Beren en zalmen!

We blijven nog twee dagen in Fairbanks want de weersverwachting voor Denali, onze volgende bestemming, is winters. Sneeuw en rond de drie graden. Woensdag gaat het daar pas beter worden. Fairbanks heeft een klein centrum waar we zondagmorgen nog maar eens doorheen wandelen en het uitgebreide visitorcentre bezoeken. Er komen vijf bussen van de Holland America Line aan en de toeristen stromen er uit.

Tijd voor ons om het centrum te verlaten. Het is een beetje ‘hangdag’ en we hebben niet veel zin om iets te doen. Een uurtje besteden we in de laundromat, wassen, wassen, wassen ? en daarna parkeren we de hut in een gedeelte van een recreatiepark en zitten lekker in het zonnetje. Helaas is overnachten er niet toegestaan en rond 21.00 uur gaan we dan maar naar de Walmart. Daar is het ook nu weer super druk met campers en we verbazen ons wederom over de hoeveelheid mensen die ‘s-nachts boodschappen komen doen. ? Walmart vind het goed dat er overnacht wordt op de parkeerplaats maar of dat echt zo is betwijfelen we maandagmorgen als er rond 05.00 uur een persoon met een soort ‘bladblazer’ papier en troep op gaat ruimen. Als ie klaar is komt er een stratenveger en een grasmaaier….Drie uur later is het stil en opgeruimd: de maandag is begonnen! ?
We doen wat boodschappen en klusjes zoals een gasfles na laten kijken. Dat ding gebruiken we voor de BBQ maar zit op de één of andere manier verstopt. Klinkt allemaal saai en simpel maar we zijn er heel de dag zoet mee. ‘s-Avonds werk ik aan het blog (Alaska Highway) en omdat we snel internet nodig hebben om dit te plaatsen is de Walmart weer onze gastheer! Internet blijft een crime in Alaska. ?

Het is hard gaan regenen en een stille avond op de parkeerplaats: geen winkelende mensen. Dinsdagmorgen gaan we uitgerust met opgeruimde hut, schone was en volgepakt met boodschappen weer richting de ‘wildernis’: Denali here we come!
Bij het visitorcentre hebben we het krantje Alaska RV 2018 meegenomen. Super handig: routes, bezienswaardigheden in de favoriete plaatsen, campgrounds, kalender met wat waar te doen en een lijst met alle gratis dumpplekken in Alaska. We zoeken de dichtstbijzijnde, dat is tankstation Sourdough Fuel AirPort Way, en checken gelijk de bandenspanning.

Het voordeel van een eigen camper is dat er een hoop extra snufjes in en opgebouwd zijn. Zo hebben we onder andere een slim systeem dat aangeeft hoe de bandenspanning is.

Het werkt door middel van sensoren die in het ventiel van de band zitten. Ook heel handig om snel te kunnen checken als boefjes je willen doen stoppen omdat je band zogenaamd lek zou zijn. ? En nu ging ie piepen omdat er wat lucht bij moet.
Via Nenana en Healy komen we na een rustige rit langs de Nenana rivier, waar we af en toe mensen zien raften,

bij de ingang van Denali National Park.

Dit park is in 1917 opgericht. De vorige keer dat mijn lover hier was viel het hem wat tegen, erg mooie natuur maar weinig wildlife gezien. Mijn eerste indruk van het park is groot, georganiseerd een heel erg druk! ‘Het doet me aan Yosemite denken!’ zeg ik. We gaan eerst maar naar de ‘Entrance Area’: visitorcentre, bureau voor reserveringen campground en bus, winkeltje en een café. Omdat we geen vaste planning willen maken hebben we expres niets gereserveerd. De campings in het park zitten helaas vol maar er zijn er genoeg rond het park. De dichtstbijzijnde, Denali Grizzly Bear resort, is 10 kilometer verderop en die wordt ons aangeraden.
Het park is maar tot een bepaald punt (15 mile) toegankelijk voor je eigen auto, dus je moet gebruik maken van bussen om verder het park in te komen. Omdat de weersverwachting voor morgen goed is maken we gelijk een reservering voor de bus. Er zijn verschillende afstanden, bestemmingen en tijden. Wij kiezen voor de Green transit bus naar Eielson (66 mile met een duur van acht uur, vertrek 07.00 uur). Campground Grizzly Bear heeft plek alhoewel het zoals zo vaak wel weer een gevalletje van planning is. Bij de ingang staat een bord ‘RV park full’. Ervaring heeft ons inmiddels geleerd dat er dan vaak nog lege plekken zijn. We rijden dus het terrein op en gaan de receptie in. ‘Hebben jullie een reservering?’ vraagt de jongedame. Wij schudden van nee en leggen uit dat ‘dry camping’ ook kan want we hebben niets nodig aan stroom en water. Ze kijkt moeilijk naar ons en duikt dan de computer in. Na enkele momenten zegt ze; ‘Ik heb wel iets vrij geloof ik.’ Ze kruist vijf lege plaatsen aan op een plattegrond. Daar kunnen we gaan kijken en dan beslissen. ‘Oh, ik zie dat ik ook nog een hook-up plek vrij heb.’ ? zegt ze vervolgens na nog eens in de computer te hebben gekeken.
We hebben haar het advies gegeven om het bord bij de ingang weg te halen zodat ze waarschijnlijk meer gasten gaat krijgen en echt vol komt te zitten!

Later op de avond wandelen we over de camping en er zijn nog zeker 10 lege plekken! Ook in restaurants bemerken we dit vaak: als je geen reservering hebt is het, volgens de bediening, heel druk en er zijn lange wachttijden. Uiteindelijk zit je dan toch met een kwartier aan een tafeltje.
Het wekkertje zetten we vroeg, eten het versgebakken brood van mijn lover (stroom voor de mixer vind hij overal)

en staan om 06.30 uur bij de busterminal. Wow, wat een drukte!

Een meisje van het park wijst ons de juiste halte aan waar al een hele rij staat. Stipt op tijd komt de bus en gaan we aan de linker kant (dezelfde kant als de chauffeur) zitten. Er is ons namelijk ingefluisterd dat dit de beste kant is, de andere kant zit aan de bergkant en dan zie je veel minder. ? De chauffeur legt de do’s en don’ts uit en we rijden het park in. Het is super mooi weer, de lucht heel helder en al snel zien we de Denali opduiken, met 6194 meter de hoogste berg van Noord Amerika en vol in de zon! ?

Wat een geluk want 70% van alle bezoekers (ongeveer 1,2 miljoen) die hier jaarlijks (zes maanden seizoen) komen, zien de berg nauwelijks of niet door de bewolking. Onze bus stopt drie keer en is heel stipt met tijd, twee keer een plaspauze van tien minuten en één van een half uur. Er is een grote hoeveelheid aan bussen dus je kan uitstappen en een volgende nemen.

Hierdoor wacht de chauffeur op niemand: je bent er of je bent er niet! We zien totaal elf Grizzly’s waarvan tien heel ver weg (wie ze ziet mag het zeggen ?)

maar één wollige blond/bruine schurk loopt ineens voor de bus langs en schiet snel de bosjes in.

Het is moeilijk voor de chauffeur om bij alles te blijven staan kijken want hij rijdt, met nog ongeveer 150 andere bussen, een strak schema in het park. Een voorstelling: ongeveer 6500 mensen bezoeken dagelijks dit park! ?

Aan het eind van de middag zijn we blij als het busstation in zicht komt.
Moe van het lange zitten, het turen naar wildlife en de koude wind van alle ramen die open staan zodat iedereen kan fotograferen en filmen.

Stijf en stram stappen we uit de bus. ‘Al zou er nu een beer over de parkeerplaats lopen, ik kan mijn nek niet meer draaien!’ zucht ik tegen mijn lover. Eerst een koffie/thee halen in het winkeltje, dan rijden we terug naar de campground en boeken nog een nacht. Op hun terrein staat een Thais eetkarretje. Gistermiddag hebben we daar een klein loempiaatje gesnoept

maar vanavond gaat deze Cheryl voor een maaltijd. Ik heb de kookbeurt en waarom moeilijk doen als het makkelijk kan! ?

De campground hoort bij een heel groot resort met winkeltjes, snackbars en in het midden een plein waar allemaal vuurtjes branden en mensen zich verzamelen.

De zon schijnt de volgende ochtend en het beloofd weer een mooie dag te worden. Denali is het enige Nationale park met sledehonden als ‘werknemers’. In 1929 kreeg Harry Karstens het idee voor de kennels zodat met behulp van de honden het jagen op wildlife kon worden gecontroleerd. Net als tegenwoordig ging een ranger met slede en honden op pad en kon zo de immense grote afstanden in de barre winters overbruggen. Nu zorgen de dieren ’s winters ook voor de bescherming van het wildlife en het transport van bijvoorbeeld goederen. In de zomer hebben ze ‘vakantie’, worden getraind en geven drie demonstraties per dag. De eerste is om 10.00 uur en ik ben er klaar voor!
Op de weg er naar toe zien we aan de rand van het bos ineens een moose met een jonkie.

We remmen, keren, gaan aan de overkant van de weg staan en zetten de motor af. Wat een mooi gezicht die moeder met haar kind. ? Plotsklaps komt er een grote touringbus met Duits kenteken aanrijden. De chauffeur ziet waarschijnlijk ook de dieren, trapt ruw op de rem en vroeemmmm, daar komt ie keihard achteruit denderen. ? De moose en haar jong vluchten het bos in. We zijn met stomheid geslagen, de passagiers loeren allemaal het bos in maar na zoveel domheid van de chauffeur is er niets meer te zien!
‘Is die helemaal besodemieterd!!!’ roept mijn lover uit. De bus trekt op en weg is ie. Mijn lover start, draait onze hut en als de bus ook het park inrijdt wordt de achtervolging ingezet. ? ‘Easy, easy!’ zeg ik. De bus staat bij het visitor centre en de passagiers zijn aan het uitstappen. ‘Die is voor mij, de #&#@#?#@$%#?! roept ie en zet onze hut schuin met mijn kant bij de bus. Ik denk alleen maar OMG want ik ken hem….??Door het open raam gebaart ie naar de chauffeur en legt uit dat de man wel erg dom bezig was. De chauffeur kijkt hem schamper aan en vraagt dan; ‘Was sagen Sie?’ Natuurlijk, het is een Duitser en hij spreekt geen Engels of doet alsof? ? Naast mij ontploft mijn handsome en herhaalt alles rap in vloeiend Duits. Dan geeft ie scheldend gas en terwijl we wegrijden merk ik voorzichtig op; ‘Je hebt wel gelijk straatvechter van me maar ik ben blij dat je bleef zitten Rocky! ?
Als we bij de honden parkeren hoor ik ze al blaffen en na een korte wandeling zijn we bij de hokken met de doggies. Ik slaak een kreet van verrukking en voordat ik wat kan zeggen roept mijn lover met hoge stem; ‘Kijk nou toch, dat koppie!’ ? We schieten in de lach want dat zeg ik inderdaad heel vaak als ik een hond zie. Ik weet het is voor ‘niet hondenliefhebbers’ moeilijk voor te stellen maar ik loop genietend tussen de honden door. ‘Hallo, lieverdje! Wat ben je mooi! Wat heb je een schattig koppie!’

Alle honden ga ik langs en sommigen kan je aaien. Een ranger legt veel uit, onder andere hoe de indeling van de honden voor de slede is: achterin de sterken, voorin degenen die leiden en in het midden de beginners en zij die grote bochten moeten lopen.

De demonstratie met de sledehonden stelt niet veel voor maar dat maakt mij niet uit, het aaien van de dieren vind ik het leukst! ? Hierna rijden we met de camper door het park tot aan waar het is toegestaan. We zien helaas geen dieren en keren terug. Er zijn flink wat wandelingen in het park en de Horseshoe Lake trail, vijf kilometer om een meer, lijkt ons prima.
Bij het visitorcentre parkeren we de hut, pakken een rugzakje in en ik gebruik nog even het ‘vrouwenpiesrecht’. ‘Kom snel kijken een moose met 2 kleintjes op de parkeerplaats.’ fluistert mijn lover in de deuropening van de camper. Daar loopt ze met haar kids op een plek waar je het totaal niet verwacht!

Een ranger in zijn auto komt al aanrijden om haar de richting van het bos weer in te krijgen. De drie grazen onverstoorbaar rustig verder. En waarom niet: deze natuur is van hen! Er komen steeds meer mensen kijken en het is goed dat de ranger er is en iedereen vraagt om afstand te bewaren. Want sommige mensen zijn zo verbazend! ‘Ik wil naar mijn auto maar hoe kom ik daar nu?’ vraagt een vrouw. Als de ranger uitlegt hoe ze dan moet lopen staat ze hem verbluft aan te kijken en antwoord; ‘Maar dat is helemaal om!’ Ik denk bij mezelf; ‘Ja tuttebel, that’s nature so move that big ass!’ ?

De kleintjes steken over en vinden een beschut plekje in het bos waar ze gaan liggen.

De moeder graast verder en loopt uiteindelijk, heel netjes bijna over de zebra, naar de twee toe. ?

‘We hebben vandaag al twee mooie momenten gehad: de honden en de moose dus de wandeling hoeven we niet meer te maken!’ oppert mijn handsome om onder het bewegen vandaan te komen. Maar no mercy , we gaan! Het begint al met een aardige klim en ik hoor hem mopperen.

Boven wordt het ruimschoots goed gemaakt als we op het meer kijken en daar een moose in het water zien staan. Rustig staat het dier in het ondiepe gedeelte te eten, de kop blijft soms heel lang onder om vervolgens boven te komen en zich dan uit te schudden, super!


Even later loopt het pad om het meer heen. Het dier voelt zich onbespied en blijft gewoon verder eten en stappen in het water.

Na de wandeling rijden we langs de dumpplek nabij het visitorcentre en lozen en vullen water. We hebben verder geen plan, het is inmiddels rond 16.00 uur en we gaan nog even naar de Denali Boardwalk: een aantal souvenirswinkeltjes in de Nenana Canyon.

Leuk, super toeristisch en daarom te duur! ? Achter de shops ligt een campground, eigenlijk is het een grote parkeerplaats. We vragen wat het kost en als we de prijs van 55,00 dollar per nacht horen zijn we snel weg.

Het complex ligt volop in de drukte en de campers staan pal naast elkaar.
We besluiten om richting Anchorage te gaan rijden en maar zien wat er komt.
Na een half uurtje rijden zijn er langs de rivier af en toe mooie parkeerplekken.
Soms staat er al een camper geparkeerd die daar de nacht door gaat brengen. In Alaska mag je vrij kamperen tenzij er staat dat het niet mag. Simpel!
Iets verderop is een parkeerstrook achter een rij bomen. ‘Keer daar eens, dat zag er goed uit!’ roept Roel. We draaien om en er staat al een camper. Mooie plek aan de rivier en niet veel herrie van de weg.

Later op de avond volgen er nog een paar campers. Voor ons komt een auto met een jong stelletje, het blijken Fransen te zijn.
Ze hebben de auto gekocht in Canada en rijden nu voor een half jaar door Alaska. Slapen doen ze in de auto, kookstelletje en koelbox erbij. Waar ze douchen of naar de wc gaan….gewoon waar het uitkomt! ? Het blijft bijzonder al die mensen die je onderweg tegenkomt, allemaal verschillend in hun manier van reizen.
De volgende morgen doe ik in het zonnetje eerst weer mijn oefeningen, het gaat gelukkig steeds beter met mijn arm.

Vandaag opnieuw hele heldere luchten en de temperatuur is warm. Ik rij want zo langs de rivier is er van alles te zien voor mijn fotograaf en ik hoor zijn camera continue klikken. Bij een uitzichtpunt klimt hij zelfs op de camper voor een beter beeld! ?

Onderweg zien we de Denali van de andere kant en op zijn mooist is ie net voor Talkeetna. Bij dit dorp komen de 3 rivieren: Talkeetna, Susnita en Chukitna bij elkaar.

Het is klein en zeer toeristisch. Dat merken we want parkeren is gelijk een crime. Er is een campground, aan een zijtak van de Susnita, vlakbij het dorp. We houden het voor gezien op deze warme dag en wandelen naar het centrum voor een ijsje. De souvenirwinkels zijn ook hier allemaal hetzelfde maar bij de rivier staan wat kleine kiosken.

We raken aan de praat met de eigenaar van één. Hij vertelt ons wat over de geschiedenis, de bergen en het dorp dat is ontstaan als een railroad stop. Tegenwoordig is het een populair verzameloord voor klimmers op weg naar Denali.

Het busje van de Argentijnen spotten we ook weer bij de rivier. Zij zijn nergens te bekennen dus schrijven we een briefje met groetjes en doen dit onder de ruitenwissers. Het is op zich niet zo gek dat we elkaar opnieuw tegenkomen want de ronde (Fairbanks-Anchorage-Valdez-Tok) die we nu maken heeft één van de weinige goed begaanbare wegen die er zijn.

Op een terras nemen we een drankje en lopen dan naar het plein waar rond vijven ‘levende muziek’ zal zijn.

Hoe grappig is dit: mensen gaan met hun stoeltjes in het gras zitten en genieten van het weer en de muziek. De zomers in Alaska zijn kort dus zodra het maar even kan leven de mensen buiten.
Wij ook, want terug op de camping gaat de BBQ weer eens aan en maakt mijn eigen houthakker een vuur tegen de muggen.

Het is druk op de camping, een lang warm weekend staat voor de deur en de bewoners van Alaska trekken erop uit. Camper of caravan veel ook nog met een boot en een flink aantal quads. Het wordt bijna niet donker hier in het hoge noorden en dat is op deze campground te merken! Ver na middernacht zitten er nog mensen met een BBQ en rennen kinderen gillend in het rond. ?
Zaterdag verlaten we Talkeetna en schieten de weg naar de Hatcher pass op. Al vrij snel gaat dit over in een onverharde weg en worden we af en toe uit elkaar geschud.


Op sommige plekken staan mensen met hun hele hebben en houwen voor een weekendje uit geparkeerd.

Bovenop de bergpas is een meertje

en een plek waar waaghalzen naar beneden suizen.

We wandelen om het meer en rijden vervolgens naar de Independence State Mine. Het ziet er indrukwekkend uit. Deze oude verlaten goudmijn had zijn hoogtijdagen in de jaren 30. Het was de tweede goudmijn in grootte in Alaska.

Er zijn twee manieren om goud te vinden. Wie wel eens naar goldrush op Discovery Chanel kijkt ziet ze daar zand en grind zeven maar oorspronkelijk komen die flintertjes uit kwarts dat met goud vermengd is. En dat is de andere manier: de goudaders vinden in de diepere grondlagen, het kwarts verpulveren en dan hou je het goud over. Heb je kwik voor nodig, wat weer dodelijk giftig is, en veel energie om het erts te vervoeren en de mijngangen van lucht en water te voorzien. Daardoor waren er veel houten gebouwen, ook voor onderdak van de pakweg 200 werknemers, maar die zijn na het sluiten van de mijn in de jaren 40 allemaal vervallen en vaak helemaal ingestort.

Sinds het eind jaren 80 een staatspark is geworden hebben ze er een aantal opgeknapt en een museum van gemaakt.
‘Hoe vind je het, mooi toch?!’ vraagt mijn lover enthousiast. Ik zie hem genieten maar kan het niet laten en antwoord; ‘Nou, het gaat, ik doe het voor jou.’ Hij kijkt me verbaasd aan, ‘Dit is industriële geschiedenis, toch interessant!’ Ik probeer met overtuiging te knikken en mompel; ‘Nou, volgens mij is er geen vrouw die warm loopt voor een hysterische mijn!’ Hij is al vooruit gelopen en roept serieus; ‘Het is geen hysterisch maar historisch!’ ? En daar slenter ik, tussen de ‘mijnbezichteraars’, lachend om mijn eigen flauwe grapje.
Net voorbij de mijn is een parkeerplaats waar je tegen een kleine betaling van tien dollar kan overnachten.

We zetten de hut neer, stoeltjes eruit, wijntje erbij en genieten van het uitzicht! Als we de volgende ochtend ontwaken zitten we in een stevige mist en zien niet veel.

De korte broek gaat weer in de kast, that’s Alaska: het waren vier fantastische dagen! ? Langzaam rijden we naar beneden en daar verdwijnt de mist en de ‘wildernis’ want richting Anchorage komen we ineens op een zesbaans snelweg. Wow, dat is lang geleden dat we op zo’n mooie weg hebben gereden. Met een verdwaald kerstnummertje, Santa Claus is coming in town ?, op de USB-stick denderen we het centrum van de grootste stad van Alaska in. Ondanks dat deze groter is dan Juneau is de laatste toch de hoofdstad.
We rijden langs een grote militaire basis, de internationale luchthaven en heel veel industrie. Het centrum zelf is heel compact en hier zien we voor het eerst weer groepen zwervers. Bij de Walmart slaan we wat boodschappen in en verwonderen ons weer over de hoeveelheden plastic zakjes. ?

Met onze inkopen zetten we koers naar Lake Hood. Dit is het drukste en grootste vliegveld voor watervliegtuigen in de wereld!

Het is waanzinnig om te zien want stel je voor: het ligt pal naast het internationale vliegveld en het lijkt alsof alles door elkaar vliegt. Je rijdt met je auto naar je vliegtuig, stapt in, en vliegt naar huis.

Roel is vanaf hier wel eens met een lijnvlucht naar King Salmon gevlogen en vandaar met een watervliegtuig door naar Brooks Lodge in het Katmai National Park. Daar is een hoge concentratie van beren die de zalm uit de rivier vangen. Het is een dure en zeldzame gelegenheid om te doen en kan alleen in de maand juli. En wie mijn lover kent weet hoe graag hij dit weer zou willen. We rijden rond op Lake Hood, het zonnetje is terug en de fotograaf in hem wordt helemaal blij. ‘Ik ben er zo klaar mee, we hebben wel beren gezien maar niet vissend in de rivier. Ik ga proberen of we toch naar Brooks Lodge kunnen!’ Ik weet dat protesteren geen zin heeft en op internet zoekt hij naar informatie. Er zijn drie bedrijven die het doen en bij de eerste zie ik al mijn schrik! Het zijn van die kleine vliegtuigjes, allemaal nog kleiner dan die van Paul in Skagway/Haines. Alle bedrijven zitten bomvol en hebben pas eind juli plaats voor ons. Dan moeten we ruim een week hier in Anchorage blijven. We kunnen ook naar Homer en vanaf daar vliegen. Nou stond deze plaats toch al op de planning….’Nou dat is 340 kilometer trappen en we zijn er! Laten we vanavond vast een begin maken!’ stelt mijn lover voor. Ik zet mijn tegenstem in en net buiten het centrum vinden we een campground waar we terecht kunnen. Eerst alles maar eens overdenken en op een rijtje zetten. ? Daar hebben we de hele nacht voor want pas nadat we zijn gaan staan komen we erachter dat de spoorrails achter de camping loopt. Regelmatig komt er een trein langs, helaas ook ‘s-nachts, die hard op de claxon drukt! ? Met een katterig maandagmorgen gevoel staan we dus op, het is inmiddels ook weer gaan regenen.
We zetten koers naar Homer, what else? ? Bij een visitorcentre onderweg stoppen we en vragen informatie over de zalmstand en de beren. De aardige kerel heeft veel informatie en tips voor het Kenai National park en de plaatsjes Cooper Landing en Kenai. We naderen een rivier waar vissers staan.

‘Nou, kijken kan geen kwaad, wie weet zijn er beren!’ zegt mijn lover en zet de hut op de eerst mogelijk parkeerplaats. We moeten een stuk door het bos teruglopen en terwijl ik sta te wachten op hem zie ik dit bord. ?

Ik wijs het bord aan en hij kijkt me niet begrijpend aan. ‘Je bent toch niet bang!’ lacht ie. ‘Gewoon lawaai maken, die beesten zijn banger voor jou dan andersom.’ Op mijn verzoek gaat hij toch zijn eenbeenstatief halen, ‘Misschien kan je ze dan een mep verkopen als ze aanvallen.’ opper ik. Hij gaat voorop en ik volg, het donkere bos in en ik denk; ‘Waarom doe ik dit eigenlijk?’ Het is muisstil en ik kijk schichtig om me heen terwijl mijn lover langzaam en speurend om zich heen kijkt. ‘Super mooi is het hier!!’ zeg ik luid want van geluid schrikken de beren. Hij kijkt om en sist; ‘Ssssstt, zo jaag je de beren weg!’ ? Na een korte wandeling staan we bij de rivier en terwijl we naar de vissers kijken

merkt ie op ‘Je was toch niet bang onderweg?!’ Ik geef het op, kijk naar hem en zeg; ‘Huhh, bang hoezo dat dan? Nee, dan moet er heel wat meer gebeuren!’ ? Bij Coopers Landing nemen we de weg naar Skilak Lake, na een aantal kilometers gaat deze over in een onverharde weg. De TomTom geeft aan dat het 33 kilometer zo zal blijven gaan.

Als we de helft erop hebben stoppen we bij campground Hidden Lake en ook hier weer de waarschuwing voor beren! Deze plek ligt midden in het bos en waarschijnlijk door de onverharde weg zijn er niet veel mensen die hier komen. We staan alleen en rustig in het bos. ‘Laat maar komen die beren!’ zegt mijn lover. We horen ‘s-avonds twee keer het geluid van een beer en als mijn lover nog een rondje over de camping wil maken ben ik ineens heel erg moe! ?

De volgende morgen schrikken we om half negen pas wakker. Wat is het stil hier, geen wonder dat we nu pas ontwaken. Het regent en het is koud. Vreemd te bedenken dat het in Nederland nu zo vreselijk warm is. We hebben nog een aantal kilometers onverhard voor de boeg dus let’s go! De weg wordt alleen maar slechter en diepe kuilen moeten we ontwijken. Gelukkig rijden er weinig auto’s want de hut slingert van links naar rechts. ‘Kijk dan een beer!’ roept Roel.

Het is een kleine zwarte beer die scharrelt langs de kant van de weg. De motor gaat af en we genieten van het dier dat een klauw vol bloemen in zijn bek steekt, super mooi! Ineens heeft ie er genoeg van en schiet het bos in. Hoeveel zijn we er gepasseerd die we niet gezien hebben? ?
In Kenai komen we weer op asfalt en in de bewoonde wereld. Bij een mobiel koffietentje (wat een uitvinding!) bestel ik een lekker bakkie, even pauze na de hobbel rit van vanmorgen. Kenai staat bekend als een prima plek om te vissen. De zalm komt hier in juli de rivier op en het is erg druk. Overal waar je kijkt staan vissers, sommige in camouflagepakken ?, in de rivier. Hier moeten toch ook beren komen? Bij het plaatselijk visitorcentre gaan we het nog eens navragen. We krijgen een aantal locaties op maar het blijft lastig inschatten waar de zalm en de beren zich precies ophouden. De regen valt gestaag naar beneden en het is weinig aanlokkelijk om bij de rivier te gaan zitten wachten. We rijden dus wat rond en zien supermarkt Fred Meyer. We doen wat kleine inkopen en zien dan de gratis dumpplek die ze hier hebben: 2 vliegen in één klap! ?

Wat mijn lover zich van Kenai herinnert is ook het grote aantal vissers die met een ‘dipnet’ in zee staan te vissen. We rijden naar het strand en ik ben zeer verbaasd als ik de hele rij mensen in het water zie.

OMG, dit is echt heel bijzonder! We lopen over het strand en maken praatjes met de vissers. In het kort: de laatste drie weken van juli mag hier gevist worden op zalm met een dipnet, een soort groot schepnet. De visser gaat met een waadpak in het water staan en wacht tot de zalm er inzwemt.

Dan trekt ie het dipnet op de kant, haalt de vis eruit die vervolgens een ferme tik met een honkbalknuppeltje krijgt en dood in de koelbox wordt gegooid.

