Ineens in Duitsland

Zaterdagmorgen worden we na een slapeloze nacht wakker. Het is een prima plek om te overnachten bij het Tulalip casino maar de trein, die vlakbij voorbij komt, passeert hier ook een overgang….en dat wil die laten horen! ? ‘Ik ben gebroken!’ zucht mijn lover als ie uit bed klimt. We zijn niet vooruit te branden en het is inmiddels al 10.00 uur. ? Omdat we van de week te weinig tijd in Anacortes hadden besluiten we retour te gaan, het is hooguit zo’n 70 kilometer terugrijden en op zaterdag is daar een Farmers Market. Terwijl mijn lover onder de douche springt ruim ik de hut op en doe de afwas. Er loopt een kerel met zijn hond over het grasveld voorbij. Hij staart naar ons kenteken en loopt dan mijn richting op. ‘Ik kom ook uit Nederland!’ roept ie en begint te vertellen. Hij is met een Amerikaanse getrouwd en woont hier in de buurt. Met zijn hond wandelt hij vaak in het aangrenzende park. ‘Weten jullie dat er vandaag verderop een hele grote openluchtmarkt is?’ vraagt ie. Het blijkt dichtbij te zijn en op het gemakkie slenteren we er heen. Wat een grote rotzooi staat er, ongelofelijk! Het is met recht een ‘vlooienmarkt’. ? Net voor Anacortes staat casino Swinomis, misschien een overnachtingsplek voor vanavond? Er is een heus RV park (gratis) maar alles is bezet. Ook de andere campings in en om Anacortes zijn vol. WTF, is dat balen! Het is weekend en al rond 13.00 uur maar dit hadden we niet verwacht. Richting Oak Harbor ligt het Deception Pass State park. Daar maar eens proberen. De brug die we over gaan is van duizelingwekkende hoogte en beneden in het water zien we zeehonden spelen. ? Helaas heeft het park geen enkele vrije plek meer. ‘Laten we het zoeken staken en van de middag genieten.’ stel ik voor en we rijden naar het centrum van Anacortes waar we de hut parkeren. We kunnen altijd weer terug rijden naar het casino van vannacht, daar was plek genoeg. ? Het zit mijn lover toch niet lekker en als ie een visitorcenter  ziet zegt hij; ‘We kunnen het allicht vragen toch….!’ en stapt naar binnen. Het wordt gerund door een vriendelijk echtpaar die misschien een oplossing hebben. Bij de jachthaven, genaamd Cape Sante Maria, zijn ook camperplaatsen. Zij belt naar de receptie en we hebben geluk, er is nog een laatste plek. Het blijkt dat het dit weekend ‘crabweekend’ is. Wat is te vergelijken met vlaggetjesdag bij ons als de haring binnenkomt. Dus vandaar de grote drukte! ? De plek bij de jachthaven is prima, wel flink op elkaar. We staan tussen twee Amerikaanse campers. Ik heb zo’n hekel aan die dingen met die donkere ramen….je ziet niemand zitten maar ik krijg altijd het idee dat ze ons wel zien. ? Vanaf de jachthaven ben je binnen een paar minuten in het centrum waar we een drankje doen in de rooftop bar van het Majestic Inn. Dit hotel is gebouwd ergens in 1800 en begin 1900 is het hele hotel in stukken verplaatst naar de huidige locatie. Aan de jachthaven ligt restaurant Anthony’s en het is er gezellig druk. Even vragen of ze nog een tafeltje hebben kan altijd….? Er is er net een vrij aan het raam! Ondanks het crabweekend staat er geen krab op de kaart dus neemt mijn lover een vissie en ik de mosselen. Zondag fietsen we naar de haven waar de ferry’s liggen, ongeveer zeven kilometer, en nemen die naar Friday Harbor op de San Juan Islands vaart. Het is even goed puzzelen want er zijn meerdere eilanden en tijden, niet elke ferry doet ieder eiland aan. De tocht duurt ruim een uur en ondanks dat