Beren en zalmen!

We blijven nog twee dagen in Fairbanks want de weersverwachting voor Denali, onze volgende bestemming, is winters. Sneeuw en rond de drie graden. Woensdag gaat het daar pas beter worden. Fairbanks heeft een klein centrum waar we zondagmorgen nog maar eens doorheen wandelen en het uitgebreide visitorcentre bezoeken. Er komen vijf bussen van de Holland America Line aan en de toeristen stromen er uit.

Tijd voor ons om het centrum te verlaten. Het is een beetje ‘hangdag’ en we hebben niet veel zin om iets te doen. Een uurtje besteden we in de laundromat, wassen, wassen, wassen ? en daarna parkeren we de hut in een gedeelte van een recreatiepark en zitten lekker in het zonnetje. Helaas is overnachten er niet toegestaan en rond 21.00 uur gaan we dan maar naar de Walmart. Daar is het ook nu weer super druk met campers en we verbazen ons wederom over de hoeveelheid mensen die ‘s-nachts boodschappen komen doen. ? Walmart vind het goed dat er overnacht wordt op de parkeerplaats maar of dat echt zo is betwijfelen we maandagmorgen als er rond 05.00 uur een persoon met een soort ‘bladblazer’ papier en troep op gaat ruimen. Als ie klaar is komt er een stratenveger en een grasmaaier….Drie uur later is het stil en opgeruimd: de maandag is begonnen! ?
We doen wat boodschappen en klusjes zoals een gasfles na laten kijken. Dat ding gebruiken we voor de BBQ maar zit op de één of andere manier verstopt. Klinkt allemaal saai en simpel maar we zijn er heel de dag zoet mee. ‘s-Avonds werk ik aan het blog (Alaska Highway) en omdat we snel internet nodig hebben om dit te plaatsen is de Walmart weer onze gastheer! Internet blijft een crime in Alaska. ?

Het is hard gaan regenen en een stille avond op de parkeerplaats: geen winkelende mensen. Dinsdagmorgen gaan we uitgerust met opgeruimde hut, schone was en volgepakt met boodschappen weer richting de ‘wildernis’: Denali here we come!
Bij het visitorcentre hebben we het krantje Alaska RV 2018 meegenomen. Super handig: routes, bezienswaardigheden in de favoriete plaatsen, campgrounds, kalender met wat waar te doen en een lijst met alle gratis dumpplekken in Alaska. We zoeken de dichtstbijzijnde, dat is tankstation Sourdough Fuel AirPort Way, en checken gelijk de bandenspanning.

Het voordeel van een eigen camper is dat er een hoop extra snufjes in en opgebouwd zijn. Zo hebben we onder andere een slim systeem dat aangeeft hoe de bandenspanning is.

Het werkt door middel van sensoren die in het ventiel van de band zitten. Ook heel handig om snel te kunnen checken als boefjes je willen doen stoppen omdat je band zogenaamd lek zou zijn. ? En nu ging ie piepen omdat er wat lucht bij moet.
Via Nenana en Healy komen we na een rustige rit langs de Nenana rivier, waar we af en toe mensen zien raften,

bij de ingang van Denali National Park.

Dit park is in 1917 opgericht. De vorige keer dat mijn lover hier was viel het hem wat tegen, erg mooie natuur maar weinig wildlife gezien. Mijn eerste indruk van het park is groot, georganiseerd een heel erg druk! ‘Het doet me aan Yosemite denken!’ zeg ik. We gaan eerst maar naar de ‘Entrance Area’: visitorcentre, bureau voor reserveringen campground en bus, winkeltje en een café. Omdat we geen vaste planning willen maken hebben we expres niets gereserveerd. De campings in het park zitten helaas vol maar er zijn er genoeg rond het park. De dichtstbijzijnde, Denali Grizzly Bear resort, is 10 kilometer verderop en die wordt ons aangeraden.
Het park is maar tot een bepaald punt (15 mile) toegankelijk voor je eigen auto, dus je moet gebruik maken van bussen om verder het park in te komen. Omdat de weersverwachting voor morgen goed is maken we gelijk een reservering voor de bus. Er zijn verschillende afstanden, bestemmingen en tijden. Wij kiezen voor de Green transit bus naar Eielson (66 mile met een duur van acht uur, vertrek 07.00 uur). Campground Grizzly Bear heeft plek alhoewel het zoals zo vaak wel weer een gevalletje van planning is. Bij de ingang staat een bord ‘RV park full’. Ervaring heeft ons inmiddels geleerd dat er dan vaak nog lege plekken zijn. We rijden dus het terrein op en gaan de receptie in. ‘Hebben jullie een reservering?’ vraagt de jongedame. Wij schudden van nee en leggen uit dat ‘dry camping’ ook kan want we hebben niets nodig aan stroom en water. Ze kijkt moeilijk naar ons en duikt dan de computer in. Na enkele momenten zegt ze; ‘Ik heb wel iets vrij geloof ik.’ Ze kruist vijf lege plaatsen aan op een plattegrond. Daar kunnen we gaan kijken en dan beslissen. ‘Oh, ik zie dat ik ook nog een hook-up plek vrij heb.’ ? zegt ze vervolgens na nog eens in de computer te hebben gekeken.
We hebben haar het advies gegeven om het bord bij de ingang weg te halen zodat ze waarschijnlijk meer gasten gaat krijgen en echt vol komt te zitten!

