Sweet memories

Na de enerverende dag in Pamplona hebben we een rustige avond op de camperplaats vlakbij het centrum. Deze ligt aan een drukke weg maar het is ‘s nachts toch verrassend stil. De volgende morgen willen we door naar Zaragoza. Deze universiteitsstad ligt aan de rivier de Ebro in de regio Aragón. Over de autoroute vliegen de kilometers onder ons vandaan. Hadden we in Frankrijk moeite met de badge  Bip&Go (bij het inrijden van de poort werd onze badge niet herkend en moesten we steeds via de intercom uitleg geven) hier in Spanje werkt het perfect! 😊 Even voor degenen die het niet weten: de Bip&Go badge monteer je bovenaan de binnenkant van de voorruit. Bij de tolpoort nader je langzaam, de badge wordt gescand en de slagboom gaat open. De rekening van dit automatische gebeuren volgt vanzelf. Reuze handig want je hoeft ter plekke geen ticket te trekken en niets af te rekenen. Hoe meer we Zaragoza naderen hoe warmer het wordt. Ook hier is een camperplaats net buiten het centrum. Iets verderop ligt een grote supermarkt en de tramhalte is vlakbij. Wij stappen sportief op de fiets. Puffend van de warmte trap ik in het rond, wat een temperatuur hier! 😕 Mijn vent heeft de telefoon als navigator en kriskras rijden we zo naar de oude stadskern genaamd Tubo, de ene na de andere rotonde schieten we over en dan ineens op de brug zien we de kathedraal waar Zaragoza zo beroemd om is: El Pilar. Wow, wat is die mooi zeg! 😊 Nadat we de fietsen achter hebben gelaten op het gelijknamige plein gaan we de kathedraal binnen. Ik heb er velen gezien maar deze is wel heel groot en bijzonder mooi!  Ik laat me toch weer verleiden om in een automaat wat geld te werpen en een paar elektronische ledkaarsjes op te steken en net voor ik naar buiten loop zie ik dit! Het is een apparaat waar je munten in moet gooien zodat je op bepaalde plekken het licht bovenin het plafond van de kerk kan laten branden. 😳 Als we buitenkomen gier ik het uit; ‘Dit is de laatste keer dat ik geld geef aan de kerk, mijn vader had gelijk, oplichters zijn het, ze vragen overal geld voor!’ 🤣 Op een terras tegenover het imposante bouwwerk ploffen we neer en gaan maar weer eens voor een sangria. Hierna slenteren we door de binnenstad. Het is leuk maar veel is dicht. Zelfs de restaurants en tapasbarretjes zijn hier tijdens de siësta gesloten en gaan pas om 20.00 uur open! We hebben geen zin om zo lang te wachten en besluiten terug naar de camper te rijden. We maken wel iets makkelijks, een salade of zo. Op de brug knalt mijn vent al fietsend nog even snel de stoep op om een foto te maken van El Pilar. Ik kan me daar zo mateloos over opwinden want hoe slecht is dat hard op en afrijden voor je band. ‘Doe dat nou niet, hoe vaak moet ik dat herhalen!’ 😡 Ik lijk wel gek om als een papegaai achter hem te blijven tetteren. Alsof ik niets heb geroepen gaat ie verderop weer door een kuil en dan gaat het mis! ‘Ssssttttt’ doet de sissende gemartelde achterband en is gelijk plat. Ik hou mijn mond want wat kan je nog zeggen. 🤨 Mijn vent kijkt naar de band en zegt dan de mooie woorden; ‘Gelukkig is het niet ver meer naar de camper. We zijn al over de helft.’ Het zweet staat ons op de rug terwijl we zeulend verder lopen met de fietsen. Bij de grote supermarkt, Mercadona, vlak bij de camperplaats, schieten we snel naar binnen om iets makkelijks te kopen voor het eten. Mijn kerel kijkt opgetogen in het rond, ‘Zo, wat een grote keuze, lekker alle rijen maar door lopen stel ik zo!’ Serieus die man is niet goed! 😡 Ik mopper dat ik er geen zin in heb, ‘Het is warm, inmiddels 19.30 uur, ik heb dorst en wil terrruuuugggg naar de camper!’ Dat is zo mooi aan Roel, hij kijkt me verbaasd aan en ik zie aan zijn blik dat ie mijn reactie vreemd vind. 🤣 ‘Ga jij dan vast, ik kom zo!’ Terwijl ik wegloop hoor ik hem nog roepen; ‘Zet  de oven maar aan, ik neem wel wat lekkers mee!’ Terug in de camper zet ik alle ramen open, ‘Wat een pesthitte!’ foeter ik hardop. Even later zie ik in de verte mijn vent aan komen stappen, de fiets gaat naast de camper neer, de boodschappen in de hut en dan; ‘Zo, het is prima te doen hier, al lekker afgekoeld!’ roept ie blij. 😤 Ik blijf erbij: er is echt verschil tussen mannen en vrouwen hoor! 