Mijn lover heeft vroeger geskied in de wintersportgebieden, Solitude en Park City, boven Salt Lake City en het lijkt hem leuk om daar eens te gaan kijken nu we hier toch in de buurt zijn. Vanaf het vliegveld rijden we eerst richting de stad. 
‘Oh nee, kijk nou toch! Heel anders dan gisteren!’ roept ie uit als we in de verte de tempel van de Mormonen zien liggen. Na al die jaren weet ik wel wat er komt: het gaat om het licht. ? Nu staat de zon hoger of lager en valt de schaduw anders, ik kan er een hele theorie over oplepelen maar het resultaat is dat we eerst terug naar de tempel gaan en hij een aantal foto’s van gisteren overmaakt. Ik zoek een bankje in de schaduw en bel met het thuisfront. ? Bij terugkomst pakt ie me stevig vast; ‘Ik ben toch zo blij met je, helemaal top dat ik de foto’s over heb kunnen doen!’ Ik ben ook blij met hem want doordat hij bezig was heb ik ongestoord kunnen bellen….? We wandelen nog een uurtje door het centrum 






en dan vertrekken we.
Over een slingerende super mooie weg klimmen we omhoog naar het plaatsje Solitude. De sneeuw is maar net aan het verdwijnen en de campgrounds die we tegenkomen zijn allemaal nog gesloten.
Vanuit het dorp krijgen we een goed beeld van de pistes. Mijn lover tuurt omhoog en zucht; ‘Ik kan me toch echt niet herinneren dat ik hier heb geskied….’? Voor Park City geldt hetzelfde, ook hier is de sneeuw nog aanwezig en kijkt mijn vent met lichte verbazing omhoog naar de pistes. Als ik vraag hoe lang het dan geleden is denkt ie diep na en zegt dan; ‘22 Jaar geleden, er zou best het een en ander veranderd kunnen zijn.’ ? We rijden de weg een stuk naar beneden terug en het is genieten, in de verte hoge bergen met besneeuwde toppen en oneindige bossen. Bij het bord Jordanelle Statepark/campground slaan we af. Wow, deze ligt heel mooi aan een meer! De aardige receptioniste geeft ons een prima plek met uitzicht op het water waar we genieten van de late middagzon. ? 
De volgende dag verlaten we Salt Lake City. De weg voert ons verder door een lang dal naar beneden waar we de volgende staat in zullen rijden: Idaho, de aardappelstreek. Het is een lange warme rijdag met als enige onderbreking een lunch aan een vijver waar moedereend met haar kuikens totaal geen angst kent. 
Net voor Burley draai ik de snelweg af om te tanken. Achter het tankstation blijkt een campground te liggen. Het is een Good Sam die meestal wat duurder zijn. ? De prijs valt echter niet tegen en er zijn veel schaduwplekken. Helaas komen er ‘s-avonds muggen zodat we naar binnen vluchten. Spray tegen deze irritante stekertjes gaat direct op het boodschappenlijstje! Het landschap waar we de volgende morgen doorheen rijden is overwegend landbouw met heel veel sproei installaties en veeteelt: koeien.

Rond een uur of 15.00 uur komen we bij Craters of the Moon National monument aan. Dit is een park dat bestaat uit een vulkanisch landschap met voormalige lavastromen en kraters. 
Leuk weetje: NASA trainde hier astronauten omdat men dacht dat het maanlandschap er ongeveer zo uit zou zien. ? Na een bezoekje aan het visitor center rijden we, op vertoon van de Nationale parkenpas, het park in. Rechts ligt gelijk een first come first served campground dus we zoeken eerst naar een vrije plaats, gewoon langs het pad.
Mijn lover stopt het betaalbewijs onder het klemmetje, stoelen op de plek en de enveloppe met dollars in de deposit bus: ready! Ik keer ondertussen de camper. Door het park loopt een elf kilometer lange weg met verschillende uitkijkpunten waar we langs rijden. 