Later op de avond wandelen we over de camping en er zijn nog zeker 10 lege plekken! Ook in restaurants bemerken we dit vaak: als je geen reservering hebt is het, volgens de bediening, heel druk en er zijn lange wachttijden. Uiteindelijk zit je dan toch met een kwartier aan een tafeltje.
Het wekkertje zetten we vroeg, eten het versgebakken brood van mijn lover (stroom voor de mixer vind hij overal)

en staan om 06.30 uur bij de busterminal. Wow, wat een drukte!

Een meisje van het park wijst ons de juiste halte aan waar al een hele rij staat. Stipt op tijd komt de bus en gaan we aan de linker kant (dezelfde kant als de chauffeur) zitten. Er is ons namelijk ingefluisterd dat dit de beste kant is, de andere kant zit aan de bergkant en dan zie je veel minder. ? De chauffeur legt de do’s en don’ts uit en we rijden het park in. Het is super mooi weer, de lucht heel helder en al snel zien we de Denali opduiken, met 6194 meter de hoogste berg van Noord Amerika en vol in de zon! ?

Wat een geluk want 70% van alle bezoekers (ongeveer 1,2 miljoen) die hier jaarlijks (zes maanden seizoen) komen, zien de berg nauwelijks of niet door de bewolking. Onze bus stopt drie keer en is heel stipt met tijd, twee keer een plaspauze van tien minuten en één van een half uur. Er is een grote hoeveelheid aan bussen dus je kan uitstappen en een volgende nemen.

Hierdoor wacht de chauffeur op niemand: je bent er of je bent er niet! We zien totaal elf Grizzly’s waarvan tien heel ver weg (wie ze ziet mag het zeggen ?)

maar één wollige blond/bruine schurk loopt ineens voor de bus langs en schiet snel de bosjes in.

Het is moeilijk voor de chauffeur om bij alles te blijven staan kijken want hij rijdt, met nog ongeveer 150 andere bussen, een strak schema in het park. Een voorstelling: ongeveer 6500 mensen bezoeken dagelijks dit park! ?

Aan het eind van de middag zijn we blij als het busstation in zicht komt.
Moe van het lange zitten, het turen naar wildlife en de koude wind van alle ramen die open staan zodat iedereen kan fotograferen en filmen.

Stijf en stram stappen we uit de bus. ‘Al zou er nu een beer over de parkeerplaats lopen, ik kan mijn nek niet meer draaien!’ zucht ik tegen mijn lover. Eerst een koffie/thee halen in het winkeltje, dan rijden we terug naar de campground en boeken nog een nacht. Op hun terrein staat een Thais eetkarretje. Gistermiddag hebben we daar een klein loempiaatje gesnoept

maar vanavond gaat deze Cheryl voor een maaltijd. Ik heb de kookbeurt en waarom moeilijk doen als het makkelijk kan! ?

De campground hoort bij een heel groot resort met winkeltjes, snackbars en in het midden een plein waar allemaal vuurtjes branden en mensen zich verzamelen.

De zon schijnt de volgende ochtend en het beloofd weer een mooie dag te worden. Denali is het enige Nationale park met sledehonden als ‘werknemers’. In 1929 kreeg Harry Karstens het idee voor de kennels zodat met behulp van de honden het jagen op wildlife kon worden gecontroleerd. Net als tegenwoordig ging een ranger met slede en honden op pad en kon zo de immense grote afstanden in de barre winters overbruggen. Nu zorgen de dieren ’s winters ook voor de bescherming van het wildlife en het transport van bijvoorbeeld goederen. In de zomer hebben ze ‘vakantie’, worden getraind en geven drie demonstraties per dag. De eerste is om 10.00 uur en ik ben er klaar voor!
Op de weg er naar toe zien we aan de rand van het bos ineens een moose met een jonkie.