Het aantal zalmen dat gevangen mag worden is afhankelijk van de gezinssamenstelling. Het hoofd van het gezin mag dit jaar 25 vissen vangen en de rest van de gezinsleden 10 per persoon. En volgens de regels mag ie ook nog inschrijven voor een loterij om 1 beer en 1 moose te jagen. Dát is nou weer jammer. ? Er staan tentjes op het strand en voor sommigen is het ook gelijk hun vakantie. Twee weken vissen met je familie en maar hopen dat je in die periode het aantal zalmen binnen haalt. Het regent, het is koud, er staat een wind, het stinkt naar vis en overal waar ik kijk zie ik mensen genieten.

Een vrouw die ik spreek merkt terecht op; ‘Je kan naar Denali gaan en het mooi vinden maar dit is het echte Alaska!’ Ze is hier samen met een vriendin en hun gezinnen. De man komt uit het water waar hij een aantal uren heeft gevist en gaat in de tent liggen.

Haar vriendin trekt het zware rubberen pak met de laarzen bij hem uit, ieeeeuw, hij is gewoon met zijn natte kloffie op die slaapzak gaan liggen. ? ‘Zij is een man in een vrouwenlichaam. Ze staat ook gewoon een paar uur in het water!’ zegt ze trots over haar vriendin. Als ik vraag of ze het niet koud hebben dan kijkt ze me aan en lacht; ‘Soms wel en soms niet maar we have a lot of fun!’ Op een drafje rennen we terug naar de camper, we zijn zeiknat geregend en ik heb het koud. Als we wegrijden met de kachel hoog aan kan ik me echt niet bedenken wat er leuk aan is om twee weken te gaan vissen voor een vriezer vol zalm. ? ‘Ik zou bij je eerdere plan blijven en toch maar een B&B in Kaapstad gaan beginnen in plaats van Alaska!’ grapt mijn handsome. Ach, wat zal ik zeggen: mijn verstand en mijn hart hebben nog geen match met elkaar. Het is heel moeilijk om hier iets te beginnen en er is veel wat leeg en te koop staat. Maar nergens zag ik zo’n mooie ongerepte natuur als hier. ?
Op het parkeerterrein van het visitorcentre in Soldotna zetten we de hut neer, er staan nog drie campers en nergens een bord met ‘no overnight stay’ dus prima plek voor de nacht. Het regent de volgende dag gestaag door en omdat we niet weten waar we vannacht gaan staan maken we wederom een stop bij de gratis dump van Fred Meyer voordat we op pad gaan. Met ons hebben veel camperaars dit idee en we staan een half uur in de rij! ? Sommigen nemen echt alles mee wat ze hebben. Je kan het maar nodig hebben….

Het is inmiddels woensdag en we proberen al twee dagen in Homer te komen maar door al het moois wat we onderweg zien is het nog steeds niet gelukt. Ook nu is het weer genieten onderweg, door de regen en de bewolkte lucht heeft de natuur een bijzondere uitstraling. We bezoeken in het dorp Ninilchik een mooi Russisch kerkje dat overgebleven is uit de tijd dat Alaska nog van Rusland was.

En dan eindelijk bereiken we Homer: Halibut Fishing Capital of the World.

Deze plaats heeft een unieke natuurlijke pier (de Spit) met havens, camperplaatsen, hotels, restaurants en souvenirwinkels. ‘Laten we eerst daar kijken.’ stelt mijn lover voor.

Het was 20 jaar terug iets rustiger en kleiner trouwens….

Volgens de eigenaar hangt er tussen de 30 en 40 duizend dollar in de oudste kroeg van Homer, de Salty Dawg Saloon, aan het plafond en de muren.

Alles draait hier om vis….

Op de terugweg komen we voorbij het vliegveld. We zijn nieuwsgierig wat hier de mogelijkheden voor bearwatching zijn en slaan dus af want er zullen vast bureau’s zitten die tours verkopen. ? Bij de dichtstbijzijnde stappen we binnen. Een vriendelijk meisje kijkt eerst wat ze vrij heeft en zegt dan wat de mogelijkheden zijn. Altijd handig want dan wordt je niet voor niets blij. In Anchorage gebeurde het een paar keer dat ze eerst alle mogelijkheden opnoemden om dan tenslotte te vertellen dat er geen plaats was….grrrr. ? Ze heeft twee tours, allebei kunnen morgen en klinken super. Nadenkend staan we in de shop….ieder met onze eigen gedachten want één tour is met een watervliegtuig en ik heb daar helemaal niets mee. In Skagway ben ik wel in zo’n kleine kist gestapt maar daar ga ik geen gewoonte van maken. ? Peinzend kijk ik naar het kantoortje van de concurrent waar een helikopter op het platform staat want dat is dan meer mijn ding. ‘What’s it gonna be?’ vraagt mijn handsome. Ik kijk naar buiten en denk; ‘Let me sleep on it, I’ll give you an answer in the morning….’

Alaska Highway

De ferry terminal ligt net buiten het centrum van Skagway, tussen de cruiseschepen. Op ons ticket staat rij twee dus daar gaan we staan en nu maar afwachten hoeveel vertraging de ferry van oorspronkelijk 15.30 uur heeft.  We hoorden op het vliegveldje eerder die ochtend dat drie van de vier van de veel te oude veerboten door diverse oorzaken uitgevallen zijn. Rond 17.00 uur komt er toch een aan en dan begint het wisselen van af- en opgaand verkeer. Dit wordt bemoeilijkt door het grote eb en vloed verschil hier en met behulp van balken (het is nu eb) gaan wij de veerpont op. Die balken worden onder de wielen gelegd omdat we anders met de achterkant op de rand van de steiger blijven hangen.

Gelukkig is mijn lover behendig met de hut want het is even sturen, keren en insteken want we moeten ook nog achteruit de veerboot in. ? De overtocht naar Haines duurt ongeveer 45 minuten en we genieten vanaf het water van de uitzichten die we eerder vanuit de lucht zagen.

Het is slechts 13 mijl maar het scheelt 400 mijl rijden.

Vanaf de ferry rijden we naar campground Oceanside aan het fjord, dichtbij het centrum en de jachthaven, wat een super leuke plek is dit! Naast ons staat een camper met een Duits kenteken en mijn lover gaat een praatje maken terwijl ik de hut ‘inricht’ (voorstoelen omdraaien, tv ophangen, wijntje inschenken ?).

Tuut, tuut, daar komt zo’n golfkarretje, met twee dames erin, toeterend over de campground. Ze stoppen en ik hoor ze vrolijk roepen naar mijn lover en de man waarmee hij staat te praten. Ze leggen een kaart op de picknicktafel en de één begint druk te praten. Beiden zijn van de camping en komen vertellen wat er allemaal in Haines te doen is. Altijd leuk dus ik ga ook naar buiten. ‘Hey honey, come and join us! You look lovely dressed tonight!’ roept ze te enthousiast en ik denk ‘Huhhh, is zij nou tipsy?’ Ze begint te vertellen over het dorpje Haines. Hierbij maakt ze hele omslachtige tekeningen op de plattegrond. ‘Daar zijn we voorlopig niet vanaf….’ mompelt mijn lover. ? De andere man is al teruggelopen naar zijn camper. Als ze vertelt welke excursies we kunnen doen vertel ik haar dat we vanmorgen al gevlogen hebben met iemand van hier, ‘Maybe you know him, it’s Paul?’ ? Ze heeft een harde aanstekelijke lach en die klinkt nu ook ‘Yes, of course, Paul! He is so nice! Don’t you find? Ze wil weten hoe wij heten maar kan Roel zijn naam niet uitspreken. Na een aantal pogingen geeft ze het op en zegt gierend van de lach; ‘Ik kom net terug van het pokeren en ben een beetje te dronken!’ We geven haar het advies om lekker naar huis te gaan en als we in de camper zitten dan kunnen we niet meer van het lachen.

Even later hoor ik het karretje toch weer over het terrein rijden. En ik geef toe: als een echte gluurder sta ik door het keukenraampje te spieden en zeg tegen mijn lover; ‘Hé, die sherry Jane, staat nu met hout en een gasbrander in de aanslag bij een vuurkorf. ?
Ik heb het nog niet gezegd of het vuur brand al en sherry Jane zit terug in het karretje en rijdt toeterend en roepend langs alle campers, ‘Everybodyyyyyyy come outside, I maked a fireeeeeee!!!!’ Er komen mensen naar buiten die met een drankje rond het vuur gaan staan. Sherry Jane heeft het naar haar zin en lacht overal om, wat een hilarisch gezellig mens is dat. ? De volgende morgen als we aan het ontbijt zitten vliegt Paul boven ons hoofd op weg naar zijn werk in Skagway. Ze hebben hier trouwens geen verkeerstorens en via een openstaand kanaal op de radio geven de vliegeniers met hun vliegtuignummers aan elkaar door waar ze zijn, bijvoorbeeld; ‘N2400F is now entering Skagway.’ En dan maar hopen dat de rest een beetje oplet…? Wij gaan het dorp verkennen, Haines is gelegen aan het langste en diepste fjord van Noord Amerika en staat ook bekend als Eagle Capitol of America. We ontdekken weer een lekker koffiezaakje en een veel te dure supermarkt, ze kunnen hier gewoon vragen wat ze willen!

‘s-Middags gaan we naar het Statepark waar beren gesignaleerd zijn maar helaas zien we er geen.

Wel spotten we een aantal bald eagles en zien zelfs hoe raven een aanval op hen uitvoeren. Waarschijnlijk zitten de eagles te dicht op hun nesten.

De zalmtrek: er zijn vijf soorten zalm (Chum zalm, Pink zalm: de kleinste en de meest voorkomende, Silver zalm, King zalm: de zwaarste soort en de Sockeye zalm: de dieprode) in Alaska en deze komen alle vijf op een andere tijd en andere plekken voor. Het is dus even goed lezen en navragen wanneer we precies waar moeten zijn.

Mijn lover wil zo graag foto’s maken van ‘vissende’ beren in de rivier. Hij was al eerder in Alaska om dit te fotograferen maar had toen weinig geluk en minder tijd. Nu hebben we hier meer tijd voor uitgetrokken want de locals kunnen ons wel vertellen waar we moeten zijn maar dit kan zomaar anders zijn omdat er bijvoorbeeld verschillen ontstaan door: klimaatverandering, voedsel en totaal onbekende dingen in de oceaan. Eigenlijk is het nog zo onbekend dat ze bij de rivier in Haines een ’teller’ neerzetten zodat ze weten hoeveel zalmen er passeren. De hele rivier is afgesloten op één doorgang van een halve meter na, als de ’teller’ er niet zit is de doorgang dicht en kunnen de zalmen niet passeren.

Deze telling wordt al sinds 1976 op een bord bijgehouden. Hier mag er nog gewoon gevist worden en we zien een aantal mannen met speciale pakken staan. Er zijn ook plaatsen waar inmiddels een visverbod is ingesteld.

‘s-Avonds durft mijn lover eindelijk mijn macaroni aan ? en gaan we er later nog eens op uit om de beren te spotten maar helaas ook nu laten ze zich niet zien. Zondag hebben de dames op de campground een ‘crabfeast’ georganiseerd. Het recept is eenvoudig: je betaalt éénmalig voor de crab, neemt zelf je drank mee en daarnaast een ‘gerecht to share’ wat je op een verzameltafel zet. Vanaf 17.00 uur is de inloop, ze hebben een gedeelte met tenten overdekt, banken en stoelen neergezet. Het is al gezellig druk en we horen de lach van sherry Jane, eigenlijk heet ze Joyce, er weer bovenuit, zij zet grote pannen op het vuur.

Op de tafels staan alle hapjes van iedereen uitgestald en we zoeken een plekje. Boven ons hoofd komt Paul ook overgevlogen, back in Haines waar het leven zomers niet zo moeilijk is en men alles aangrijpt om een feestje te maken! ? We gaan de strijd aan met de crab, het is een ‘gevecht’ maar met wat tips en trucs komen we er al snel achter hoe het moet.

De crabs zijn vanmorgen net om de hoek bij Haines gevangen, super vers en smakelijk door Joyce gekookt.

Gelukkig wordt het avondje op de campground gehouden en hoeven we later niet ver naar onze camper te zoeken….? De volgende morgen besluiten we om weer eens verder te trekken, het waren leuke dagen in Haines en misschien komen we in september terug voor de zalmtrek. Ik haal nog een lekker bakkie koffie en dan rijden we het dorp uit. Dakota Fred Hurt en zijn zoon Dustin uit de Discovery-serie Goldrush die hier wordt opgenomen zien we helaas niet. Uit de speakers klinkt muziek van de toppers, Gerard Joling joelt over Rio en ik denk; ‘Als ik in september weer hier ben dan geef ik deze aan Joyce voor haar feesten.’ ?
Onze eerste bestemming gaat Haines Junction worden en we rijden via de Haines Highway (een spectaculaire weg met mooie uitzichten). Na het passeren van de Canadese grens een klein stuk van Britisch Colombia gevolgd door de Yukon.
En die grens is weer een ding! Het is een grenspost in the middle of niets met vier woningen waar de douaniers blijken te wonen.

Mijn lover zit achter het stuur maar de beambte is makkelijk en vanuit zijn kantoor komt ie de kortste weg naar mijn raampje. We geven de paspoorten af en hij vraagt; ‘Waar gaan jullie heen, waar kom je vandaan en hebben jullie wapens aan boord?’ Hierop antwoorden wij altijd; ‘Nee natuurlijk niet want dat is niet toegestaan in Nederland!’ Verder vraagt deze kerel nog of we alcohol bij ons hebben en ik antwoord; ‘Nou, hmm, één of twee flessen, meer niet denk ik.’ ? Hij krabt eens achter zijn oor en weet het eigenlijk ook niet meer. Mijn lover kijkt hem aan en vraagt; ‘Woon je hier in die woningen?’ En dan begint hij te vertellen dat ie drie jaar hier werkt en dan naar een andere post gaat. En net als vroeger in de VOC tijd ontstaat er ineens een soort ruilhandel want deze oud douane ambtenaar heeft altijd ergens nog een embleem liggen. ? We moeten aan de kant gaan staan en er komt een andere kerel bij, die heeft vrij en is de tuin aan het doen. Zie hier ‘de buit’ van het ruilen! Wat mouwemblemen, speldjes en een potje zelfgemaakte fireweed-jam.

Met een waarschuwing om niet het bos in te gaan in verband met de grizzly’s rijden we verder. Nobody in de camper geweest, geen controle in de koelkast met betrekking op vlees, groenten en fruit, hout uit Alaska tussen de fietsen en alcohol: I don’t say anything. ?
De wegen zijn slecht, lang, ééntonig en veel wegwerkzaamheden maar wat is het hier mooi! Overal waar ik kijk zie ik bossen, meren en in de verte besneeuwde bergtoppen. En nergens een huis te bekennen! De Yukon en Alaska hebben mijn hart gestolen. ❤ Mijn lover en ik hebben van plek gewisseld en ik hoor zijn camera naast mij klik, klik, doen. ‘Schitterend hier, toch?’ vraag ik. En als hij bevestigend antwoord zie ik mijn kans….? ‘Ik heb toch nog eens zitten denken over een B&B en heb wel een leuk idee!’ opper ik voorzichtig. Mijn lover schiet in de lach; ‘Je hebt hier niet eens internet, jij kan nog geen vijf minuten zonder bereik of je wordt al gek!’

We discussiëren over de voor en nadelen, de korte zomers en lange winters. De 240 kilometers schieten onder ons voorbij en we arriveren in Haines Junction. Eerst tanken, bij het tankstation zit ook een RV park. Mijn lover stapt uit om te tanken en ik roep; ‘Vraag gelijk of ze internet hebben op het RV park!’ ? Hij schiet in de lach en antwoordt; ‘Ik zeg niets, maar je houdt het nog geen dag uit!’ Het is trouwens weer erg wennen dat hoe hoger we komen het zo lang licht blijft want rond 23.30 uur is de zon nog niet onder.

De volgende dag komen we na Haines Junction weer op de Alaska Highway. Totaal is ie 2237 kilometer lang en gebouwd door soldaten (ongeveer 10.000) in de Tweede Wereldoorlog om Noord Amerika met Alaska te verbinden. Er is natuurlijk veel meer over deze bijzondere weg en zijn geschiedenis te vertellen: zie Wikipedia. Kort en goed: vijand Japan zit niet zo heel ver weg en Rusland ook niet volgens Sarah Palin.

Het leger is er nog steeds stevig vertegenwoordigd.

Maar ook achtergebleven voertuigen uit 1942.

Ik heb wel eens foto’s gezien van deze Highway en zag dan een stille weg met mooie besneeuwde bergen, gletsjers op de achtergrond en talloze bloemen langs de berm. In werkelijkheid is de Alaska Highway meer een ruilverkavelingsweg, soms bochtig en bezaaid met diepe kuilen en af en toe hobbelig als een achtbaan, daar staan in de berm dan rode vlaggetjes geprikt om te waarschuwen. En ‘s-zomers altijd werkzaamheden.

We kopen niet voor niets deze sticker.

De staat van de wegen wordt veroorzaakt door het weer en de permafrost, de altijd bevroren ondergrond. Als de zon het asfalt verwarmt dooit de onderliggende grond en klinkt in. Men zegt dat er zo in het voorjaar en de zomer binnen 48 uur diepe gaten, lange gapende scheuren en kuilen kunnen ontstaan. In Beaver Creek houden we het rond 16.00 uur, 295 kilometer met veel wegwerkzaamheden en opstoppingen voor gezien. Beaver Creek is Yukon’s gateway naar Alaska. (Deze grenspost is trouwens 24 uur geopend. Er zijn grensposten bijvoorbeeld Skagway die ‘s-nachts gesloten zijn).
Als we de kaart bestuderen besluiten we om morgenvroeg de grens over te gaan. Ook Beaver Creek is bruisend: ? bibliotheek annex visitor centre, een bank (2 dagen per week open), twee benzinestations, een supermarkt/RV park/laundromats, drie hotels, postkantoor en een restaurant. Na het tanken zoeken we een plekje op het RV park . Internet blijft huilen zo langzaam, (de oorzaak is soms overduidelijk).

De campingprijzen zijn wel zeer laag: rond de 20,00 Canadese dollar.

Plotseling zien we een Zwitsers kenteken (in totaal hebben we het afgelopen jaar nu zo’n veertig buitenlandse kentekens gezien die net als wij hun camper hebben verscheept). We gaan een praatje maken en ze nodigen ons uit voor een glaasje wijn. Om de lokale economie te helpen gaan we eten bij Buckshot Betty’s, het plaatselijke restaurant, waar het dus erg druk is. Hoe kan het anders want er is weinig keus….. We eten een prima steak en burger en doen daarna met de Zwitsers bij ons nog een koffie/thee. We wisselen tips en routes uit want zij gaan de andere kant op.

De afgelopen dagen is mijn arm steeds pijnlijker geworden en straalt intussen ook uit naar mijn nek. Autorijden gaat wel, de beweging lijkt zelfs iets te ontspannen in mijn arm dus ik ga de volgende morgen weer achter het stuur zitten. ‘Dan krijg je zo wel gelijk de grenspost.’ zegt mijn lover en ik denk kregelig door mijn zere arm en pijnstillers; ‘Huhhh, nou en?’ ? Het is druk bij de grenspost, er zijn zeker zes campers voor ons waarvan weer twee met een Zwitsers kenteken.

We kijken naar de rij die niet echt opschiet. ‘Je moet het zelf weten hoor!’ zegt mijn lover die me ziet nadenken over de aankomende controle. ‘Zal ik rijden?’ En dan denk ik, ‘Hoe zie je dat voor je, nu een soort haasje over achter het stuur of voor de motorkap heen en weer rennen: dat is pas gek!’ Maar ik zeg niets en glimlach alleen maar (ik doe nog wel snel een lippenstift op, je weet nooit). Dan zijn we aan de beurt en een vrouwelijke beambte komt naar buiten. Ze gebaart dat de motor uit moet en het is een aanname maar aan de manier waarop ze loopt denk ik; ‘Die lippenstift zou best van pas kunnen komen….?
De gebruikelijke vragen vuurt ze op ons af: ‘Waar gaan we heen, waar komen we vandaan, wapens, alcohol en hoeveel geld hebben we bij ons’. Ik beantwoord ze allemaal met flair. Net voordat we moesten stoppen zagen we een grote stapel, waarschijnlijk in beslag genomen hout, liggen. We hebben ons voorgenomen om gewoon te zeggen dat ons hout, wat we bij alle grensposten tot nu toe nergens hebben aangegeven, in Alaska Skagway gekocht hebben. Je mag het niet meenemen omdat er een type tor in zou kunnen zitten. ‘Niemand aan de Canadese grens heeft ons eergisteren gevraagd of we hout bij ons hadden….’? Ze geeft de paspoorten terug en net als ik denk dat ze het vergeet te vragen komt ie; ‘Do you have any firewood with you?’ Ik kijk haar aan en antwoord volmondig; ‘Yes, we have!’ Waarop ik haar uitleg dat we het in Skagway hebben gekocht, dus het is Amerikaans en dat de beambte bij de Canadese grens er niet naar heeft gevraagd . Eigenlijk weten we helemaal niet meer waar we dat hout gekocht hebben maar dat zeg ik haar niet. Ze kijkt me vol ongeloof aan terwijl ze mijn verhaal herhaalt. ‘Are you sure?’ Ik kijk naar haar, knipper met mijn oogjes, denk aan Marijke Helwegen: ‘lipjes getuit en borstjes vooruit’ ? en zeg; ‘ Yes, that’s correct.’ We mogen doorrijden en wederom geen controles: we snappen er niet veel meer van en zoals een leraar op de douane-school mij tijdens de eerste les leerde: ‘Wat je niet ziet dat is er niet!’
Net na de grensovergang staan de twee Zwitserse campers, ik stop en we maken een praatje. De éne man ligt onder de motorkap, daar druppelt olie onder vandaan. We voelen met ze mee, want kennen dit probleem. Ze gaan ook richting Fairbanks en het enige advies wat Roel ze kan geven: zoek daar of eerder een garage. De wegen zijn echt slecht en het is vermoeiend goed opletten. Mijn lover en ik zitten nog over het hout na te denken, ‘Waar hebben we dat nou toch gekocht?’ als ik ineens een groot gat in de weg zie. ? Alles gaat in een reflex: ik kijk, zie niets voor me, niets achter me, ik ontwijk het gat maar stuur wel iets te bruusk….en weer terug. De hut slingert dansend over de Alaska Highway en houdt het. Het zweet breekt me uit; ‘Alle#%?#%#?dat ging maar net goed’ roep ik. Mijn lover kijkt mijn kant uit en zegt heel droog;
‘Soms stuur jij eigenlijk best dicht langs de kant!’ ? Even verderop gaat het weer mis en duiken we, zonder dat er een rood vlagje of iets staat, vanaf het asfalt in een gedeelte met grind. Ook deze keer corrigeer ik goed maar ik ben er wel even klaar mee en op een mooi plekkie aan een meer parkeer ik: koffietijd! Mijn lover gaat alvast een foto maken, ik loop naar hem toe als hij roept; ‘Blijf maar daar want ik zie hier pootafdrukken, dat wil je niet weten!’ We hebben geen idee wat het is maar groot was het wel ! ?

We wisselen van stuur en gaan verder, ons doel vandaag is het plaatsje Tok. Deze plaats ligt centraal tussen de Alaska Highway en de Glenn Highway. Tijdens de aanleg van deze wegen is Tok gegroeid tot wat het nu nog is: ‘Een rustdag voor nieuwe inkopen en even relaxen’. Want het is eigenlijk de eerste grotere plaats die je tegenkomt op de Highway in Alaska: heel veel carwash plekken,

een aantal benzinestations, een visitorcentre, twee supermarkten, een paar restaurants en hotels, een  RV park, een flink aantal laundromats, car-repairs maar ook heel veel leegstand ! ? Geeft stof tot nadenken over een te starten B&B….

Ook vandaag is het aantal kilometers niet heel veel (175) maar we hebben er weer een dag over gedaan. Het zijn de wegen, de stops bij de mooie uitzichten

en in dit geval het oponthoud bij de grens die maken dat de uren voorbij tikken. Bij de supermarkt gaan we eraf, eerst wat inkopen doen.

We hebben genoeg bij ons maar proberen toch verse dingen te kopen zoals brood. Dit kost echter acht dollar dus we nemen morgen maar van onze voorraad croissantjes uit blik. De supermarkt is wel beter voorzien dan die we de afgelopen dagen gehad hebben. ?
Op de terugweg naar het RV park, die tevens reclame maakt voor wifi, what else? ?, zie ik een man met een hond en heel veel ‘zooi’ staan. Hij heeft een bord met de tekst; ‘Ik zoek een lift naar Chicken.’ (Is écht waar: de plaatsen Tok en Chicken ?).
Op het park gaan we eerst aan de slag met de hut. Onderweg hebben we gemerkt dat door het gebonk op het slechte asfalt de achterlichten (lampjes) los getrild zijn. Binnen zijn er ook wat schroefjes uit de kastjes gekomen en ik haal gelijk flink wat stof weg.

Het is grappig want om ons heen staat iedereen een beetje ‘zijn wonden te likken’. De twee Zwitserse campers zijn ook net gearriveerd en hebben een noodreparatie aan de camper kunnen laten doen. Na het eten zeg ik tegen mijn lover; ‘Ga je mee even wandelen, een ijsje halen of zo?’ Eigenlijk wil ik weten of die man en zijn hond nog aan de weg zitten want het is gaan onweren….? We lopen en dan zie ik hem. ‘Ok, ik snap het al!’ zegt mijn lover. Ik leg uit dat ik gewoon wil kijken wat die man nou doet….(eigenlijk vind ik die hond zielig). ? De man steekt zijn hand op en ik vraag wat ie doet. Hij heet Pete, is een goudzoeker en samen met zijn doggie Dutchess wacht ie op een lift naar Chicken of Eagle. Het moet wel een grote auto zijn want alle spullen moeten mee. Hij lift al jaren zo van de ene naar de andere plaats. Nu heeft ie gehoord dat er in Chicken goud te vinden is en wil daar dus heen. Zes dagen zit ie al te wachten. Ik heb veel landen gezien en overal is wel iets: zwervers, bedelende kinderen en arme sloebers maar dit….? Ik vind het niet zielig maar ben zeer verbaasd over hoe iemand kan leven, heel bijzonder! We wensen hem succes en lopen snel terug naar de campground want een donderend onweer hangt boven ons en dikke druppels vallen al neer. Als we in de camper aan de thee zitten zeg ik; ‘Die man, wat een leven en zag je die hond, dat koppie! Waar ligt Chicken eigenlijk?’ Mijn lover kijkt me aan en ziet de bui letterlijk en figuurlijk hangen. ‘Ik zeg nee! Wij komen daar totaal niet in de buurt en hoe wil je al die spullen meenemen!’ is zijn antwoord nog voor ik iets gevraagd heb. ? Hij kent me inmiddels wel.
Het is de volgende ochtend een beetje droog maar vannacht heeft het af en toe echt geregend. We pakken alles in en ik stel voor om nog even te kijken of Pete en zijn hond er nog zitten. ‘Als ie er nog zit dan ga ik een bakkie koffie voor hem halen.’ zeg ik. Pete zit er nog en zwaait als ie ons ziet. Hij heeft wel trek in een bakkie maar durft zijn plek niet te verlaten want stel je voor dat er net iemand voorbij komt die hem mee kan nemen. ? Ik leg uit dat we koffie gaan halen, ‘Back in a minute!’ en up we go naar het benzinestation/supermarkt. Daar vraagt de verkoopster waar ik vandaan kom want zoals zo vaak ‘I like your accent! It’s so nice!’ (Ik zou er eens mee naar een show moeten ?). Ik leg haar uit dat deze koffie voor de man verderop aan de weg is, ‘Ja, die op een lift zit te wachten, al een paar dagen.’ en dat ik zo terug kom voor mijn eigen koffietje. Naast me staat een kerel met een hele lange baard (zie je veel in Alaska: zoals de mannen van ZZ Top) en vraagt, eigenlijk slist ie want hij heeft ongeveer drie tanden; ‘Hey honey, where’s he heading up to?’ OMG, ik durf niet te zeggen dat ik hem niet versta en op goed geluk leg ik uit dat het Chicken of Eagle moet zijn. Meer mensen in het winkeltje gaan ook meedenken maar helaas geen resultaat ‘Nobody on that way baby!’ zegt de slisser. Stel je thuis gewoon eens voor: er zit iemand zo langs de kant van de weg te wachten op een lift en de mensen in het benzinestation denken mee en niemand vind het gek! ? Ik loop terug naar de camper en denk; ‘Koekoek! Welkom in Alaska!’ We brengen Pete zijn koffie met een stroopwafel en wensen hem succes met de lift. ‘Ja, als het niet lukt dan wacht ik gewoon, soms kan het wel even duren!’ zegt ie opgewekt. ??