Bij enkele durven we in de hitte de korte wandelingen die erbij horen te maken. Zelfs bij Inferno Cone klimmen we omhoog en genieten van het uitzicht! 
Hoe meer de lava verkruimeld is hoe ouder ze is. Deze hier is minstens 15.000 jaar! ? Het duurt ook honderden jaren voor er sowieso iets op wil groeien. 
Amerikanen die we onderweg spraken hebben ons aangeraden om naar het Sawtooth National Forest te gaan omdat dit bijzonder mooi is. Na onze overnachting op het lava van Craters of the Moon rijden we via Hailey en Ketchum het gebied in. Men heeft niets teveel gezegd: het ís super mooi hier! Het doet ons denken aan de hoge Alpen: grillige bergen, oneindige bossen, riviertjes en weiden vol gras en bloemen. Langs de kant staat een bord met Clarendon Hot Springs. ‘Zag je dat, misschien wel lekker om te zwemmen!’ roept mijn lover terwijl we er in volle vaart voorbij rijden. We besluiten te keren en wat dan volgt is altijd een beetje rare actie. Het zal wel een man-vrouw verschil zijn en bij ons geeft het meestal wat onenigheid. Ik stop niet snel genoeg, ik draai te langzaam en zo geeft mijn handsome nog tal van opmerkingen. ? Uit mij komt niet meer dan dat ie zijn mond moet houden….vul de vrije vertaling zelf maar in. ? Na het keren blijkt dat we een onverhard pad op moeten. ‘Dat zouden we toch niet meer doen?’ vraag ik twijfelend. ‘Rijden maar, dat gaat goed komen!’ beslist hij.
Daar gaan we bonkend over het pad, ik omzeil stenen, modderplassen en takken terwijl hij met zijn armen naar de richting zwaait waar ik volgens hem heen moet. Het is een dingetje maar we komen bij de Hot Springs. De vriendelijke beheerder laat ons een kijkje nemen en vertelt dat er ook een campground op het weggetje is. Inmiddels is het zonnetje verdwenen en er valt wat lichte regen. Nou zijn wij beiden toch niet van die zwemmertjes en zeker niet met dit weer dus….juist, we keren om en nemen de hobbelige weg terug. ? Eigenlijk heb ik veel meer zin om te wandelen en bij de Galena Loge grijp ik mijn kans. ‘Kijk dan, heel veel wandelroutes en een prima parkeerplaats om de hut te parkeren.’ roep ik enthousiast.
Naast mij knikt mijn lover bedachtzaam. Heel vreemd maar die vent van mij loopt de zolen van zijn schoenen in Vegas maar in het bos ziet ie het dan niet zitten. ‘Ik moet altijd een doel hebben!’ is zijn excuus. De regen is gestopt en het zonnetje is terug. We trekken de wandelschoenen aan, ik vul een rugzakje en we kiezen een route.
De wandeling gaat dwars door bossen met kleine beekjes. ? 



Terug bij de camper drinken we iets en gaan dan een plekkie voor de nacht zoeken. Het is ons opgevallen dat je hier bijna overal ‘vrij’ mag staan. Echter na de wandeling lijkt het alsof wij het park uitrijden en in meer bewoond gebied komen waar je verplicht wordt om op een camping te gaan staan. De eerste waar we stoppen durft voor dry camping 45,00 dollar te vragen. ? We zijn er snel klaar mee en rijden door tot we een bordje zien met Statepark. Wat volgt is weer een hobbelige weg van een aantal kilometer. ‘Waarom heb ik altijd de pech dat ik dan net achter het stuur zit?’ vraag ik mezelf af. Aan het eind van het weggetje ligt een meer, het Pettit Lake, voor ons met daarbij een kleine eenvoudige camping (13 plekken). Dit is zo’n onverwachts cadeau waarbij je stil moet gaan staan om het te bevatten. Er komt een vrouw op ons afgelopen, ‘Hey I’m Rachel the camphost, how are you?’ vraagt ze lachend en het paradijs is compleet. ❤️ Want eerlijk dit is een van de leukste plekken die we ooit gehad hebben. Op nummer 1 blijft toch wel South Beach in Oregon staan, daar zwommen de walvissen zo voorbij. Rachel heeft nog wat plekken over, we gaan staan en lopen naar haar camper om te betalen. 