We remmen, keren, gaan aan de overkant van de weg staan en zetten de motor af. Wat een mooi gezicht die moeder met haar kind. ? Plotsklaps komt er een grote touringbus met Duits kenteken aanrijden. De chauffeur ziet waarschijnlijk ook de dieren, trapt ruw op de rem en vroeemmmm, daar komt ie keihard achteruit denderen. ? De moose en haar jong vluchten het bos in. We zijn met stomheid geslagen, de passagiers loeren allemaal het bos in maar na zoveel domheid van de chauffeur is er niets meer te zien!
‘Is die helemaal besodemieterd!!!’ roept mijn lover uit. De bus trekt op en weg is ie. Mijn lover start, draait onze hut en als de bus ook het park inrijdt wordt de achtervolging ingezet. ? ‘Easy, easy!’ zeg ik. De bus staat bij het visitor centre en de passagiers zijn aan het uitstappen. ‘Die is voor mij, de #&#@#?#@$%#?! roept ie en zet onze hut schuin met mijn kant bij de bus. Ik denk alleen maar OMG want ik ken hem….??Door het open raam gebaart ie naar de chauffeur en legt uit dat de man wel erg dom bezig was. De chauffeur kijkt hem schamper aan en vraagt dan; ‘Was sagen Sie?’ Natuurlijk, het is een Duitser en hij spreekt geen Engels of doet alsof? ? Naast mij ontploft mijn handsome en herhaalt alles rap in vloeiend Duits. Dan geeft ie scheldend gas en terwijl we wegrijden merk ik voorzichtig op; ‘Je hebt wel gelijk straatvechter van me maar ik ben blij dat je bleef zitten Rocky! ?
Als we bij de honden parkeren hoor ik ze al blaffen en na een korte wandeling zijn we bij de hokken met de doggies. Ik slaak een kreet van verrukking en voordat ik wat kan zeggen roept mijn lover met hoge stem; ‘Kijk nou toch, dat koppie!’ ? We schieten in de lach want dat zeg ik inderdaad heel vaak als ik een hond zie. Ik weet het is voor ‘niet hondenliefhebbers’ moeilijk voor te stellen maar ik loop genietend tussen de honden door. ‘Hallo, lieverdje! Wat ben je mooi! Wat heb je een schattig koppie!’

Alle honden ga ik langs en sommigen kan je aaien. Een ranger legt veel uit, onder andere hoe de indeling van de honden voor de slede is: achterin de sterken, voorin degenen die leiden en in het midden de beginners en zij die grote bochten moeten lopen.

De demonstratie met de sledehonden stelt niet veel voor maar dat maakt mij niet uit, het aaien van de dieren vind ik het leukst! ? Hierna rijden we met de camper door het park tot aan waar het is toegestaan. We zien helaas geen dieren en keren terug. Er zijn flink wat wandelingen in het park en de Horseshoe Lake trail, vijf kilometer om een meer, lijkt ons prima.
Bij het visitorcentre parkeren we de hut, pakken een rugzakje in en ik gebruik nog even het ‘vrouwenpiesrecht’. ‘Kom snel kijken een moose met 2 kleintjes op de parkeerplaats.’ fluistert mijn lover in de deuropening van de camper. Daar loopt ze met haar kids op een plek waar je het totaal niet verwacht!

Een ranger in zijn auto komt al aanrijden om haar de richting van het bos weer in te krijgen. De drie grazen onverstoorbaar rustig verder. En waarom niet: deze natuur is van hen! Er komen steeds meer mensen kijken en het is goed dat de ranger er is en iedereen vraagt om afstand te bewaren. Want sommige mensen zijn zo verbazend! ‘Ik wil naar mijn auto maar hoe kom ik daar nu?’ vraagt een vrouw. Als de ranger uitlegt hoe ze dan moet lopen staat ze hem verbluft aan te kijken en antwoord; ‘Maar dat is helemaal om!’ Ik denk bij mezelf; ‘Ja tuttebel, that’s nature so move that big ass!’ ?

De kleintjes steken over en vinden een beschut plekje in het bos waar ze gaan liggen.

De moeder graast verder en loopt uiteindelijk, heel netjes bijna over de zebra, naar de twee toe. ?

‘We hebben vandaag al twee mooie momenten gehad: de honden en de moose dus de wandeling hoeven we niet meer te maken!’ oppert mijn handsome om onder het bewegen vandaan te komen. Maar no mercy , we gaan! Het begint al met een aardige klim en ik hoor hem mopperen.