hier in de wateren ook orca’s en walvissen zitten zien we helaas, behalve zeehonden, niets. Friday Harbor is erg leuk en heel toeristisch. We parkeren de fietsen en wandelen langs de vele winkeltjes die heel slim hun prijzen hebben aangepast aan de hordes dagjesmensen. Ik zie in een boetiek een jurkje hangen voor 280 dollar….zo’n stofje wat je ook bij de Turk op de markt kan kopen….tsja. ? We lunchen bij een prima restaurant met uitzicht op de haven en dan is het tijd om terug naar Anacortes te gaan. Ook dit keer zien we niets in het water waar we onze stoel voor uit komen. De volgende morgen trek ik mijn loopschoenen weer aan. Mijn lover fietst een stukje mee en gaat dan door naar de Safeway om croissantjes te halen. Na het douchen, ontbijt en een belletje naar mijn ouders vertrekken we precies om 11.00 uur (de tijd dat je van je plekkie af moet zijn ?) richting Wenatchee National Forest. De laatste paar dagen is echt de vaart eruit. Of het komt door ons naderend vertrek naar Nederland, we don’t know. ? Dit blijft een beetje tussen ons in hangen. Ik vond de acht maanden van vorig jaar erg lang en mijn voorstel was om dit keer korter te gaan. Ik zei het al in mijn vorige blogs: Nederland mis ik niet maar wel familie en vrienden! Het is echt dubbel want terwijl ik hier ben mis ik mijn leven in Nederland en daar mis ik mijn vrije leventje hier. ? Dat daar ook wat zakelijke dingen bij kwamen waardoor we eind juli naar Nederland retour vliegen is mijn handsome spontaan vergeten want, ‘Ja, jij wilde maar drie maanden!’ ligt steeds op het puntje van zijn tong. ? Als we net voor Skykomish een bord met campground Money Creek zien zegt hij; ‘Dat is wat voor jou, een camping met zo’n klinkende naam!’ ? ‘Wat mij betreft draai je eraf en gaan we staan!’ Ik kijk, het is net 15.00 uur en zeg; ‘Nou Dijks, dit was weer een bijzondere zware etappe van zeker tachtig kilometer!’ ? Het is een prima plek in een vreselijk dicht bos aan een riviertje. Mijn lover zet enthousiast de stoeltjes buiten. Als ik binnen een wijntje inschenk moet gewoon het licht aan zo donker is het in de hut door de bomen! We BBQ’en, net als het vlees klaar is en we buiten aan tafel zitten begint het te plenzen. ? Ook de volgende ochtend vertrekken we laat. De laatste dagen rij ik en navigeert hij omdat gebleken is dat ik een bijzonder richtingsgevoel heb wat volgens mijn lover wil zeggen dat ik géén gevoel voor richting heb. ? In Skykomisch zien we een reclamebord voor een koffiebar. Mijn lover zet iedere ochtend een prima bakkie voor me maar een koffietje in een echte koffietent is niet te versmaden. ? Ik parkeer de hut en zie vier mannen voor de koffiebar zitten die met open mond staren. Ik krijg dan altijd zo’n gevoel van: WTF, heb ik een paaltje geraakt of erger….? Er staat er een op die naar ons toe komt lopen. ‘Jullie zijn een eind van huis, hebben jullie deze verscheept?’ vraagt ie in het Engels met een Iers accent. Het zijn vier piloten van Air Lingus. Gisteren hebben ze een vlucht naar Seattle gehad en zijn nu een paar dagen vrij. Met elkaar hebben ze een auto gehuurd om de omgeving hier te verkennen. Na de koffie/thee en het gezellige babbeltje met de heren rijden we verder langs watervallen en de Stevens Pass in het Cascade gebergte om uiteindelijk via een mooie afdaling bij Lake Wenatchee uit te komen. De natuur is geweldig mooi en genietend rij ik op de muziek van Belle Perez naar beneden. Herkenbaar toch, dat je op goeie muziek net altijd iets