😊 Na een onrustige warme nacht zitten we ‘s morgens aan een ontbijtje. ‘Wat mij betreft skippen we Lleida en rijden direct door naar de kust.’ opper ik. Mijn lover vind het meer dan prima en zo trappen we op deze zonnige vrijdag de ongeveer 230 kilometers weg naar L’ Hospitalet de l’Infant net onder Cambrils. Hier waren we vorig jaar september ook en voor mij blijft de Spaanse Costa jeugdsentiment uit de tijd dat ik er met mijn ouders op vakantie ging. We passeren een vreemde boog. Het blijkt de Nul Meridiaan. We gaan van het westelijk naar het oostelijk halfrond.Bij de plaatselijke fietsenmaker in Hospitalet laten we de fiets van Roel achter, ‘Kom eind van de middag maar terug dan is de reparatie gedaan.’ zegt de kerel. Zo gezegd zo gedaan en wij rijden door naar camping El Templo del Sol. Gelukkig zijn er nog plaatsen vrij en, in tegenstelling tot vorig jaar,  gaan we nu voor een plek in de schaduw van bomen want de weersverwachting voor Spanje is deze week erg hoog. De airco in de camper maakt trouwens de hele week overuren maar ondanks dat zweten we ‘s nachts ons bed nog uit. 🤨 Eind van de middag gaan we retour naar de fietsenmaker. We wisselen elkaar af op mijn fiets, als ik wandel dan trapt hij en andersom want echt,  mij krijg je bergafwaarts niet achterop bij mijn vent! 🤣 Bij de fietsenmaker staat zijn fiets al klaar en bezweet fietsen we terug naar de camping. Het is inmiddels rond 19.00 uur en nog niets afgekoeld. We maken ons op voor een rustige week! Maar zondag gaan we ondanks de bloedhitte toch naar de wekelijkse markt en kopen allebei een paar ‘waterschoenen’. Het stuk strand aan de waterkant ligt dit jaar bezaaid met steentjes. Om in en uit het water te komen is een hele toer, het lijkt een beetje alsof je 2 flessen wijn op hebt en dan recht probeert te lopen. 😉 Ik moet eerlijk bekennen dat we hier ook profijt van hebben want de sangria in de strandtent is wel heel erg sterk! 🤣 Terug zwalken we naar de handdoek en plonzen in zee, het valt niet op, we lopen niet onhandiger dan de andere badgasten. 😉 Het is dus een rustige week met voor mij een rondje joggen, fietsen we naar Miami Platja voor een koffietje/thee en hangen op het strand of bij het zwembad. Bij de plaatselijke Chinese winkel struinen we ook nog even rond.Het zijn voornamelijk ouderen (overwinteraars) die nu een aantal maanden op de camping vertoeven. Veel campings langs de Spaanse kust hebben speciale tarieven voor gepensioneerden. Jullie begrijpen: wij zijn ineens ook gepensioneerd. Alles voor de korting! 😉 De meesten kennen elkaar omdat ze ieder jaar hier terug keren. Het lijkt alsof ze ook hetzelfde ritme hebben want zo slepen de heren op zondag met de porta potti naar de wc dump, lopen de dames op maandag naar de wasserij. Wat ze verder op bepaalde dagen doen willen we niet weten! 😉 Op de laatste dag krijgen we nieuwe buren, het is gelukkig een stel van onze leeftijd en ze blijken ook nog uit Rotterdam te komen! Zo vliegt de laatste avond gezellig voorbij. Zaterdag nemen we afscheid van de buurtjes en El Templo del Sol: het was weer een prima week! 😊 Om de jeugdherinneringen compleet te maken gaan we door naar Cambrils. Camping Masia Blanca, waar ik vroeger met mijn ouders altijd kwam, heet nu Camping Joan en is uitgebreid met bungalows. We kunnen voor een paar dagen terecht en ook hier is de prijs (22,00 per nacht) prima. Ondanks de vele negatieve berichten over de hoge tarieven hebben wij dit nog niet meegemaakt. Het is nu natuurlijk nog voorseizoen. Ook dit maal zijn de plekken ruim maar wel met vele hoge dichte bomen. Voor onze hut, die zeker 3.30 meter hoog meet, is dit een extra belemmering. Na enig manoeuvreren, en vele goed bedoelde aanwijzingen in verschillende talen van behulpzame buren, staan we zonder schade te hebben gereden. De camping is vooral bij Spanjaarden in trek en dat merken we dit weekend. Het is tot ‘s avonds laat rumoerig maar zeker gezellig op de camping. Kinderen fietsen tot ver na 23.00 uur door de laantjes, honden blaffen, BBQ’s roken en overal klinkt wel lawaai om ons heen. Een prima plek om een paar dagen te genieten maar dan zijn we er ook wel klaar mee. 😊 Ik ga een rondje over het park maken en de herinneringen komen terug. Wat was het altijd leuk hier! Natuurlijk is de camping flink veranderd maar toch zijn de winkel en de bar ondanks dat nog te herkennen. Vanaf de camping loop je nog steeds zo het strand op. Wel staat er in tegenstelling met vroeger een hek en heb je een toegangspas nodig. Ik tuur naar het strand en zie mijn vader weer gaan: vanuit Nederland nam hij altijd een grote binnenband van een vrachtwagen mee, in Spanje bij de benzinepomp even op laten pompen, groot stuk tape op het ventiel (zodat je er met je lijf niet aan bleef hangen) en dan in zee! Ieder kind wilde vriendjes met ons worden want zo’n grote band was het einde op de golven! 