Boven wordt het ruimschoots goed gemaakt als we op het meer kijken en daar een moose in het water zien staan. Rustig staat het dier in het ondiepe gedeelte te eten, de kop blijft soms heel lang onder om vervolgens boven te komen en zich dan uit te schudden, super!


Even later loopt het pad om het meer heen. Het dier voelt zich onbespied en blijft gewoon verder eten en stappen in het water.

Na de wandeling rijden we langs de dumpplek nabij het visitorcentre en lozen en vullen water. We hebben verder geen plan, het is inmiddels rond 16.00 uur en we gaan nog even naar de Denali Boardwalk: een aantal souvenirswinkeltjes in de Nenana Canyon.

Leuk, super toeristisch en daarom te duur! ? Achter de shops ligt een campground, eigenlijk is het een grote parkeerplaats. We vragen wat het kost en als we de prijs van 55,00 dollar per nacht horen zijn we snel weg.

Het complex ligt volop in de drukte en de campers staan pal naast elkaar.
We besluiten om richting Anchorage te gaan rijden en maar zien wat er komt.
Na een half uurtje rijden zijn er langs de rivier af en toe mooie parkeerplekken.
Soms staat er al een camper geparkeerd die daar de nacht door gaat brengen. In Alaska mag je vrij kamperen tenzij er staat dat het niet mag. Simpel!
Iets verderop is een parkeerstrook achter een rij bomen. ‘Keer daar eens, dat zag er goed uit!’ roept Roel. We draaien om en er staat al een camper. Mooie plek aan de rivier en niet veel herrie van de weg.

Later op de avond volgen er nog een paar campers. Voor ons komt een auto met een jong stelletje, het blijken Fransen te zijn.
Ze hebben de auto gekocht in Canada en rijden nu voor een half jaar door Alaska. Slapen doen ze in de auto, kookstelletje en koelbox erbij. Waar ze douchen of naar de wc gaan….gewoon waar het uitkomt! ? Het blijft bijzonder al die mensen die je onderweg tegenkomt, allemaal verschillend in hun manier van reizen.
De volgende morgen doe ik in het zonnetje eerst weer mijn oefeningen, het gaat gelukkig steeds beter met mijn arm.

Vandaag opnieuw hele heldere luchten en de temperatuur is warm. Ik rij want zo langs de rivier is er van alles te zien voor mijn fotograaf en ik hoor zijn camera continue klikken. Bij een uitzichtpunt klimt hij zelfs op de camper voor een beter beeld! ?

Onderweg zien we de Denali van de andere kant en op zijn mooist is ie net voor Talkeetna. Bij dit dorp komen de 3 rivieren: Talkeetna, Susnita en Chukitna bij elkaar.

Het is klein en zeer toeristisch. Dat merken we want parkeren is gelijk een crime. Er is een campground, aan een zijtak van de Susnita, vlakbij het dorp. We houden het voor gezien op deze warme dag en wandelen naar het centrum voor een ijsje. De souvenirwinkels zijn ook hier allemaal hetzelfde maar bij de rivier staan wat kleine kiosken.

We raken aan de praat met de eigenaar van één. Hij vertelt ons wat over de geschiedenis, de bergen en het dorp dat is ontstaan als een railroad stop. Tegenwoordig is het een populair verzameloord voor klimmers op weg naar Denali.

Het busje van de Argentijnen spotten we ook weer bij de rivier. Zij zijn nergens te bekennen dus schrijven we een briefje met groetjes en doen dit onder de ruitenwissers. Het is op zich niet zo gek dat we elkaar opnieuw tegenkomen want de ronde (Fairbanks-Anchorage-Valdez-Tok) die we nu maken heeft één van de weinige goed begaanbare wegen die er zijn.

Op een terras nemen we een drankje en lopen dan naar het plein waar rond vijven ‘levende muziek’ zal zijn.

Hoe grappig is dit: mensen gaan met hun stoeltjes in het gras zitten en genieten van het weer en de muziek. De zomers in Alaska zijn kort dus zodra het maar even kan leven de mensen buiten.
Wij ook, want terug op de camping gaat de BBQ weer eens aan en maakt mijn eigen houthakker een vuur tegen de muggen.

Het is druk op de camping, een lang warm weekend staat voor de deur en de bewoners van Alaska trekken erop uit. Camper of caravan veel ook nog met een boot en een flink aantal quads. Het wordt bijna niet donker hier in het hoge noorden en dat is op deze campground te merken! Ver na middernacht zitten er nog mensen met een BBQ en rennen kinderen gillend in het rond. ?
Zaterdag verlaten we Talkeetna en schieten de weg naar de Hatcher pass op. Al vrij snel gaat dit over in een onverharde weg en worden we af en toe uit elkaar geschud.