anders gaat rijden….? ‘Wat mij betreft mag je een stuk langzamer want ik vind dat je wel erg hard gaat!’ corrigeert mijn lover naast me. Op een van de campgrounds vinden we een heerlijke plek aan een kleine rivier. Het zonnetje schijnt en we besluiten om naar het verderop gelegen meer te fietsen. Daar zitten we (ik noem ons altijd gekscherend): me and my shadowman. Want waar ik van het zonnetje hou ligt mijn handsome meestal in de schaduw. ? Als ik de volgende ochtend na een kop thee en een banaan weer mijn loopschoenen aantrek zegt ie; ‘Succes en kijk uit voor de beren!’ Tsja, dat is iets hier in de bossen. Ik heb ze nog niet gezien maar het zal je gebeuren! ? Terug bij de camper ben ik weer trots op mezelf. Ik blijf het volhouden en merk nu pas dat ik het gemist heb. Het alleen zijn in de natuur, de stilte, de eekhorentjes die voor me langs schieten en de zonnestralen die door de bomen glinsteren! Mijn lover is druk in de keuken, hij heeft koffie en bakt een eitje voor me. Met dit alles zit ik genietend buiten in de zon terwijl ik de mail van een lieve vriendin, Carla, lees. Iedere week stuurt ze een gezellig bericht over haar belevenissen. ? Vanaf hier rijden we naar Leavenworth. Nadat in de tweede helft van de twintigste eeuw de lokale industrie van hout en mijnbouw stilviel bedachten de inwoners een nieuwe bron van inkomsten en bouwden hun dorp om tot een echte Beierse stad, ‘Bavarian Village’. Het is gelukt want terwijl we door de straten lopen wanen we ons echt in de Alpen. Het is zeer toeristisch maar als je daar doorheen prikt is het genieten. Vanaf hier rijden we door tot Wenatchee. Deze stad is in tweeën verdeeld en van beiden krijgen we geen vibraties. Veel troosteloze straten met vreemde types. We gaan niet eens de hut uit en keren terug richting Leavenworth om een camping te zoeken. Dat het toeristisch is merken we als een aantal campings vol zijn. Echter bij Cashmere hebben we geluk. Het valt op dat in dit gedeelte van de staat Washington heel weinig Europese toeristen zijn. Het is te begrijpen want het Wenatchee National Forest ligt niet op een voor de hand liggende route. De afgelopen dagen hebben we dit al gehad en ook nu komen, zodra we de hut hebben neergezet, van alle kanten nieuwsgierigen op ons af. Ze bekijken de kaarten op de camper aandachtig en kunnen zich slecht voorstellen dat je in Nederland echt niet iedereen kent. ? Het is super leuk dat mensen zo geïnteresseerd zijn maar soms is het ook vermoeiend. Terwijl we net zijn aangekomen en mijn lover buiten alles installeert komen de eerste al op hem af. Ik hoor ze vragen, hem babbelen en denk ‘Nu even niet!’ dus blijf binnen mijn ding doen. Even later stapt ie in de hut en zegt; ‘Ik had jou ook nog wel buiten verwacht, hoorde je me niet praten?!’ ? ‘Tuurlijk hoorde ik je babbelen maar ik wist niet of je de kleine of grote introductie deed waarbij ik ook op moest treden!’ ? grinnik ik.  Hij moet ook wel lachen om mijn flauwe grapje die ‘campergids’ van me. Maar eerlijk, we krijgen soms zoveel mensen binnen die willen kijken hoe we wonen dat ik er af en toe over nadenk om entree te vragen. ? Maar het heeft ook een positieve kant want ook hier krijgen we van de buurtjes een uitnodiging om iets te komen drinken. Na het eten slepen we stoelen en drankjes mee en schuiven gezellig aan. Net naast de camping is een golfbaan waar we de volgende ochtend een balletje gaan slaan. Het is een flink heuvelachtig terrein met fruitbomen. Het advies van de