Prijs: 16 dollar. Al babbelend lopen we terug en ineens zie ik iets razendsnel bewegen op de grond, ‘Kijk uit, een slang!’ roep ik en trek mijn lover achteruit. Bijna had ie met zijn maat 45 op de slang gestapt. ? Het is zo’n zelfde exemplaar als ik van de week in het Great Basin National Park ook heb gezien. Brrrr, ze schijnen niet giftig te zijn maar het blijft schrikken als je zo’n ding ineens voorbij ziet schieten. Na het eten maken we een wandeling langs het meer, wat een rust is het hier. ‘Je denkt zeker weer aan een B&B.’ merkt mijn lover op. Dat doe ik zeker maar wie vindt me hier in the middle van niets….? Er is niet eens internet! Als Rachel ‘s-avonds langs loopt nodigen we haar uit voor een wijntje en horen haar verrassende verhaal. Zij is 29 jaar en komt uit Idaho. Zij is zeer gelovig volgens de leer van de mormonen opgevoed. Op haar vijftiende kreeg zij kanker. Toen zij deze ziekte overwon en herstelde is ze anders over het hele leven gaan denken. Op haar achttiende zei zij het geloof vaarwel, kocht een camper en trok de wijde wereld in. Dit is haar eerste seizoen als camphost op deze camping. Met haar familie heeft ze nog wel contact maar dit verloopt moeizaam. Je kan het vergelijken met de Jehova’s bij ons: zeg je het geloof op dan zeg je je familie op. ? Voordat we de volgende ochtend vertrekken nemen we afscheid van deze bijzondere Amerikaanse en hobbelen dan, ik rij weer ?, terug naar de hoofdweg. Het landschap wat volgt is zo bijzonder schilderachtig mooi en verbaast ons wederom. In de verte zien we Bald Mountain (wintersportgebied) en beneden ons stroomt de Salmonriver.
In Stanley doen we een koffie/thee en wat inkopen. Net buiten het dorp begint de rivier wilder te stromen en zien we een tweetal rafts gaan. ‘Wow, dat moeten wij ook eens doen!’ roept mijn lover uit terwijl ie me aanstoot. We stoppen om naar de boten te kijken en terwijl hij fotografeert denk ik na over de reden waarom ik er zo huiverig voor ben. 

Een voormalige collega van mij heeft zijn meissie verloren bij het raften. In het wilde water sloeg zij overboord, hij (schipper bij de douane) wilde haar nog redden maar volgens de gids kwam het allemaal goed en zou ze wel door de boot na hen opgepikt worden. Zij is later dood gevonden. Altijd als ik een raft zie moet ik aan hem denken. ? Misschien moet ik me er eens overheen zetten want het is wel heel gaaf hoe die boten tekeer gaan! Net voor Clayton, als we over een brug rijden, zien we links beneden een paar kampeerplekken. Onze ervaring is dat ze het hier in Idaho begrijpen want er is voor iedereen wat wils, namelijk RV parken met full hook-up, kleine eenvoudige campgrounds en heel veel plekken waar je vrij mag staan. Ook niet onbelangrijk: er zijn genoeg plekken waar je kan dumpen en vers water tanken. Dat laatste is met deze hoge temperaturen heerlijk want we staan soms twee keer per dag onder de douche. Eigenlijk is het nog wel vroeg om te stoppen maar de plek is zo mooi dat we, ondanks dat er weer geen internet is, gaan staan. Er zijn vijf plekken en nobody there dus wij nemen de beste! 
We zetten de camper zo neer dat we vanaf de weg niet te zien zijn en brengen de middag in ons nakie door….kom maar op met jullie commentaar! ? Het is al weer zaterdag als we de volgende ochtend wakker worden. Soms gaan die weken zo snel! De volgende plaats waar we door heen rijden is Challes.