Op sommige plekken staan mensen met hun hele hebben en houwen voor een weekendje uit geparkeerd.

Bovenop de bergpas is een meertje

en een plek waar waaghalzen naar beneden suizen.

We wandelen om het meer en rijden vervolgens naar de Independence State Mine. Het ziet er indrukwekkend uit. Deze oude verlaten goudmijn had zijn hoogtijdagen in de jaren 30. Het was de tweede goudmijn in grootte in Alaska.

Er zijn twee manieren om goud te vinden. Wie wel eens naar goldrush op Discovery Chanel kijkt ziet ze daar zand en grind zeven maar oorspronkelijk komen die flintertjes uit kwarts dat met goud vermengd is. En dat is de andere manier: de goudaders vinden in de diepere grondlagen, het kwarts verpulveren en dan hou je het goud over. Heb je kwik voor nodig, wat weer dodelijk giftig is, en veel energie om het erts te vervoeren en de mijngangen van lucht en water te voorzien. Daardoor waren er veel houten gebouwen, ook voor onderdak van de pakweg 200 werknemers, maar die zijn na het sluiten van de mijn in de jaren 40 allemaal vervallen en vaak helemaal ingestort.

Sinds het eind jaren 80 een staatspark is geworden hebben ze er een aantal opgeknapt en een museum van gemaakt.
‘Hoe vind je het, mooi toch?!’ vraagt mijn lover enthousiast. Ik zie hem genieten maar kan het niet laten en antwoord; ‘Nou, het gaat, ik doe het voor jou.’ Hij kijkt me verbaasd aan, ‘Dit is industriële geschiedenis, toch interessant!’ Ik probeer met overtuiging te knikken en mompel; ‘Nou, volgens mij is er geen vrouw die warm loopt voor een hysterische mijn!’ Hij is al vooruit gelopen en roept serieus; ‘Het is geen hysterisch maar historisch!’ ? En daar slenter ik, tussen de ‘mijnbezichteraars’, lachend om mijn eigen flauwe grapje.
Net voorbij de mijn is een parkeerplaats waar je tegen een kleine betaling van tien dollar kan overnachten.

We zetten de hut neer, stoeltjes eruit, wijntje erbij en genieten van het uitzicht! Als we de volgende ochtend ontwaken zitten we in een stevige mist en zien niet veel.

De korte broek gaat weer in de kast, that’s Alaska: het waren vier fantastische dagen! ? Langzaam rijden we naar beneden en daar verdwijnt de mist en de ‘wildernis’ want richting Anchorage komen we ineens op een zesbaans snelweg. Wow, dat is lang geleden dat we op zo’n mooie weg hebben gereden. Met een verdwaald kerstnummertje, Santa Claus is coming in town ?, op de USB-stick denderen we het centrum van de grootste stad van Alaska in. Ondanks dat deze groter is dan Juneau is de laatste toch de hoofdstad.
We rijden langs een grote militaire basis, de internationale luchthaven en heel veel industrie. Het centrum zelf is heel compact en hier zien we voor het eerst weer groepen zwervers. Bij de Walmart slaan we wat boodschappen in en verwonderen ons weer over de hoeveelheden plastic zakjes. ?

Met onze inkopen zetten we koers naar Lake Hood. Dit is het drukste en grootste vliegveld voor watervliegtuigen in de wereld!

Het is waanzinnig om te zien want stel je voor: het ligt pal naast het internationale vliegveld en het lijkt alsof alles door elkaar vliegt. Je rijdt met je auto naar je vliegtuig, stapt in, en vliegt naar huis.

