Als ik maandag nog niet in orde ben besluiten we maar verder te reizen en Livigno te laten voor wat het is. In de verte lonken de bergen met de verse sneeuw maar het lijkt me niet verstandig om te gaan skiën nu ik snipverkouden ben. Het stuwmeer heeft een totaal andere aanblik.
Door de warmte de afgelopen dagen is veel sneeuw en ijs op het water gesmolten. Ook dit keer hebben we geluk met de tunnel want na amper 10 minuten is onze kant aan de beurt.Bij de Italiaanse grens is niemand te vinden
maar bij de Zwitserse grens krijgen we controle of we papieren voor de tol hebben ingevuld. Uiteraard hebben we dit want we willen geen problemen met de Zwitsers! 😉 Het eerdere plan om nog naar Saas Fee te gaan past dit keer niet meer in het schema dus voor de terugreis zoeken we maar een beetje een weg door Zwitserland richting Basel dan kunnen we altijd nog beslissen of we door Duitsland terug rijden of via Luxemburg. Met de lage dieselprijzen daar scheelt het op een volle tank altijd al gauw weer 50,00 euro. Het verschil tussen diesel in Zwitserland of Livigno in Italie is intussen opgelopen tot 85 cent ! Per liter !! En dat met een tank van 75 liter. Gelukkig in Livigno helemaal vol getankt. 😊
Maar zover zijn we nog niet. Eerst door de alpen op weg naar het noorden.
Dan ziet Roel op de kaart het plaatsje Chur en roept ineens: ‘Daar vlakbij ben ik m’n journalistieke carrière begonnen’. Hij reed in 1977 mee met een demonstratieve optocht op de fiets langs de Rijn. Van bron tot monding. Van Domat-Ems
tot Hoek van Holland. Georganiseerd door Milieudefensie fietste een groep van wisselend tussen 150 en 250 milieuactivisten in drie weken de hele tocht. ‘Ik wil er graag even kijken’, zegt hij en er komen weer allerlei dingen bij hem boven drijven. Zonder op de kaart te kijken herinnert hij dorpjes en leuke voorvallen. Hij schreef toen elke dag een artikel voor het Rotterdams Nieuwsblad en maakte daar foto’s bij. Ondersteboven in het donker in zijn slaapzak filmpjes inspoelen, daarna ontwikkelen, fixeren, spoelen drogen en dan met treinpost (Ja, letterlijk aan de machinist van de Rheinexpress op het dichtstbijzijnde station afgeven) naar Rotterdam CS waar de fotoredacteur Lex de Herder de volgende ochtend op de fiets sprong en de envelop afhaalde bij de spoorwegpolitie. En zo stond het ‘s-middags in de krant. Tja, de tijd van vóór de email….😳
Zo mijmerend langs de Rijn rijdend belanden we ‘s middags in het vorstendom Liechtenstein. Dit ministaatje is het op vijf na kleinste land op aarde en beschikt over een heus skigebied, Malbun Triesenberg. Ondanks dat we lezen dat het slechts 23 kilometers aan pistes heeft rijden we toch de bochtige steile weg omhoog. Gelijk aan de piste zou ook een camperplaats zijn. Lang verhaal kort: de camperplaats valt tegen, het is gewoon op een parkeerplaats en de kerel bij de lift is niet enthousiast over de condities van de pistes, ‘Het is alle dagen te warm geweest, zonde van je geld om een skipas te kopen!’ stelt ie vastberaden.
Dus sturen we de hut weer de vele bochten terug naar beneden. Het is zo steil dat (ondanks dat we in de bergen goed op de motor remmen) de remmen er van ruiken! 😳 We rijden door tot Vaduz. Dit is de hoofdstad. Het heeft maar zo’n 5000 inwoners dus stel je er niet teveel van voor! Na een uurtje wandelen hebben we alles wel gezien.
We overnachten gratis op de parkeerplaats van het voetbalstadion van Liechtenstein en besluiten de volgende ochtend om maar langs de Rijn te blijven rijden. Shoppen bij een Migros blijft een klein feestje en vervolgens overnachten we in Steckborn op een camperparkeerplaats.
De prijs van 20,00 euro valt mee maar als we door het dorp lopen zien we dat we helaas te vroeg gestopt zijn. Driehonderd meter verder is nog een camperplaats, op de oevers van de Bodensee.