Vol verwondering over deze man gaan wij de andere richting op en trappen het gaspedaal in voor 85 kilometer rechte weg naar Delta Junction. We genieten van de uitzichten op de Tanana rivier en de bergketen Alaska Range.

Ook zien we de twee Zwitserse campers weer, ze staan langs de kant met knipperende lichten: ‘Hebben die nou pech?’ We stoppen achter hen en zien dan de reden: deze beauty is op de helling aan het scharrelen.

De Alaska Highway eindigt met een betonnen zuil in Delta Junction.

Verder is het dorp net als in de andere plaatsjes die we gepasseerd zijn: het noodzakelijke is aanwezig. ? De dame van het visitor centre geeft ons de tip om bij Clearwater Statepark te gaan kamperen. Het is 15 kilometer verderop maar meer dan de moeite waard.

En inderdaad het zijn prima plekken en midden in de natuur. Helaas zoals overal in Alaska: muggen! ? We raken er aan en mee gewend: de vele en verschillende typen: die kleine gemene stekers of de grote die gelukkig zo sloom zijn dat je ze makkelijk neer mept. Soms zien we mensen wandelen die helemaal ingepakt zijn als een imker….? En de insectenlijken op de voorruit zijn soms monsterlijk.

Wij sprayen en smeren maar. En blijven bewegen want ga je stil staan of zitten dan wordt je besprongen!
De volgende ochtend sta ik gebroken op, mijn arm is inmiddels zo pijnlijk en nog meer uitgestraald naar mijn nek waardoor ik ook hoofdpijn heb.

Gisteren hebben we hier een medisch centrum gezien met ook een fysiotherapeut. Ik probeer of ik er terecht kan maar helaas zitten ze de komende dagen vol. Als de receptioniste hoort dat we naar Fairbanks gaan zegt ze dat ik daar meer kans maak want het is een grote plaats. ‘Kan je die arm bewegen, misschien zit het allemaal vast?’ vraagt mijn lover. We proberen wat oefeningen en hij masseert mijn nek: het geeft wat verlichting. ?

Langs de kant van de weg staat plotseling een Te Koop bord. Mijn lover merkt op; ‘Jij wou toch een bed en breakfast beginnen. De spullen krijg je er vast bij….’?

Net voor Fairbanks heeft ie wel wat leuks: we komen in het plaatsje North Pole, hier woont de kerstman in zijn kersthuis/winkel. Het is super leuk en super kitsch maar ik vind dit zo genieten! ?

De boerenkool groeit hier trouwens in de bloembakken naast de zonnebloemen.

Eind van de middag arriveren we in Fairbanks, een grote plaats aan de Chena rivier. Met een Walmart ! In ieder geval inkopen doen en allebei naar de kapper. Maar eerst een wandeling door het dorp.

Er staan veel campers bij de Walmart op de parkeerplaats en overnachten is toegestaan,

‘Er zijn allemaal elektriciteit palen.’ zegt mijn lover met verbazing. Dit zien we de volgende dag op veel meer plekken want wat blijkt: het wordt hier ’s winters zo koud dat als je je auto parkeert deze kan bevriezen! Met een speciaal stekkertje, wat verwarmingselementen in en op je motor, en deze stopcontacten voorkom je dit! ? De stroom wordt betaald door de grootwinkelbedrijven….

Voor we gaan staan moeten we nog water bijvullen. We zien dit waterstation en kopen voor een kwartje water. 150 Liter water kost 1 dollar. Het is er druk want de inwoners die buiten het centrum wonen en niet op de waterleiding zijn aangesloten komen hier hun water halen. Grote tanks maar ook kleinere flessen worden gevuld. Grondwater oppompen is niet aan te bevelen want het gehalte arsenicum is te hoog !

Vriendelijke bewoners leggen uit hoe het werkt.

De Walmart is dag en nacht open en we hebben een rumoerig nachtje. Echt, ik vraag me af waarom er mensen zijn die middenin de nacht om 03.00 uur boodschappen gaan doen. Komt bij dat de gemiddelde inwoner van Alaska beschikt over een auto als een tank met het bijbehorende geluid dus: herrie genoeg! Op de parkeerplaats zien we ook het busje staan van het Argentijnse stel dat we eerder in Red Woods hebben ontmoet. Enthousiast begroeten we elkaar: we wisten van hun plannen maar hoe toevallig en leuk is dit!
Het is zaterdag, natuurlijk heeft de kapster bij Walmart geen tijd en is reserveren niet mogelijk. We zoeken een ander, ‘Het is toch net een tombola, ik ken ze geen van allen.’ mopper ik tegen mijn lover als we eindelijk bij een kapster in de stoel zitten. Ze begrijpt gelukkig wat ik bedoel en gaat de verf mengen. Inmiddels is mijn wederhelft door een andere kapster gekaapt en zij vraagt hoe hij het wil hebben. ‘I don’t know, she knows!’ zegt ie en wijst op mij. De kapster schiet in de lach en zegt; ‘Ok, she’s the boss!’ ? Geverfd en geknipt gaan we daarna boodschappen doen bij Fred Meyer (soort Walmart) en krijgen die ook hier weer in een lading plastic tasjes (totaal tien) mee. In grote delen van de wereld zijn ze verboden of moet je ervoor betalen, hier zijn ze nog gratis en als er eentje dreigt te scheuren? dan pakken ze er gewoon nog twee omheen. ? Als vuilniszakjes zijn ze trouwens uitstekend….

Bij de drogist/apotheek schiet ik naar binnen voor een tube Midalgan of zoiets. De dame is zeer behulpzaam maar mag niets meegeven. Voor een dergelijke gel moet eerst een doktersrecept geschreven worden. ? Heerlijk dit soort dingen: als inwoner van Alaska mag je een wapen kopen en dragen maar voor zo’n gelletje moet je eerst naar de huisarts! ?
De zon komt door, we willen buiten zitten en niets meer doen dus gaan naar een campground/Statepark in een buitenwijk van Fairbanks.

Er is nog een mooie plek vrij, die nemen wij! Wel oefenen we met mijn arm: als een volleerd masseur komt mijn lover achter me staan en beweegt de arm hoog, laag en opzij. ‘Volgens mij ziet het er lachwekkend uit! Het lijkt op Holland beweegt!’ foeter ik terwijl hij het deuntje van het radioprogramma ‘Ochtendgymnastiek’ van 40 jaar terug neuriet. ‘Staat u allen klaar….’
Het helpt wel want de arm wordt minder stijf en de pijn is eindelijk dragelijk! ?
‘s-Avonds een wijntje op mijn moeders verjaardag en er is weer een week voorbij.
Een week waarin verdriet en vreugde binnen onze vrienden/kennissenkring groot en tegenstrijdig waren; twee pasgeboren kleine wereldwondertjes: een jongen en een meisje. ? Maar ook twee mensen overleden: de vriend in het hospice is rustig ingeslapen en een oud collega van mij ging met hoofdpijn naar het ziekenhuis en kwam niet meer thuis. ‘Raar als je erover nadenkt, er zijn nu mensen super blij met hun baby en achterkleinkind, en anderen zo verdrietig om wat hen ontnomen is.’
Met het tweede wijntje zijn we in gedachten……….:That’s life. We weten het beiden maar al te goed….Live the moments! ❤

Onverwachts de lucht in….

De volgende dag genieten we nog steeds na van de belevenissen van gisteren. ‘Ongelofelijk, wat hebben wij een geluk gehad!’ zeggen we steeds tegen elkaar. ? We gaan de route naar Alaska plannen want we kunnen het volgende doen: terug naar Nanaimo, met de ferry naar Vancouver om vanaf daar omhoog via Whitehorse naar Alaska te rijden. Of vanaf hier (Campbell River) naar Port Hardy rijden en met de ferry naar Prince Rupert. Deze overtocht duurt lang, achttien uur, en gaat door de Inside Passage, maar scheelt een hoop kilometers (ongeveer 1800 km) rijden. Door het ongelukkige misgrijpen vorige week is mijn arm weer pijnlijk, au, au, en ik kan hem slecht gebruiken. Autorijden gaat wel maar dan alleen de rechte lange stukken. ?
Tijdens de afgelopen cruise hebben we de bovenkant van de Passage gedaan, nu varen we dan door de onderkant. We kiezen dus voor Port Hardy en op de site van BC ferries zien we dat de ferry op de oneven dagen naar Prince Rupert vaart. Op de even dagen komt ie daar vandaan.
We rekenen uit dat vrijdag moet lukken en reserveren een plaats maar de website werkt niet optimaal en we krijgen geen bevestiging. Als Roel belt krijgt hij een antwoordapparaat. ? Hebben we nu een reservering voor vrijdag of niet? We zorgen dus gewoon dat we donderdagavond op de ferry terminal zijn. Ik ruim de camper op terwijl mijn lover alle gemaakte foto’s bekijkt, wat werkzaamheden voor de zaak doet en de kaart van Alaska uitprint. Op de zijkanten van de hut hebben we kaarten: Europa en Amerika/Canada. Maar Alaska ontbreekt nog en die willen we laten afdrukken zodat we ook hierop onze route kunnen aantekenen. We fietsen naar de plaatselijke drukker

maar helaas heeft die pas volgende week tijd en gaat de sticker op onze ’to do lijst’. Gelijk maar wat boodschappen doen en langs Eagle Eye Adventures rijden om de optie voor morgen te cancelen. We wilden namelijk nog een walvistocht maken maar de weersverwachting is minder en daarnaast ben ik bang dat de tocht van gisteren niet te evenaren is. ? Als we eind van de middag het weerbericht nog eens checken zien we dat het iets verbeterd is. We gaan twijfelen en sturen alsnog een mailtje naar Eagle Eye of we mee kunnen. Helaas zitten ze vol en hebben geen plaats meer.
Donderdagmorgen hebben we afgesproken om bye bye te gaan zeggen bij Rentia en Jos. Tijdens de koffie/thee met wat lekkers praten we natuurlijk weer over de humpback whales. Jos heeft best wat problemen hierdoor gekregen omdat er binnen de organisatie, waar zij als bedrijf lid van zijn, mensen denken dat hij het express heeft gedaan en de minimale vereiste afstand niet in acht heeft genomen. Het is overal hetzelfde: werk je hard met prima resultaten dan zijn er altijd anderen die je het succes niet gunnen. ? We nemen afscheid van het gezellige stel met de belofte om op de terugweg in september weer langs te komen. Net buiten het stadje zitten een aantal bald eagles op de rotsen, omdat ze nog jong zijn hebben ze nog geen witte kop.

De weg naar Port Hardy is iets van driehonderd kilometer en ééntonig. Wel met kans op beren maar helaas zien wij er geen. Bij de ferry terminal zit een vriendelijke dame die ons verhaal over de reservering aanhoort. Vervolgens gaat zoeken en dan ziet dat we op een stand-by lijst staan. ?
‘Don’t worry, it’s not so busy and you are second on the list!’ zegt ze glimlachend. ‘It’s 99,9 % sure that you are on the ship tomorrow!’ We kunnen in de desbetreffende wachtrij, nummer 11 is voor de standby’s, op de terminal  voor 22 dollar overnachten. Dat lijkt ons een prima plan want om 05.00 uur moeten we ons toch al melden! Port Hardy oogt saai, waarschijnlijk ook door de regen en na een quickscan door het centrum (we laten bij een kantoorboekhandel wel de print van Alaska plastificeren)

rijden we terug naar de terminal waar we in de rij voor de oranje pion plaatsnemen.

Onze hut staat als eerste op de lege terminal maar al snel volgen er meer. In rij 9 komt een stel (Duitsers blijkt later) met een huurcamper, de vrouw zit achter het stuur en de man stapt eruit om aanwijzingen te geven. De gehele baan is nog leeg en hij zwaait en roept alsof ie een Boeing 747 moet laten landen. Het is precisie werk en een millimeter voor de oranje pion staat ze eindelijk goed van haar man. ? Geloof me, toen ik later met een zakje vuil naar de vuilnisbakken liep heb ik stiekem zo’n pion opgepakt en met vrouwenlogica gedacht; ‘Hmm, je kan toch gewoon parkeren en dan die pion iets verschuiven….’?
Tijdens de overtocht moet het propaan afgesloten worden wat betekent dat de koelkast/vriezer uit zal staan. We hebben hier met inkopen doen al rekening mee gehouden en eten vanavond nog een laatste samengestelde maaltijd: garnaaltjes, kip en ijs! Rond 23.15 uur komt de ferry vanuit Prince Rupert aan en het is een leven op de terminal. De gehele nacht blijft het daar rumoerig want het schip moet straks weer klaar zijn. Om 05.00 uur springen we onder de douche, snel aankleden en we zitten er klaar voor! We zien al medewerkers lopen en Roel gaat naar het kantoor. ‘Yes, we kunnen mee!’ roept hij als ie de camper weer instapt. Omdat de camper beneden in het ruim blijft zorgen we dat we alles bij ons hebben: IPads en phones, oplaadsnoeren, vest, jas en Hollands als we zijn: wat te eten, drinken en snoep! Als twee kinderen op schoolreis wandelen we ieder met onze volle rugzak naar boven waar we een stoel uitzoeken. Het schip is prima uitgerust met een restaurant, kledingwinkeltje, je kan een hut boeken of in een luie stoel gaan hangen. Voorin het schip zit de Aurora lounge waar je tegen betaling van 37,50 dollar in een iets luxere stoel kan neerploffen. ?
Bij het laden zijn ze gestart met de campers en bussen dus we zijn als één van de eersten aan boord.

We maken een rondje en horen veel Nederlands en Duits om ons heen praten. Als we een stoel uitzoeken is dit te merken want op de beste plaatsen liggen al jassen en er zit niemand. Herkenbaar van de ‘zwembadtaferelen’ in het buitenland: lekker snel om 08.00 uur ‘s-morgens een handdoek op het beste ligbed neergooien en dan rond 11.00 uur aan komen kakken. ? We lachen er om en een groepje Duitsers kijkt ons vreemd aan. ‘Ik zal maar niet over voetbal beginnen!’ grinnikt mijn lover en neuriet zachtjes het liedje ‘Schade, Deutschland, alles ist vorbei….’ ?
‘Jullie hebben niet eens mee gedaan.’ schampert een Duitser. Ik kijk naar mijn lover en denk; ‘Oh nee, hou je in….’ Hij kijkt de man aan, geeft hem gelijk en sluit dan af met; ‘Ja, ja, alles hat ein Ende und ein Wurst hat zwei!’ Ze lachen er beiden om, alhoewel ik moet bekennen dat mijn handsome zelf het hardst lacht om zijn flauwe grapje. (Dit was een Duitse carnavalshit in de jaren 80.)
De Inside Passage is erg mooi met rustig water, heel veel laaghangende bewolking met regen en misschien daardoor ook vermoeiend lang.

Twee keer zien we een humpback whale en een paar dolfijnen. Om de paar uur mag je een kwartier terug naar je auto, dit wordt dan omgeroepen. Als ik ‘s-middags een kabeltje uit de camper ga halen zie ik wat vreemds. Honden mogen mee op het schip maar niet uit de auto/camper. In dit kwartier kunnen de mensen even een blokje lopen met hun dieren en die in het ruim een plas en poep laten doen. Hoe het opgeruimd wordt….ik heb geen idee! ?
‘s-Avonds eten we in het restaurant een prima maaltijd voor een acceptabel bedrag en doen ook een karaf wijn om te tijd te doden. Rond 23.30 uur komen we aan in Prince Rupert en hopen dan een plek te vinden op de campground die naast de ferry terminal ligt. En hier komt weer het voetbalverhaal want wij zouden onthouden om te reserveren maar ik ben het vergeten. Bij winst hebben wij gewonnen en bij verlies zij verloren. ? De receptie van Prince Rupert RV Campground is nog open en ik denk dat alle campers die aan boord stonden nu hier weer in de rij staan. De dame achter de receptie checkt behendig en snel iedereen in. Het is duidelijk te merken dat ze gewend zijn aan de late aankomsttijden van de ferry’s. In de donkere regenachtige nacht zoeken we onze plek op en eindelijk staan we na een hele lange dag vanaf vanmorgen 05.00 uur. De volgende ochtend regent het nog, we verlaten de camping en gaan op zoek naar het centrum.

Bij het visitor centre zien we dat er ferry’s naar Alaska gaan en met de nodige folders hierover gaan we ergens een koffie/thee doen, uiteraard met wat lekkers! ? Als we het leuke winkeltje uit lopen zien we plots twee motorrijders met Nederlands kenteken rijden. Ze stoppen tegenover de camper op een parkeerterrein. Snel lopen we er naar toe om ze te begroeten. Het is een Nederlands stel die hun eigen motoren per vliegtuig heeft laten overvliegen naar Alaska. Vandaar gaan ze een jaar rijden: Alaska, Noord en Zuid Amerika. Ik dacht dat wij avontuurlijk waren maar dit is ook een hele gedurfde onderneming! We wisselen ervaringen en adressen uit en de ochtend is al weer voorbij. We doen wat boodschappen voor de lange rit die voor ons ligt, zien dat Canada zich opmaakt voor Canada Day

en verlaten Prince Rupert om koers te zetten naar de Highway 37.

Net daarvoor, bij Kitwanga, zien we een zwarte beer langs de kant van de weg, het dier scharrelt op het gemakkie in het rond.

Er is een RV park vlakbij en we houden het voor gezien. De regen is gestopt en een waterig zonnetje komt tevoorschijn. Volgens de eigenaresse van het park zit er een moeder beer met drie kleintjes hier in de buurt! We zitten nog een tijdje buiten totdat de muggen te brutaal worden en ons naar binnen jagen.

De route verder: vanaf Kitwanga de Highway 37 en dan de Highway 1 naar Alaska.

De volgende dag rijden we tot Dease Lake. De weg is goed, heel stil en als er gelegenheid is om te tanken dan doen we dat want er is niet veel langs deze route…en soms zijn ze gewoon al tijden dicht! ?

De temperatuur is niet hoog en het regent af en toe, het wild laat zich zien met als resultaat: twee kleine zwarte beertjes, helaas te laat voor een foto, twee zwarte beren en één lynx.

We zijn op Canada Day in Dease Lake: het plaatselijke benzinestation annex snackbar/ cafetaria

doet er niet veel aan en rond 22.30 uur gaan er vier knallen vuurwerk af.
Even verderop is een campground waar we gaan staan. En nu hoor ik sommigen denken; ‘Waarom een campground, als het zo stil is kan je dan niet overal vrij staan?’ Ja zeker, maar we willen internet hebben! ? Ik beken met schaamrood op de kaken dat onze eerste vraag is; ‘Do you have WiFi?’ De meneer die ons helpt komt vanuit zijn woongedeelte de receptie in, met volle mond want hij zit net aan zijn avondprakkie, en kijkt ons heel verstrooid aan; ‘Huhhhhh??? Do I have what?’ Het is even verwarrend maar er is WiFi en plek. ‘Zoek zelf maar een vrije plaats uit.’ zegt de kerel. Even voor het beeld: er is dus op de gehele lengte van de Highway 37 (750 kilometer) geen internet en geen telefoonbereik! Nog net niet bibberend en kriebelend van het afkicken staan we daar. Lachwekkend is het wel want wat zeg ik; ‘Zet hem maar lekker dicht bij zijn huis neer dan hebben we zeker bereik!’ ? En zo brengen we de nacht recht tegenover de woning/receptie van de man door.

En toch even een kleine kanttekening over ons internetgedrag: een goeie oude vriend van Roel ligt heel erg slecht en wacht op een plaatsje in een hospice. We willen zoveel mogelijk weten hoe het met hem gaat. Op het moment dat we deze blog plaatsen weten we dat hij een fijne kamer heeft gekregen maar het voelt heel dubbel allemaal. ?

Uitgerust zijn we de volgende morgen al vroeg op pad en eigenlijk vrij snel zien we weer een lynx.

Wow, wat een beauty, het dier voelt zich onbespied en gaat op het gemak zitten. Roel kijkt naar achteren en roept vol verbazing; ‘Kijk nou, daar komt er nog één!’ En verhip, daar komt nummer twee aangelopen. En daar blijft het niet bij want totaal zien we op deze rit naar Teslin: één zwarte beer, één vos met een prooi in de bek, één moose, althans, z’n kont,  één wolf (te laat voor de foto), drie grizzly’s (later blijkt dat twee ervan waarschijnlijk bruine beren zijn) en de twee lynxen.

Wat een mazzel hebben wij! We rijden door het laatste stukje British Columbia. Vreemde namen voor sommige gehuchten hier….?

Ik zit achter het stuur te genieten: wat is het hier uitgestrekt met al die bossen en meren! We komen bijna geen huis tegen, hier woont niemand! Bij een meer stoppen we en ik maak iets te lunchen. Na de lunch kijk ik uit over het meer.

‘Wat zou je denken om dat plan van een B&B in Camps Bay te laten vallen en hier iets te beginnen? Het is hier schitterend!’ zeg ik enthousiast tegen mijn lover. Hij kijkt me aan en zegt; ‘Nou ik wens je succes, want ik ga niet mee, je hebt hier niets!’ ? Een stuk verder komen we in de Yukon en op de Highway 1.

In Teslin schieten we weer een campground op en eten voor het gemak in het cafetaria.

Als we teruglopen naar de camper zien we een paar plaatsen naast ons twee campers met Zwitserse kentekens staan. We gaan even een praatje maken, de twee stellen komen net uit de richting waar wij naar toe gaan en we vragen hoe de condities van de wegen zijn. We hebben het afgelopen dagen al vaker gehoord: het valt behoorlijk mee… ?
Vanuit Teslin is het nog maar een 250 kilometer naar Skagway. Maar toch doen we er een hele dag over want we zien een beer en een oude goldmine,

de weg is zeer bochtig en we moeten de Amerikaanse grens over.

Dat laatste is weer een dingetje en als de auto voor ons gecontroleerd wordt, zeg ik tegen mijn lover; ‘Als ze vragen wat we in de koelkast hebben laat ze dan maar binnenkomen.’ We rijden door een scanpoort en staan voor de Douane. De beambte vraagt om onze paspoorten, waar we heen gaan en kijkt in de computer. Dan komt het; ‘Jullie hebben de camper verscheept naar Los Angeles?’ ? Van verbazing zeggen we allebei tegelijk; ‘Yes’. Waar ie dat vandaan haalt is ons een raadsel want het ding is in Halifax Canada binnengekomen. Vervolgens vraagt hij; ‘Wat hebben jullie voor voedsel bij je?’ We leggen hem uit dat we niet weten wat wel of niet mag en nodigen hem uit om binnen te komen. ‘That’s a good idea!’ zegt ie en stapt binnen. Hij kijkt in het rond en snuffelt in de koelkast. Eigenlijk mag alles blijven want het meeste komt uit Canada, de tomaten mogen ook want die komen uit Mexico en zelfs de worstjes en salami zijn toegestaan. We begrijpen er niet veel van maar hij keurt alles goed! We vragen hem gelijk naar de termijn in ons paspoort. Even in het kort voor de nieuwkomers op onze site: we hebben een visum voor tien jaar maar mogen maar een half jaar aanééngesloten in Amerika verblijven daarna moeten we er even uit. Hoe lang even is, is onduidelijk. We hebben verschillende termijnen gehoord: een weekend, een maand en een uur. En dan zou er vervolgens een nieuwe periode van een half jaar ingaan. Hij kijkt naar de stempel en zegt; ‘Als de periode dreigt te verlopen kan je gewoon een nieuwe stempel krijgen, als je maar uitlegt dat je langer wilt reizen in de VS en je hoeft er het land niet eens voor uit maar je moet natuurlijk wel bij een grenspost zijn.’ Wij weten het inmiddels ook niet meer, we hebben nu al zoveel antwoorden gehad. We bedanken de vriendelijke kerel en rijden door. Later komen we erachter dat we hout meegesmokkeld hebben van Canada naar Alaska: het zit verpakt tussen de fietsen en we hebben er totaal niet meer aangedacht. Ach, mr. nice guy heeft er ook niet naar gevraagd….?

We rijden het centrum van Skagway in, het is inmiddels rond 16.00 uur en de hoofdstraat is vol met mensen. In de verte liggen vier cruiseschepen. Wij zijn hier ook met de Ruby Princess geweest. De eerste campground die we proberen is vol, morgen is het vier juli, Independence Day, de Amerikaan viert feest en heeft vrij! De tweede campground, middenin het dorp, heeft net een annulering gekregen dus we komen precies op tijd! We kunnen voor één nacht boeken en morgen kijken we dan wel verder. Voor Alaska is het lekker warm en de voorspelling voor de komende dagen is ook uitstekend! We doen een wijntje en gaan dan het dorp in, bij de plaatselijke supermarkt raken we in gesprek met een kerel die achter ons in de rij staat. Hij is de manager van een hotel, heeft ons zien rijden met de buitenlandse camper en als hij hoort dat we wellicht morgen geen plek hebben geeft hij zijn adres en biedt aan dat we bij hem kunnen komen staan. Hij heeft een stukje grond (vier hectare) dus dat is geen probleem! Hoe aardig! ? Iets voor 23.00 uur wandelen we naar de pier bij de jachthaven want daar wordt het vuurwerk voor the 4th of july afgestoken. Ze doen dit om twee redenen de avond van te voren: 1. Het wordt hier nauwelijks donker, zo rond middernacht wat schemer. 2. Doen ze dat morgen aan het eind van de feestdag dan is het vragen om ellende want ervaring leert dat er dan mensen door teveel drank in het water donderen. ? Het heeft allemaal wat vertraging en eindelijk om 23.30 begint het.

Wow, wat een grandioos schouwspel hier in een dorp van ongeveer 1200 inwoners. De show duurt een half uur lang en zelden zagen we zo’n mooi vuurwerk!  Roel schat dat er voor een ton de lucht in geschoten wordt. Ondertussen dat wij ons vermaken met het vuurwerk vermaken de muggen zich met ons en al krabbend en om ons heen slaand lopen we terug naar de camper. We moeten vroeg op want er is een heuse parade in het dorp en die start om 10.00 uur. De eigenaresse van de campground heeft geregeld dat we op de andere camping terecht kunnen en na de parade gaan we verkassen. Het is al flink warm en de eerste cruisereizigers (er liggen weer vier schepen) lopen al zwetend en puffend bij ons voorbij (wij zitten nog aan ons ontbijtje ?) op weg naar het centrum. Om 10.00 uur staan we klaar en genieten van de parade want het is gewoon erg leuk gedaan allemaal.

Er is verder in het dorp van alles te doen: Skagway staat in het Guinnessbook Book of Records met rauwe eieren gooien/vangen, er is een race met badeendjes in de rivier, zoveel mogelijk hotdog’s eten en een wedstrijd armdrukken. Ook lopen er wat Amish in het wild. ?

Eigenlijk is het net Koningsdag bij ons en heel veel mensen zijn gekleed in de nationale kleuren. Na de parade slenteren we wat in het rond en ineens horen we een vrouwenstem zeggen; ‘Hé Nederlands, op welk schip zitten jullie?’ We raken aan de praat met het echtpaar en dan blijkt al snel dat de man door zijn werk de beste vriend van Roel, Dirk Jan kent! Hoe klein kan de wereld zijn.

‘Zullen we even wat gaan drinken?’ stelt zij voor en na wat zoeken vinden we iets, want op zo’n drukke dag als vandaag valt het niet mee. ?
Hierna verkassen we de camper naar de andere campground, missen helaas het eieren gooien maar zien wel de start van de badeendjesrace.