Roel is vanaf hier wel eens met een lijnvlucht naar King Salmon gevlogen en vandaar met een watervliegtuig door naar Brooks Lodge in het Katmai National Park. Daar is een hoge concentratie van beren die de zalm uit de rivier vangen. Het is een dure en zeldzame gelegenheid om te doen en kan alleen in de maand juli. En wie mijn lover kent weet hoe graag hij dit weer zou willen. We rijden rond op Lake Hood, het zonnetje is terug en de fotograaf in hem wordt helemaal blij. ‘Ik ben er zo klaar mee, we hebben wel beren gezien maar niet vissend in de rivier. Ik ga proberen of we toch naar Brooks Lodge kunnen!’ Ik weet dat protesteren geen zin heeft en op internet zoekt hij naar informatie. Er zijn drie bedrijven die het doen en bij de eerste zie ik al mijn schrik! Het zijn van die kleine vliegtuigjes, allemaal nog kleiner dan die van Paul in Skagway/Haines. Alle bedrijven zitten bomvol en hebben pas eind juli plaats voor ons. Dan moeten we ruim een week hier in Anchorage blijven. We kunnen ook naar Homer en vanaf daar vliegen. Nou stond deze plaats toch al op de planning….’Nou dat is 340 kilometer trappen en we zijn er! Laten we vanavond vast een begin maken!’ stelt mijn lover voor. Ik zet mijn tegenstem in en net buiten het centrum vinden we een campground waar we terecht kunnen. Eerst alles maar eens overdenken en op een rijtje zetten. ? Daar hebben we de hele nacht voor want pas nadat we zijn gaan staan komen we erachter dat de spoorrails achter de camping loopt. Regelmatig komt er een trein langs, helaas ook ‘s-nachts, die hard op de claxon drukt! ? Met een katterig maandagmorgen gevoel staan we dus op, het is inmiddels ook weer gaan regenen.
We zetten koers naar Homer, what else? ? Bij een visitorcentre onderweg stoppen we en vragen informatie over de zalmstand en de beren. De aardige kerel heeft veel informatie en tips voor het Kenai National park en de plaatsjes Cooper Landing en Kenai. We naderen een rivier waar vissers staan.

‘Nou, kijken kan geen kwaad, wie weet zijn er beren!’ zegt mijn lover en zet de hut op de eerst mogelijk parkeerplaats. We moeten een stuk door het bos teruglopen en terwijl ik sta te wachten op hem zie ik dit bord. ?

Ik wijs het bord aan en hij kijkt me niet begrijpend aan. ‘Je bent toch niet bang!’ lacht ie. ‘Gewoon lawaai maken, die beesten zijn banger voor jou dan andersom.’ Op mijn verzoek gaat hij toch zijn eenbeenstatief halen, ‘Misschien kan je ze dan een mep verkopen als ze aanvallen.’ opper ik. Hij gaat voorop en ik volg, het donkere bos in en ik denk; ‘Waarom doe ik dit eigenlijk?’ Het is muisstil en ik kijk schichtig om me heen terwijl mijn lover langzaam en speurend om zich heen kijkt. ‘Super mooi is het hier!!’ zeg ik luid want van geluid schrikken de beren. Hij kijkt om en sist; ‘Ssssstt, zo jaag je de beren weg!’ ? Na een korte wandeling staan we bij de rivier en terwijl we naar de vissers kijken

merkt ie op ‘Je was toch niet bang onderweg?!’ Ik geef het op, kijk naar hem en zeg; ‘Huhh, bang hoezo dat dan? Nee, dan moet er heel wat meer gebeuren!’ ? Bij Coopers Landing nemen we de weg naar Skilak Lake, na een aantal kilometers gaat deze over in een onverharde weg. De TomTom geeft aan dat het 33 kilometer zo zal blijven gaan.

Als we de helft erop hebben stoppen we bij campground Hidden Lake en ook hier weer de waarschuwing voor beren! Deze plek ligt midden in het bos en waarschijnlijk door de onverharde weg zijn er niet veel mensen die hier komen. We staan alleen en rustig in het bos. ‘Laat maar komen die beren!’ zegt mijn lover. We horen ‘s-avonds twee keer het geluid van een beer en als mijn lover nog een rondje over de camping wil maken ben ik ineens heel erg moe! ?

De volgende morgen schrikken we om half negen pas wakker. Wat is het stil hier, geen wonder dat we nu pas ontwaken. Het regent en het is koud. Vreemd te bedenken dat het in Nederland nu zo vreselijk warm is. We hebben nog een aantal kilometers onverhard voor de boeg dus let’s go! De weg wordt alleen maar slechter en diepe kuilen moeten we ontwijken. Gelukkig rijden er weinig auto’s want de hut slingert van links naar rechts. ‘Kijk dan een beer!’ roept Roel.

Het is een kleine zwarte beer die scharrelt langs de kant van de weg. De motor gaat af en we genieten van het dier dat een klauw vol bloemen in zijn bek steekt, super mooi! Ineens heeft ie er genoeg van en schiet het bos in. Hoeveel zijn we er gepasseerd die we niet gezien hebben? ?
In Kenai komen we weer op asfalt en in de bewoonde wereld. Bij een mobiel koffietentje (wat een uitvinding!) bestel ik een lekker bakkie, even pauze na de hobbel rit van vanmorgen. Kenai staat bekend als een prima plek om te vissen. De zalm komt hier in juli de rivier op en het is erg druk. Overal waar je kijkt staan vissers, sommige in camouflagepakken ?, in de rivier. Hier moeten toch ook beren komen? Bij het plaatselijk visitorcentre gaan we het nog eens navragen. We krijgen een aantal locaties op maar het blijft lastig inschatten waar de zalm en de beren zich precies ophouden. De regen valt gestaag naar beneden en het is weinig aanlokkelijk om bij de rivier te gaan zitten wachten. We rijden dus wat rond en zien supermarkt Fred Meyer. We doen wat kleine inkopen en zien dan de gratis dumpplek die ze hier hebben: 2 vliegen in één klap! ?