Terug in de camper buigt mijn vent zich over de kaart. Na Livigno is hij nieuwsgierig geworden welke andere ‘vreemde’ enclaves (een stuk grondgebied dat volledig door één ander grondgebied wordt omsloten) er nog meer zijn. En dan is Livigno niet eens een echte enclave want het is Italië maar je moet er ‘s-winters heen via Zwitserland omdat de rechtstreekse weg is dicht gesneeuwd. Liechtenstein ook niet want het zit ingeklemd tussen Zwitserland én Oostenrijk. Net zoals Andorra tussen Frankrijk en Spanje. Maar bijvoorbeeld Spanje heeft twee stukken zwaar omheinde enclave aan de overkant van de Middellandse zee in Marokko liggen (Ceuta en Melia). En een klein stukje Spaanse grond 10 kilometer in Frankrijk (Llivia). Allemaal met eigen wetten en (belastingvrije) uitzonderingen. We hebben het grootste aantal trouwens gewoon in ons eigen land. Van de totaal 60 enclaves in de wereld liggen er 30 in en rondom Baarle Nassau en Baarle Hertog in Brabant. Voor nu komen we op onze route langs Büssingen. Een stukje Duitsland helemaal omsloten door Zwitserland. Duitse nummerborden, Duitse politie, Aldi en Lidl en geen Migros, betalen met euro’s en niet met franken. Net voor Schaffhausen en precies op de route. En net geen vijf kilometer doorsnede. Heeft allemaal te maken met honderden jaren oude ruilverkavelingen maar dat terzijde. Zo rijden we in een half uur van Zwitserland naar Duitsland,
weer naar Zwitserland en weer Duitsland in. Terug naar Zwitserland en dan de enclave in. Geen douanier te zien! Eigenlijk iedereen weet dat die Zwitsers bij de grens niet makkelijk zijn maar dit is net de grenspostvrije EU. Een keer zien we een vliegende controle en op onze vraag antwoordt de douanier: ‘We hebben geen personeel genoeg’. 🤔
Misschien toch maar afschaffen die grens. De accijns op een fles alcohol is een paar euro. Die douane kost meer en drugs hou je toch niet meer tegen. Buitengrenzen goed bewaken!
Na Büssingen is het nog maar een paar kilometer rijden en dan komt de blokkade van de Rijn in zicht: de grootste watervallen van Europa: Schaffhausen.
In de buurt een camping zoeken is nog niet zo gemakkelijk. De eerste waar we proberen is weliswaar open maar heeft nog geen water en afvoer terwijl onze wc bijna vol is. De volgende is nog gesloten maar nummer drie is top. Gewoon een parkeerplaats maar vooral: het zonnetje schijnt en deze temperatuur hebben we al lang niet meer gehad.
De volgende dag gaan we vol gas de grens over naar Frankrijk. Op weg naar Munster. Dit dorpje is vooral bekend om de enorme hoeveelheid ooievaars die er leven en daar is niets aan gelogen. Na een korte wandeling van de camperplaats naar het dorp zien we er op het pleintje al minstens 20 zitten op allerlei daken. De eerste is nep maar de rest is echt.
Pasen is al op weg.
Vermoedelijk is het ‘s-zomers best druk hier want er is een mega camperplaats. Waar met ons erbij vandaag precies drie campers staan.
En een ooievaar die ook een kijkje komt nemen. What else? 🤣
Er kan hier soms ook geskied worden maar we zijn nu waarschijnlijk te laat in het seizoen. 😉
Na het tanken in Luxemburg besluiten we een nachtje in Bastogne te overnachten en het Oorlogsmuseum eens te gaan bekijken. Want de slag om Bastogne is bij iedereen wel bekend denk ik maar wat gebeurde er precies? Ik ben er al eens geweest maar mijn lover was er nog niet eerder. Met een koptelefoon op ons hoofd wandelen we vier uur lang door een uiterst interessante tentoonstelling. Het verhaal in het kort: De geallieerden kwamen na de landing in Normandië in 1944 in behoorlijk tempo naar het noorden en oosten en mepten de Duitsers binnen no-time terug Duitsland in en bevrijdden Bastogne. Maar de Duitsers hergroepeerden zich en kwamen een paar maanden later in december 1944 met volle kracht weer terug België in. Een belegering volgde waar veel soldaten sneuvelden maar ook vooral de plaatselijke bevolking te lijden had. Sommigen zaten meer dan een maand in kelders en schuilplaatsen zonder ook maar 1 keer daglicht te zien.
Uitgerekend vandaag zijn er wat geallieerde soldaten die de slag hebben overleefd (en de 78 jaar daarna ook) om hier een boek te signeren. Na afloop trappen we het gaspedaal in naar Maasmechelen. Daar zit een outlet die morgen, op zondag, open is. Vlakbij is een camperplaats in Dilsen-Stokkem. Het is een prima plek waar je gratis mag staan, ‘s Avonds begint het te regenen en dat duurt de volgende morgen lekker door. De outlet ziet er troosteloos uit en ook van de spullen in de winkels worden we niet warm. Het is dus echt een quick scan en na amper twee uur zijn we terug in de hut. ‘Het is prima geweest, we rijden lekker naar huis!’ stel ik voor. Mijn vent knikt bedachtzaam en zucht; ‘Nou, lekker….’ 😳 Ik begrijp zijn reactie want thuis resten ons weer enerverende weken. Het is wat het is zullen we maar zeggen! 😊