Aan het eind van de middag doen we een drankje in de Red Onion Saloon. Dit was ooit ten tijde van de Klondike Gold Rush periode (1898) een bordeel. De sfeer probeert men nu nog wat na te bootsen en de meiden die er werken hebben sexy korsetten aan waar je de tip in kan stoppen, een beetje ondeugend maar toch braaf. Mijn handsome heeft de bril maar afgezet….?

Als we de menukaart zien besluiten we gelijk wat kleins te eten want door de warmte hebben we toch weinig trek. Later als we terug naar de camper lopen is het centrum rustiger, drie cruiseschepen zijn vertrokken maar één ligt er nog. Daar staat een ambulance met zwaailichten bij….er is een onfortuinlijke die het allemaal teveel is geworden. ?
Het zonnetje schijnt de volgende morgen alweer uitbundig en het is warm in de hut: ‘Dit is toch Alaska?’ Vandaag hebben we een rustdag: even een rondje centrum en de was draaien. In het centrum gaan we naar dezelfde koffiebar als gisteren voor een koffie/thee en de man kijkt ons vreemd aan; ‘Hey, what’s happening?’ vraagt hij vol verbazing. Dat is niet zo vreemd want bijna iedere toerist die hier komt zit op een cruiseschip. De kerel denkt dus dat wij de boot gemist hebben. ? Bij een van de vele souvenierwinkels kopen we wat stickers van beren, moose en wolven. Leuk voor aan de zijkant van de camper.

Daarna lopen we bij een internetwinkel naar binnen waar we heel ouderwets ‘internetminuten’ kopen en tussen de bemanning van de schepen zit ik ook met thuis te bellen.
Het is hier in Alaska echt een probleem om te bellen en te internetten. ?
De campground heeft ook een laundromat en mijn lover en ik gaan daar samen heen. Niet dat we nu ineens niet zonder elkaar kunnen maar ik heb dus altijd ruzie met die machines! Net als met alles hebben de Amerikanen te veel keus: machines met maxi load, triple load en easy load, nou dan ben ik al uit de bus gevallen en snap het niet meer.
Kort was-verhaal: ik heb een donkere en witte was en omdat het best veel is vul ik dus de grote machines. Dan blijkt dat ik ze toch niet vol krijg en ga alles weer overpakken in kleinere machines. Ondertussen staat mijn lover naast mij ‘Dat zag ik al meteen, ik zei het toch!’ te roepen. Het is een twee-wekelijkse kwelling en ik leer het nooit. ? In de hoek staat een vrouw naar ons te glimlachen en zegt; ‘Wat leuk, jullie zijn de eerste Nederlanders die ik hier hoor!’ Ze staat bij ons op de campground, heet Anke en het blijkt dat ze ook in Vlaardingen heeft gewoond! Ze zat zelfs op dezelfde MTS als Roel, alleen een andere richting. Haar man is de Chilkoottrail (53 km door de Coast Mountains van Dyea naar Bennett) aan het lopen en komt zaterdag met de trein weer terug in Skagway. Eind van de middag zitten we aan een wijntje als Anke voorbij loopt en we nodigen haar uit voor een glaasje. Ik heb vanavond de kookbeurt en er staat macaroni op het menu maar als mijn lover hoort dat Anke in haar eentje bij de haven gaat eten is hij om; ‘Is het niet veel leuker om met zijn drieën te gaan?’ vraagt ie. Hij doet ook alles om onder mijn macaroni vandaan te komen. ? We hebben een gezellige avond en het eten is super!

We hebben de volgende middag een plek gereserveerd op de ferry naar Haines en Anke wil morgenochtend vroeg gaan vliegen naar de gletsjers dus we wisselen adressen uit en nemen alvast afscheid van elkaar. De volgende morgen komt ze nog even snel zeggen dat het brood dat Roel gebakken heeft erg lekker was. We hopen voor haar dat er plaats is, wensen haar veel plezier in de lucht en ik denk; ‘Jij liever dan ik Anke, mij niet gezien in zo’n klein kistje!’ ? Wij hebben een easy morning, het enige wat moet is om 11.00 uur van de campground vertrokken zijn, en dan pas om 14.00 uur melden bij de ferry terminal. Net als we staan te babbelen met de buurtjes komt Anke terug. ‘Ik heb even een vraag, hoe laat gaat jullie boot? Zou één van jullie zin hebben om met mij mee te gaan vliegen, want het is heel moeilijk om voor één persoon te boeken. Uiteraard betaal ik!’ Ik hoor dit aan en denk gelijk; ‘OMG, echt niet!’ en roep; ‘Super leuk, maar niet voor mij, maar wel voor jou Roel!’ ? Mijn lover (heeft bijna overal al in gevlogen) vliegt in alles, als een kartonnen doos de lucht in zou kunnen dan zou hij er nog in gaan zitten! ? ‘Ja, ja, maar ik wil niet dat je voor mij gaat betalen!’ zegt mijn lover tegen Anke. Nou goed, de tijd dringt en ze komen er niet uit dus we gaan opschieten en naar de tour office met onze camper. De tickets worden geboekt en we gaan een koffie/thee doen in de bekende koffiebar. Dan wordt het tijd om naar het vliegveld te gaan. De lucht is helder maar wat een wind! ‘Dit zou wel eens een hele bumpy flight kunnen worden!’ lacht mijn lover en ik denk alleen maar ‘Oh, wat ben ik blij dat ik niet mee hoef, thank you Lord!’ ? We gaan in de hal van het kleine vliegveldje op Paul de piloot wachten en de dame daar vraagt of de camper van ons is. Ze zou zo graag eens binnen kijken. ‘Als zij straks weg zijn dan gaan wij even kijken.’ beloof ik haar.

Als ze hoort dat we met de ferry naar Haines gaan dan kijkt ze benauwd want deze schijnt problemen te hebben en daardoor vertraagd te zijn. Ze gaat bellen en inderdaad er is een vertraging van zeker twee uur. Daar komt Paul binnen, een vrolijke drukke vent; ‘Hello, are the three of you ready? Let’s go!!!’ ??
‘Even wachten Paul’ denk ik, ‘Een versnelling terug’. ‘Ik ga niet mee, alleen zij twee.’ zeg ik….eigenlijk piepte ik. Want dat is best ergerlijk van mezelf: als ik een beetje bang wordt dan piep ik. ? Paul kijkt me aan en roept; ‘Je hebt toch wel eens gevlogen!’
En daar ga ik de fout in en vertel hem dat ik wel eens in een helikopter heb gezeten. ‘They told me there are three people!’ zegt pitbull Paul. Ondertussen staan Anke en mijn lover mij ook aan te sporen ‘Doe het nou, doe het nou!’ En ik denk; ‘WTF ik doe het echt niet, ik waai uit mijn hemd met die wind en heb net een ‘koffiebom’ met alles erop en eraan naar binnen gewerkt. ? Hij grijpt mijn arm en zegt; ‘I’ll show you my plane!’ Terwijl we naar zijn vliegtuigje lopen vraagt ie twee keer of Roel mijn husband is, de zonnebril gaat even af en hij knipoogt naar me, ‘you never know, things can change’. Hij vliegt al 26 jaar hier in Alaska, woont in Haines, a nice place to stay, brilletje weer af en een knipoog. ? Er kunnen vijf passagiers en één piloot in het vliegtuigje en met een ladder moet je aan boord. En daar sta ik tegenover de drie en hoor mezelf piepen; ‘Okay, ik doe het.’

De drie barsten in gejuich uit alsof ik net mijn winnende loterijbriefje met hen heb gedeeld en ik vraag me af waarom ik nou toch ja zeg. ? Ik, die thuis nog nooit met mijn lover mee ben geweest als hij luchtfoto’s boven Rotterdam gaat maken, simpel weg omdat ik niet durf!
Paul deelt in waar we gaan zitten en er gaat nog een jongen mee van de tour office, die moet tenslotte weten wat ie verkoopt. Ik kom achter Paul te zitten naast mijn lover. We krijgen een koptelefoon op en hij laat zien hoe de spuugzakjes werken ‘Don’t forget to take away the microfone!’ zegt ie en hij buldert van de lach. Ik denk ‘Nou Paul zet je kraag maar op want ik zit recht achter je.’ We hobbelen naar het begin van de startbaan en ik zucht diep en mompel ‘OMG.’ Altijd leuk want door de koptelefoons is die zucht door iedereen te verstaan. ?

Paul zegt; ‘Okay, of jullie er klaar voor zijn of niet: we gaan!’ En we suizen de lucht in, Wow, het valt reuze mee. We vliegen naar de gletsjers toe en als we er overheen vliegen is het ongelofelijk mooi!

Wat een kleuren blauw en groen! De sneeuw, de meren, de bossen en watervallen: Alaska is zo wonderschoon! We komen in een paar wolken terecht en het ding begint te schudden maar Paul corrigeert en we gaan weer goed. Door de microfoon babbelt ie over Alaska, zijn leven hier, legt uit wat we zien, wat de namen van de gletsjers zijn en vraagt of het goed met ons gaat.

Hoe bijzonder om dit vanuit de lucht te mogen zien want we hebben dit stuk ook met het cruiseschip gevaren. We zijn een uur in de lucht en gaan terug. Net voor we gaan landen kijkt Paul achterom, vraagt; ‘Viel het uiteindelijk toch mee?’ en zijn hand pakt mijn onderbeen even vast….mijn Alaska-charmeur. ? De landing is vrij heftig maar we staan. Ik heb het gewoon gedaan: Yes!

‘Zo, nou kan je de volgende keer gewoon met mij mee boven Rotterdam!’ zegt mijn lover opgetogen. ?
Anke wil absoluut geen betaling van Roel aannemen, ‘Als jij niet mee had gegaan dan had ik ook niet gekund.’ We spreken af dat we haar en haar man in Nederland mee uit eten gaan nemen. We rijden terug naar het centrum en genieten tijdens de lunch nog na van ons vliegavontuur, het was geweldig! Dan nemen we afscheid van Anke en gaan naar de terminal om op de ferry naar Haines te wachten. We parkeren de hut en nu maar wachten hoeveel vertraging de ferry heeft opgelopen….?

Vijftien ongelofelijke minuten!

Ondanks dat de campground in Fanny Bay gerenoveerd wordt staan wij er toch prima.

‘s-Avonds beginnen we maar eens met een nieuwe Scandinavische serie: the Lawyer. Die is zo spannend dat we de tijd vergeten en rond 01.00 uur ineens ontdekken hoe laat het is. ? Zondagmorgen komen we langzaam op gang maar wat maakt het uit, vandaag staat een korte rit (klein uur) naar Campbell River op het programma. Onderweg passeren we een aantal campgrounds die allemaal een bord met ‘No vacancy’ hebben staan: nou dat beloofd wat! Het is goed te merken dat Vancouver Island favoriet is want het is overal best druk. De campground, Thunderbird, die wij hebben uitgezocht ligt net buiten het centrum en heeft nog plaatsen vrij. We boeken een plek voor vier nachten met uizicht op het water. Cruiseschepen varen zo voor onze neus voorbij op weg naar en van Vancouver.

We parkeren de hut en doen verder niets want het regent hard. Eind van de middag is het droog, we maken een wandeling en eten bij Dockside een vissie. Dit restaurant drijft op een vlonder in het water en een nieuwsgierige zeehond zwemt in de buurt.


Waarschijnlijk krijgt hij af en toe iets lekkers toegeworpen want bang is ie totaal niet. ? We zijn speciaal een paar dagen naar Campbell River gekomen voor Eagle Eye Adventures. Dit wordt gerund door een Nederlands echtpaar, Jos en Rentia Krynen. Zeven jaar geleden hebben zij het roer omgegooid en zijn hier naar toe verhuisd, dit bedrijf gekocht en inmiddels hebben zij reserveringen tot ver in 2019 staan. Hun concept: gewoon snel en adequaat zaken doen, modern en veilig up to date apparatuur zoals rhib’s en waterdichte pakken, feeling en verstand hebben van de natuur (Jos is afgestudeerd bioloog). Tevens zijn zij de beheerders van een Canadaforum en hebben een mooie Facebook site waardoor we met hen in contact zijn gekomen. In ruil voor stroopwafels hebben we een aantal camperbenodigdheden naar hun adres mogen laten sturen die we maandagmorgen op gaan halen. Het stel komt uit het Brabantse en dat is nog goed te merken want hartelijk worden we door Rentia ontvangen.

De weersverwachting voor morgen is goed en we boeken gelijk een walvis tour. Er zijn twee opties: een tocht van vier of zes uur. Wij gaan voor zes uur en nu maar hopen dat er in die zes uur iets te zien valt….? Zo niet dan gaan we een andere dag weer mee. Zoals al eens eerder gezegd: ik vind het best spannend. Met een boot varen is helemaal top maar die vissen! ? In gedachten hoor ik dan altijd de muziek van Jaws en zie me al opgevreten worden door weet ik veel wat. Mijn lover is er helemaal gek van en zou graag een walvis van dichtbij fotograferen dus met een gemengd gevoel ga ik slapen. ‘Ik hoop echt dat we ze morgen heel dichtbij zien!’ mompel ik voordat we gaan slapen. Maar of ik het meen…. ?

Het is stralend weer en we melden ons om 09.30 uur bij de haven. Als we compleet zijn (tien mensen en allemaal Nederlanders) dan krijgen we een pak uitgereikt en zien we er weer uit als één grote ANWB familie. Dit pak heeft ook een ingebouwd reddingsvest, is super warm en waterdicht.
‘We gaan zes uur varen, onderweg lunchen en mochten jullie iets zien steek dan je hand op!’ zegt Jos. Hij legt nog wat do’s en don’s uit en daar gaan we, op naar Free Willy en zijn soortgenoten!

Jos staat in radiocontact met de boten van andere tourbedrijven en zo houden ze elkaar op de hoogte waar iets te zien valt. Het is warm op het water, de zonnestralen branden en ik rits mijn pak wat open. ‘Humpback whales in front of us!’ horen we de stem van Jos door de ingebouwde speakertjes. Wow, we zijn nog maar net weg en spotten al iets! Het is even zoeken in de verte want het dier is onder….maar daar is ie weer.

Ondertussen horen we Jos over de radio met een collega praten. ‘Okay guys, we gaan door want verderop zijn orca’s aan het spelen!’ roept ie. Ik dacht dat de rhib net al hard ging maar we gaan nu nog harder en suizen over het water!
Het is zeker een half uur varen en ik voel me een beetje alsof ik in Expeditie Robinson zit want verlaten eilanden, op sommigen liggen zeehonden, schieten voorbij maar waar moeten we zijn? Waar worden we heen gebracht? Dan zien we ze, het zijn zeker zes orca’s en het water spuit omhoog als ze half boven komen.

De wetgeving is zo dat de boten minimaal 100 meter afstand moeten houden van de dieren. Half juli wordt dit aangescherpt en is zelfs 200 meter verplicht. Met deze wet hoopt men de dieren meer rust te geven zodat zij zich makkelijker voortplanten. We kunnen de orca’s zien maar eigenlijk zijn ze best ver weg. Ik kan niet zo goed schatten maar het lijkt me dat Jos veel meer dan 100 meter afstand bewaard. Het schouwspel is er echter niet minder om en we liggen zeker een uurtje te genieten. ‘Als iedereen er klaar voor is dan gaan we nu op weg naar de lunchplek.’ roept ie en het gas gaat er weer op. Het is bijna onmogelijk om iets tegen elkaar te zeggen want de wind blaast alle kanten op. In een inham ligt een haventje en daar gaan we van boord. Jos heeft lunchpakketten, koffie/thee en limonade bij zich: prima verzorging!

Na de lunch gaan we het water weer op en zetten koers richting de plek waar we eerder vanmorgen de humpback whales zagen.
Daar klinkt zijn stem al door de speaker; ‘Right in front of us!’ Water beweegt en we zien een vin boven komen….hoe mooi! Jos houdt zich aan de minimum gestelde 100 meter afstand en de boot dobbert met motor stationair op het water. ‘Het zijn twee humpback whales en het lijkt alsof ze dichterbij willen komen.’ merkt hij op en ik denk; ‘OMG! Het zal toch niet waar zijn!’ ?

Humpback whales of de Nederlandse naam: bultrugwalvissen zijn bekend om hun grote borstvinnen waarmee ze flinke klappen op het water geven en om de spectaculaire sprongen. Ik vind deze bijzondere dieren eigenlijk mooi van lelijkheid met hun knobbels op de kop en onderkaak.

En daar zitten tien ingepakte rode pakken, met een camera alvast in de hand, en één gids in een dobberende rhib turend naar het water en je voelt de spanning. We zien één humpback whale onder duiken en de ander gaat er achteraan. Niets meer te zien, waar zouden ze gebleven zijn? ‘Oh, oh, het zal toch niet!’ hoor ik Jos mompelen en hij zet de motor van de boot af…. ? Ingespannen kijken alle hoofden over het water en ik hou mijn adem in. ‘Ze blijven wel heel lang onder, straks duikt ie op naast de boot.’ hoor ik Jos weer. Ik vind het griezelig want we hebben net gehoord dat deze twee wel zestien meter lang zijn! We kijken met elkaar links en rechts en iemand maakt een grapje; ‘Straks zit ie echt onder de boot….’ ? en de seconden tikken weg. Ineens slaakt Jos een  kreet; ‘Allemachtig, achter de boot!!!’

Ik schrik me totaal een ongeluk, kijk om naar achteren en zie nog net hoe de walvis het water weer raakt. Er is geen paniek maar wel totale opwinding bij de rode pakken en de gids, we staan, zitten en kijken naar het water. Door elkaar klinken de kreten van verbazing en opwinding; ‘Waar zijn ze, waar zijn ze? Daar komt ie weer, let op, let op!’

Wat volgt is een spel (later horen we van de gids dat het ongeveer vijftien minuten heeft geduurd) van de twee nieuwsgierige deugnieten met onze gele rhib. Ze duiken, draaien en buitelen er omheen, klappen met de vinnen op het water en duwen zelfs zachtjes tegen de boot aan.

We horen ze blazen en zo dichtbij ruiken we de ranzige vislucht die om hen heen hangt. ? Vlak naast de boot komt de kop meerdere malen boven water en een oog kijkt ons aan:

Wow, wat is dit indrukwekkend mooi! Er zijn geen woorden voor te vinden om dit kwartier en onze ervaring goed te beschrijven. Jos doet dit werk al zeven jaar en heeft dit ook nog nooit meegemaakt! Hoe super top!
De twee walvissen zijn uitgekeken op het gele dobberende ding in het water dat niet meespeelt maar alleen allerlei kreten slaakt en zwemmen van ons weg.

Aan boord heerst een uitgelaten sfeer: ‘Hebben wij dit net echt meegemaakt??!!’ ?  En ineens denk ik aan de regels en wetten en zie het beeld voor me afgelopen jaar van de hond die onder het hek, dat de grens afbakende tussen Amerika en Mexico, door kroop. Heen en weer speelde het dier op het strand en had totaal geen erg in grenzen. Hoezo 100 meter afstand houden: alsof een walvis dat snapt! ?
Het gas gaat er weer op, de motoren brullen, de wind suist om onze hoofden en het water is wilder geworden door de wind of stroming.

Bam, bam, klapt de boot keihard op het water en we komen een beetje van de banken los. We gillen het uit van pret en houden ons vast, deze dag neemt niemand ons meer af! Vanmorgen kenden we elkaar niet maar nu aan het eind van deze middag delen we een hele bijzondere gebeurtenis!  Op de wal trekken we onze pakken uit en wisselen email adressen. Als we afscheid nemen van iedereen zegt Jos; ‘Het mooiste moment voor mij was dat oog, het trof me midden in mijn ziel.’ We lopen naar de campground en als we ‘s-avonds op de computer de beelden terug kijken en de reacties zien op Facebook dan beginnen we pas echt te beseffen wat we hebben meegemaakt. ?
Het filmpje is gemonteerd van een aantal stukken film. De kwaliteit is minder omdat er stevig verkleind en gecomprimeerd moest worden.

Het ‘grappigste’  stuk zet ik misschien nog wel eens bij de bloopers: namelijk het moment dat de éne deugniet plotseling opduikt acher de boot zodat  ik van schrik mijn camera overal heen laat gaan behalve naar het water en je onze opgewonden kreten hoort….’Holy shit!’ ‘Daar komt ie, daar komt ie!’ ? Ik weet het zeker Spielberg zou er een bestseller van kunnen maken!

Pure eenvoud !

We schrikken wakker van het wekkertje: zaterdagmorgen 07.00 uur. Ik kijk naar buiten en we liggen al in de haven van Seattle. Het was een drukke week aan boord van de Ruby Princess en we zijn best moe. Normaal bij een cruise is het de bedoeling dat je de laatste avond de koffers op de gang zet naast de deur van je hut. Die worden dan door de bemanning verzameld en de volgende ochtend kan je ze aan wal in een verzamelruimte ophalen. Althans als het goed is want het gaat ook wel eens mis. Vrienden van ons zitten nog steeds op hun koffers te wachten die eind vorig jaar zoek zijn geraakt tijdens deze handeling. De koffers zijn inmiddels wel getraceerd maar zwerven de wereld nog over en laatst kregen ze een telefoontje uit Vancouver dat ze daar waren maar waarschijnlijk weer naar het schip zijn gestuurd. ? In Skagway zagen we trouwens verloren koffers overladen van een HAL vrachtwagen in een HAL bus. Maar helaas Corrie, jullie koffers zaten er niet bij!

Op de Ruby mag je de koffers ook bij je houden en zelf van boord dragen, dat lijkt ons een prima plan! We zeggen tegen Kleonard dat we gaan ontbijten en nemen alvast afscheid van hem. Hij is opgewonden want gaat straks, na tien maanden onafgebroken werken, ook van boord. Dan één nacht een hotel in Seattle en morgenmiddag vliegt hij naar zijn gezinnetje op de Filipijnen.
Op zo’n laatste dag heerst er altijd een beetje chaotische sfeer aan boord. De gehele bemanning heeft het razend druk want de nieuwe gasten staan rond 13.00 uur al weer te trappelen en dan moet het spic en span zijn. Net als wij zijn er heel veel gasten die in het restaurant nog snel een ontbijtje nemen en genieten van het uitzicht op Seattle.
We verzamelen daarna onze spullen, wandelen van boord en voor we het beseffen zitten we al in taxi op weg naar het station waar we ook gelijk de bus naar Kent hebben. Ons plan is de camper uit de stalling halen en terug naar de KOA camping, waar we vorige week ook stonden, voor een nachtje. Bij het busstation in Kent staat een taxi dus de wandeling en het gezeul met de bagage naar de stalling blijft ons dit keer bespaard! ? De camping heeft helaas geen plaats meer vrij, het is morgen vaderdag en dat vieren de Amerikanen uitgebreider dan wij….? ‘It’s a very busy weekend because of Fathersday!’ zegt het meisje achter de balie. Ze geeft nog een paar opties maar denkt dat het overal vol zal zijn.
De Amerikanen krijgen niet veel vakantiedagen, met veel mazzel hebben ze veertien dagen onbetaald verlof, en zodra ze een gelegenheid hebben gaan ze er een weekend tussenuit. We willen uiteindelijk naar Vancouver Island en moeten hiervoor de ferryboot hebben. Die kunnen we nemen vanuit Vancouver of Port Angeles, waar de wachttijden veel korter schijnen te zijn. Dus besluiten we terug te gaan naar het RV park in Gig Harbor en van hieruit morgen het laatste stuk naar de ferryboot te rijden.
We waren hier vorige week al en er zijn een aantal campings in deze omgeving: ergens moet het lukken! Er is plaats in Gig Harbor, we ruimen de bagage op, wassen en drogen doen de machines en verder hebben we een easy middag! ? De ferryboot vertrekt om 13.00 uur uit Port Angeles en als we daar niet op kunnen dan hebben we nog een kans om 17.20 uur. Reserveren is helaas niet meer mogelijk op zo’n korte termijn. Zondagmorgen dus ruim op tijd weg. Bij de ferryterminal aarzelt men even of we mee kunnen om 13.00 uur maar helaas, we zijn net iets te groot voor de ruimte die nog over is. We krijgen wel de garantie voor de volgende om 17.20 uur. Het is een paar uur wachten en we lopen door het stille plaatsje. Sinds weken is het weer eens warm genoeg voor een korte broek en voor een late lunch ploffen we op een terras bij de haven.

Als de ferryboot arriveert dan is het een snel wisselen van afgaand en opkomend verkeer en we varen weer!

Opnieuw naar Vancouver Island waar we eergisteren ook waren. ? De overtocht is gezellig want aan boord zijn een aantal heren die spontaan a capella een paar nummers inzetten.

Binnen anderhalf uur zijn we in Victoria en gaan op zoek naar een camping. Er is er één net buiten het centrum, heel mooi aan het water, die hebben we gemaild maar helaas alles voor vannacht is vol.

Een reservering voor morgen is wel gelukt.
Voor nu hebben ze een alternatief opgegeven buiten Victoria en daar rijden we heen. We rijden de ferry af als er iets op de grond valt, ik zie de keukenrol liggen en denk; ‘Even snel pakken kan wel.’ en loop dus naar achteren. Dom, dom, nooit doen in een rijdende camper….? ‘Pas op, ik moet remmen!’ roept Roel en ik grijp me met mijn ‘verkeerde’ arm vast aan de stoel en wordt heen en weer geschud. Au, au, dat doet echt zeer, mijn arm is goed aan het herstellen na de breuk, maar dit is zo’n gemene onverwachtse pijn. ? Ik zit nog na te piepen als we twee auto’s voor het stoplicht zien met hun gevarenlichten aan. ‘Opletten, daar is iets aan de hand!’ zeg ik tegen mijn lover. We gaan op de baan ernaast staan en hij vraagt wat er aan de hand is. Het blijkt dat de voorste auto geen benzine meer heeft. De vrouw staat naast haar auto en is in gesprek met de man daarachter die haar wil helpen. ‘Ik heb een tankje met benzine bij me!’ roept Roel en we keren waar het mogelijk is. We gaan schuin achter haar auto staan, want de andere is al weggereden, maar waar is zij nou? Ze zit op de vangrail een sigaret te roken! Mijn lover springt uit de camper, pakt de jerrycan en houdt die omhoog naar haar. Dan zegt ze tot onze stomme verbazing; ‘Ik zit even te roken!!’ ? ‘WTF mens, je wordt geholpen!’ denk ik bij mezelf. ‘Ja, dat is prima maar je moet me wel helpen dus gooi die sigaret maar weg!’ roept mijn lover. De vrouw maakt de sigaret uit en komt helpen. Ergens in mijn onderbuik krijg ik een raar gevoel: iets klopt er niet. Ik kijk om me heen maar zie verder niemand, ook in de auto zelf, behalve een hond, geen ander persoon. ‘Ik gooi de jerrycan leeg en dan rijden we naar dat benzinestation (dat ligt in de verte en kunnen we zien) en dan kan jij die voor me vullen.’ zegt Roel. De vrouw vind het prima, de benzinedop gaat er weer op en ze gaat in haar auto zitten. Terwijl mijn lover in de camper stapt geeft ze ineens gas en rijdt nog snel door het stoplicht heen dat op rood springt. En dan zitten we plots in een aflevering van ‘Flikken Vancouver Island’. ? ‘Gas op de plank, ik zie haar rijden!’ blaf ik mijn partner in crime toe. Maar we hebben geen zwaailicht, geen snelle auto, geen pistool om haar banden lek te schieten en raken haar kwijt. We scannen de omgeving rond het plaats delict af maar helaas de bitch is verdwenen en heeft ons bestolen voor vijf dollar. ‘Is dit lachen zeg voor vijf dollar!’ grinnikt mijn handsome. Nou ik vind er niets aan en kan zo boos worden om dit soort acties, wat een rot mens….? (en mensen die mij kennen weten dat ik een hele scheldkanonnade heb af zitten vuren ?) De volgende morgen is het prima weer en we ontbijten buiten.  Mijn lover staart naar de camper en zegt dan; ‘Het lijkt alsof er iets onder de motorkap van de camper ligt….’ En ja hoor, er liggen een paar druppels, hij wrijft er met zijn vinger door, jakkes het is vet en donker: olie! Het zijn maar een paar druppeltjes maar toch: waar komt het vandaan? ? We rijden naar Salish Seaside RV aan het water in Victoria, wat een leuke plek is dit met de watervliegtuigen die zo laag overkomen!

Achter de receptie vertrekken kleine pontjes die je naar het centrum varen.

Helaas gaat de laatste al rond 20.30 uur terug dus gaan we maar fietsen. We struinen door Victoria,

Een buxusschoen….maar wel met een mooie rode zool! ?

drinken een cocktail bij het beroemde Empress hotel

en eten vis-taco’s bij Fishermanswharf.

Tussendoor komt er nog een demonstratie langs tegen zalmvangst en mijn lover gaat aan het werk!

De Butchart Gardens (botanische tuin) schijnen de moeite waard te zijn maar we kwamen er niet aan toe want voor we het weten is de dag voorbij. De plaats waarop we staan is van beton en de volgende morgen liggen er weer een paar druppels olie. Het baart ons zorgen want we willen met de hut naar Alaska. Er zit een Fiat garage in Victoria en daar gaan we heen. Ze blijken hier alleen de kleine 500 te verkopen en repareren. Hun buurman schuin aan de overkant zou ons wel kunnen helpen. Het is een kleine werkplaats en de aardige monteur laat Roel de camper op de brug rijden en dan gaan ze onder de motorkap kijken met een lamp. Roel legt uit dat er in Temecula een gereviseerde dieselpomp in is gegaan. De monteur knikt en pakt wat gereedschap en gaat de bouten en schroeven nalopen. ‘I got it, they forgot something!’ Wat blijkt de monteur in Temecula heeft een bout niet goed vastgedraaid. ? Het euvel zou nu verholpen moeten zijn. We zijn super blij en vragen de kerel wat hij krijgt. ‘Geef maar 60,00 dollar (40,00 euro) voor dat half uurtje.’ zegt ie. Roel geeft hem een fooi erbij want de kerel is zeker één uur bezig geweest. Als dank loopt hij zijn kantoor in en krijgt mijn lover met een vette knipoog een kalender van het huis. Zo’n soort Pirelli maar dan anders. ? Ach ja….

We rijden terug naar Salish Seaside RV en de volgende morgen is er geen druppel olie meer te bekennen! Pfff. Er zijn een aantal plaatsen die we op Vancouver Island zeker willen bezoeken: Tofino, Ucluelet en Campbell River. Om de route zo praktisch mogelijk te houden starten we met de westkant om uiteindelijk bovenin, na Campbell River, de ferry te nemen van Port Hardy naar Prince Rupert op weg naar Alaska. Op woensdag rijden we weg uit Victoria en bij een grote shoppingmall doen we boodschappen. Bij het afrekenen vraagt de kassière of we een tasje willen. Inmiddels ben ik het gewend hoe ze hier in de supermarkten werken. Alles wordt voor je ingepakt en ook nog gesplitst met als resultaat dat je bijvoorbeeld voor acht boodschappen soms wel zes tasjes kan hebben. Dus ik antwoord ‘No thanks.’ want gewend aan het Nederlandse heb ik mijn eigen boodschappentas. De kassière zucht een beetje want wat blijkt in deze supermarkt is het onlangs verplicht geworden om de boodschappen, die niet in hun tasje/zak gaan, van een sticker te voorzien zodat anderen zien dat het netjes betaald is. ? Je hebt soms systemen: dan toch maar een tasje/zak vragen! ?

De bedoeling is om zeker tot Nanaimo te rijden en morgen de rest van de kilometers naar Tofino. Als we een bordje zien met daarop ‘Seaside route’ besluiten we eraf te gaan. De weg brengt ons dichter naar de kust en we rijden door een leuk toeristisch plaatsje met haven: Cowichan Bay. Net er buiten is een parkeerterrein waar we de hut parkeren. We lopen door de uitgestrekte straat met winkeltjes en eten een vissoep in een klein restaurant.

In Nanaimo houden we het voor gezien en in de informatiegids ‘super camping’ zie ik deze campground: Living Forest Oceanside. Ze hebben wel iets van driehonderd plaatsen, niet echt ons ding zo’n grote, maar gezien de drukte gokken we dat ze hier nog plaats hebben. We hebben geluk en er zelfs nog iets vrij aan het water, wat een mooi plekje!

Het is te merken dat er hier op Vancouver Island ook veel Nederlanders zijn want als we buiten zitten te eten raken we al twee keer in gesprek. Het is grappig om te zien: ze lopen voorbij, zeggen gedag en dan ineens zien ze het Nederlandse kenteken. ? Het is een mooie avond en ineens besluit mijn handsome om weer eens een vuur te maken. Helaas hebben we afgelopen zondag bij de ferry onze voorraad hout in moeten leveren toen we van Amerika naar Canada gingen. We lopen dus eerst naar de kampwinkel en merken nu pas hoe groot en heuvelachtig het terrein is want het is een aardige tippel. Met een flinke stapel gaan we terug! Wie niet sterk is moet slim zijn en als ik een stok zie heb ik al snel dit idee! ? Door het net steken en ieder aan een kant tillen.

Met een bijl gaat mijn eigen Nederlandse houthakker daarna aan de slag.

Soms hebben we geen erg in de tijd en als er later op de avond muggen komen bedenk ik me dat het inmiddels al eind juni is. De volgende morgen, voordat we richting Tofino en Ucluelet rijden, gaan we eerst langs de dump. Onze plek vannacht had geen afvoer, alleen elektriciteit en water. Er staat een grote camper, met Canadees kenteken, te legen en de man steekt verontschuldigend zijn handen op. Roel roept uit het raampje; ‘Geen haast want we hebben alle tijd!’ Je ziet de man naar ons kenteken kijken en dan komt ie op ons af. ‘Komen jullie uit Holland? Ik ook maar ben 57 jaar geleden hierheen geëmigreerd, mijn naam is Nico.’
Er ontstaat een leuk gesprek met hem en zijn vrouw. Ze wonen in Nanaimo en zijn hier bij vrienden een nachtje met de camper geweest. Nico vraagt waar in Holland wij wonen, hij zelf komt uit Schiedam. Als de mannen verder praten blijkt Roel de broer van Nico te kennen!

Hoe klein kan de wereld zijn. ? Ze nodigen ons uit om bij hun thuis langs te komen en sturen een email met het adres. Helaas is het er niet meer van gekomen want vanuit Tofino zijn we de andere kant op gegaan.
Na dit leuke intermezzo gaan we op pad, rijden eerst door Nanaimo en dan de Highway op. Als we door de bergen komen wordt het weer slechter en kouder. Bij de splitsing Ucluelet en Tofino slaan we eerst de richting van Ucluelet in. Aan het eind van het dorp parkeren we de hut en lopen een stuk naar de zeekant. Het zal zeker heel mooi zijn hier maar met dit weer is er niet veel aan….en ook een beetje bibberen geblazen in de korte broek. ?

Door naar Tofino (ongeveer dertig kilometer) en een campground zoeken. Deze plaats is beduidend drukker en toeristisch. De eerste campground is vol maar gelukkig heeft de tweede, Bella Pacifica nog een dry-camping plaats (zonder voorzieningen). We rijden daarna naar het centrum om iets te eten. Mijn broer en schoonzus zijn hier een paar jaar geleden geweest en hebben een sushi restaurant aanbevolen, die we gaan proberen. Ik vind het lekker maar voor mijn lover hoeft zo’n ‘koude hap’ niet. Lucky me: ze hebben voor hem een paar warme gerechten, we gaan dus zitten en het eten is prima: genieten! ?

Er zijn heel veel bureau’s waar je een walvis- of berentocht kan boeken en morgen willen we zoiets gaan doen. Vroeg in de morgen wordt ik echter wakker met een bonzend hoofd: migraine. Snel uit bed en een tablet nemen. Dat werkt meestal wel en inderdaad als ik rond 08.00 uur weer wakker wordt is het grotendeels verdwenen. Ik hou altijd wel een ‘suffig hoofd’ op zo’n dag en dat blijkt want ik vergeet het bovenraam dicht te doen als we wegrijden. Gelukkig zijn er andere kampeerders die opletten! ? De campground van vannacht had maar voor één nacht plaats en we verhuizen naar de buren, Mackenzie Beach Resort. In het centrum tracteer ik mezelf op een lekkere koffie voordat we een tour gaan uitzoeken. Zoals ik al zei, er is een flinke keuze en we komen bij Westcoast Aquatic Safaris terecht. Binnen vragen we informatie en een vriendelijke vent legt uit wat we allemaal kunnen doen. We gaan voor de tocht naar de beren. Met een boot ga je op pad om langs de kust beren te spotten: klinkt goed en is weer iets anders dan de walvissen. Als we staan te boeken hoort een andere medewerker dat we uit Nederland komen. ‘Hey guys, do you know Korton?’ We begrijpen niet helemaal wat ie bedoelt maar na wat uitleg zijn we erachter. Gordon is hier onlangs namelijk geweest voor de opnamen van een televisieprogramma. Ze beginnen te vertellen dat het een vreselijke vent is en dat ie erg uit de hoogte deed. Als ik ze vertel dat Gordon best aardig is en ook een aantal goeie programma’s (ouderen die een wens mogen doen) heeft vinden ze het leuk om dat te horen. De éne medewerker is een Chinees en ik kan het niet laten….Dus vertel ik hem ook de grap van Gordon in ‘Holland got talent’, waar hij aan de Aziatische meneer vroeg of ie nummer 39 met rijst ging zingen. ? Ze kunnen er allebei hard om lachen maar of het nu om Gordon of mijn uitspraak is, dat laat ik in het midden! ? Om 14.30 uur varen we, als één grote ANWB familie want we hebben allemaal dezelfde regenjas aan van het bureau, de haven van Tofino uit op weg naar de beren.

Het is even speuren en geduld hebben maar dan worden we beloond: eerst één beer op het strand en even later op een ander stuk strand een moeder met haar kleintje!

Totaal zijn we ongeveer 2 1/2 uur op het water geweest en het was super!

We gaan terug naar de campground die inmiddels bomvol staat en ook hier weer veel verbaasde gezichten als ze ons Nederlandse kenteken zien. ‘s-Avonds nemen we de reisplannen nog eens door: eerst Campbell River voor een paar dagen, daar zit een Nederlands echtpaar waarbij we een aantal walvistochten willen maken. Wij volgen hen via Facebook en ze hebben iedere dag veel geluk op het water. Vanuit daar dan naar Port Hardy om met de ferryboot het eiland te verlaten op weg naar Alaska. De boot zullen we moeten reserveren maar wanneer? Omdat we goed op schema liggen besluiten we nog een paar dagen met de reservering te wachten. Het is te merken dat we inmiddels meer easy en gewend zijn in ons ‘gipsybestaan’. Het enige dat ik boek is een campground in Fanny Bay. Dit is halverwege de route naar Campbell River en gezien de drukte hier op het eiland geeft dat een beter gevoel. De volgende morgen rijden we nog even terug naar het centrum van Tofino en doen een koffie/thee. ‘Het is gewoon al één week geleden dat we van de cruise afkwamen.’ zeg ik tegen mijn lover. We vragen ons wel eens af wat we nou eigenlijk doen in zo’n week en hoe snel dat het allemaal gaat. ?Met maar 130 kilometer voor de boeg maken we eerst een strandwandeling voordat we gaan rijden.

Halverwege de rit komen we bij een stuk bos waar op Nieuwjaarsdag in 1997 een heftige storm een enorme ravage heeft aangericht. Het is vreemd om te zien en ook wat angstig als je bedenkt waartoe de natuur in staat is.

Rond 16.00 uur rijden we het terrein van campground Lighthouse op. ‘Nou, ik weet niet wat je hebt geboekt maar dit ziet er vreemd uit!’ zegt mijn lover. Het voelt ineens als bij voetbal: als we winnen dan hebben wij gewonnen en als we verliezen dan hebben zij verloren. We hebben dit samen uitgezocht in de informatiegids ‘super camping’ maar nu heb ik ineens geboekt! ? Het terrein ligt voor een gedeelte overhoop en er wordt hard gewerkt. De werklui zijn vriendelijk en geven het advies om gewoon aan het water te gaan staan. Verder is er niemand aanwezig maar wel telefonisch bereikbaar. We hebben met de creditcard al betaald dus gaan gewoon staan.

Later op de middag komt er een kerel voorbij die ons de rekening geeft en vraagt of alles naar wens is. De campground is van eigenaar veranderd en de nieuwe is aan het renoveren geslagen. Het zonnetje schijnt, we zetten de stoeltjes buiten en een wijntje en hapje maken alles compleet. Als ik het te warm vind ga ik in de schaduw een stuk verderop aan het blog werken. Ik zit ingespannen te tikken en hoor iemand aankomen, het is een stevige dikke man (jaar of 35) met een groot glas in zijn handen. ‘Waarom zit je in de schaduw?’ is zijn openingszin. Ik vertel dat het zo warm is en met grote ogen kijkt ie me aan. ‘Are you from Germany?’ vraagt ie. ? ‘No, I’m from the Netherlands.’ zeg ik. Hij kijkt me aan, en eerlijk waar, dan antwoord ie; ‘Ik ken drie landen: Canada, Amerika en Duitsland. Where is Neverland?’ Tsja, nou kan ik tegen hem beginnen over Michael Jackson en zijn Neverland ranch maar ik besluit maar met mijn beste zin; ‘WoW, that’s good for you!’
Hij is niet gek, wel een beetje dronken, en ik moet nu toch weten hoe dit zit. Op mijn IPad laat ik hem de kaart van Europa zien. Hij kijkt ernaar en dan blijkt: ik heb de Crocodile Dundee van Canada voor me staan: een visser, geboren aan de overkant van Fanny Bay, werkzaam voor een oesterkwekerij en woont op de camping in een caravan. ‘Ja, die daar staat met de boot (een rhib) en de brommer.’ En is nog nooit in de grote stad geweest! ‘Ik zou niet weten wat ik daar moet doen!’ zegt ie. Germany kent ie ook niet maar er waren gisteren mensen met een huurcamper uit Germany dus vandaar! En dan begint hij te vertellen over de zee, de walvissen en zijn werk….en een romance ligt op de loer ? tot hij vraagt; ‘Waar woon jij?’ en ik op de camper verderop wijs waar mijn lover voor zit. ‘Kom maar dan zal ik op de grote kaart laten zien waar ik woon.’ zeg ik hem en we lopen naar mijn lover. De kaart van Europa kent ie niet maar hij weet wel dat de wereld draait. We nemen afscheid en hij loopt naar zijn caravan waar de muziek een paar tandjes harder gaat en hij waarschijnlijk nog een glas neemt. Wij gaan na het eten een stuk de steiger op wandelen, ik kijk om me heen en denk aan de visser. Soms ontmoet je mensen zoals hij die je doen beseffen: eenvoud maakt blij! Want wat een heerlijke plek hier en dan zo’n man die zich nergens druk om maakt. Niet weet wat er voor vreselijke dingen in de wereld gebeuren! Die vist voor zijn werk, in zijn vrije tijd met zijn rhib de zee op gaat, tussen de orca’s dobbert, die plekken weet waar baby zeehondjes proberen om aan boord van zijn rhib te klimmen en nog nooit in de grote stad is geweest. Met zoveel pure eenvoud om je heen is het dan belangrijk dat je weet hoe groot de wereld is? ?

De mooie dame Ruby

Na een regenachtige vrijdag, waarop we de camper opruimen en de tas met kleding voor de cruise verzamelen, is het zaterdagochtend tegen de weersverwachting in zonnig weer. We moeten ons om 13.00 uur bij de cruiseterminal melden, de dame van de Princess Line was namelijk niet overtuigd dat onze papieren in orde waren en die kunnen hier gecheckt worden. In het ergste geval kan men ons zelfs weigeren. ? Volgens Sam, de dame van het reisbureau, is dit allemaal bangmakerij.

Voordat ik ga douchen controleer ik de vuilwatertank: die zit helemaal vol. ? Ik hoor wel eens: hebben jullie nooit woorden of ruzie want wat je schrijft is allemaal zo leuk maar wie zet er neer; ‘Net knallende ruzie gehad met mijn vent?’ ? Nou deze morgen is er echt zo één want ondanks de vuilwatertank blijft mijn lover een spelletje candy crush spelen. ? De zaterdag begint dus met een woordenwisseling over hoe deze ineens zo vol kan zijn, de laatste dingen inpakken en een rugtas die zoek is….? Uiteindelijk valt het allemaal mee en rond 10.00 uur rijden we, met een begraven strijdbijl, de campground af op weg naar de stalling. Daar zetten we de hut neer en na controle lopen we met onze spullen naar de bushalte. Die is van de week al door mijn lover gespot (ik zat bij de kapster) toen hij deze stalling vond. Op mijn vraag of hij de bustijden had gecheckt was zijn antwoord; ‘Niet echt, dat zien we zaterdag toch!’
We hebben eigenlijk best veel bagage: een grote zware tas (gelukkig met wieltjes), twee rugzakken, een soort bigshopper, mijn handtas en de tas met een telelens.
Bij de bushalte bekijkt mijn lover het tijdschema en dan komt het; ‘Oh, volgens dit schema gaat de bus alleen maar maandag t/m vrijdag.’ ? Ik zucht en kan zeggen ‘Had het van de week gecheckt!’ maar dat lost nu niets op. Hij rent een nabijgelegen benzinestation in en komt met prima nieuws naar buiten; ‘Het volgende station is vijf blokken verder. Nou, dan heb jij gelijk je zin want ik moet meer bewegen van je dus let’s go!’ We zeulen de spullen naar de volgende bushalte en eerlijk is eerlijk, hij keek wel uit naar een taxi maar helaas er kwam er geen. In mijn hoofd kwam wel weer dat zinnetje ‘Hebben jullie nooit ruzie?’ ? Het busstation waar we terecht komen is groot en er is een rechtstreekse bus naar Seattle down town.

Bij station Westlake schieten we een taxi in die ons naar de cruiseterminal brengt. Daar is het erg druk want niet alleen de Ruby Princess ligt er maar ook de Eurodam van de Holland America Line (HAL).

Na vijf keer een cruise met de HAL te hebben gemaakt voelt het vreemd aan om met een andere maatschappij te gaan. De check-in gaat super snel.

Daar kunnen andere havens, inclusief mijn eigen Rotterdam, nog veel van leren. We ondervinden totaal geen problemen met onze papieren en binnen twintig minuten lopen we de gangway van het schip op!

Het is groot, niet echt overzichtelijk en zoals altijd bij aanvang een chaos bij de liften. Wij hebben één van de laatste hutten kunnen boeken op de achtste etage met beperkt uitzicht. En we hebben geluk: een beetje uitzicht en een reddingsboot voor onze neus.

Mocht er iets gebeuren dan zijn we nog sneller dan de Italiaan Schettino! ? Het ziet er verder prima uit en onze ‘Tippiwan’ komt kennismaken. Natuurlijk heet hij niet echt zo maar dit grapje is ontstaan toen deze Cheryl voor het eerst ging cruisen. Hij heet Kleonard Austria, komt uit de Filipijnen en gaat deze week voor ons zorgen. Even een kleine uitleg over deze hardwerkende jongen: hij is rond de 35 jaar, getrouwd en heeft een zoontje. Tien maanden achter elkaar werkt hij veertien uur per dag zonder vrij te zijn op de Ruby. Zijn werk bestaat uit het twee keer per dag schoonmaken van twintig hutten en van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat is hij, altijd vrolijk en met een goed humeur, te bereiken. In de havens heeft ie af en toe een paar uur vrij en kan van boord, zoekt dan een openstaande wifiverbinding en heeft contact met zijn familie.

Dit is zijn laatste week en zaterdag gaat hij voor drie maanden (onbetaald!) verlof naar zijn geboorteland. Vliegticket en eventueel hotel (bij een niet aansluitende vlucht) krijgt hij van de maatschappij. En nu zullen er lezers zijn die denken: ‘Nou hij zal er ook wel naar verdienen….’ ? Niet dus! Iedere passagier betaald per dag aan boord een soort tax, housekeepingfee, van ongeveer vijftien dollar. Tijdens onze reis zijn er 3500 passagiers: 3500 x 15,00 dollar per dag. Dit wordt onder het gehele personeel verdeeld. Dus ook de kapitein, stuurmannen en verdere ‘strepen’ die wel hun salaris betaald krijgen. De verdiensten van Kleonard zijn deze inkomsten en zijn fooien….Voor ons blijft het een moderne slavernij maar hij is happy. ?
Eerst maar eens het schip verkennen, er zijn een aantal zwembaden, restaurants, casino, theater, bars en een nachtclub.

Rond 17.00 uur varen we, onder het genot van een drankje en live muziek, de haven van Seattle uit.

Na de luxe om weer eens lang onder de douche te staan gaan we op zoek naar een restaurant. De keuze voor het diner is: het buffetrestaurant, restaurants tegen een betaling of die waar je kan kiezen voor een ‘vaste zitting’ (vaste tijd en vaste tafel) of de ‘open zitting’ (geen tijd en keuze beschikbare tafel). Wij vinden het leuk om met anderen in contact te komen dus kiezen de laatste optie en dan ook ’to share’ wat betekent dat je met meerdere mensen (maximaal 10) aan tafel komt te zitten. We treffen een leuk gezelschap waaronder een echtpaar uit Australië.

Zij reizen drie maanden met een huurcamper door Amerika. In Seattle kregen zij net als wij het idee om een cruise naar Alaska te maken. Helaas hebben zij zich wel af laten schrikken door het boekingspersoneel van de Princess Line en uiteindelijk toch in hun eigen land geboekt tegen de betaling van 2000,00 dollar per persoon voor een binnenhut! Ons bedrag was 750,00 dollar (600,00 euro) per persoon voor een buitenhut….?
Na het diner wagen we een gokje in het casino….what else? ? Er zit een Indonesiër achter zo’n bulldozer met muntjes te proberen om een pakje van vijftig één dollar biljetten, dat op de munten ligt, naar beneden te bulldozeren. Hij wil maar niet begrijpen dat de helft van het pakje klem zit en hij het er nooit uit krijgt. Als er al driehonderd (!) dollar is in gegaan gaan we maar weg. Hij speelt vrolijk verder….

De volgende dag vaart Ruby over de Pacific naar Juneau waar we maandag rond elf uur ‘s-morgens aan land zullen gaan. Met een kalme zee en vrije lage temperatuur is het fris aan boord en in tegenstelling tot de schepen van de HAL is geen van de zwembaden overdekt. Iedere dag krijg je een programma wat er allemaal te doen is. En op zeedagen, zoals vandaag, zijn ook de winkeltjes en het casino open. Als je je verveelt dan ligt het echt aan jezelf!

Tussendoor moet je dan ook tijd vinden om te eten en te drinken. ? Wij gaan ‘s-middags naar het theater waar een voorlichting ‘wat te doen in Alaska’ is en verzamelen leuke tips. Vannacht zijn we een tijdsgrens gepasseerd, de klok is één uur terug gegaan en iedereen heeft gisteravond op zijn/haar bedje een reminder van de tippi’s gekregen. Als de presentator net is gestart schiet er voor ons een arm met opgestoken vinger in de lucht en een vrouw roept hard; ‘Het is toch half twee waarom is dit niet de show met de gitaarmuziek?’ Het blijkt dat zij haar klokje nog niet heeft teruggezet….Uurtje wachten nog. ? ‘s-Avonds is het formele avond, wat we van de HAL gewend zijn is dit altijd ‘op chic’ en worden mannen zonder colbertje in het restaurant geweigerd. Mijn lover hijst zich in zijn nieuwe jasje en terwijl ik aan mijn avondjurken thuis in de kast denk, trek ik op zijn verzoek ‘Dit vind ik echt je mooiste jurk!’ mijn Vegas trouwjurk aan….wel met mijn nieuwe hakken. ?

Het diner is vandaag ook wat luxer: crab legs.

De Princess Line hanteert andere normen tijdens de formele avond en laat ook mensen in poloshirt toe….Het is vreemd en we missen de stijve houding van de HAL die maakt dat deze avonden echt sfeervol zijn. ? De volgende morgen varen we om 06.00 uur de Stephens passage in. Deze doorvaart duurt twee uur en staat aangegeven als zeer mooi met kans op het zien van wildlife. Kleumend staan we aan dek in de harde koude wind en na anderhalf uur geven we het op: niet veel gezien en versteend!

Juneau verwelkomt ons met regen. Het is druk in de haven want er liggen nog drie cruiseschepen (met zijn vieren zijn we goed voor ruim 10.000 mensen) en op de wal staan de ‘excursie-ronselaars’ al te wachten.

Aan boord boeken we bijna nooit een excursie omdat ze daar de hoofdprijs vragen. Bijvoorbeeld: Mendenhall Glacier en gardens voor 110,00 dollar. Alpine zipline voor 200,00 dollar en het dog sled camp voor 160,00. ? (De sledehonden waar ik graag naar toe zou willen maar niet voor zo’n bedrag!) Ervaring leert dat er op de kade genoeg te krijgen is en al snel zitten we in een bus met gids (55,00 dollar) die ons naar de Mendenhall Glacier brengt. Daar maken we een wandeling langs de oevers van het gelijknamige meer waarin de ijsschotsen drijven en genieten van de indrukwekkende natuur.

Bovenstaand bord is trouwens speciaal voor de Aziatische gasten….

Helaas zien we geen (levende) beren. Terug in het centrum gaan we op zoek naar een zaak om iets te drinken.

Bij de Red Dog Saloon staat een wachtrij buiten. ?

We zijn nieuwsgierig en sluiten aan, al snel hebben we een plek en het is inderdaad erg leuk. Vroeger was het een ‘hoerenkast’ en nu een gezellig eetcafé met zaagsel op de vloer waar een oudere vent piano speelt en daarbij liedjes met schunnige teksten zingt.

Later als we nog een stuk langs de kade wandelen en Roel een foto van mij maakt springt ineens deze deugniet uit het water. ? Free Willy gaf op Facebook heel wat leuke reacties….

dan spot ik nog een Free Willy

maar toch net iets anders. ?

Het diner aan boord begint wat haperend want we komen aan een tafel waar al zes oudere mensen zitten. Lang verhaal maar kort maken: we gaan zitten, bestuderen de kaart en zeggen dan tegen de kelner; ‘Sorry, maar wij hebben ons vergist en komen er net achter dat we in het verkeerde restaurant zitten, bye, bye!’ Wat een rampzalig gezelschap was dat, ze keken ons nors aan, stelden zich niet voor en zeiden amper gedag. ‘Nou bij die twee doden en vier half doden zijn we ontsnapt!’ lacht mijn lover en we lopen naar het volgende restaurant. Daar vragen we of we met wat jongere mensen kunnen zitten en we hebben nu wel geluk. De nationaliteit aan boord is overwegend Amerikaans gevolgd door China, Canada, Australië en wij twee Nederlanders. ?

Onze volgende haven is Skagway en na het ontbijt

(‘Sorry dokter Spierenburg’ zegt Roel, 1x in een week mag toch wel ?) lopen we door het centrum op zoek naar een excursie.

Met deze sneeuwschuivers maken ze ‘s-winters de rails schoon.

We hebben alle tijd want ook hier vertrekt Ruby pas later op de avond. Skagway is bekend om de Klondike summit (ook wel de White pass genoemd). Deze weg gaat hoog de bergen in en geeft indrukken hoe zwaar het vroeger ten tijde van de goudzoekers moet zijn geweest. Al snel hebben we iets gevonden: met een busje en gids, via een Goldrush begraafplaats, omhoog de White pass op. Het stadje heeft ongeveer 1040 inwoners, is erg leuk, erg toeristisch en met ongeveer nog 10.000 medetoeristen (we liggen weer met vier schepen) ook erg druk! ? Als mijn lover een foto staat te maken van het centrum zie ik ineens bij een winkel, waar je excursies kan boeken, een sledehond naast een boom liggen. Ik loop er heen en het diertje kijkt me aan, ‘You can touch him if you want!’ zegt een aardige vent die uit het kantoor komt lopen.