Wat mijn lover zich van Kenai herinnert is ook het grote aantal vissers die met een ‘dipnet’ in zee staan te vissen. We rijden naar het strand en ik ben zeer verbaasd als ik de hele rij mensen in het water zie.

OMG, dit is echt heel bijzonder! We lopen over het strand en maken praatjes met de vissers. In het kort: de laatste drie weken van juli mag hier gevist worden op zalm met een dipnet, een soort groot schepnet. De visser gaat met een waadpak in het water staan en wacht tot de zalm er inzwemt.

Dan trekt ie het dipnet op de kant, haalt de vis eruit die vervolgens een ferme tik met een honkbalknuppeltje krijgt en dood in de koelbox wordt gegooid.

Het aantal zalmen dat gevangen mag worden is afhankelijk van de gezinssamenstelling. Het hoofd van het gezin mag dit jaar 25 vissen vangen en de rest van de gezinsleden 10 per persoon. En volgens de regels mag ie ook nog inschrijven voor een loterij om 1 beer en 1 moose te jagen. Dát is nou weer jammer. ? Er staan tentjes op het strand en voor sommigen is het ook gelijk hun vakantie. Twee weken vissen met je familie en maar hopen dat je in die periode het aantal zalmen binnen haalt. Het regent, het is koud, er staat een wind, het stinkt naar vis en overal waar ik kijk zie ik mensen genieten.

Een vrouw die ik spreek merkt terecht op; ‘Je kan naar Denali gaan en het mooi vinden maar dit is het echte Alaska!’ Ze is hier samen met een vriendin en hun gezinnen. De man komt uit het water waar hij een aantal uren heeft gevist en gaat in de tent liggen.

Haar vriendin trekt het zware rubberen pak met de laarzen bij hem uit, ieeeeuw, hij is gewoon met zijn natte kloffie op die slaapzak gaan liggen. ? ‘Zij is een man in een vrouwenlichaam. Ze staat ook gewoon een paar uur in het water!’ zegt ze trots over haar vriendin. Als ik vraag of ze het niet koud hebben dan kijkt ze me aan en lacht; ‘Soms wel en soms niet maar we have a lot of fun!’ Op een drafje rennen we terug naar de camper, we zijn zeiknat geregend en ik heb het koud. Als we wegrijden met de kachel hoog aan kan ik me echt niet bedenken wat er leuk aan is om twee weken te gaan vissen voor een vriezer vol zalm. ? ‘Ik zou bij je eerdere plan blijven en toch maar een B&B in Kaapstad gaan beginnen in plaats van Alaska!’ grapt mijn handsome. Ach, wat zal ik zeggen: mijn verstand en mijn hart hebben nog geen match met elkaar. Het is heel moeilijk om hier iets te beginnen en er is veel wat leeg en te koop staat. Maar nergens zag ik zo’n mooie ongerepte natuur als hier. ?
Op het parkeerterrein van het visitorcentre in Soldotna zetten we de hut neer, er staan nog drie campers en nergens een bord met ‘no overnight stay’ dus prima plek voor de nacht. Het regent de volgende dag gestaag door en omdat we niet weten waar we vannacht gaan staan maken we wederom een stop bij de gratis dump van Fred Meyer voordat we op pad gaan. Met ons hebben veel camperaars dit idee en we staan een half uur in de rij! ? Sommigen nemen echt alles mee wat ze hebben. Je kan het maar nodig hebben….

Het is inmiddels woensdag en we proberen al twee dagen in Homer te komen maar door al het moois wat we onderweg zien is het nog steeds niet gelukt. Ook nu is het weer genieten onderweg, door de regen en de bewolkte lucht heeft de natuur een bijzondere uitstraling. We bezoeken in het dorp Ninilchik een mooi Russisch kerkje dat overgebleven is uit de tijd dat Alaska nog van Rusland was.

En dan eindelijk bereiken we Homer: Halibut Fishing Capital of the World.

Deze plaats heeft een unieke natuurlijke pier (de Spit) met havens, camperplaatsen, hotels, restaurants en souvenirwinkels. ‘Laten we eerst daar kijken.’ stelt mijn lover voor.