In het centrum is het vrij druk: de wekelijkse farmersmarket en een Endurance hardloopwedstrijd. Na een rondje over de vrij kleine markt en het aanmoedingen van de atleten rijden we door. 
De weg slingert zich weer tussen de bergwand en de rivier heen. Plots komt er een pick-up brandweerauto met sirene voorbij. ‘Oh jee, die gaat vast ergens heen!’ stelt mijn lover. Misschien een kilometer verder staat de pick-up dwars op de weg en krijgen we een stopteken. ‘Dat zal net gebeurd zijn denk ik.’ mompelt mijn lover weer en ik knik. Van de andere kant, de plek van het gebeuren, komt een ambulance zonder sirenes. We krijgen het teken doorrijden en in de verte zien we een auto in de berm staan, verderop nog een en een paar mensen lopen heen en weer. Mijn lover zit achter het stuur en ik kijk. Ik weet het, ‘niet kijken’ maar iets trekt mijn aandacht. In de berm ligt een motor met daarnaast de motorrijder. Alleen zijn benen en laarzen zijn zichtbaar, de rest ligt onder een wit laken: hij is overleden. ? Ontdaan staar ik naar buiten terwijl mijn lover naast me moppert, ‘Ik zei het toch, niet kijken!!’ Daar zal binnen afzienbare tijd wel zo’n kruisje staan zoals we er al zoveel gezien hebben langs de weg. In Nederland wil Rijkswaterstaat deze monumentjes niet langs de weg omdat het zou afleiden. Ik denk: zou het wel helpen om voorzichtiger te gaan rijden….?
Net voor het plaatsje Salmon schieten we een camping op, ook deze is weer heel leuk, klein en maar vijf dollar. 
Ik schenk mezelf een wijntje in voor de schrik en denk aan de onfortuinlijke motorrijder. Er waren voor zover wij zagen geen andere voertuigen bij betrokken, misschien uit de bocht gevlogen….? ‘Je kan van alles verzinnen maar we weten het niet.’ stelt mijn lover die al vele ongelukken voor zijn lens heeft gehad en er daardoor net iets anders in staat. ? We komen steeds meer in het noorden en rijden de volgende dag vanuit Idaho over een mooie maar saaie weg Montana in. De eerste grote plaats die we tegenkomen is Missoula. Het is weer even wennen die drukte. Links en rechts schieten auto’s voorbij. Als we een bord zien met KOA campground is die voor ons. Mijn lover voelt zich met een zere keel niet helemaal fit dus we hebben een easy middagje bij het zwembad terwijl de laundrymachine een was voor ons draait. ? 
Na een paar dagen zonder voorzieningen is stroom weer handig en terwijl ik de was opruim gaat hij aan de slag met de mixer zodat we morgen bij het ontbijt een verse boterham hebben. Als we ‘s-morgens opstaan is mijn lover niet lekker….’een mannenverkoudheid’ ?, hij klinkt helemaal schor alsof ie een feestje heeft gehad. We starten rustig en rijden voor wat boodschappen naar het centrum. Er zijn ook hier weer winkels die we niet kennen en met een koffietje slenter ik op m’n gemakkie in het rond.
Uiteindelijk gaan we pas ver na de lunch op pad. Hij zit als een zielige vogel naast me te hoesten en proesten. Afgelopen week zijn we qua kilometers nog niet veel opgeschoten en soms moet je de dingen nemen zoals ze gaan. Idaho was verrassend mooi en dat maakt dat we weer goed beseffen hoe luxe het is om de tijd aan ons zelf te hebben. Ook nu in Montana rijden we langs meren die bijvoorbeeld op Lake Tahoe lijken. Als we dus na zo’n 100 km een bord zien met Big Arm Statepark sla ik deze weg in. We vinden een mooie plek 

en ‘s-avonds maakt mijn lover een vuur. 
Omdat we binnenkort Canada in zullen rijden branden we nu al het stookhout maar op, anders moeten we het inleveren. Als we s-avonds naar bed willen is het behelpen want her en der staan plastic tasjes met de aankopen die we gedaan hebben. ‘Ik heb geen idee waar we alles moeten laten. Misschien alvast een doos met troep naar huis sturen….’ peinst mijn handsome. Wanneer we de volgende ochtend dus langs een postoffice rijden stoppen we voor informatie. De doos die we nodig hebben is ongeveer net zo duur als een extra koffer, rond de 100 dollar en zal er een kleine twee weken over doen. Met de doos verlaten we het kantoor: die kan gevuld worden! We bekijken de kaart en als we nog zo’n 80 kilometer rijden zijn we in Kalispell. Dan kunnen we daar mooi de doos inpakken en ondertussen is mijn keeltje ook zeer gaan doen….? Kalispell is groot en heeft een leuke hoofdstraat met winkeltjes en restaurants. Omdat we ergens moeten staan schieten we de eerste de beste campground op, Rocky Mountain Hi, die we zien. We zitten buiten wat lusteloos in de schaduw bij de camper en hoesten tegen elkaar op. ? Thuis beroerd zijn is niets maar hier in zo’n kleine ruimte is het extra balen.
Na een onrustige nacht rijden we naar het postkantoor waar de doos op transport naar Nederland gaat.
Wij rijden door naar Glacier National Park en komen via de westzijde bij Apgar binnen.
Bij de ingang vertelt een ranger dat een groot stuk van het park nog dicht is vanwege de sneeuw waardoor de ‘Going to the sun road’ maar gedeeltelijk te rijden is. Op het gedeelte wat wel toegankelijk is zijn twee campgrounds open en beiden hebben nog plek. Het regent als we het park in rijden. We rijden tussen dichte bossen door, af en toe zien we een glimp van een meer. Deze weg staat bekend als één van de mooiste van Amerika maar wij zien het even niet.
Is het omdat we verwend zijn, zijn het de zere keeltjes….we don’t know maar het kan ons niet bekoren want we hebben inmiddels veel mooiere dingen gezien. ? De eerste camping, Apgar, slaan we over maar bij campground Sprague Creek gaan we erop. Bij de ingang staat een bord ‘forbidden for RV’s longer than 21 foot’. ‘Wij zijn net boven de 20 maar zeker geen 21 dus kunnen gewoon hier staan.’ zegt mijn lover, gaat een envelop met dollars vullen en plakt het betaalbewijs op de paal. Het zeikt van de regen, we doen een theetje en als de lucht wat opklaart besluiten we toch nog een stukje te rijden. Ik moet nog snel een plas en net als ik zit wordt er geklopt en mijn lover doet open. Het is de camphost die vertelt dat hij denkt dat we langer dan 21 foot zijn maar….omdat hij het goed vind mogen we vannacht blijven staan. Maar alleen omdat hij het goed vind! ? Ik stik van de lach want dit ga je toch niet geloven: daar krijgen we een standje van één of andere verdwaalde laaf die doet alsof we met zijn gratie hier mogen blijven staan. Nu die op dreef is gaat ie verder met wat we wel en niet mogen doen en legt uit dat er beren op de camping zijn en hoe we ons dan moeten gedragen. ‘We zijn in Alaska geweest dus weten wel wat te doen als er beren komen.’ zegt Roel. Dat had ie niet moeten zeggen want de laaf briest; ‘You don’t know nothingggg about bearssssss!!!’ ? ‘Zak, ga grassprieten tellen!’ sis ik, trek mijn broek op en zie nog net hoe ie weg scharrelt. We gieren het uit van de lach, wat een ##*??*## was dat! We rijden tot aan het punt waar de weg gesloten is,