😍 Hier vier ik deze 3e zondag in juni voor het eerst vaderdag zonder mijn vader. 😪 Het is gek maar ik ben blij dat ik in Cambrils zit met mooie herinneringen. Alsof het zo moet zijn is de zee vandaag best ruw en de golven komen rollend op het strand. Dobberend lig ik topless op mijn luchtbed in zee, het is geen binnenband van een vrachtwagen maar het gevoel is er niet minder om! Als mijn vader me nu eens zag: vroeger wilde ik als kind absoluut een bikinihesje aan, ‘Kind laat uit, je ziet toch nog geen voor of achterkant aan je lijf. Ga gewoon in zee, schiet op!!’ riep ie dan. Stampvoetend koos ik dan uiteindelijk eieren voor mijn geld en ging het water in, boos dat ik het hesje niet aan mocht. Dat ik het met hem eens was en het ding onhandig om mijn lijfje slingerde dat gaf ik natuurlijk niet toe! 🤣 Net te laat voor een grote golf  ga ik ondersteboven om proestend weer boven te komen. Het blijft leuk dit spel met de golven!  😍 Duitsers zijn ook in grote getale hier. Maar altijd gemakkelijk te herkennen. 🤣 Cambrils is uiteraard niet meer het Cambrils uit mijn kinderjaren maar tegenwoordig een grote toeristische trekpleister. Gelukkig heeft het wel de gezelligheid behouden. Prima restaurants, leuke terrassen, de vissershaven en vele winkeltjes geven het nog steeds een bijzonder aangename sfeer. 😍 En zolang ze maar ‘vermoeide mannenbankjes’ hebben voor Roel kan ik m’n gang gaan. Op maandag is het flink bewolkt en fietsen we over de mooie boulevard naar Salou waar de wekelijkse markt is. Vroeger waren Cambrils en Salou aparte plaatsen maar tegenwoordig zijn ze helemaal aan elkaar gegroeid.  De markt is eigenlijk hetzelfde als in Hospitalet met veel ‘troep’ zoals tassen van diverse namaak merken, schoenen van ‘real plastico’, kleding en andere prullaria. Verder struinen we door de winkelstraten en vinden het hier net een soort Las Vegas in het klein. Vrouwen en ook mannen in kleding die het net niet is. 😳 Okay, het is mijn mening, maar serieus dames, iets zal er op het hangertje best mooi uitzien maar als je het aantrekt en je ziet eruit als een rollade…. : niet doen! 🤣 Wat mooi is is voor iedereen verschillend en ik probeer dit ook altijd zo te zien maar oh, oh, hier gaat me dat tussen de vele Nederlandse en Engelse toeristen niet lukken. Het heeft allemaal niet veel om het lijf zullen we maar zeggen! Natuurlijk je bent aan zee maar om dan je 100 kilo in een bikini te wurmen en zo te gaan winkelen. Oei, dan hoop ik toch maar dat je een strandjurk vergeten bent en nu naarstig op zoek gaat naar een leuke outfit. Maar vlak de heren ook niet uit want hier lijkt zo’n foute voetbalbroek, badslippers en blote body helemaal de trend. Natuurlijk ben ik wel een beetje hypocriet want zou het een lekkere bink zijn die dit doet dan hoor je mij er niet over! 😉 Terug op de camping eten we in de strandbar, we bestellen een gerechtje wat we niet kennen en tsja….spoelen het weg met een glas sangria. Achter ons zit een leuk Engels stel dat naar het zuiden van Spanje is geëmigreerd. We hebben een gezellig praatje met Bob en Maggie over het ‘camperen’ en het wonen in een ander land. Zij zijn op de terugweg naar het warme zuiden en Cambrils is een mooie tussenstop. Dan pingt mijn telefoon en krijg ik een berichtje van Nathalie. Zij is de dochter van een goeie vriendin van mijn moeder en staat hier iets verderop langs de kust op een camping. ‘Zijn jullie rond 16.30 uur op jullie plek dan fietsen we even langs?’ Dat is over een half uur dus we nemen afscheid van de Engelsen, kopen in de kampwinkel wat bier, ruimen de inkopen van de markt  op en wachten dan Nathalie, Marcel en hun twee doggies op bij de poort. De vader van Nathalie is vorig jaar overleden en was een collega van mijn vader. We halen herinneringen op aan onze vaders en hun streken en maken een selfie voor de moeders thuis in Nederland. Ineens vliegen er twee vlinders in het rond waarop Nathalie zegt; ‘Kijk onze vaders komen ook even kijken.’ Het maakt de tijd in Cambrils met herinneringen compleet. ❤️

 

Even Apeldoorn bellen!