Het was 20 jaar terug iets rustiger en kleiner trouwens….

Volgens de eigenaar hangt er tussen de 30 en 40 duizend dollar in de oudste kroeg van Homer, de Salty Dawg Saloon, aan het plafond en de muren.

Alles draait hier om vis….

Op de terugweg komen we voorbij het vliegveld. We zijn nieuwsgierig wat hier de mogelijkheden voor bearwatching zijn en slaan dus af want er zullen vast bureau’s zitten die tours verkopen. ? Bij de dichtstbijzijnde stappen we binnen. Een vriendelijk meisje kijkt eerst wat ze vrij heeft en zegt dan wat de mogelijkheden zijn. Altijd handig want dan wordt je niet voor niets blij. In Anchorage gebeurde het een paar keer dat ze eerst alle mogelijkheden opnoemden om dan tenslotte te vertellen dat er geen plaats was….grrrr. ? Ze heeft twee tours, allebei kunnen morgen en klinken super. Nadenkend staan we in de shop….ieder met onze eigen gedachten want één tour is met een watervliegtuig en ik heb daar helemaal niets mee. In Skagway ben ik wel in zo’n kleine kist gestapt maar daar ga ik geen gewoonte van maken. ? Peinzend kijk ik naar het kantoortje van de concurrent waar een helikopter op het platform staat want dat is dan meer mijn ding. ‘What’s it gonna be?’ vraagt mijn handsome. Ik kijk naar buiten en denk; ‘Let me sleep on it, I’ll give you an answer in the morning….’

12 antwoorden op “Beren en zalmen!”

  1. Weer met genoegen jullie verslag gelezen en de foto’s bekeken. Of jouw hersenen hebben een capaciteit waar een computer jaloers op zou zijn Sia, of je maakt aantekeningen, die je dan in een spaarzaam vrij uurtje in je laptop verwerkt. Ik denk wel eens…wat zal het leven voor jullie saai worden als jullie weer terug zijn in Nederland. Groeten van mij uit een zeer warm Schiedam.

    1. Dank je wel Peet! Ik maak af en toe aantekeningen maar verder zit het in het koppie en in de foto’s. Als ik die zie dan denk ik; Oh ja, dat is er ook nog gebeurd! ?

  2. Ik heb opnieuw genoten van je blog, je schrijft erg leuk. Wij vonden Alaska (inclusief Denali) en Yukon 17 jaar geleden ook tegenvallen qua wildlife, maar daar hebben jullie niet over te klagen. Ongelooflijk dat een moose blijft staan met zoveel fotografen om zich heen. Dacht dat het schuwe beesten waren. Schitterende foto’s! Benieuwd of je in het vliegtuig stapt. Fijne week weer!

    1. Dank je wel Monique! Ja, de moose was heel bijzonder dat ze daar gewoon liep met haar kleintjes.
      Het meeste wild hebben wij op de Highway 37 gezien!

  3. Dank voor je leuke verslag. Jammer toch dat de toeristen ook Alaska gaan “överstromen’. Al die cruises en bussen ….
    Leuk dat jullie wat mooses zagen, meer spectaculair dan beren vinden wij.

    En de Canadezen die wij kennen (familie en vrienden) zijn helemaal gek van vissen (en soms jagen)

  4. Leuk verslag weer, ik sta versteld van het aantal toeristen, ik dacht dat Alaska nog een beetje toeristvrij was. Wat handig zo’n kaart met alle dumpplekken en water. Ik ben benieuwd wat jouw answer in the morning wordt ?

    1. De toeristen zijn voornamelijk mensen uit Alaska zelf, gevolgd door Amerikanen uit andere staten. Europeanen zien we niet veel. Als ik moet schatten zeg ik hooguit 5%. Ik denk dat het als jullie gaan in september rustiger zal zijn. Maanden juli en augustus zijn druk in verband met de visserij en de vakanties.

  5. Je weet de spanning er wel goed in te houden he Sia ??
    Het blijft me verbazen hoe extreem druk het soms is.
    Ik hoor Roel inderdaad af en toe schelden en tetteren zoals jij het verteld. ??
    Was weer heerlijk om te lezen en te kijken. Op naar de vissende beren??

  6. We lezen steeds dat jullie zoveel moeite moeten doen met het zoeken naar free campspots. Wij maken gebruik van Wikicamps, deze is er voor Canada, de US en vele andere landen. Het is er voor iPhone, iPod, Android en Windows 10.

    Het is een database met een overzicht van camping, caravanparks en toeristische plekjes verzamelt door reizigers als jullie en vele anderen

Laat een antwoord achter aan Ina Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *