem!’ roept mijn vent en ik duik snel in mijn bakje met Douane verzamelingen. Uiteindelijk ruil ik een stropdas van de Nederlandse Douane voor dit mooie exemplaar. ?
De weg slingert zich de bergen in en we naderen de hoogste berg van Texas, de Guadalupe Peak (2667 meter).
In het Guadalupe Mountains National Park is een primitieve campground waar we een plek vinden.
‘Het is pas 15.00 uur, dat hebben we mooi gefixt vandaag!’ zeg ik blij tegen mijn lover die zuchtend zijn wandelschoenen aantrekt want ik heb net een mooie wandeling gezien. ? Dit park is klein en vooral geschikt voor wandelaars.
Als we de volgende morgen aan het ontbijt zitten lopen er al vele fanatiek bepakt met rugzak en wandelstokken voorbij. Wij houden het voor gezien, de wandeling gisteren was prachtig maar de omgeving is eenzijdig. Het park moet het vooral hebben van bijzondere diersoorten, zoals de mountainlion, die hier leven. Voor onze volgende stop, Carlsbad Caverns National Park, rijden we vanuit Texas weer New Mexico in.
Deze grotten bevat de grootste ondergrondse kamer ter wereld, genaamd de Big Room. Het is een kalksteen kamer met een lengte van maar liefst 1219 meter, een breedte van 190,5 meter en een hoogte van 107 meter. Jim White is degene die de grotten rond 1923 ontdekte. Ze kunnen met een gids of ‘self guided tour’ bezocht worden. Wij kiezen voor de laatste omdat die met een gids pas over anderhalf uur is. De ranger legt uit dat we de grotten kunnen betreden via de natuurlijke ingang of via een lift. Via de natuurlijke ingang betreden we de grotten. Die gaat over een goed begaanbaar pad, wel vrij steil en af en toe heel donker, naar beneden.
De uitzichten zijn wonderlijk mooi! Uiteindelijk komen we in het 230 meter diep gelegen gedeelte: de Big Room.
Het is een ongelofelijk schouwspel wat we zien en soms weet je van verbazing niet waar je moet kijken! Om aan te geven hoe groot en omvangrijk de grotten zijn: we doen bijna drie uur over de wandeling! Terug naar boven nemen de lift, waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan.? Op de parkeerplaats zien we deze truck met Duits kenteken staan.
Er is niemand te bekennen dus steken we een visitekaartje onder de ruitenwisser. Net buiten het park is een campground. ‘Ga jij vragen wat het kost.’ beslist mijn lover dus ik snel naar binnen en weer naar buiten want ze vragen 45,00 dollar! ? ‘Het ligt pal aan de weg en de plekken zijn dicht op elkaar. We doen het niet!’ beslis ik terwijl ik instap. Mijn vent kijkt me aan en zegt dan, ‘Zo is het, we gaan gewoon om 18.00 uur weer in het donker zoeken! Principe is principe, dat ben jij!’ ? Nadat we uitgelachen zijn trappen we de laatste 15 mijl tot Carlsbad weg en vinden daar op de gelijknamige campground een prima plek….en ook nog voor een tientje minder! ?