Bilbao heeft een camperplaats met een mooi uitzicht op het centrum. Over de bochtige steile weg stuur ik omhoog terwijl mijn lover navigeert. Wat een klim maar het uitzicht is het meer dan waard. Bij aankomst wordt het ons duidelijk dat je hier maar 2 nachten aansluitend mag staan. Vervolgens moet je een nacht ergens anders heen en dan kan je weer terugkomen. Het is een grote camperplaats met de bushalte vlakbij. We installeren wat nodig is en nemen dan bus 58 voor 1,35 euro naar het centrum. In de buurt van het oude centrum stappen we uit en wandelen door de smalle straatjes. De siësta is net voorbij en bij de winkeltjes gaan de rolluiken weer omhoog. Volgens Google is de Santiagokathedraal een must see. We gaan niet verder dan de grote ingang want de entree is 6 euro per persoon. Vrij prijzig om een kaarsje op te steken en in gedachten hoor ik mijn vader zeggen; ‘Kind, schei toch uit, ga een borrel kopen voor dat geld!’ 🤣 Dus zo gezegd zo gedaan en op het terras schuin tegenover de kerk nemen we een glas sangria op mijn vader. 😊 Daarna struinen we verder en bij een typisch Spaans restaurant gaan we naar binnen. Een hele aardige ober helpt ons door de kaart. Het is grappig om te zien als je je best doet om een beetje Spaans te spreken hoe enthousiast ze worden. Mijn paella is super en ook met de entrecote van Roel is niets mis. Op de terugweg naar de bushalte komt de bus ineens aan dus we zetten het op een rennen want anders is het 20 minuten wachten. Eénmaal bij de camper retour breekt een hevig onweer boven ons los, gevolgd door vreselijke regenbuien. Hebben wij mazzel of niet, net op tijd binnen! 😊 Zaterdagmorgen gaan we naar de overdekte markthal (2 verdiepingen) die, vinden wij, iets tegenvalt. Vervolgens verkennen we het gedeelte met de grotere winkels zoals El Corte Inglés. Het is warm drukkend in de stad en puffend lopen we door naar het museum Guggenheim. We besluiten er toch niet naar binnen te gaan. Er is een autotentoonstelling, niet onze grootste interesse. De Guernica van Picasso, die Roel graag zou zien, hangt niet hier maar in Madrid en verder doen deze cultuurbarbaren het met het genieten van de buitenkant. 😊 Langs de rivier slenteren we terug naar de overdekte markthal waar we in een tapasbar maar weer eens een keuze uit de vele pinchos maken. Na een vermoeiende warme dag puffen we naast de camper uit met een prachtig uitzicht op deze geweldige stad. Vrijdagmorgen verlaten we de camperplek en zetten koers naar Sopelana. Dit plaatsje ligt zo’n 20 km vanaf Bilbao en heeft een camping. Eigenlijk vinden we de prijs van 40 euro te duur maar er is niet heel veel keuze rond Bilbao. We lassen dus een soort pauze-dag in met een bezoek aan de supermarkt voor boodschappen, de Decathlon voor nieuwe golfschoenen want ik kan mijn anderen nergens meer vinden (vreemd toch al die schoenen die worden vergeten of kwijt zijn….🤨), ruimen de camper een beetje op en rusten wat uit in het zonnetje voor de aankomende dagen die we weer in de hoofdstad van de provincie Biskaje zullen doorbrengen. Zaterdag rond 09.00 uur zijn we terug bij de camperplaats, die blijkt dan al vol te zijn. De dame herkent ons gelukkig en gaat nog eens stoeien met de boekingen. Dit zijn dan van die rare dingen: eerst is er niets meer vrij en dan krijgen we een plek op de voorste rij met het beste uitzicht. Snap je het nog?! 🤔 Ons plan is om vandaag het oude centrum nog een keer te bezoeken en zo dwalen we opnieuw door de smalle straatjes, vinden andere mooie gedeelten in de stad en gaan ook weer voor de pinchos en sangria. Pas als onze voeten echt protesteren gaan we terug naar de camper. ‘s Avonds hangen we voor de tv en kijken een serie. Maar wat is dat voor lawaai buiten? Vanaf beneden in het centrum klinkt harde muziek. Het lijkt op een openlucht discotheek. In bed klinkt het boem boem boem lekker door en verbaasd luister ik naar de ademhaling van mijn vent die gewoon in slaap valt! Van mijn gesnurk ligt hij nachten wakker, stelt ie zelf, en bij deze pokkenherrie valt hij gewoon in slaap! 😤 De volgende dag moppert iedereen over het lawaai maar niemand kan vertellen wat en waar het nou precies geweest is. Zelfs de receptioniste van de camperplaats niet! Nou ja, het heeft gelukkig maar tot ‘s morgens 06.00 uur geduurd met rond 03.00 uur ook nog een flink vuurwerk! 🤣 Zondag nemen we de metro om bij de Vizcayabrug te komen. Het openbaar vervoer is hier perfect geregeld. Dat de verplichting om mondkapjes te dragen in het OV een serieuze zaak is wordt duidelijk als er een jonge vent zonder mondkapje in de metro zonder pardon door een bewaker verzocht wordt om uit te stappen. Dat er in Spanje meer respect is voor de overheid zoals politie en beveiliging is sowieso te merken op straat maar ook nu. De kerel laat zich zonder verzet uit de metro zetten en verlaat het perron. In Gexto stappen we uit en via een stijle weg (om het naar boven lopen te vergemakkelijken is er een slim roltrappen systeem) dalen we af naar de rivier Nervión en de zweefbrug. De brug is ontworpen door Alberto Palacio (één van Gustave Eiffel’s leerlingen) en in  1893 in gebruik genomen. De zweefbrug verbind de plaatsen Portugalete en Gexto en verplaatst iedere 4 minuten een gondel met passagiers, fietsers en maximaal 6 auto’s. De gondel beweegt tussen de pijlers van de ene naar de andere oever en overbrugt een afstand van zo’n 160 meter. Nadat we de boulevard van Gexto zijn afgelopen nemen we de gondel. Best snel zoeft het ding over het water en brengt ons naar Portugalete aan de overkant. Ondanks dat de winkels op zondag dicht zijn is het vanmiddag druk op straat. Grote families en groepen vrienden halen eten en drank in een van de tapasbarretjes en gaan dan buiten op een bankje zitten. Wij kunnen niet anders dan dit voorbeeld volgen. 😉 Eigenlijk wilden we over de hoge brug terug naar Gexto lopen maar door de toenemende bewolking ziet mijn vent er van af, ‘Er is toch geen foto te maken zo!’ Dus laten we ons opnieuw in de gondel naar de overkant zweven. Na een beetje puzzelen met de route en wat leeswerk besluiten we om via de kust een stuk terug richting San Sebastián te rijden. Er zijn toch een aantal mooie gemiste highlights. Bijvoorbeeld de kasteelrots San Juan de Gaztelugatxe bij het vissersplaatsje Bermeo. Hier vonden trouwens ook enkele opnamen van de serie Game of Thrones plaats (zijn wij de enigen die nog nooit een aflevering hiervan hebben gezien?!🤔). We hebben geen haast en plannen voor dit alles zo’n dag of vier. Maar helaas de werkelijkheid is anders. Laten we het erop houden dat de kustweg prachtig maar tijdrovend is, eb en vloed niet te plannen zijn en de hut ergens parkeren en verder fietsen gelijk staat aan suïcide. We wandelen wel door Guernica dat in 1937 tijdens de Spaanse Burgeroorlog platgebombardeerd is door de Duitse Luftwaffe als ‘oefening’ voor de Tweede Wereldoorlog. Adolf wilde z’n nieuwe bommenwerpers proberen en Franco vond het best.🤔 Een kopie van Pablo Picasso’s werk Guernica staat hier als muurschildering.

Wilden we het Baskische parlementsgebouw bekijken, een van de weinige bouwwerken die het bombardement overleefden, kwamen we er na twee uur wachten (siësta) achter dat je eerst gratis toegangskaarten moest halen, en voor vandaag was alles al uitgegeven. Kortom, het waren 4 fantastische planningen maar voor ons stuk voor stuk niet haalbaar en zo duiken we na een intensieve dag rijden maar de drukke camperplaats in het vissersplaatsje Lekeitio op waar je bij eb zo naar Isla de Garaitz zou kunnen lopen. We maken een wandeling door het stadje en berekenen het getij. De eb blijkt om 4 uur ‘s-ochtends en ook dat geven we maar op. Zo komt het dat we al na 2 dagen de hut parkeren net buiten Zauratz op Gran Camping Zarautz, die aan zee ligt maar je moet er wel eerst 467 treden voor overwinnen. 🤣 Natuurlijk laten we ons niet kennen: nemen de trap naar beneden, doen op een terras aan de boulevard een wijntje en klimmen vervolgens weer 467 treden terug naar de camper. De damesbadmode voor dit jaar is overigens niet verkeerd zegt m’n vent. 🤨
Op woensdag gaat de hut door naar Pamplona en houden we de kust voor gezien. Over de autoroute rijden we door een landschap zo mooi! Kleine dorpjes tegen de bergen aangeplakt, dichte bossen en mooie vergezichten. We wanen ons in een van de Alpenlanden. 😍 Ook Pamplona heeft een camperplaats, je ziet ze hier veel in Spanje en wij vinden ze vaak goed te doen. Je kan er schoon water bijvullen, vuil water en wc lozen en dat alles gratis of tegen een gering bedrag. Mij doet het iedere keer weer denken aan zo’n aflevering van ‘We zijn er bijna!’. 🤣
We waren al eerder in Pamplona maar omdat het een leuk stadje is en op onze route naar de Middellandse zee stoppen we toch weer voor een dag. En dat hebben we geweten! 😉
Het blijft wennen die siësta en ook hier gaan om 14.00 uur de rolluiken voor de winkels dicht. In een smalle straat vinden we een tapasbar met veel locals, daar laten we ons door de ober zo goed mogelijk uitleggen wat voor lekkers er allemaal is. We begrijpen het een beetje en wagen de gok want wat maakt het uit als je het niet weet: als het maar smaakt! Tussen de Spanjaarden zitten we vervolgens met onze buit en 2 glazen wijn. Net wanneer ik een hap van een gerechtje wil nemen steekt een vrouw tegenover me haar duim omhoog en een waterval aan woorden volgt. Het smaakt heerlijk dus ik neem aan dat ze dat wil vertellen. Daar mijn Spaans belabberd is stuur ik haar een duim terug. 🤣 Als de siësta is afgelopen stroomt het centrum weer vol met mensen: locals, toeristen en ook zien we veel wandelaars die de route naar Santiago de Compostela lopen. Maar bovenal is Pamplona natuurlijk bekend om het stierenrennen die onderdeel zijn van de San Fermin feesten (Las fiestas de San Fermin) half juli. Om 12.00 uur ‘s middags start het feest met een knallende vuurwerkraket, de chupinazo. Honderden flessen champagne sproeien uit over de menigte die dan zingend en schreeuwend de traditionele rode halsdoeken om bindt. Iedere ochtend van de feestweek denderen de stieren door de straten waar met houten balken een soort flipperkast is gemaakt waar de waaghalzen voor de stieren uitrennen. Ik heb er helemaal niets mee en vind het dierenmishandeling maar we zijn in Spanje waar men er anders tegen aan kijkt. Terwijl ik erover mijmer zie ik het zomaar gebeuren dat mijn lover gewoon zou blijven fotograferen. Mijn fantasie slaat op hol en met een beetje zelfspot zie ik ons lopen door de straten: deze vluchtende Cheryl met haar shopping aankopen die over het hek wil springen en mijn lover die stug door blijft fotograferen en niet opzij wil gaan voor de naderende stieren. 🤣
In een souvenirwinkel vinden we een kleine studio waar een aantal opgezette stieren in een nagemaakte straat staan. De vriendelijke kerel spreekt weinig Engels en wij weinig Spaans dus onze communicatie is perfect! 😉 We leggen dus niet letterlijk maar figuurlijk uit wat de bedoeling is en kruipen met zijn drieën over de vloer. 4 Scenes worden in elkaar gezet en dit al voor een prijs van 6 euro! We geven de kerel 20  euro voor het lachen. Hij is toch zeker een half uur bezig geweest. 🤣 Als hij eindelijk begrijpt dat we geen wisselgeld terug willen maar hij het dik verdiend heeft pakt ie een spaarpotje en legt uit dat het geld voor zijn zoontje is. Wat een schattige dankbare man! 😍 En zeg nou zelf: Roel kennende zou het toch zo maar gebeurd kunnen zijn en dan had het echt een gevalletje van ‘Even Apeldoorn bellen!’ geworden! 😊

Op naar Spanje

Na een koude nacht worden we wakker met een klein zonnetje. Het weer valt nog steeds iets tegen maar we moeten niet vergeten dat het nog maar eind mei is. Voor zo’n mega grote camperplaats, eigenlijk gewoon een parkeerplaats, is het een rustige nacht geweest. Na het ontbijt fietsen we weer naar Mont Saint Michel. Het is nog steeds eb en over het zand wandelen we er helemaal om heen. Bij hoogwater is dit alleen zwemmend te doen, oftewel: snel wegwezen dan! 🤣 Op bepaalde plekken zien we sirenes hangen die waarschuwen wanneer het water opkomt. De vorige keer dat we hier waren hebben we dit gezien en het is inderdaad griezelig om te zien hoe hard dit gaat. Volgens kenners wordt een man op een paard ingehaald door het water. In de smalle straatjes is het druk, toeristen sjokken langs de souvenirwinkels. Als we op een terras een lege tafel zien gaan we snel zitten en wachten op de bediening. Ook hier valt het op dat de horeca te lijden heeft gehad van de Covid want waar zijn al die medewerkers gebleven?! Het is ook nu weer tenenkrommend hoe we geholpen worden. Begrijp me goed, ze wíllen zeker wel maar hebben het vaak niet in de vingers. Terug bij de camper laden we de fietsen in en zetten koers naar Saint Malo waar we op camping D’Alet een plaats vinden. Althans dat heeft ietwat voeten in de aarde want de plekken zijn zo scheef dat we even moeten kijken waar we kunnen staan. Komt bij dat het morgen Hemelvaart is waardoor de camping volgeboekt is. Een nacht gaat net lukken. De camping ligt iets buiten het centrum en op de fiets is dit goed te doen. Saint Malo is een havenstad in Bretagne waar vandaan ook de ferry’s richting Jersey en Guernsey varen. Benieuwd wat de kosten zijn stoppen we op weg naar het centrum bij Condor Ferries. Mijn vent snelt naar binnen voor informatie over tijden en prijzen. Al met al gaat het niets worden: door tijdgebrek is het bedrag van rond de 110,00 euro wel prijzig voor slechts 1 dag op één  van de eilanden. Bij het centrum parkeren we de fietsen aan het begin bij de oude stadsmuren en wandelen door een grote poort het stadsdeel binnen. In dit gedeelte, dat men Intra-Muros noemt, liggen vele restaurants, terrassen en winkels. Het is gezellig druk in het centrum. Heel optimistisch hebben we de vesten in de fietstas gelaten maar als we op een terras zitten steekt er helaas weer een koude wind op. Zeker op de stadsmuren is het heel fris. Maar, elk nadeel heeft een voordeel en in ons geval is het dat de camping hoger ligt dan het centrum en zo trappen we ons op de terugweg weer lekker warm. 😉 Op de camping gaat de BBQ aan en net als we klaar zijn staat er een groepje jongens onze kant op te kijken. Wat blijkt: naast het gedeelte waar wij staan loopt een weggetje en daar is hun auto gestrand. ‘Do you have something to start the car?’ vraagt er een in zijn beste Engels. Roel gaat graven en vindt de startkabels. De jonge gasten zijn helemaal blij en toeterend vertrekken ze nadat de auto weer aan de praat is geholpen. 😊 En Roel? Die heeft weer mazzel want laat dit alles nou net gebeuren als we gaan afwassen….🤣 ‘s Avonds nemen we de route nog eens door en besluiten de volgende dag richting la Rochelle te rijden, wat zo’n 320 kilometer is. Heel handig heeft mijn vent er thuis aan gedacht om porto’s mee te nemen maar op weg naar la Rochelle hebben we er geen geluk mee want de batterijen zijn leeg. Oeps, vergeten bij te laden! Het resultaat is dat we elkaar uit het zicht verliezen. Natuurlijk is het allemaal niet zo spannend maar of Ellie Lust met haar ‘etherdiscipline’ dit grappig zou hebben gevonden betwijfel ik. 😳 In Chaillé-les-Marais vinden we een perfecte kleine camperplaats. Ik trek mijn hardloopschoenen aan voor een disciplinerondje ‘sjokken’, Wilma en Piet gaan wandelen en Roel laat voor het eerst in een paar jaar zijn drone weer eens de lucht in, wel gelicenseerd nu trouwens. Na een korte uitleg laat Wilma het ding ook de lucht in gaan. 😊Door het lange vrije weekend laten we la Rochelle maar gaan en op verzoek van Wilma en Piet gaan we naar het eiland Île d’ Oléron. De dingen die zij hierover gelezen hebben klinken goed en aangezien de toegangswegen naar la Rochelle bomvol zijn is het een prima plan. Helaas hebben vele Fransen met ons ditzelfde plan en in één lange file rijden we over de brug het eiland op. We hebben geluk, de camperplaats, aan de rand bij Saint Denis d’Oléron, heeft nog plek en we boeken gelijk voor 2 nachten. Door het plaatsje heen fietsen we naar het strand. Wow, het is echt reuze leuk hier. De boulevard is niet heel groot maar heeft verschillende terrassen. Voor de zekerheid reserveren we op 1 ervan alvast een tafeltje voor vanavond. Dan gaat het verder op de pedalen richting de vuurtoren van het eiland. Hoeveel treden die nou precies heeft komen we niet uit en opnieuw omhoog klimmen….daar heeft niemand zin in! 🤣 Bij de vuurtoren zijn een aantal winkeltjes en in 1 ervan koop ik verplicht een paar sandalen voor mijn vent. Waarom verplicht? Nou, ik ben namelijk vergeten zijn sandalen in te pakken. Volgens hem heb ik dat expres gedaan omdat ik ze afschuwelijk vind….🤫 ‘s Avonds als we de boulevard op fietsen zijn we blij met de reservering want alle terrassen zitten vol en hebben buiten een bord met de tekst complét staan. We zijn niet alleen blij met de reservering maar ook met de keuze van het restaurant want het eten is meer dan perfect. 😊De volgende dag, zaterdag,  is het zonnig en na een ‘slow start’ fietsen we over het eiland. Er zijn hier prima fiets en wandelmogelijkheden. Na de mossel/oester automatiek zien we hier een stokbrood automaat.Het is trouwens opvallend hoe weinig búitenlandse toeristen dit eiland verkennen want de meeste kentekens die we zien zijn van Fransen. Het van het eiland áf komen is trouwens gemakkelijker gezegd dan gedaan want aan het eind van het ‘jezusheavenflydayweekend‘ (Roel’s benaming voor Hemelvaart 😉) gaat iedereen naar huis en moeten we allemaal over een brug met 1 rijbaan en mateloos veel rotondes en stoplichten op de weg er naar toe. Roel loodst ons vakkundig over wat sluipweggetjes en we halen minstens 2 uur file in. Dan is de rolverdeling perfect: ik rij en hij navigeert. En geloof me, het rijden was een ding daar! Smalle wegen met vele bochten en tegenliggers en daar gaat deze Tina Trucker. 💪 Het is vreemd om van jezelf te zeggen maar ik rij prima. 😊 Hoe vreemd is het dan ook als we ergens komen waar gekeerd of achteruit gereden moet worden mijn lover vaak zegt; ‘Schuif maar op, ik doe dat wel even!’ 😡 Als een soort alfa-mannetje beschermt hij ons dan ineens, of beschermt hij de camper….🤣 Uiteraard schuif ik niet op en blijf stoïcijns zitten ‘Geef maar aanwijzingen!’ Maar eerlijk, soms staat het zweet op mijn ruggetje als het best tricky is. Ik vind sowieso dat er te weinig dames rijden. Bij de meeste campers die wij tegenkomen zit de kerel achter het stuur en hoor ik opmerkingen zoals; ‘Mijn vrouw durft niet te rijden, ik wil er niet naast zitten en niets doen, of nog erger: zij kan het toch niet!’ 🤮 Helaas blijken dit soort antwoorden te kloppen want natuurlijk check ik het ook bij de vrouwen. Jammer dames, gewoon een beetje lef tonen en doen, dat zal jullie ook helpen om duidelijke aanwijzingen te geven bij het parkeren want oh,oh, wat ik dan niet allemaal zie! Soms vraag ik me af of ze een hekel aan elkaar hebben en hij haar dood wil rijden, of zij dood wil, want welk normaal denkend mens gaat pal achter een achteruit rijdende camper staan?! 🤣 Gelukkig is het niet allemaal kommer en kwel en ken ik ook een aantal dames die zelf achter het stuur kruipen! 😊Capbreton is onze volgende en laatste stop voor we de grens met Spanje over gaan steken. Roel en ik stonden hier jaren terug al tweemaal eerder en ook nu rijden we richting de camperplaats die aan het strand ligt. Okay, er ligt een rij duinen tussen maar daar overheen geklommen wandel je langs een aantal enorme uit de tweede wereldoorlog achtergebleven en half in de Atlantische oceaan weggezakte bunkers naar de gezellige boulevard. Hier eten we en hoe grappig: voor het eerst vragen we een tafeltje met wat schaduw. Hoe zuidelijker we komen hoe beter het weer gaat worden. 😊 Om negen uur exact rijdt er een bestelautootje luid toeterend over de parkeerplaats: het is een plaatselijke bakker die wat extra omzet genereert door stokbrood en croissants te verkopen uit z’n kofferbak.Er staat al snel een lange rij. Dan gaat het de volgende morgen toch echt richting Spanje. Het plan is om in San Sebastián te belanden. Niet echt veel kilometers maar we doen toch erg lang over de korte rit. Piet heeft op de kaart een vuurtoren gespot bij de Spaanse grens, die wil ie graag bezoeken. Echter mijn lover navigeert een afslag verkeerd en over bochtige wegen bereiken we uiteindelijk de toren waar ook een camping ligt. Die blijkt bij nader inzien niet te zijn wat er van verwacht wordt dus we koersen toch door naar San Sebastián. Zoals vaak het geval: als het tegenzit dan zit ook veel tegen! Zo komen we er ineens achter dat de winkels zondag gesloten zijn maar gelukkig zien we langs de snelweg nog een Aldi die tot 12.30 uur open is. We hebben precies 10 minuten en met zijn vieren sjezen we door de winkel. Ook weer gelukt, we zullen niet verhongeren! 🤣

Door het centrum van San Sebastián rijden we omhoog naar camping Igueldo. Het is te merken dat dit wel bekend is bij de toeristen want de vele Nederlandse en Duitse kentekenplaten schitteren ons hier tegemoet. De camping bestaat uit lange lanen waaraan de plekken liggen. Er is niets meer naast elkaar vrij dus wij rijden naar een plek achterin en Wilma en Piet krijgen een plek in het midden van de laan. Net als we geparkeerd staan en uitstappen horen we een schurend en krakend geluid uit hun richting komen. Wat blijkt: de plaats van hun is wat ongelukkig met 2 flinke bomen er op. Bij het neerzetten van de camper probeert Piet de bomen niet te raken maar tikt wel de voorbumper van de Duitse achterbuurman aan. Het is gelukkig meer geluid dan schade maar wat een dag, wat een dag! 😳 Als mijn vent besluit nasi-goreng te maken houd ik dan ook mijn hart vast. 🤣 Gelukkig gaat dit goed en heeft deze dag vol pech toch een soort happy end.

De volgende morgen stappen we op de bus richting de stad. Fietsen is hier geen optie want de camping ligt bovenop een berg. De bushalte stopt trouwens voor de camping. De mondkap moet hier in Spanje nog op in het openbaar vervoer. De rit naar de stad is bochtig met mooie vergezichten. We stappen uit in de buurt bij de overdekte markthal die we eerst bezoeken voordat we verder wandelen naar Parque de Urgull waar we beginnen aan een stevige klim naar boven waar een oude burcht staat. Piet probeert intussen de sterkte van de muren uit.  Nog hoger op de top staat een beeld van Jezus. Terug in het oude centrum bekijken we de indrukwekkende Iglesia de San Vicente alwaar we een kaarsje opsteken voor Roel zijn ouders en mijn vader. De moderne tijd staat ook in de kerk niet stil want voor 50 eurocent steek je voor een half uurtje een elektrisch LED-kaarsje aan.  We moeten er buiten om lachen want in gedachten horen we de ouders commentaar geven op dit gedoe. 🤣 Vervolgens schieten we een pinchos bar in. De keuze is moeilijk tussen de vele verschillende kunstig opgemaakte stukjes brood maar uiteindelijk is het genieten met natuurlijk een glas sangria erbij. Na al dit lekkers lopen we over de boulevard naar de funiculaire die ons aan de andere kant van de stad naar boven brengt.
Een heel tijdelijk kunstwerk is door iemand gemaakt op het strand maar wordt door de snel opkomende vloed raap weggespoeld. De tekst begrijpen we trouwens niet. Toch te slecht opgelet bij die paar Spaanse lessen die we hadden…. Ook hier is het uitzicht weer prachtig. Puffend ploffen we aan het eind van de dag neer bij het restaurant op de camping voor het diner.
Wilma en Piet besluiten om morgen al langzaam richting huis te gaan waar het best spannend is met de kinderen. Er is er bij een kind net 1 geboren en bij de ander is er ook bijna 1 uitgerekend. Op woensdagmorgen zwaaien we elkaar gedag en toetsen de volgende route in de TomTom: ahora a Bilbao. 😊