stoppen op de terugweg waar mogelijk 



en maken een kleine wandeling. Snuf en snuitje zijn nog niet optimaal dus doen het rustig aan en rijden terug naar de camping. Tegenover onze plek staat een pick-up en daartegen hangen de laaf en een ranger. ? ‘Oh jeetje, das niet goed….’mompel ik. We parkeren de hut, stappen uit en daar komt ie aan gelopen: de ranger. Geloof me, er zijn mannen die compenseren dat ze een kleine pik hebben. De een doet het door met veel geluid in een hele snelle veel te dure auto rondjes te rijden door een druk centrum. De ander doet het door een beroep te kiezen met een uniform en een wapen. Natuurlijk heb ik het echt niet over alle mannen en is dit nergens op gebaseerd….alhoewel mijn eigen waarneming…. ? Ik had er ook één in mijn team. Je gaf die knul een uniform met een wapen en hij veranderde in een soort terminator. Hij werd in zijn privé tijd rijdend met een telefoon in de hand betrapt en kreeg een bekeuring. Meneer reed naar huis, trok zijn douane uniform aan en ging terug naar het politiebureau om verhaal te halen….oeps, dat ging helaas voor deze (un)lucky luck niet werken. ? Terug naar de ranger, gebruik nu allemaal even je fantasie en zie hem: de kerel die net niet goed genoeg was voor de Chippendales, geen geld had voor een dure auto en dus maar een uniform aantrok. Het type uit de sportschool die ‘s-ochtends in de spiegel kijkt, zijn hand over zijn edele deeltje haalt terwijl ie hardop zegt; ‘Man, man, wat zie jij er toch verdomd lekker sexy uit!’ Die komt dus breedgeschouderd op ons afgelopen terwijl we net uitgestapt zijn en begint zonder introductie zijn verhaal af te draaien.
Hij wacht geen antwoord af maar loopt naar zijn auto en komt terug met een centimeter. ? ‘De camper is langer dan 21 feet en ik ga het bewijzen!’ zegt ie hooghartig. Hij wil gaan meten maar het ding komt teruggerold dus moet mijn lover helpen. Dan gaat het verhaal een rare wending krijgen want als de ranger ziet dat hij het gaat verliezen rekent ie ook ineens de voorbumper mee! ‘Zo dan, de camper is te lang!’ Ik wist het: deze kerel weet vast ook het verschil niet tussen 10 of 20 centimeter. ? We hebben een probleem want Ko de boswachter is nog niet klaar met ons. Hij wil Roel zijn paspoort zien. We krijgen nu een waarschuwing maar de volgende keer als we weer ondeugend zijn dan volgt een bekeuring! Mij is ie al lang kwijt want ik denk; ‘Koekkoek lekkere groene dauwtrapper, we zijn niet van hier, we zijn toeristen en komen hier waarschijnlijk maar once in a lifetime!’ ? Met het paspoort loopt ie naar zijn auto en blijft heel lang weg. Ondertussen mogen deze twee verdachten ? met elkaar overleggen en we besluiten om ons geld terug te vragen en een andere camping op te zoeken. Althans, dat is het besluit van mijn lover, dat van mij is iets rigoreuze. ? Ko de boswachter komt terug en herhaalt alles wat ie heeft gezegd terwijl mijn lover zijn paspoort terug krijgt. ‘Als je mij mijn geld terug geeft zoek ik zonder probleem een andere camping op hoor’ stelt ie voor. Ko kijkt, schudt zijn hoofd en zegt dan; ‘Nee, voor deze keer zie ik het door de vingers maar remember! OMG, je kan echt mensen die je niet kent spontaan gaan haten! ? De laaf en Ko de boswachter overleggen nog terwijl wij binnen proberen om ernstig te blijven kijken. ‘s-Avonds gaat het weer keihard regenen met onweer en we hopen dat de laaf, die ook hier staat met een vouwwagen, voorbij zal stromen in een wildwater rivier. Maar wij zouden het niet zijn als het nog gekker kon! ? De volgende morgen regent het nog steeds en volgens de thermometer is het slechts acht graden. Beiden zitten we wat slapjes aan het ontbijt. De hele nacht heb ik liggen hoesten, bah, bah. Na het douchen ben ik wat opgeknapt en terwijl ik afwas doe gaat mijn lover onder de shower. Ik zie een schim om de camper heen lopen! Is dat een beer? ? Nee, het is iemand in een groen pak, een nieuwe ranger on duty! Hij loopt en kijkt om de camper maar ik doe alsof ik hem niet zie en droog mijn afwas af. Bonk, bonk, doet ie op de achterdeur. Ik open de deur en bam daar roept ie gelijk heel bits, zonder goodmorning of iets in die trant; ‘Are you using a generator?’ Serieus als hij na deze woorden vol walging op de grond had gespuugd had ik het niet eens gek gevonden. ? Ik geef hem ‘de blik’, zoals een vriendinnetje van mij altijd zegt, (niet de blik van Barbie met de knipperende oogjes) en zeg; ‘Wij hebben geen generator!!’ Ik begrijp prima wat ie hoort want als de waterkraan aanstaat hoor je een hele lichte bromtoon van de waterpomp. ‘Wat hoor ik dan??’ vraagt ie arrogant. ‘Dat weet ik niet, misschien is het onze kachel die staat aan dus ik doe nu de deur dicht!’ Voordat het groene monster kan antwoorden trek ik de deur dicht terwijl ik mompel, ‘You can talk to my ass because my head is busy!’ ? ‘Wat een drama dit park, onaardige mensen, de helft gesloten, ondanks al het berengras geen beer te bekennen, geen donder aan!’, we mopperen er flink op los, starten de hut en voordat we wegrijden stopt mijn lover bij het tweetal wat verderop nog staat mee te doen met de quiz ‘Raad het geluid.’ ? ‘Mag ik jullie nog een advies geven: start de conversatie volgende keer met goedendag zeggen, dat is wel zo beleefd!’ zegt hij, drukt zijn raam dicht en geeft gas. Go Roel go! ??? Buiten het park zetten we thee/koffie, even de dag ontspannen opnieuw beginnen. Het plan is om nu via de oostzijde het park in te rijden, we geven het nog een kans! We zijn ongeveer 30 kilometer op pad als de bandendruk detectie op het dashboard begint te piepen. Mijn lover kijkt, ‘WTF, we hebben een lekke band!’ Razendsnel gaat het metertje van 5.5 naar 1.8. We kunnen nog net op een parkeerplaats bij een motel/RV park tot stilstand komen. Nu is het zaak dat, voordat de band helemaal leeg is, de camper op de krik staat. 

Maar ja, die krik ligt niet zomaar voor het grijpen. In de stromende regen gaat mijn lover aan de slag. Hij proest en kucht en is binnen een paar tellen zeiknat. ‘Waar is mijn regenjas?’ roept ie. ? Hij wacht gelukkig het antwoord niet af want hoe kan ik uitleggen dat ik die weer helemaal achterin heb opgeborgen. Daar staan we, op een parkeerplaats met de hut die een platte band heeft. Veel spullen moeten eruit voordat we de krik hebben en nog meer moet eruit voordat we de reserveband hebben. ? Uit het niets is daar ineens een kerel die vraagt of ie kan helpen. Hij werkt op het RV park en zag ons staan. Als Roel uitlegt wat het probleem is en dat de krik er nu niet meer onder kan heeft de kerel een prima plan. Rij voorzichtig op een paar planken en daarna moet het lukken met de krik. De planken gaan eronder, ik rij erop en verhip, het werkt!
Als we de kerel willen bedanken met een flesje wijn neemt ie het niet aan. Terwijl hij zijn handen vouwt wijst hij naar boven en zegt dat drinken niet mag van God. ?? Ook stroopwafels neemt ie niet aan, hij heeft het uit naastenliefde gedaan. ‘Ik ben echt zo blij met jou en vooral met jouw plan van die plankjes!’ roept mijn lover opgetogen tegen hem. ‘Ik had er niet opgekomen!’ De man kijkt naar ons en zegt dan met vredige stem; ‘Ik ook niet maar God gaf mij de raad!’ Ik knik vriendelijk naar de man want soms zijn woorden overbodig. ‘Ik wist niet dat hij zo technisch was!’ zegt mijn lover toch. De onbekende kerel moet ook lachen, vouwt zijn handen nog eens in gebed en vertrekt. Amen! ? Wij stellen ons plan bij en rijden terug naar Kalispell waar we bij Les Schwab Tires nieuwe banden bestellen. ‘Het kan wel even duren!’ zegt de receptionist. We zetten ons schrap en vragen voorzichtig hoe lang….’Oh, morgenmiddag pas rond 14.00 uur! Adem in en adem uit: morgen al! Het was ons de week wel! ? Dachten we….
Vlakbij de garage vinden we Glacier Peak RV park, daar gaan we staan. Het is een leuke plek maar door de miezer kunnen we niet buiten zitten. Ik draai nog een was en mijn lover begint met het uitzoeken van de foto’s voor het blog. Na het eten kijken we een tv serie en we hebben een rustige avond. ‘Ik ga zo naar bed want ik voel me echt beroerd.’ piep ik met zere keel. Roel gaat verder aan het blog om de foto’s bij het verhaal te voegen. Want soms blijkt dat we een foto hebben waar ik het verhaal bij vergeten ben. Of andersom. Onderuit gezakt ligt ie op zijn bank. Ik doe mijn IPad aan de stroom, pak mijn telefoon om op te bergen, wat dan volgt is een waanzinnige klap, een flits, mijn oren beginnen te piepen en ik voel dat er iets van vloeistof in mijn ogen komt. In de camper sist er iets….Ik vlucht naar het keukentje waar ik mijn ogen uitspoel want ik zie niets. Mijn lover staat bij de kraan in de badkamer. ‘Ben je okay?’ vragen we elkaar. ‘De brandblusser!’ roept hij. ? Wat is er gebeurd? ? De brandblusser is ontploft en met waanzinnige kracht uit zijn houder van de muur gekomen. Als uit een katapult geschoten is het ding door de camper gegaan. Twee liter blusmiddel over de computer, de telefoons op tafel, in de gordijnen, aan het plafond, over de banken, overal nat schuim. ? Zelf zijn we ook doornat. We checken elkaar, spoelen ogen uit en gaan de slag: met handdoeken alles droogmaken. Roel zijn telefoon en computer hebben de volle laag gehad. Die zijn overleden. ?

Hopelijk doen ze nog iets als ze droog zijn want al zijn gegevens staan erop. Dan bekijken we de restanten van de blusser en krijgen wat lichte bibbers want WTF, als die scherven iets naar links waren gegaan had ie ze dwars door z’n nek gehad. Doordat ie onderuit gezakt lag heeft het ding, wat boven Roel in de hoek hangt, hem gemist en kwam mijn richting uit waar ik net weggelopen was. ? Roel appt met mijn phone naar zijn vriend Dirk-Jan, die heeft bij de brandweer gewerkt, wat de gevolgen kunnen zijn. Is de stof schadelijk om in te ademen, wat doet het op je huid en ogen? DJ belt gelijk op en stelt ons gerust, douchen en spoelen is het belangrijkst. Dat hebben we inmiddels allebei gedaan. Het is middernacht als de ravage min of meer is opgeruimd. We zetten ondanks de kou veel ramen open, de verwarming laten we zachtjes aan en gaan naar bed. In de camper hangt een vreemde lucht, een soort desinfecterende zeepsop lucht. Na een onrustige nacht bekijken we bij daglicht de schade en Roel stuurt een mail naar de verzekering. Dirk-Jan belt hoe het is en we hebben geen idee hoe het ding heeft kunnen ontploffen. Hij is niet over de houdbaarheidsdatum en niet overmatig heet of koel geworden. ? Ik ben niet gelovig maar soms in situaties als deze….want nogmaals: wat hebben wij allebei een ontzettend geluk gehad!