Heb ik even geluk, toch een sledehond! Hij is pas vier jaar en al met pensioen want hij was te zwak voor het harde werken. Nu heeft Max (zo heet ie) een goed leven als ‘huishond’. ? Na de lunch aan boord lopen we terug voor de excursie. Onze gids Bob is een oude baas die alleen ‘s-zomers in Alaska woont.

Hij weet geweldig veel van de natuur en vertelt dit boeiend. Bovenop de pas ligt de grens tussen Alaska en Canada. In 1898 werd er goud gevonden in de Klondike streek in Canada. Dat haalde de voorpagina’s van de kranten in San Francisco en andere grote steden en binnen een paar dagen waren er 100.000 avonturiers en werkloze mannen en vrouwen onderweg. Zij gingen per schip naar Skagway en daar moesten ze de grens over. Er was nog geen weg en de Canadese regering verplichtte iedereen voor een jaar voedsel en nog veel andere benodigdheden mee te nemen: totaal gewicht 1000 kilo. Niet iedereen kon paarden of ezels betalen en dat betekende soms dat men het vijfenvijftig kilometer lange traject tot aan de Yukon River, waar men met zelfgemaakte bootjes verder kon, soms wel veertig keer met porties moest afleggen. In de hoop dat intussen je andere onbewaakte spullen niet gejat werden. Probleem: er zat een hele steile pas tussen, de Chilkoot pas, eerder een trap in de sneeuw. Bovenaan was de grens en daar controleerden de Canadese grenswachten en stuurden iedereen met te weinig eten zonder pardon terug.

Slechts dertigduizend mensen haalden het, vierduizend vonden goud en vijfentwintig werden rijk. Naast de toenmalige trail lopen nu een weg en een spoorlijn naar de top van de bergrug. Met halverwege nog een Amerikaanse grenspost. Hun Canadese collega’s zitten nu 18 kilometer verder. Er tussen: wonderbaarlijk niemandsland.

De tentoonstelling die we vanmorgen bezochten sluit goed aan bij deze excursie en als we ook nog een beer langs de kant van de weg zien lopen dan kan de dag niet meer stuk! Hoewel, we hebben hem niet helemaal gezien.

Het kerkhof is bijzonder: er liggen veel goudzoekers, het was een hard bestaan en de meesten overleden nog voor hun veertigste. ?

Over sommigen, zoals Soapy Smith, een beroepsoplichter, heeft de gids grappige verhalen.

Het zonnetje is intussen goed gaan schijnen. De drukte in het dorp wordt nog groter als de treinen terugkomen die voor 155,00 dollar per persoon (excursie geboekt aan boord!) dezelfde tocht hebben afgelegd als wij maar dan over het spoor.

De ijsverkopers doen goede zaken.

Na het diner maken we in de kou buiten nog een rondje over het dek. Het is hier in Alaska heel lang licht en we varen door een smalle doorvaart met aan weerszijden land met ontelbare bossen. Mijn lover heeft zoals zo vaak zijn kleine camera bij zich en maakt foto’s. Als we naar binnen gaan omdat we het koud krijgen wijst ie op zijn camera, ‘Ik ga deze toch even naar de hut brengen, dan zal je zien dat er straks iets gebeurd en ik geen camera heb.’ ? Maar wat kan er gebeuren op ons vertrouwde rondje: cocktail in de pianobar

en een gokje in het casino. Net voordat we bij de laatste binnen stappen merkt hij op; ‘Even snel nog buiten kijken want ik ben benieuwd of het nu al donkerder is!’ (Voor een indruk; sunrise: 03.45 uur en sunset: 22.20 uur)
Hij schiet naar buiten en natuurlijk ga ik er volgzaam achteraan….? Daar staan wat mensen naar het water te kijken en een kerel roept verschrikt; ‘OMG, what’s that?!?’ Even denk ik dat er iemand overboord is gevallen maar dan zien we het. Het is een moose (soort eland) die hier het smalle gedeelte van het water overzwemt. Het dier zwemt steady door, haalt de overkant en daar staat mijn lover balend zonder camera! ?
Woensdag is thé day, één van de highlights van de cruise: Glacier Bay! Een Nationaal park met in totaal zestien gletsjers waarvan er twaalf spectaculaire formaties van ijs en ijsbergen afzetten in de baai. Het kan alleen door de lucht of over water bereikt worden. Per dag mogen maar maximaal twee cruiseschepen hierin varen. De Ruby heeft vandaag een vaardag met een druk programma. Om 06.00 uur varen we al de Barlett Cove in en komen er rangers aan boord die ons informatie gaan geven over de gletsjers: Margerie Glacier, de Lamplugh Glacier en de Muir Glacier die waarschijnlijk het bekendst is met een lengte van drie kilometer en een hoogte van tachtig meter. Ook varen we door Icy Strait, een prima water voor walvissen! We staan dus weer vroeg aan dek om wildlife te spotten.

Maar helaas geen orca’s die we zo graag willen zien. Het is gelukkig niet zo koud (10 graden) en weinig wind. Bij de gletsjers dobbert het schip een tijdje, draait dan zodat iedereen aan boord een prima zicht heeft en vaart weer verder.

Laten we voorop stellen dat het heel indrukwekkend is maar: na het zien van de gletsjers in Chili/Argentinië valt het ons wat tegen. ? In het water zien we veel zeehonden en zeeotters, die leuke capriolen uithalen en over elkaar buitelen. Zo snel dat de camera ze niet kan volgen! En er zit heel mooi een eagle op een ijsschots.

Als we wegvaren komt de HAL aan.

‘s-Middags glip ik even snel naar binnen voor de wc. Ik hoor een vrouwenstem enthousiast door een microfoon praten. Verderop in de gang is de Fusion bar en daar komt het lawaai vandaan. ? Ik loop er heen en wat schets mijn verbazing: op thé day van de cruise, tijdens de highlights, zit een donkere zaal vol met mensen die naar een dekbedden verkoop kijken! Ik roep mijn lover, die mij natuurlijk niet gelooft, WTF het is ook niet te geloven!

Roel krijgt ook nog even zijn Ansell Adams momentje.

Het zijn vermoeiende dagen aan boord want in de volgende haven, Ketchikan, meren we al om 07.00 uur aan. Vroeg opstaan dus weer want om 13.00 uur vaart Ruby hier weg. In de haven liggen we nu met totaal vijf cruiseschepen! Zeker 12.000 mensen worden in korte tijd over het stadje uitgebraakt en op de kade krioelt het allemaal door elkaar.

De mens is een kuddedier en dat bewijst zich hier nog eens. Gaat er één lopen dan lopen ze allemaal om soms tot de conclusie te komen dat ze bij de verkeerde groep zijn aangesloten. ? Zoals altijd staan hier ook weer allemaal kraampjes met excursies en een vriendelijke kerel spreekt ons aan. We kunnen met een ‘wildlife’ tour mee, garanties om beren en adelaars te zien en ook nog Totem State park bezoeken. Ik zelf had liever naar de Alaskan Lumberjack show gegaan. Aan boord, tijdens de voorlichting over Alaska, werd namelijk een filmpje over deze stoere houthakkers vertoond die zulk zwaar werk doen dat ze daar zelfs geen shirt bij aan kunnen hebben. Het had direct mijn interesse want hoeveel houtsoorten zijn er eigenlijk….? Maar mijn lover lijkt als door een wesp geprikt als hij het woord beren hoort en voordat ik met mijn ogen knipper zijn de kaarten gekocht en zitten we in een busje. ‘Eigenlijk had ik liever naar de houthakkers gegaan.’ zeg ik tegen hem.
Hij kijkt me aan en vraagt verwonderd; ‘Wat moet je daar nou, beetje kijken naar een boom die door midden wordt gezaagd?!’ ? We rijden het dorp uit en bingo: een beer!

Op veilige afstand mogen we allemaal het busje uit en in de verte scharrelt het dier. Een paar tellen later een aantal adelaars in bomen, Wow, die witkop adelaars, het nationale symbool van Amerika, zijn wel erg groot!

Ik zie mijn lover stralen en ach, daar kan dan toch geen stoere houthakker tegenop….? Terug in het stadje sluiten we aan in de polonaise die door het centrum loopt. We schuifelen door het ‘Redlight District’, Creek street, waar ooit Thelma Dolly Copeland beroemd werd als Dolly met haar huis van plezier. ‘Waar mannen en zalmen de rivier omhoog komen om hun zaad te lozen’ zegt het bord aan de zijkant.

Zij werd geboren in 1888 in Idaho en na een ongelukkige jeugd kwam ze op haar achttiende in Ketchikan terecht waar ze al snel in de gaten had dat zij zich liggende goed staande kon houden! Tegenwoordig is haar huis een klein museum waar de over het algemeen preutse Amerikanen giechelend bij op de foto gaan. Verder langs de winkeltjes die extreem dure prijzen hanteren. Maar geef ze eens ongelijk: het seizoen duurt hier slechts vijf maanden en iedere week komen er van dinsdag tot en met vrijdag minimaal vier cruiseschepen per dag: ping, ping, kassa. Het dorp is trouwens ook bekend om haar grootste verzameling totempalen ter wereld.

Terug aan boord gaan we op het achterdek lunchen, de lucht is helemaal opengetrokken en het zonnetje doet zijn best. ‘Zullen we boven nog een rondje lopen als we uitvaren?’ vraag ik mijn lover. Het uitzicht is mooi.

Dan gaan we op naar de vijftiende verdieping en zien nog twee cruiseschepen zich klaarmaken voor vertrek. We zijn los en langzaam vaart Ruby van de kade weg. ‘Wat zijn we groot vergeleken met de schepen van de HAL!’ zeg ik tegen mijn fotograferende lover.

Een man spreekt ons aan; ‘Did you see that, orca’s! I think there are five!!’ ? En dat is dan weer zo’n verschil tussen mijn lover en mij: hij is gelijk enthousiast terwijl ik denk; ‘Natuurlijk man, vijf orca’s in de haven, koekoek!’ We staren over de reling in de richting die de kerel aanwijst en het is waar!

Ze komen iets boven, halen adem en het water blaast omhoog terwijl de zwart/witte lijven in het water glinsteren en onder zijn ze weer. ‘Waar zijn ze, waar zijn ze?’ roept mijn lover opgewonden. Ik zie ze niet meer maar er vaart nog een klein bootje en daarop zit iedereen ook te kijken. ‘Hou het bootje in de gaten volgens mij hebben die ze in de peiling.’ roep ik terug. Inderdaad het bootje dobbert vlakbij de plek waar ze weer boven komen. Super mooi is dit en van opwinding roep ik; ‘Joehoe, joehoe!’ en spring in het rond. Mensen die nietsvermoedend voorbij lopen kijken vreemd naar ons. ‘Look at the water, orca’s!’ En je ziet de mensen denken: ‘Natuurlijk, die zijn gek!’ Een enkeling gaat ook kijken maar er zijn er ook die voorbij lopen. ?
‘Naar beneden, naar beneden, we gaan naar zeven dan zitten we dichter bij het water!’ roept mijn lover en zoals ie het roept lijkt het alsof we op de zinkende Titanic zitten. Voor ik kan antwoorden is hij al op weg naar de liften. Op zeven sprinten we uit de lift in het voorbij gaan tegen mensen roepen dat er orca’s in het water zwemmen. Nee, ik herhaal het niet maar je ziet mensen denken. ? Buiten gekomen hangt een stelletje tegen de reling, op onze opgewonden vraag of ze de orca’s hebben gezien antwoorden ze heel rustig; ‘Yes, we did.’ ? Dit is toch heel bijzonder en we speuren neurotisch het water af. Het stelletje bekijkt ons van een afstand….Ineens zie ik ze weer, water blaast omhoog en ik tel: het zijn er vijf!

‘Daar, daar, daar!!!’ roep ik hard tegen mijn lover, die zijn telelens in de aanslag heeft en klik, klik, klik doet de camera. ‘Hoorde je hoe ze deden toen ze boven water kwamen, pffft, pffft, pffft zo’n geluid!’ gil ik uitgelaten. Inmiddels zijn er meer mensen gekomen en zijn we gelukkig niet de enige meer die ons vreemd gedragen. Sommigen gaan klappen, anderen slaan de armen om elkaar of gaan juichen. Nu horen we ook de stem van de kapitein het nieuws omroepen en het schip mindert vaart. De orca’s blijven echter achter en als we ze niet meer kunnen zien dan gaan we naar binnen. En ook nu weer verbazend: er zijn gewoon mensen die niet naar buiten zijn gekomen en bij de bingo zitten! ? ‘s-Avonds is het weer formele avond en als we staan te wachten voor een tafel kijken we om ons heen. Het is wederom bedroevend lachwekkend, er is zelfs een koppel met rugtassen!

‘Ga dan lekker in het buffetrestaurant eten.’ zegt mijn lover. Ik ben het met hem eens en misschien in deze wel overdreven maar formeel is formeel en anders doe je niet mee want het is niet verplicht om in de ‘formele restaurants’ te eten. ? Als ze gewoon toegelaten worden in het restaurant zijn we vol verbazing. ‘Dit had bij de HAL toch niet gebeurd!’ mopper ik. Dan zijn wij aan de beurt, ‘Two to share?’ vraagt de kelner en loopt met ons het restaurant in en ineens ben ik er zo klaar mee en zeg in mijn beste Engels heel zoetsappig maar vastberaden; ‘Oh meneer, wacht even we willen alleen maar aan een tafel zitten met people who are well dressed en niet met een backpack.’ ?? Hij kijkt ons aan en na een kleine discussie komen we aan een tafel voor twee te zitten. En dat ben ik, ik kan er dan nog zo lekker over napraten. ? ‘Stop nu maar, het is niet anders en je moet niet vergelijken.’ zegt mijn lover. Als we later in de pianobar een drankje doen en hij mee neuriet met ‘You’ll never find another love like mine’ van Lou Rawls kijk ik naar hem en denk; ‘Okay, je moet niet altijd vergelijken maar: every love story is beautiful but ours is my favorite.’ ❤

Vrijdag vaart Ruby ons naar Victoria op Vancouver Island waar we pas rond 19.00 uur aan zullen meren dus een easy dag op zee met een zonnetje dat er zin in heeft!

Ik speel eeecht niet vaak in het casino maar wie schetst mijn verbazing als er ‘s-morgens een persoonlijke brief in het postvakje van de hut ligt met een aanbieding van 75,00 dollar goktegoed bij een volgende cruise.?

De kade in Victoria ligt buiten het centrum. Ook hier weer een drukte met nog twee cruiseschepen. Als we naar het centrum lopen lijkt het wel de vierdaagse in Nijmegen! ?

Het is koud en aangezien wij hier volgende week met de camper toch weer komen houden we het na een kort rondje centrum voor gezien en springen in een taxi. Aan boord doen we boven in de nachtclub nog maar een drankje want het casino is helaas gesloten als we in de haven liggen. Rond middernacht vaart Ruby richting Seattle waar onze cruise er morgen op zit.
Het was een super mooie maar vermoeiende route naar Alaska en de Ruby Princess een pracht schip met een lieve Kleonard die ons verraste met een hele grote zak chocolaatjes op het bed.

Morgen lekker weer terug naar het campergevoel. ?

Sleepless in Seattle

Vanuit Gig Harbor rijden we zondagmorgen naar Seattle. Onze ervaring leert dat het in een grote stad lastig is om een parkeerplaats voor de hut te vinden, laat staan een campground. Via de Amerika site hebben we een tip gekregen: de KOA camping in Kent, net buiten Seattle en een bushalte voor de deur.

We arriveren er rond twaalf en besluiten: vandaag doen we niet veel want de komende dagen worden druk genoeg in de stad. De volgende dag stappen we in de bus van 09.30 uur en na een redelijk korte rit nemen we bij SeaTac Airport de lightrail (metro) naar het centrum.

Prima verbinding en binnen een klein uur zijn we middenin de Seattle. ? Heel raar als de lightrail die eerst als trein op een viaduct rijdt, vervolgens als tram door een voorstad rijdt en uiteindelijk bij Seattle in een metrotunnel komt waar ook bussen rijden. Alles door elkaar.

We komen boven bij Westlake en via warenhuis Nordstrom, even een quick look op de schoenen ?, gaan we naar de straatkant. ‘Eerst een koffie!’ roep ik als ik een Starbucks zie en steek de vrijwel lege straat over. Een auto gaat op zijn rem en de bestuurder zwaait (althans dat denk ik) echter de volgende auto rijdt gewoon door en maakt ook wat gebaren….? Als we over zijn gestoken zien we pas het stoplicht en ja, dat is hetzelfde als in Nederland: bij rood stop je! ? We moeten vreselijk lachen om onze eigen dommigheid, ‘We zijn de grote stad ontwend!’ lacht mijn lover. Na de koffie/thee gaan we naar Pike Place Fish Market. Roel is eerder hier geweest en heeft hele verhalen over deze markt waar de verkopers een act opvoeren met vis gooien. Het is een super leuk schouwspel wat ze ervan maken. Er wordt een vis gekocht, dat wordt rond geroepen, de vis wordt gepakt en naar de inpakkers/kassa gegooid en wanneer er betaald is roepen ze in koor; ‘The fish is paid!’ Natuurlijk is het een verkoopact maar genieten! ?

Roel zijn mopje: Er zijn twee dingen die ruiken naar vis. Eén ervan is vis….?

Verder is de markt zoals ik ze graag zie: rommelig met leuke, maar veel te dure, kramen en eetzaakjes. Zoals een pond druiven voor bijna 9 dollar….

We zien veel groepen mensen lopen met een stickertje met een schip op hun kleding. Die zijn vast met een cruise en nu aan wal voor een excursie. Benieuwd welk cruiseschip er ligt lopen we naar een uitzichtpunt op de haven en zien de Holland America Line liggen. ‘Die gaat zeker naar Alaska, je zou er toch maar een cruise naar maken!’ zegt mijn lover. Beneden de markt is een steegje bekend om zijn ‘kauwgomwanden’. Jakkes, wat is dit vies! ? Dit moet wel een hele gekke selfie opleveren!

We vertrokken vanmorgen met kou en regen maar ineens verschijnt de zon. In een soort snackbar kopen we een broodje zalmvisburger (de specialiteit van hier) en eten dit aan de waterkant op. Meeuwen vliegen boven de mensenhoofden en sommige hebben waarschijnlijk al eens een voltreffer gehad. ?

De regenjassen verdwijnen in de tassen en nu het toch mooi weer is geworden gaan we naar het symbool van Seattle: the Space Needle. Geplaatst in 1962 ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling. Hij is 184 meter hoog en dus net een meter korter als de Euromast in Rotterdam. Om er te komen wandelen we door de stad en voor het laatste gedeelte pakken we de monorail. We kopen een combiticket voor dag en avond zodat we vanavond nog een keer omhoog kunnen om de verlichte stad te bewonderen.

De toren is in renovatie en er wordt hard gewerkt aan een glazen wand, gedeeltelijk glazen vloer en draaiend restaurant. Door de verbouwing is het platform gedeeltelijk dicht maar het uitzicht is er niet minder om.

Mijn lover wil the Needle vanaf een hoger gelegen gedeelte fotograferen en na wat puzzelen op internet heeft hij het gevonden: op een heuvel ligt het Kerry Park. Het is een stuk uit het centrum dus we nemen de bus en bewonderen het mooie uitzicht.

‘Nu terug naar de waterkant!’ roept ie maar hij kan me wat en ik zucht; ‘Eerst wat drinken en zitten want mijn voeten hebben er even genoeg van!’ ? Ik ken hem een beetje, hij gunt zichzelf geen rust en blijft gaan. ‘Ok, nu je het zegt merk ik ook dat ik dorst heb!’ zegt ie. ? Na de pauze opnieuw de bus en naar de Fish Market. Het is inmiddels rond 18.00 uur en helaas de meeste kramen zijn aan het opruimen of al dicht. .

Hier zit de oudste en eerste Starbucks van Amerika, anno 1971.

We wandelen door naar de waterkant waar de ferry’s naar Bremerton en Bainbridge vertrekken.

De skyline wordt hier gedomineerd door een twee verdiepingen hoge snelweg: The Alaskan Highway.

Er zitten ook allerlei leuke restaurants en bij één ervan eten we een lekker vissie. Rond 20.30 uur willen we terug zijn bij the Space Needle zodat mijn lover aan de slag kan met zijn camera. Het is best een stuk lopen en als we een taxi zien dan zijn we snel klaar: instappen maar! Bij avond is het uitzicht nog mooier met al die lichtjes en hij leeft zich uit: het resultaat mag er zijn. ?

Boven op het platform loopt een knul met zijn telefoon en microfoon. Hij hoort me praten, vertelt dat hij een  vlogger is en vraagt waar ik vandaan kom. In de microfoon doet ie uitgebreid heel populair verslag van alles. Dan komt de vraag over drugs want in Nederland mag dat toch! Dus iedereen doet het en waarom wij dan niet? Als hij wegloopt hikt mijn lover lachend; ‘Die heeft drie volgers: zijn moeder, zijn zus en zijn psychiater! ?

Het is inmiddels twee uur later en tijd om terug te gaan. Om bij de metro te komen moeten we een stuk door het centrum. Ook Seattle heeft een heel hoog gehalte zwervers/daklozen, veel leven in tentjes middenin de stad langs de snelweg. Ik heb er naar geïnformeerd en deze mensen kunnen gewoon hulp (onderdak en uitkering) krijgen maar willen dat niet omdat ze zich dan aan de regels moeten houden en geen alcohol en drugs mogen gebruiken. De camera’s gaan in ieder geval allemaal in de rugzak: dat voelt toch iets prettiger. ? Als we bij SeaTac Airport op de bus staan te wachten stopt er een auto en een schaars geklede ‘dame’ stapt uit en gaat bij de bushalte zitten wachten: op een volgende klant of de bus. ? Ik kan daar zo lacherig van worden want daar staan wij: braaf in onze regenjassen, stevige stappers en rugzak op de rug. De dame zegt kattig tegen mijn handsome; ‘Heb je nog nooit een vrouw gezien?’ en gaat vervolgens uitgebreid haar make-up bijwerken. Als we in de bus zitten merkt hij op; ‘Had zij nou een blauw oog?’ Grinnikend antwoord ik; ‘Nee lieverd, dat was haar oogschaduw!’ ? Na middernacht komen we versleten op de campground waar iedereen al in diepe rust is. We doen nog een wijntje en sturen een mailtje naar Panta reisbureau in Rotterdam. ? Ons plan: thuis hebben we al eens in de reisboeken gesnuffeld voor een cruise Alaska en na het zien van het schip vandaag zijn we toch weer nieuwsgierig geworden want varen door de Glacier Bay en de Inside passage lijkt ons waanzinnig. Wat mij ineens doet denken aan onze Zuid Amerika cruise: het weer was goed en ’s avonds riep de kapitein een aantal keer om; ‘Als de weercondities zo blijven dan hebben we geluk en varen morgenochtend vroeg rond 05.00 uur om Kaap Hoorn!’ Heel bijzonder en naast de Falklandeilanden het hoogtepunt van deze cruise. Wekkertje gezet en daar stonden we heel vroeg te genieten van al het moois! ?
Rond 09.00 uur zitten we te ontbijten en een Duits echtpaar naast ons vraagt; ‘Weten jullie hoe laat we bij Kaap Hoorn komen….?’ ? Zo kan het gaan….
Maar terug naar de camper; na een kort nachtje lezen we het antwoord van het reisbureau. Ze willen graag een reis verkopen maar kunnen we niet beter in Amerika boeken: is dat niet veel goedkoper? Op internet zoeken we een reisbureau in de buurt, doen ook gelijk wat huiswerk en met onze informatie komen we bij deze vriendelijke dame terecht. Ons wensenlijstje is niet zo groot: vertrek aanstaand weekend vanuit Seattle of Vancouver, cruise Inside passage Alaska, 1 week en het liefst met de HAL. Roel laat zien wat we zelf gevonden hebben en Sam (zo heet ze) gaat aan de slag.

Ze ziet er niet alleen voortvarend en ervaren uit maar is het ook! Na wat puzzelen, adviseren en bellen is het haar na anderhalf uur gelukt. ? Het viel niet mee op zo’n kort termijn: de HAL had geen plaats meer dus Sam adviseerde de Princess line. Die had gelukkig nog enkele hutten vrij maar toen wilden we gaan boeken! De dame van de Princess line stuitte op een aantal bezwaren: hebben wij wel geldige papieren zoals een VISA (Amerika) en ETA (Canada) en een paspoort (Nederland), wat is ons adres in the States en hebben we een credit card…. ? Sam stond haar vriendelijk maar kordaat, met de van ons gekregen informatie, te woord met als resultaat: vertrek negen juni vanuit Seattle met de Ruby Princess voor één week Inside passage Alaska. ? En dan komt het verschil tussen mijn lover en mij of misschien wel tussen alle mannen en vrouwen. ? Want terwijl ik denk; ‘Ieuuuuw, ik moet dan nog naar de kapper, ligt er in de camper eigenlijk wel een koffer/tas om mee te nemen en we hebben helemaal niets bij ons voor de gala avond (avondjurk, colbertje en stropdas)….Zegt hij ontspannen; ‘Zo dan, lekker toch die cruise!’ ? Als we naar buiten lopen vraag ik hem; ‘Hebben wij die grote tas bij ons of is die ook bij Han gebleven?’ Mijn lover kijkt me aan alsof ik iets heel geks vraag en antwoord dan; ‘Nee, alles is bij Han achtergebleven, maar het kan toch gewoon in een plastic zak.’ ? Voor wie de serie familie Kruys (Linda de Mol) kent; mijn lover en ik worden wel eens vergeleken met het stel uit deze serie: Bette en Johan. ? En op momenten zoals deze snap ik dat helemaal! Naast het reisbureau zit een kapsalon en ik maak een afspraak voor de volgende dag. ‘Mooi, dan ga ik naar de garage voor de banden.’ zegt mijn lover. Ons plan om met de camper naar Alaska te gaan staat nog steeds en de banden moeten inmiddels worden vervangen. We hebben nu tot zaterdag ineens een paar ‘wachtdagen’. Terug op de camping informeren we of we de camper hier een week kunnen stallen. Zij vragen echter hetzelfde bedrag per dag als dat we erin zouden zitten! Dan maar op internet kijken of we voor minder geld een stalling kunnen vinden. ?De volgende morgen wordt ik bij de kapper afgezet en Roel gaat naar de garage. De banden zijn gisteren besteld en zodra ze vanmorgen binnenkomen worden ze gemonteerd. De kapsalon is van drie Vietnamese dames en één gaat aan de slag met mijn haar.

Ik schreef het al op Facebook: het was hilarisch. De kapster spreekt net zo goed Engels als ik en probeer dan maar uit de kleur te komen. Inmiddels is mijn haar door de zon ook allerlei tinten geworden dus….? Oh, wat mis ik Han, die weet zonder iets te zeggen wat ik bedoel! ? Ze trippelt achter me langs en haar behendige vingers gaan met een kleurstaal aan de gang en ze zegt; ‘Okay, I cover, I cover, it come ok! You hair I make nice!’ Ze gaat aan de slag en als ik vertel dat ik in Vietnam ben geweest roept ze dat tegen de andere kapsters. ‘You like, you,like?’ vragen ze opgewonden. Met zachte giechelende stemmetjes babbelen ze in het Vietnamees tegen elkaar. ‘We like you, you very thick hair, nice, nice.’ vertaalt de kapster en ondertussen gaan haar handen onverstoorbaar door. Ik weet totaal niet wat ze allemaal aan het doen is en zit overgeleverd in de stoel. De verf gaat erop en ik moet wachten, ‘You wait long, long time!’ zegt ze en gaat de volgende klant helpen. Ik neem maar een tijdschrift om te lezen en ineens hoor ik haar giechelend roepen; ‘You come for wife, I make pretty!’ Daar komt mijn lover de zaak in, hij lijkt een reus naast de bevallige kleine kapster, en vraagt; ‘Is het nog niet klaar?’ Nou leg dat maar eens uit want ik heb ook geen idee. ? De banden zijn nog niet binnen en hij komt even kijken. Naast de salon zit een AT&T (belwinkel) en daar hij vragen heeft over het internet in Canada gaat ie daar maar eens buurten. Mijn haar wordt uitgespoeld en de kapster gaat nu met folies aan de slag.

Het is een kunst hoe rap ze werkt! En dan moet er natuurlijk weer iets vreemds gebeuren….? Laat ik voorop stellen dat ik in mijn blog politiek, huidskleur, geloof, gewicht of sex geaardheid niet wil beoordelen of veroordelen: Er stappen twee gesluierde moslima’s de salon in. Met mij erbij zitten er drie vrouwen in de kappersstoel. ‘Can I help you?’ tsjilpt de Vietnamese kapster. De moslima’s willen weten of er een apart gedeelte is waar zij kunnen zitten. Het is even een taalbarrière tussen de drie maar dan begrijpt de kapster het en schudt nee: er is geen apart gedeelte. De moslima’s houden vol en willen toch achter zitten maar het kapstershoofdje blijft nee schudden. Na overleg vragen ze vervolgens of er ook mannen in de kapsalon komen. Dat kan de kapster niet beloven, ‘Come man and than woman, can be, can be, busy, busy. You want wait?’ Ze haalt de dames over en die gaan zitten wachten terwijl ze schuw om zich heen kijken. Als ik naar ze glimlach breekt het ijs een beetje, wat niet zo vreemd is want ik zie er vast lachwekkend uit met al die folies. ‘Come, come, I go wash, zegt de kapster, ik wordt wederom gespoeld bij de wastafel en dan hoor ik hem! Mijn lover komt weer binnen: 1.92 meter, Zweeds blond haar ? en vraagt met luide stem; ‘Hello, how is my wife doing?’ Als mijn haar uitgespoeld is en ik weer op mijn plekkie zit zijn de moslima’s verdwenen. De kapster giechelt er maar om; ‘They no man, no man want!’ ? Na drie uur ben ik eindelijk klaar en blij met het resultaat. Maar allemachtig ik heb nog nooit zo lang in een kapsalon gezeten.

Een stuk verderop zijn meer winkels en ik sleep mijn handsome mee voor een colbert. Hij laat het gedwee over zich heen komen, pakt een stropdas en zegt; ‘Dan ook maar deze echte want de denkbeeldige strop zit om mijn nek en wordt steeds door jou aangetrokken!’ ? Ik kan zoveel inzicht alleen maar waarderen! ? We kopen gelijk ook een ruime tas om de kleding mee aan boord te nemen. ‘Wat een toestand voor één week cruise!’ moppert mijn lover er vrolijk op los….’Nu zijn we toch zeker wel klaar?’ We rijden terug naar de ‘bandenboer’, daar zijn de banden inmiddels binnen en worden gemonteerd.

Nog twee dagen te gaan voor vertrek met de cruise! Donderdagmiddag gaan we terug naar Seattle: we hebben nog niet alles gezien, mijn lover wil ook avondfoto’s vanuit het Kerry Park maken en heeft een fotospeciaalzaak nodig. Op mijn schouder zit een denkbeeldig poppetje dat steeds roept; ‘Je hebt geen schoenen met hakken voor de cruise!’ ? Vanaf de campground eerst de bus en dan de metro, dit keer stappen we bij International District Chinatown uit.

We komen boven en er staat flink wat politie. ?

Zwervers en vreemde types lopen op straat, er staat een kerel tegen iedereen en alles te schreeuwen, een ander trapt een paar huurfietsen omver: not the kind of Chinatown we want! We lopen een paar blokken en gaan door (de concentratie van zwervers is echt heel hoog)

tot we bij station Pioneer Square komen. Hier start de Seattle Underground tour, een netwerk van ondergrondse gangen en kelders in het hart van Pioneer Square die op de begane grond lagen toen de stad halverwege de 19e eeuw werd gebouwd. Een meubelmaker veroorzaakte per ongeluk een brand en veel houten huizen gingen in vlammen op. De herbouw moest van steen zijn en ook hoger gelegen daar dit gedeelte van de stad bij vloed regelmatig onder water kwam te staan. Maar ja, vijf meter ophogen: hoe doe je dat? Men besloot in de heuvels grond met water te mengen, dat naar beneden in de straten te laten stromen en dan te laten opdrogen. Vijf meter, laag voor laag, het duurde tien jaar. De business moest natuurlijk die 10 jaar wel doorgaan en er ontstonden steegjes tussen de afscheidingsmuren die de modder scheidden van de fundamenten. Toen ze hun gebouwen reconstrueerden, wisten kooplieden en verhuurders dat de begane grond uiteindelijk ondergronds zou zijn en de volgende verdieping hoger zou de nieuwe begane grond zijn, dus er is weinig decoratie op de deuren en ramen van de originele begane grond, maar een uitgebreide decoratie op de nieuwe begane grond. Nadat de straten waren opgehoogd, raakten deze ruimtes in onbruik, maar zijn de afgelopen decennia een toeristische attractie geworden.

Na deze leuke en leerzame tour lopen we richting het winkelcentrum, we komen er niet echt uit en vragen aan een paar dames de weg. Eén of andere kerel gaat zich er mee bemoeien, hij woont hier en wil ons helpen: tegen betaling uiteraard! We bedanken hem vriendelijk en lopen door. Hij begint te schelden en maakt ons voor van alles uit, als we gewoon doorlopen alsof die niet bestaat, gaat ie steeds harder en lelijker schelden.
Maar het maakt mij niet uit want ik ben op een missie: schoenen scoren ?, alleen mijn lover weet dat nog niet, zijn doel is de fotospeciaalzaak. We komen voorbij warenhuis Macey’s en ik roep; ‘Stop, even snel naar binnen voor een quick scan bij de schoenen!’ Hij kijkt me aan en zegt zuchtend; ‘Dat meen je toch niet, Imelda Marcos?!’ Er staan gelukkig ‘vermoeide mannenbankjes’ en hij ploft neer, zijn telefoon erbij en een spelletje crushen: die is even zoet. ? Ik loop genietend langs de schoenen en zie heel veel beeldige en sommige ook nog in de aanbieding! Met een verzameling loop ik naar de verkoopster voor mijn maat om uiteindelijk met een stapel dozen bij mijn lover te gaan zitten. ‘Zo, is het gelukt, gaan dat ze worden?’ ? Ik kijk naar de dozen en denk; ‘Huh, dit is om te passen!’ De vriendelijke verkoopster helpt kiezen want aan mijn lover heb ik niet veel, ‘We gaan naar Alaska hoor wat moet je dan met hakken?’ vraagt ie verwonderd. ?

Nu snel op naar de fotozaak voordat die om 19.00 uur sluit. Als alles daar is gelukt nemen we de bus terug naar the Fish Market om te gaan eten. Een hond hebben is trouwens een behoorlijke klus, voor het uitlaten  moet je een eind de stad uit, of naar deze piepkleine honden-uitlaatveldjes.

‘Ik ben zo blij met mijn schoenen!’ zeg ik keer op keer tegen een niet begrijpende  lover. Ik wil mijn blijdschap met iemand delen maar Nederland slaapt dus in de bus maak ik een foto van mijn schoenen en stuur die naar Han met de vraag erbij; ‘Vind je ze niet geweldig voor de cruise?’ ? Ik weet hij houdt ook van bling bling dus wacht gespannen op zijn reactie en die volgt: ‘Ja leuk!! Maar had je niet beter kaplaarzen of snowboots kunnen nemen?’ ? In het restaurant hebben we nog net een tafeltje aan de raamkant. We kijken uit op de haven en hoe spannend is dit: zaterdag varen we hier weg!

Bij het naar buiten lopen valt ons oog op een smal bordje op de rand van de bar. ‘Hier zat Tom Hanks  in de film Sleepless in Seattle’.

Na het eten gaan we naar Kerry Park waar het inmiddels donker is. De camera van mijn lover klikt ontelbare keren en hij is helemaal happy.  Hij is fan van Grey’s Anatomy, de serie die zich hier afspeelt en altijd begint met mooie Seattle beelden.

Dan de bus terug naar Westlake om vandaar de metro te nemen tot het vliegveld. In de metro checken we het busschema naar de campground, als we geluk hebben halen we hem nog anders moeten we een uur wachten. ? We rennen uit de metro, over het perron, naar beneden, over een loopbrug en nog een klein stuk naar beneden…. Zien de bus staan maar net voordat we beneden zijn rijdt ie weg. ?
Het is inmiddels rond middernacht, de afstand tot de campground is zo’n zeven kilometer, niet echt een lekkere nachtwandeling dus we scoren maar een taxi. Vrijdag is klusdag: wassen, tas inpakken en camera’s verzamelen. Morgenochtend de camper naar de stalling brengen en rond 13.00 uur melden bij de cruiseterminal waar de Ruby Princess op ons wacht. ?

Verborgen parels….

Campground Beverly Beach is groot met veel plekken maar hoe rustig hebben we hier geslapen zonder generators! ?

Het belooft vandaag beter weer te worden en vanuit de camper zien we al vroege wandelaars op het strand. Ze hebben wel dikke jassen aan en sommigen zelfs een muts op. ? De korte broeken blijven in de kast en het gaat dus weer een lange broek worden. In verband met het drukke weekend (Memorial Day) zijn we wat voorzichtig met onze route. Het is is hier schitterend langs de kust en er zijn veel campgrounds: waarom zouden we veel verder gaan? We rijden door Lincoln city, een gezellige winkelstraat met heel veel bureau’s waar je een walvistocht kan boeken.

Er komt net een parkeerplaats vrij en die pikken wij gelijk in. ? Eerst op zoek naar de koffiebar. Terwijl we staan te wachten vertelt de vriendelijke ‘koffiemeneer’ dat er vanaf de kant walvissen te zien zijn, het gaat om de grijze walvis. We doen ons ‘bakkie’ buiten in de hoop iets te zien maar helaas. Na wat winkeltjes in en uit te zijn gegaan en het kopen van een paar super leuke crocs

(niet de keus van mijn husband want die vind het afschuwelijke veel te dure plastic slippers ?) rijden we verder. Na een paar kilometer zien we een viewpoint, bij het bord staat dat vanaf hier walvissen te zien zijn. Vooruit, een tweede poging! Het is inmiddels ook al lunchtijd en ik maak iets lekkers te ‘snavelen’, mijn lover gaat de foto’s voor het reisblog uitzoeken en ineens: een grijze walvis voor de kust!

Wow, snel naar buiten om te kijken! We staan lange tijd te genieten en oeps, dan is het al rond 14.00 uur. Na overleg rijden we naar Cape Kiwanda, wat een drukte is het hier! Er is een campground tegenover het strand maar we gaan eerst naar the beach. Je kan met de auto het strand op rijden maar gezien ons laatste ‘zandavontuur’ bij Han ? zijn we wat voorzichtig! We wandelen een stuk over het strand en klimmen de duinen omhoog voor het uitzicht.

Vreemd dat mijn lover en ik vanaf boven geheel iets anders waarnemen. Zal wel een fotografisch dingetje zijn.?

De campground heeft nog net één plekje maar 65,00 dollar voor dry camping (zonder water, afvoer en elektriciteit) vinden wij echt te gek dus we trekken verder. Er volgt nog een campground en die durft zelfs 75,00 dollar voor dry camping te vragen. Wel geeft de medewerkster een tip: verderop in het plaatsje Woods, is een oud vrouwtje die op haar terrein wat plekken heeft voor caravans en campers. We komen daar en inderdaad ze heeft nog een plaats vrij, prima ligging met volledig hook-up en slechts 25,00 dollar. ?

Zondagochtend is easy, we ruimen wat op, draaien een was en gaan dan op pad. Het lijkt alsof iedereen vandaag erop uit trekt en het is flink druk. Na een paar stops bij uitzichtpunten

komen we in Cannon Beach. Hier moesten de deelnemers aan ‘Wie is de mol 2017’ een opdracht op het strand uitvoeren. In het centrum is het stapvoets rijden en de campground heeft, zoals we al vermoeden, geen plaats meer. Richting Seaside zit Circle Creek RV resort en die zou nog wel plek hebben.
Er komen nog twee campers aan waarin Nederlanders zitten, twee echtparen, en met hen rijden we op naar de genoemde campground. Als we daar bij de receptie staan te wachten merkt één van de dames op; ‘Oh, is het jullie eigen camper, we dachten dat je die hier gehuurd had en voor de lol een NL kenteken erop had gedaan….’ ?

Er zijn momenten dat mijn lover en ik weten wanneer we beter niets meer kunnen zeggen! Ook hier alleen maar dry camping plekken vrij, voor ons is dat prima. De volgende morgen besluiten we om nog één nacht te blijven en vandaag Cannon Beach en Seaside te bezoeken. Maar eerst op zoek naar het dumpstation. Wat blijkt: dit RV resort (zoals ze zich zelf noemen) heeft er geen! ? Dus bij een inmiddels vrij gekomen hook-up plek parkeert Roel onze hut en gaat water bijvullen. Daar komt de receptioniste op hoge poten aangelopen en zegt kattig; ‘Het is verboden om water bij te vullen als je op ‘dry camping’ hebt gestaan!!!’
Zo dan, die is akelig….? Mijn lover legt uit waarom hij dit doet waarop zij zegt; ‘Jullie moeten nu tien dollar betalen voor het water!’ Dat we net twintig seconden water staan te tanken gelooft ze niet want volgens haar staan we al tien minuten of langer. Er volgt een discussie en mijn lover maakt zijn verontschuldigingen. Als we de poort uitrijden staat ze de vuilnisbakken na te kijken, ‘OMG, zal je zien krijgen we ons vuilniszakje ook terug!’ zeggen we tegen elkaar. ? Ze steekt haar hand op en Roel drukt het raam naar beneden. Zij zegt echter niets, mijn lover wel; ‘Het is jammer dat je zo reageerde want nu heb je tien dollar willen verdienen aan water, die je trouwens niet hebt gekregen.
En inkomsten voor vanavond loop je ook mis want wij komen niet meer terug!’ That’s my baby, tsjakka. ???
We rijden het kleine stuk terug naar Cannon Beach en op de speciale RV parking laten we de hut achter. Vandaag is het Memorial Day en dat is te merken: wat een mensen op straat.

Winkelen kan soms zo zwaar zijn….

Maar wat doen de Amerikanen dan op zo’n dag? Gewoon vragen en je komt erachter. ? Ze eren de gevallen militairen maar ook andere overledenen door bloemen bij een memorial punt of begraafplaats te leggen. Soms is er een extra aandachtspunt zoals deze laarzen/schoenen met een vlaggetje waarop een naam en overlijdensdatum staat,

deze soldaat is al in de tweede wereldoorlog gesneuveld. Verder is het een vrije dag die ze met familie en vrienden doorbrengen en zoals hier op het strand veelal met BBQ.
De temperatuur is vandaag iets beter maar vergeleken met de temperaturen in Nederland die we in de krant zien is het hier koud! Na ons koffie avontuur

(zie het verslag “De bruine beleving”) wandelen we over het strand, mijn lover fotografeert en ik zie hem genieten.

Terwijl ik naar hem kijk kan ik dan ineens zo blij worden dat hij hier loopt want hoe slecht was hij er in november 2016 aan toe toen hij voor de tweede keer in twee maanden een open hartoperatie moest ondergaan. Nog hoor ik de stem van de IC-verpleegster toen ze vertelde dat ie met spoed terug naar de OK was gebracht omdat het niet goed met hem ging….?  Mijn lover komt op me afgelopen ‘Wat kijk jij nadenkend, is er wat?’ vraagt ie. Ik geef hem een zoen en zeg; ‘Die is voor jou omdat je in mijn leventje bent!’ En dat is zo easy aan hem, hij kijkt me aan terwijl ie zegt; ‘Gek wijf, maar lekker wel mijn gekke wijf!’ ? Terug lopen we door de winkelstraat en eten op een terrasje een vissoep en garnalen. Daarna rijden we door naar Seaside maar hier is geen echt centrum te bekennen dus laten we het voor wat het is en gaan richting Mount Saint Helens. Een vulkaan in Skamania County, waarvan de top ooit 2950 meter haalde maar na een uitbarsting in 1980 meet deze ‘slechts’ nog 2550 meter. Bij deze dodelijke en verwoestende uitval (de ergste in de Amerikaanse geschiedenis) kwamen 57 mensen om het leven en een gedeelte van de berg stortte in. Tot in de wijde omgeving werden bomen als lucifershoutjes platgegooid en alles gezandstraald over een oppervlakte van ongeveer 600 vierkante kilometer.
In Castle Rock vinden we in Seaquest State Park een prima campground middenin het bos. We maken een vuurtje en mijn chefkok gaat aan de slag met de voorbereiding voor het eten terwijl ik op het vuur moet letten.

Prima job voor deze Cheryl: wijntje erbij en af en toe gooi ik voorzichtig een blok hout erop. Net als ik dat weer doe komt mijn lover uit de camper, ‘Wat doe je dat raar, ben je bang voor het vuur?’ Ik moet vreselijk lachen en zeg; ‘Nou dat niet maar kijk naar mijn wijde mouwen, als die vlam vatten dans ik als een soort Boney M door het bos!’ ? De pakketjes met kabeljauw gaan op de BBQ en het resultaat mag er zijn! ?

Het is weer een koude nacht en bij het ontwaken ons vertrouwde ritueel: even snel uit bed, kachel aandoen en wanneer het warm is pas eruit voor ontbijt!
Als we op de weg naar Mount Saint Helens rijden zien we ineens een bord staan: ‘road closed’. Wat zou dat nou zijn? Het wordt ons niet helemaal duidelijk, er zijn drie passen dicht maar die hoeven wij niet te hebben….? We rijden dus maar door over een weg waarvan het asfalt steeds slechter en slechter wordt. En dan bovenaan bij de laatste afslag is ie dicht en niemand te bekennen in het parkhok van de ranger. Wel zien we veel sneeuw langs de weg dus dit zal de  oorzaak zijn. Ok, dat is balen zeg!

Helaas er zit niets anders op dan dezelfde rottige asfaltweg terug te pakken. We hebben vandaag heel veel kilometers gemaakt voor niets! Eind van de middag komen we in Rochester en langs de weg ligt een RV park. Het heeft alles tegen: langs de weg en het spoor, heel veel vaste bewoners met troep, en de prijs….? Maar we hebben geen puf meer om door te rijden dus gooien alle bezwaren over boord en gaan staan. En het moet gezegd: we staan ondanks alles verrassend goed! ? We zijn inmiddels in de staat Washington en ook hier zou de kust schitterend zijn. Van Rochester rijden we terug naar de kust en komen in Ocean Shores. Het maakt op ons een rustige indruk, herten struinen over het gras, veel tweede huizen en er is nog weinig te beleven….kan ook aan het weer liggen want het is fris.

Het lijkt alsof het hier allemaal een maand achterloopt qua seizoen. Roel zou Roel niet zijn als ie niet helemaal doorrijdt tot we niet verder kunnen. ?

Dit keer ben ik er blij om want aan het einde van de weg bij een klein haventje ligt, een verborgen parel, camperplaats: Quinalt Marina en RV park. Er is plek en zelfs één direct aan het strand! Als we de hut hebben neergezet komt er een voorzichtig zonnetje.

De stoelen gaan naar buiten en wanneer we met een theetje éénmaal zitten begrijpen we waarom niemand hier wil staan. ? Van alle kanten komt de wind op dit stukje tussen de twee wateren aan land en het zand waait vrolijk mee. Binnen korte tijd voelen we het overal schuren en ligt de camper vol. ? Zelfs tussen de lakens maar wie let daar op als je vanuit je bed zo de zee kan zien en horen! De volgende morgen gaan we verder over de Highway 101 langs de kust richting Port Angeles, dan hebben we vanaf San Diego in het zuiden tot het noorden bijna de gehele kust gehad. We zijn net een klein uurtje onderweg als we voorbij het plaatsje Queets (in het Olympic National park) een kleine ingang zien naar het strand.

‘Wat was dat, stond daar nou campground?’ We kijken elkaar aan, ‘Zal ik omdraaien?’ vraagt Roel. We draaien op de stille weg en rijden het weggetje in. Het is inderdaad een campground (South Beach): weer zo’n verborgen parel. ? Het uitzicht is super, er staan een paar campers langs de zeekant. Volgens het informatiebord zijn er nog plekken vrij, er is alleen maar dry camping, kosten 15,00 dollar per nacht. ‘Wat een top plek, wil je blijven?’ vraagt mijn lover. Ik kijk op mijn horloge ? (waarom doe ik dat want ik heb alle tijd?) en zeg; ‘Ik weet niet, het is net half twaalf, zullen we een bakkie doen en dan beslissen?’ Als we wegrijden om buiten het terrein te parkeren komen we voorbij de plek van de campgroundhost.

(Dit zijn vrijwilligers die op de Nationale parken gratis in hun eigen camper of caravan wonen in ruil voor het onderhoud van de campground en het sanitair.)

‘Oh, jullie gaan toch niet weg!’ roept de kerel en komt op ons afgelopen. Door het geopende raam aan mijn kant begint hij enthousiast uit te leggen wat er verderop aan de kust nog komt en dat er geen één plek zo mooi is als deze. Terwijl hij staat te praten kijk ik langs hem heen naar de zee en zie iets bewegen….het komt uit het water! ?

‘Sorry hoor dat ik je verhaal onderbreek maar zitten hier ook walvissen zó dicht langs de kant?’ vraag ik hem verbaasd. Hij knikt bevestigend en we kijken alledrie naar het water. Pats, daar komt het dier weer boven! Wat is dit mooi! De beslissing is nu snel gemaakt: we blijven. ?

Als de host vertelt dat er verder op het strand een dode walvis ligt, wandelen we er naar toe. Jakkes wat een akelig gezicht en het is maar goed dat de wind onze kant niet op staat. Tien meter dode vis. ?

Vanaf onze plek zien we walvissen en zeeotters heel dicht voorbij zwemmen. Met het op het strand gesprokkelde drijfhout maken we later vuur en zitten ’s avonds nog lang buiten.

De volgende morgen als ik over de zee staar, mijmer ik maar weer eens over mijn B&B aan het strand in Kaapstad. ? Met tips van de host gaan we de Highway 101 weer op

en doen Second Beach en La Push aan,

rijden via Lake Pleasant en Lake Crescent verder door het Olympic National park en komen dan in Port Angeles. Bij de Walmart doen we boodschappen en het blijkt dat je hier met de camper mag overnachten. Goed om te weten maar wij gaan terug het park in naar campground Heart O’ the Hills, die ligt mooi tussen de bomen.

De weg naar Hurricane Ridge loopt er naast en rijden we de volgende ochtend omhoog. Hoe hoger we komen hoe meer sneeuw er nog ligt. In de verte zien we de besneeuwde toppen van Hurricane Hill en Mount Angeles. ‘Als ik dit zo zie is het niet gek dat de weg van de week naar Mount Saint Helens dicht was.’ zeg ik tegen mijn lover. Boven bij het visitor centre parkeren we, vanaf daar gaan er een aantal mooie wandelingen waarvan wij er één doen.

In de winter is dit trouwens een skigebiedje. Na de wandeling pakken we de kaart erbij en besluiten nog een stuk te rijden, met als plan Seattle voor de komende dagen. We komen tot Gig Harbor en schieten daar een campground op….het is genoeg voor vandaag en deze week met vele bijzondere plekken en momenten. ? “And above all, watch with glittering eyes the whole world around you because the greatest secrets are always hidden in the most unlikely places. Those who don’t believe in magic will never find it. – Ronald Dahl”

De bruine beleving !

Koffie lijkt een hype in Amerika. In geen enkel ander land heb ik zoveel koffiezaken gezien als hier. Kleine zelfstandigen en de grote ketens zoals Starbucks en Mr. Bean.

Ook zijn er heel veel drive thru’s zodat je niet eens hoeft uit te stappen. Er zijn er zelfs die bij drukte iemand buiten hebben lopen die de bestelling bij de auto komt opnemen, doorgeeft aan het loket zodat als je daar bent de bestelling klaar staat. ?

Of je geeft de bestelling telefonisch door om het daarna op te halen bij de pick up corner.

Mijn lover is geen koffiedrinker, die houdt het bij een kop thee, gewone normal black tea. ‘Met mijn ADHD, daar moet je geen koffie ingooien!’ ? roept ie altijd. Ik ben een koffiedrinker en dan het liefst zo’n klein kopje zwarte espresso, enkel of dubbel: dat is voor mij koffie en genieten! Hier in the States raak ik het spoor bijster want de Amerikaan heeft zoveel koffievarianten. ? Warm of koud, de hoeveelheid in ounches, wat voor soort melk (in bepaalde staten waar het is toegestaan is er zelfs melk gemaakt met marihuana , hemp),

welke suiker, hoeveel shots koffie, smaakje erin, slagroom erop, caramel of chocosnippers….en volgens mij heb ik het dan wel. Helaas geen likeurtje erbij. ? En ik moet bekennen dat ik er aan mee doe: mijn zwarte koffietje, zoals ik die lekker vind, maak ik zelf in de camper, maar voor een ‘koffiebeleving’ ? ga ik naar een koffiezaak.

Zomaar een ochtend in Cannon Beach: mijn lover en ik parkeren de hut en gaan het centrum in, het is Memorial Day en gezellig druk. ‘Eerst een lekker koffietje.’ zeg ik als we een leuke zaak zien. Wow, wat een mensen, de rij staat buiten!

We sluiten aan en raken in gesprek met een mevrouw voor ons die vertelt wat wij al vermoeden: ze verkopen hier the best coffee in town. Er komt een tafeltje vrij, ‘Ga zitten dan bestel ik!’ zegt mijn lover. Dat is lief van hem maar nu komt het: ik moet mijn niet koffiedrinkende schat uit gaan leggen wat ik hebben wil. ? ‘Voor mij een kleine moccha met cream on the top.’ zeg ik en ga snel zitten. OMG, de helft vergeten te zeggen, ik let op en wanneer hij aan de beurt is zit ik alert om hem te souffleren.

‘One small normal black tea and one small moccha with cream on the top.’ zegt hij.
Het meisje kijkt hem aan en vraagt; ‘Normal black tea, cold or hot?’ Dat is één maar dan komt het….’Brown or white moccha?’ Mijn lover draait zich naar mij om en ik roep; ‘White!’ Hij denkt dat ik ‘Wat?’ roep….? ‘Brown or white?’ roept ie weer. ‘Wit!!!!’ roep ik alsof ik op de markt sta. ‘Do you want normal milk or another taste?’ Hij kijkt weer om en ik zie hem staan: mijn theedrinker in deze verwarrende koffiewereld. ‘Doe maar kokosmelk!’ roep ik weer door de zaak. ‘How many shots coffee you want?’ ‘You want also caramelcrispy on the top or only cream?’ Mijn lover houdt zich dapper staande, heeft zijn naam opgegeven, betaald en staat nu bij de barista te wachten tot de bekers met Roel erop klaar zijn. ‘Allemachtig zeg, ben ik blij dat ik thee drink dat is tenminste altijd hetzelfde!’ zegt ie en gaat zitten. Ik kan hem geen ongelijk geven en als ik mijn ‘small size white moccha with two shots coffee, cocosmilk, cream on the top and no caramels or chocolat’ op heb kan ik echt niet zeggen of deze calorieënbom nou de beste koffieboontjes in town bevat. Het is gewoon een soort lekkere ‘kinderkoffie’ zeg maar….want echte koffie blijft voor mij toch een kleine sterke espresso. ?

De mooie kust van Oregon

Het is super leuk om hier in Amerika met onze camper rond te rijden en we voelen ons dan ook heel bevoorrecht dat we dit kunnen doen. Maar soms zijn er gebeurtenissen in Nederland die maken dat we heel even terug zouden willen zijn. Dat gevoel is heel sterk als we donderdagochtend rond 07.00 uur ontwaken. Het is in Nederland nu 16.00 uur en we weten dat Roel zijn beste vriend Dirk Jan zich klaar maakt om naar de uitvaartplechtigheid van zijn vader te gaan. In gedachten zijn we bij hem en zijn familie. ? Ja, dat zijn van die momenten dat we stil zijn en vrienden en familie missen.
Onze rit vandaag gaat naar Reno, na Las Vegas, de tweede gokstad van Nevada. Maar eerst komen we door de hoofdstad van Nevada: Carson city. Wat blijkt, hier zit ook een bakker Schat! Het is Paul, een zoon van Erick Schat uit Bishop. We stoppen en doen koffie/thee met iets lekkers en kopen gelijk een brood. Het Amerikaanse brood is best te eten maar een boterhammetje zoals wij gewend zijn kennen ze hier alleen bij de Nederlandse bakker Schat! ?

De rit gaat verder en het gebied waarin we komen is die van de mijnen: Silver City en Gold Hill. Het zijn kleine plaatsjes die er wat verlaten uitzien met hier en daar een duidelijk zichtbare mijnschacht maar we vragen ons af of die nog in gebruik zijn.

Dan volgt Virginia City, dit is toeristisch en waarschijnlijk in het hoogseizoen bomvol. Ik heb de vergelijking al eens eerder gemaakt bij het plaatsje Keystone (Mount Rushmore): ook hier krijg ik een beetje Valkenburg gevoel. ? Zeker leuk maar heel veel winkeltjes die dezelfde prullaria verkopen: special for tourists. ?

Vanaf hier is het nog een paar keer gas geven en dan dalen we via een bochtige weg af naar Reno.

Het mag niet maar dat zag ik pas te laat….?

De wegen om Reno zijn een verschrikking, heel erg druk, en ik ben blij dat Roel rijdt. Vanuit de verte zien we de grote casino’s zoals Harrah’s, Golden Nugget en Circus Circus al verschijnen. We slaan de snelweg af richting het centrum maar dat valt tegen want er zijn wegomleidingen.

Wat blijkt: dit weekend is er een special event van oldtimers en daarom is het centrum gedeeltelijk afgesloten. Bij Circus Circus zou een RV park zijn maar daar staan nu allemaal grote trucks verzameld. We stoppen zodra het kan en zoeken op internet waar we dan heen kunnen. Het stikt van de zwervers in het centrum en de deurknoppen doen we maar even dicht….? Allemachtig wat een triestheid is dat hier op straat, er liggen, staan of waggelen zwervers, alleen of met elkaar.

‘Als Vegas je heeft uitgekotst kom je hier!’ zucht ik. We zijn best iets gewend maar dit is erg. Het volgende RV park is vlakbij het centrum en als we voor het stoplicht staan te wachten heb ik flinke bedenkingen: wat een buurt, moeten we hier de camper stallen?! We rijden langs en het ding heeft een bord met ‘full’ staan. Thank you Lord, want wat ik zie staan aan campers en zooi geeft me kippenvel. We moeten meerijden met de verkeersdrukte dus doen weer een rondje door het grotendeels dichte centrum. ‘Wat mij betreft ben ik er klaar mee!’ zegt mijn lover. Ik deel zijn mening maar was ondertussen toch nog aan het zoeken en heb iets gevonden buiten het centrum. Het Grand Sierra Resort and Casino heeft een RV park met goeie recensies. Het hele complex is super groot, ziet er prima uit en ze hebben nog plaats dus we boeken één nacht. We besluiten om in het resort te gaan eten maar doen eerst bij de camper een wijntje. Dit resort heeft ook weer alles: zwembaden, weddingchapel (er is net een trouwerij), spa, casino en restaurants.

Wij kiezen voor het ‘all you can eat/buffet’ restaurant. Het is druk en na even wachten krijgen we een tafeltje. Het concept is eenvoudig: er zijn een aantal counters met thema’s uit verschillende landen. Je eet tot je erbij neervalt….wat de Amerikanen heel vaak is aan te zien. ?

Alle frisdrank en water is bij de prijs inbegrepen echter wijn, bier en sterke drank niet. De kelner komt vragen wat we willen drinken en we bestellen twee wijn. Zijn antwoord; ‘Ok, maar dan moet ik met uw geld naar de bar in het casino en een wijntje is elf dollar per stuk. Als u straks naar het casino gaat zou ik het dan nemen want als u speelt is het gratis!’ En dat vind ik altijd zo’n moment van verwondering. ? Hij kijkt weifelend naar mij alsof ie denkt ; ‘Nou, die Bonny van de lage landen gaat echt geen frisdrank bij het eten bestellen….’ ? Met vaste stem zonder haperen zeg ik; ‘Oh, that’s very kind of you, I’ll take some water!’ ?? Ik schreef het al eerder: als je speelt in de casino’s is alle drank gratis en geef je alleen een fooi voor de bediening. In de restaurants is het verschillend, men hanteert een happy hour formule (2 voor de prijs van 1), een kortingsbedrag of gewoon het volle pond. De restaurants, nightclub en bars zijn allemaal in het casino gevestigd, hoe je ook loopt je moet langs speeltafels en machines. Na het eten hoppen wij dus zo van tafel in het gokparadijs, mijn lover gaat naar de machines, ik zoek een speeltafel en denk; ‘We vinden elkaar nooit meer terug, zo groot is het!’ ? Er is een tafel met een lege plek op de laatste kruk. Altijd leuk voor de discussie want de praktijk leert dat de overige spelers vaak commentaar op de laatste hebben want dan komt het erop aan wat voor kaarten de croupier gaat krijgen. Net als ik bij de croupier mijn dollars voor fiches heb omgewisseld staat er al een serveerster naast me; ‘Hey honey, do you want something from the bar?’ Ik bestel een Tequila sunrise, let’s get ready to rumble: kom maar op met die kaarten! Als ze mijn drankje brengt geef ik haar een fooitje en ze is helemaal happy. ‘Thank you beauty, I’ll take care for you tonight!’ En dat doet ze want na een kwartier staat ze al weer op mijn schouder te tikken of ik er nog één wil. De tablemanager (die op de spelregels, croupiers en gasten let) wil weten waar ik vandaan kom, ‘I like your accent.’ ? Nou ik heb inmiddels al drie Tequila sunrise van mijn nieuwe vriendin gekregen als dit zo doorgaat spreek ik straks alle talen. ? Gelukkig is mijn lover uitgespeeld en ik zie hem lopen: zwaai, zwaai, hier ben ik, red me van deze tafel! We lopen door het casino en komen langs de weddingchapel. Buiten tegen de muur zit de bruidegom, het is hem waarschijnlijk allemaal teveel geworden! ? Een barman in Vegas zei het ons al eens; ‘Zijn het niet de speeltafels dan is het de drank wel, somehow the Gamblingcity is going to kill you.’
Terug in de camper zijn we net op tijd binnen want het begint te regenen. Als ik in bed lig kijk ik naar het plafond boven me. Ligt het aan de drank of is het tapijt wat tegen het plafond zit echt een andere kleur bij het luik? ? Met mijn hand wrijf ik erover en jakkes, het is nat! ‘Roel, volgens mij hebben we lekkage!’ roep ik naar mijn lover die zich beneden staat uit te kleden. Hij klimt het trapje op en kijkt mij vol ongeloof aan terwijl hij roept; ‘Wat nu dan weer!’ Ok, ik heb iets teveel gedronken maar ik zie en voel het toch echt….Hij voelt ook en begint dan te vloeken. ‘Ik ga het dak op om te kijken wat er loos is.’ De plek waar wij slapen is zeg maar cosy: 1.60 bij 2.00 meter met een hoogte van ongeveer 60 centimeter op het hoogste punt. Het is midden in de nacht, buiten regent het lekker door en mijn lover probeert zich door het luik te wringen om te kijken wat er mis is. Het is een gek gezicht want hij past er absoluut niet door.

‘Schei daar nou mee uit, straks zit je nog vast!’ zeg ik. Het is een soort vrij worstelen en de camper staat op zijn wielen te schudden. ? Hij ziet gelukkig zelf in dat dit niet gaat lukken en komt dan met plan B: vanaf de buitenkant het dak op. Daar gaat ie, klimt via de ladder aan de achterkant omhoog en loopt (lees: stampt ?) over het dak. Hij heeft het luik met tape afgeplakt en komt weer binnen. ‘Dat #*#*#ding, als het zo doorgaat dan rij ik naar Halifax en flikker hem zo op de boot!’ zegt ie en trekt nijdig zijn kleren uit. Waarschijnlijk dat deze lekkage nog voortkomt uit de schade die de camper vorig jaar heeft opgelopen aan boord van het schip. We mopperen er met en tegen elkaar nog even vrolijk op los en gaan dan maar slapen. ‘Denk jij dat ik een zwemvest aan moet want misschien drijf ik vannacht wel uit bed?’ hik ik van de lach maar ik krijg geen antwoord want hij kan er niet meer om lachen. ? De volgende morgen schijnt de zon, de lekkage is niet erger geworden en mijn handyman gaat bij daglicht het dak inspecteren. De kit bij de randen is vrij dun en hij smeert er een nieuwe laag op. ‘Dit moet het voorlopig houden.’ Vandaag rijden we naar Lake Tahoe, een kort erg mooi stuk met waarschuwingsborden voor een ‘icy road’ en ‘beren’.

Net voor South Lake Tahoe doen we wat inkopen en dan zie ik langs de weg een bord Nevada Beach Campground. Het is nog maar half twee en een middagje easy is wel lekker. De weersverwachting is beter dan voorspelt en een klein zonnetje schijnt. De campground ligt in het bos en ook direct aan het meer. Het is te fris voor het strand dus maken we wandeling door het bos. Donkere wolken komen boven het meer en mijn lover hoopt op een stevige onweersbui om te fotograferen. Maar helaas voor hem, de bui waait over. Na het eten genieten we van de zonsondergang op het strand en wandelen bevroren terug want het is echt koud geworden.

Er loopt een weg om het gehele meer die wij de volgende dag vanaf de onderkant gaan volgen met eerst South Lake Tahoe. Deze plaats ligt op de staatsgrens van Nevada en Californië, de éne kant casino’s en de andere kant hotels.

Mijn lover heeft hier in de winter wel eens geskied, het geheel ziet er indrukwekkend maar ook ‘Nevada toeristisch’ uit: casino’s en weddingschapels. ? ‘Het blijft romantisch al die weddingchapels.’ zeg ik tegen mijn lover. Hij kijkt opzij en grinnikt; ‘Ik heb totaal niets met die gekkigheid!’ En daar zit ie dan achter het stuur, mijn handsome die niets heeft met chapels terwijl hij meezingt met een liedje op de radio: ‘God only knows what I’d be without you’. ?

Als fan van de film the Godfather wil ik graag het huis (waar Michael afrekent met het verraad van zijn broer Fredo en hem op het meer laat doodschieten) zien uit deel twee.

Het is oorspronkelijk in 1938 gebouwd in opdracht van Henry Kaiser (één van de bouwers van de Hoover Dam) als zomerverblijf. Na de filmopnamen is het geheel omgebouwd tot 22 luxe woningen genaamd Fleur du Lac Estates. En dat het luxe is mag je wel zeggen want één van de woningen (drie slaapkamers en vier badkamers) is laatst verkocht voor 3.75 miljoen dollar! Het staat aan de westkant van het meer en we vervolgen de drukke weg (zaterdag: veel toeristen en dagjesmensen) met af en toe een stop voor een fotomoment want ook hier is het heel erg mooi! Baaien en watervallen. Heel druk, geen parkeerplaats vrij dus we prakken hem even illegaal op de campground neer.

Ineens in een bocht zien we het huis liggen maar er is eigenlijk geen plek om te stoppen. Naast het complex is een weggetje wat naar de waterkant gaat, daar stap ik uit en loop een steiger op om een foto te maken.

Echt binnen één minuut komt er een security op een jetski aan. Ik glimlach mijn liefste lach, steek mijn hand op en zeg gedag. Een stukje verderop blijft hij wachten wat ik ga doen….Wat denkt zo’n man zelf, dat ik ga zwemmen om bij de woningen te komen? ? Ik maak de foto’s en film en ren terug naar mijn wachtende lover in de camper. We zijn kort hiervoor Californië weer in gereden en zetten koers naar Lassen Volcanic National Park. De dag loopt ten einde en er zijn geen tot weinig campgrounds of plekken waar we kunnen overnachten. We zien er één die ligt pal aan de weg en ziet er niet uit, veel oude campers en caravans en ‘vaste’ bewoners. ‘Ik krijg er geen harde plasser van!’ ? roept mijn lover en we rijden door. Net als we denken dat dit wel eens een lange avond kan gaan worden, want er komt niets meer, zie ik verderop tussen de bomen een tent staan. Het is een campground, Warner Creek, die pas volgende week officieel open gaat maar je mag er nu al overnachten. Gratis! Er staan nog meer tenten en we zoeken een mooi plekje in het bos. Deze campground ligt aan een stille weg die uiteindelijk na een paar kilometer in het Lassen Volcanic National Park zal uitkomen.

Door het dichte donkere bos rijden we de volgende morgen als na een tijdje het asfalt overgaat in een onverhard stuk. ‘Dat klopt, ik heb het gezien op de kaart.’ zegt mijn lover. Het pad wordt slechter en slechter, het is nu gewoon een breed bospad met steile stukken waar onze hut best moeite mee heeft. ?

‘Toch gek dat hier campers mogen rijden….er stond wel trailers not advised’ zeg ik vol verwondering. Mijn lover vind het ook vreemd te meer daar hij op de TomTom ziet dat dit doodlopend is maar keren is hier niet meer mogelijk. We hobbelen verder over het pad en komen uiteindelijk bij een woning van de ranger: nobody home.

Verderop is een parkeerplaats waar een paar auto’s staan. En dan gebeurd het want mevrouw dom dom (TomTom) roept; ‘Probeer om te keren!’ Het pad gaat over in een smaller pad wat steil omhoog loopt. Gelukkig kunnen we hier wel keren en net wanneer we dat gedaan hebben komt er een echtpaar in een 4×4 jeep aanrijden. Vol verbazing kijken ze naar onze hut in het bos, de ramen worden opengedraaid en ‘How did you come here??’ , roept de kerel vol verbazing. Ze hebben een huis iets terug in het bos en in vijftig jaar hebben ze deze weg niet zo slecht gezien. Roel vertelt waar we heen willen en de kerel legt uit hoe we hadden moeten rijden want we hebben nu de achteringang van het park….? ‘Oh, by the way, we saw a bear a few meters back.’ Daar gaan we weer terug hobbelend over het pad en nu ook op zoek naar de beer. Yes!! En dat is niet eenvoudig: mijn lover stuurt en ik als bijrijder kijk mee maar moet ondertussen ook de camera’s, lenzen en statief pakken voor de beer. Bonk, bonk, gaat de hut over het pad met diepe geulen waar mijn lover behendig omheen stuurt terwijl hij lachend roept; ‘Wij hebben weer wat!’ ? Ik zit naast hem de camera’s in bedwang te houden en denk; ‘Nou, maak het iets kleiner want eigenlijk heb jij weer wat, jij hebt dit pad gekozen op de kaart!’ ? Ineens ziet hij de beer, die in een boom klimt, aan mijn kant vlak naast de weg! We zijn gelijk een team: hij pakt de camera, ik druk het raam naar beneden, mijn hoofd naar achter en voor mij langs gaat de camera klik, klik, klik naast mijn oor.

Het dier is zich bewust dat er iets is en komt de boom uit, kijkt onze kant op maar scharrelt dan op het gemakkie verder. Heel stil gaan we de camper uit en genieten van dit bijzondere moment: wij en de beer helemaal alleen in het grote dichte bos.

‘Om je heen blijven kijken want het is best een kleintje, misschien loopt moeders ook nog ergens rond!’ sist mijn lover. Natuurlijk ben ik op mijn hoede want in mijn fantasie zie ik het gebeuren: de beer grijpt me en het enige wat mijn lover dan denkt: ‘Zal ik de foto in kleur of zwart/wit maken!’ ? Als we eindelijk weer asfalt onder de wielen hebben zoeken we op de kaart de route (via Chester) die het echtpaar in het bos ons net heeft opgegeven om bij de hoofdingang van het park te komen. Ik zie mijn handsome kijken en dan komt het; ‘Oeps, het was net toch niet de goeie weg die we hebben genomen, het moest die ernaast zijn!’ Ik kijk hem verbijsterd aan, zeg niets en denk alleen maar….wij?? ? Vlak voor de hoofdingang staat dat het park vanwege ‘winterconditions’ dicht is. Bij de ingang waar een ranger zit krijgen we meer informatie: er ligt nog teveel sneeuw en het park is maar beperkt toegankelijk, tot net voorbij het visitor centre. Het is koud hierboven, de omgeving doet ons aan Yellowstone denken met geisers en dampende modderpoeltjes.

We maken een kleine wandeling met snel wat foto’s en film en back to the camper. Via Red Bluff komen we in Redding, dit is niet echt een grote plaats maar toch zien we veel zwervers rondlopen. Na wat inkopen bij de Walmart gaan we op zoek naar een plek om te overnachten. Net over de brug ligt een RV park, het ziet er een beetje shabby uit maar we zijn moe dus toch proberen. De office blijkt gesloten en ik zie geen bord waar we ons dan moeten melden. Ineens springt er een klein hondje kwispelend tegen me aan en daar komt zijn baas ook aangelopen. Voor het beeld: een kerel met ontbloot bovenlijf en een trainingsbroek. Ik vraag hem naar de eigenaar van de camping want de office is dicht. Hij kijkt me aan met een blik alsof ik net heb gezegd; ‘Ik ben Melanie Trump en Donald zit in de camper te wachten’ en vraagt dan; ‘Hey, do you know what day it is, saterday or sunday?’ Hij bazelt nog dat ie al twee jaar hier woont en geen idee heeft wat het kost. Nou wat die voor paddo’s heeft geslikt, geen idee, maar met hem kom ik niet verder. We rijden een rondje over het park en besluiten weg te gaan want het lijkt alsof zijn halve familie hier zit, wat een malloten. ? Het volgende RV park heeft een groot bord bij de office staan: ‘We don’t want overnight stays for one night!’ Er staan wat bewoners buiten die ons echt onvriendelijk aankijken dus move that bus en next stop! Ook daar is de office dicht en op de deur hangt een papier ‘Full’. We rijden over het park heen en zien de helft leeg staan ?….het zal wel! Uiteindelijk rond 18.00 uur rijden we een stukje terug langs de rivier en vinden JGW RV Park. Deze ziet er goed uit maar is inmiddels ook al dicht. Gelukkig hebben ze een systeem met betaalenveloppen voor ‘late night arrivals’. De temperatuur is hier een stuk warmer dan de afgelopen dagen en we kunnen eindelijk weer lekker buiten eten.

Eigenlijk zijn we wel toe aan een rustdag maar doordat we met de radiateur tijd hebben verloren moeten we toch wat gas op de plank houden om in Alaska te komen. Het is maandag, een nieuwe week, en we gaan er fris tegen aan met een rit naar Eureka wat aan de kust ligt. We hopen daar een mooie plek te vinden om een rustdag in te plannen. Over de scenic by-way 299 met de Trinity rivier naast ons rijden we de mooie rit door de bergen.

Het is jammer maar hoe dichter we bij de kust komen hoe slechter het weer gaat worden. We vertrokken vanmorgen met een heerlijk zonnetje en dertig graden, de temperatuur doet het nu voor de helft! ? In Eureka aangekomen rijden we wat rond en ook hier valt ons op dat er grote groepen zwervers zijn. Dit gedeelte van Californië vinden wij heel anders: de mensen zijn er veel minder vriendelijk, het is een hoog gehalte van ‘eigen volk eerst’. Zowel Redding als Eureka heeft een gevangenis en we vragen ons af of dit iets te maken heeft met het grote aantal daklozen die we zien. Stel je komt uit de gevangenis blijf je dan wellicht hangen in deze stad? ? De winkeliers en restaurants worden omringd door zwervers, ze staan, hangen of liggen dronken in bloemperken. We rijden er langs en het is zo vreemd om te zien dat we er zelfs geen foto’s van hebben gemaakt. Archimedes riep ooit ‘Eureka’ (ik heb het gevonden) toen hij de naar hem genoemde wet ontdekte, een gevoel dat wij een campground hier gaan vinden krijgen we niet bij Eureka. ? Op de kaart zie ik de Arcata Bay, je kan er omheen rijden en er zijn plaatsen met grappige namen als Samoa en Manila. Het weer is niet al te best maar we geven het een kans. ‘Het is net alsof we op de Maasvlakte rijden.’ ; zegt mijn lover en ik kan hem geen ongelijk geven.

We rijden rond het binnenwater maar zien niets waar we voor willen stoppen. Langs de kust, met steile kliffen en stranden, gaan we verder. Roel is hier 30 jaar terug al eens geweest en slaakt een herkenningskreet. De oude foto wordt erbij gezocht en er is inderdaad wel wat verschil. ?

1987 boven en onder hoe het vandaag is.

We rijden verder door de plaatsjes Clam Beach en Trinidad om uiteindelijk bij Patricks Point een campground te vinden.

We staan op een klif en vanaf de zee horen we de zeehonden luid roepen. De korte broek verruilen we voor een lange en gaan kijken of we bij de zee kunnen komen. Door de ligging is het niet mogelijk om naar beneden te lopen echter bij een B&B mogen we op het terras komen staan en zo kunnen we in de diepte de diertjes zien.

Dit is de tijd dat ze jongen hebben gekregen en daarom maken ze zo’n herrie wordt ons uitgelegd. Vanaf zee is er een mist op komen zetten die het ijzig koud maakt en terug in de camper gaat de kachel weer aan. Na een koud nachtje heeft het zonnetje er de volgende morgen best zin in, helaas de temperatuur niet echt. ? We rijden naar de grote bomen in Redwood National and State Parks (het National Park vormt met drie State Parks één geheel). Via de Highway 101, die door de drie State Parks loopt, komen we erin bij Prairie Creek State Park en zien gelijk een grote groep Elk’s staan waar we stoppen.

Er staat een VW busje uit 1968 met een Argentijns kenteken, we raken aan de praat met het stel, dat ook onderweg naar Alaska is, en wisselen onze kaartjes uit.

Bij het visitor centre halen we informatie over de wandelroutes. Het is indrukwekkend hier met de imposante kustmammoetbomen, de hoogste bomen die op aarde voorkomen, en we wandelen (hier noemen ze dat hiken ?) ruim twee uur.

Terug in de camper eten we een boterhammetje en krijgen ineens een kleine indringer binnen! ? Roel vangt de deugniet en zet hem buiten waar moedervogel luid zit te roepen.

Vervolgens rijden we verder door de parken tot we in de kustplaats Crescent City komen. Hier maar eens kijken voor een overnachting en dan het liefst aan zee. Het enige RV park aan zee staat naast een vuurtoren waaruit om de minuut een misthoorn klinkt als een rinkelende telefoon ? : geen optie. Nog maar eens een rondje door het centrum en alsof het zo moet zijn zien we een groot reclamebord ‘Elk Casino Valley’. Zoals altijd: kijken kan geen kwaad! ? De parkeerplaats ziet er prima uit en er staat nog een camper. Maar eigenlijk hebben we nog geen zin om al te gaan staan, het is vet bewolkt en net half vijf. Nou heb ik in het centrum een kapper gezien en stuur mijn lover daar naar toe. De kapper is altijd een ding tussen hem en mij: na veel aandringen gaat ie dan eindelijk na weken eens…zucht. Gelukkig heeft miss Saigon tijd voor mijn tijger ?  en hij gaat gedwee zitten.

We parkeren de hut daarna aan de zeekant (helaas een bord met: no overnight stays) waar we eten en rijden rond 20.00 uur terug naar het casino. Dit heeft zijn zaakjes goed geregeld: wij komen binnen en zoals altijd vragen we netjes of we hier kunnen blijven overnachten met de camper. Twee vriendelijke portiers vertellen dat er achter het parkeerterrein een gratis RV terrein is met verlichting en camera’s. Ze noteren ons kenteken en de éne portier laat ons daarna het casino zien. Top geregeld! ??
Op woensdag is het dan zover: we rijden ’s morgens de volgende staat in: Oregon. Daar is ‘Wie is de Mol 2017’ opgenomen. Veel mooie beelden kwamen toen voorbij en we zijn benieuwd wat deze staat te bieden heeft. De Highway 101 brengt ons langs de afwisselende kust: ook hier veel steile kliffen, duinen en strand. Het weer is niet best, dikke bewolking en het is koud. Er zijn heel veel State parken met campgrounds en we rijden tot in Bandon. Dit is een leuk rustig kustplaatsje met een aantal kleine visrestaurants. Campground Coquilles ligt net buiten het centrum, we boeken voor één nacht en gaan terug naar het centrum voor een lekker vissie. ? De specialiteit hier is krab en kreeft maar het ‘slachten’ vinden we zo’n gedoe dus we bestellen een stukje kabeljauw van de grill.

We raken ook hier in gesprek met een paar Amerikanen, ineens gaat het over politiek en Roel merkt op; ‘In Europa hoor je heel veel dat ze Trump een joker vinden….’ De éne man kijkt ons bozig aan en zegt dan snibbig; ‘Trump is een prima kerel en een goed leider! Als wij jullie niet gered hadden in the war dan hadden jullie nu nog oorlog gehad!’ Zijn vrouw hoor ik zachtjes tegen hem sissen dat ie op moet houden. Mijn lover en ik kijken elkaar aan: oeps, laten we het hier maar bij laten want het type in zijn camouflagepak is bijzonder. ? Het is weer een koude avond, de kachel gaat aan en we kijken een film die we haast niet durven te vermelden: Saturday Night Fever. ?
Als we de volgende morgen de gordijnen open doen ziet de lucht er iets beter uit. Hopelijk komt de zon vandaag weer eens terug en trekt de bewolking weg. Ons plan is om langs de kust richting Portland te rijden en dat is nog zo’n 400 kilometer.  Fantastische duinlandschappen en oude geklonken bruggen van ver voor de oorlog (brug op de foto is de Coos Bay Bridge uit 1936).

We rijden door Charleston en Coos Bay, daar eten we in een piepklein restaurant op het water een vissoep.

Echt overal zie je trouwens Tsunami waarschuwingen.  Officiële én onofficiële.?

De streek is schitterend en doet ons denken aan de kust bij Normandië. We stoppen vaak om te genieten van de uitzichten en wandelen over het strand. Aanstaande maandag is het Memorial Day (op deze dag herdenkt men de gevallen Amerikaanse militairen maar het wordt ook gezien als het onofficiële begin van de zomer) en de Amerikanen hebben een lang vrij weekend voor de boeg. Afgelopen weken was er in de winkels al volop ‘Amerikaanse prullaria’ te koop variërend van papieren bordjes, vlaggetjes, gebak/koekjes en zelfs een limited edition van Smirnoff. ?

De voorspelling is dat het vanavond al heel druk op de wegen zal zijn dus als we bij de jachthaven in Winchester Bay een RV parking zien met vrije plaatsen dan zijn we met maar 75 kilometer op de teller uitgereden voor vandaag. We nemen een wijntje en genieten buiten van het zonnetje. Klokslag 06.00 uur gaat de volgende morgen de generator van de buren aan. ? Heel veel Amerikanen gebruiken zo’n ding om stroom op te wekken voor hun camper of caravan. Wij vinden het vreselijk die pokkenherrie maar de Amerikaan lijkt er niets van te hebben.

Gelukkig mogen ze tussen 22.00 uur en 06.00 uur niet aan. Het is wederom bewolkt en zodra we klaar zijn verdwijnen we uit de herrie. In het dorp doen we een lekkere koffie/thee, altijd weer die Hollanders overal,

en rijden dan verder langs de kust.

Ineens komt het zonnetje door, in Newport zien we een leuke campground, Beverly Beach, met een bord ‘vacancy’. We krijgen een plek vlakbij zee dus we are lucky! Ondanks de zon is het erg fris maar met een jas aan prima strandweer!

Het was een week van wisselende temperaturen, een aantal lange dagen en fingers cross for the camper. ?