vriendelijke receptioniste om een golfkar te huren sla ik in de wind. We moeten bewegen! ? We lopen negen holes, lang genoeg op een grote baan met mijn handicap. Bij hole 3 heb ik al spijt dat we geen karretje hebben genomen. Naast me loopt mijn opgewekte lover. ‘Zwaar toch?’ piep ik maar hij heeft nergens last van. ? We rijden nadat we nog een pondje kersen plukken retour naar Leavenworth waar we nog wat shoppen en lunchen. Nog nooit stonden we zo lang voor een curryworst in de rij! ? Over de 97 zetten we koers naar Cle Elum. Onderweg kijken we voor een overnachtingsplek en soms zit dat niet mee. Die camping is te duur, die ligt in de schaduw, die is vervallen….Uiteindelijk komen we op campground Cle Elum river waar we met een wijntje genieten in het zonnetje. ‘s-Avonds kijken we naar het leven van de familie Holleeder in de serie Judas. Mijn handsome wordt altijd wat flauw als we het over ‘mijn vriend Willem’ ? hebben en vraagt melig; ‘Hoe noem je grappen over Holleeder?’ Om vervolgens lachend te antwoorden; ‘Bij de neus nemen!’ Als ik ‘s-morgens een rondje ga joggen zie ik verderop een stuk grond bij de rivier waar we gratis konden staan….ach, we kunnen ook niet altijd geluk hebben. Na het internet-loze ontbijt doen we in Cle Elum een koffiestop en rijden dan richting Seattle waar we dinsdag in Kent een plek voor drie dagen op de KOA camping hebben gereserveerd. Zo hebben we mooi de tijd om de hut schoon te maken en alle rotzooi van de afgelopen tijd te verzamelen. Vrijdag gaat ie dan naar de stalling en wij in een hotel. Zaterdag vliegen we naar huis….en daar komt mijn verwarde vakantiebrein om de hoek want als ik met mijn moedertje bel kom ik erachter dat we niet op zaterdag thuiskomen maar op zondag! Het arme mensje begreep al niet wat ik bedoelde, ‘Hoe kan het nou dat je zaterdagmiddag vliegt en ook hier aankomt!’ vroeg ze waarop ik geduldig nog eens het tijdsverschil ging uitleggen tot ik zelf hoorde dat mijn verhaal niet klopte….? Als we over de Highway richting Seattle rijden zie ik in de verte campers bij een meer staan. We nemen de afslag naar Lake Keechelus waar blijkt dat je hier vrij mag staan. Hoe leuk is dit! Onze achterbuurman vertelt dat deze grond in de winter helemaal onder water staat, het meer is dan tig keer groter. Nu komen er vooral locals weekend vieren met hun camper, caravan, boot of hanggliders. Omdat we water moeten vullen en lozen verlaten we na een nacht deze geweldige plek. Het is zaterdag en druk op de wegen rondom Seattle. Nergens een dump of waterkraan en de campings waar we vragen zijn vol. Bah, de laatste dagen zit het niet mee, het is te merken dat we rond een grote stad zitten. Als we een bord zien met Snoqualmie Falls rijden we die kant op. Het is een prachtig park met een indrukwekkende waterval waar we een wandeling maken. In de plaats Bellevue op RV park Trailer Inns vinden we een plek. Eigenlijk is het niets want deze camping ligt pal aan de snelweg en de campers/caravans staan heel dicht op elkaar maar we hebben met deze drukte weinig keus. ‘Willen jullie een plaats met of zonder gelegenheid om buiten te zitten?’ ?vraagt de vriendelijke dame achter de balie. Het is inmiddels zo’n 25 graden dus gooien we er nog drie dollar (de prijs voor de extra ruimte) tegen om buiten te kunnen zitten. ‘Ik denk dat we morgen nog maar een nachtje terugrijden naar het meer van vannacht!’ oppert mijn lover. Nog een week, waarin het leven heel simpel is, te gaan! ?

 

Nog twee weken!

We verlaten Castlegar op zaterdagmorgen en zetten koers naar de zon. Echt het hoeft voor ons geen dertig graden te zijn maar de afgelopen dagen hebben we genoeg kou en regen gehad. Over de 22A passeren we bij Montrose de grens en zijn weer terug in Amerika. Die grens blijft altijd een ding en ook dit keer zijn we benieuwd wat ze gaan controleren….we hebben tenslotte een camper met Nederlands kenteken. Ik rij en zoals afgesproken doet de bestuurder dan ook het woord. ? ‘Goodmorning’ zegt de beambte stroef. Ik zet de motor uit, zonnebrilletje af en zeg, ‘Goodmorning sir.’ Hij loopt om de camper heen en als ie terug bij mijn raam is vraagt ie waar we vandaan komen. Met de paspoorten in zijn hand verdwijnt hij in een loket. ‘Zijn jullie met het vliegtuig Canada binnengekomen?’ ? Ik antwoord dat we afgelopen 27 april in Los Angeles zijn geland. ‘Okay, nu zie ik het staan, ik moest even zoeken.’ zegt ie en vraagt vervolgens ‘Waar gaan jullie nu heen?’ Ik vertel dat we eind juli vanuit Seattle naar Amsterdam retour vliegen. Hij luistert en vind het bijzonder dat we zo rondreizen, ‘Wow, good for you!’ ? Ik sluit mijn relaas af met ‘Yes, I thank the Lord every day!’ (Doet het altijd goed bij de Amerikanen.) ? Via Northport rijden we langs de Columbia rivier het Lake Roosevelt National Recreation gebied in. Met een temperatuur die inmiddels  30 graden is zitten we te puffen in onze lange broek. Als we een bord zien met Evans campground slaan we af en rijden over de camping op zoek naar een plaats. Precies aan het meer, plaats 12, echt één van de mooiste plekken is vrij! Als de hut staat geparkeerd zetten we de stoelen buiten, bikini/zwembroek aan, drankje erbij en genieten! Het is zelfs zo warm dat ik me in het ijskoude water waag en op mijn manier zwem….eigenlijk is dat niets meer dan snel onder en er weer uit! ? Hier hebben we ook buren die ons ‘s-avonds uitnodigen voor een drankje en dit is weer een bijzonder gezelschap: twee zussen met hun man en een aantal honden. De dames hebben al aardig wat op en gieren het continue uit, de mannen daarentegen zitten er zuur bij, zeker die waarvan de vrouw steeds bij Roel gaat zitten. Met wat enkele Nederlandse woorden maken we elkaar snel duidelijk: een smoes verzinnen want time to go! ? De volgende morgen rijden we eerst naar Kettle falls. In dit dun bevolkte gebied is het opletten waar winkels zijn om wat inkopen te doen. Hier in de supermarkt valt het ons weer op dat in sommige delen van Amerika bijzonder publiek woont. Het zijn aannames maar het lijkt alsof de helft op elkaar lijkt en ook die paar hersencellen verdeeld heeft….? Zoiets van: het is je dochter maar ook je zus….? De dame achter de kassa bekijkt ons argwanend en op de parkeerplaats is de camper een bezienswaardigheid. We besluiten de route om het meer verder af te rijden. Doen koffie/thee met iets lekkers bij een mooi uitzichtpunt en rijden door naar Fort Spokane, een indianenreservaat. Het is een super groot meer waar de weg zich omheen slingert, soms ligt het water diep beneden ons en dan weer rijden we er vlak langs. Nu we eindelijk zon hebben besluiten we er ook van te genieten, zeker bij het zien van Hawk Creek campground. Rotsen omringen dit gedeelte van het meer en verderop is een waterval. Op het water dobberen wat bootjes met vissers erin. Het is een totaal ander beeld. Hadden we gisteren speedboten en waterscooters, hier zitten de recreanten met hun hengels. Het is geen grote camping, ongeveer 20 plaatsen en wat er staat zijn locals. Ze komen een praatje maken en hebben nog nooit iemand uit een ander land dan Amerika gezien. ? Is het de zon of zijn het de dikke dames om mij heen (opa Flodder is er ook ?) maar ineens weet ik het, ga naar binnen en gekleed in bij elkaar gezochte sportkleding sta ik buiten voor mijn lover. ‘Wat heb jij nou aan, die broek!’ giert ie van het lachen. Op mijn mededeling dat ik ga hardlopen zegt ie; ‘Ga toch zitten mens en doe niet zo dwaas met dit weer!’ Ik laat hem kletsen nu ik ineens ‘het licht’ heb gezien en met stevige pas wandel ik de camping af. Het is altijd even zoeken in een vreemde omgeving waar je naar toe kan maar ik vind een mooi pad langs het meer, helaas gaat het wel hoog en laag. ? Daar jog (lees sjok) ik dan: zij die ooit zo sportief was want ik deed mountainbikewedstrijden onder andere in de Alpenlanden, liep de marathon van Rotterdam en bij de vierdaagse van Nijmegen deed ik de ‘mannenafstand’ van 50 kilometer per dag. Na een héle lange tijd niets doen laten mijn benen me niet in de steek want die willen wel maar mijn hart en longen schrikken zich rot! ? Als ik na een half uur terug ben klop ik mezelf denkbeeldig op de schouder: nu volhouden en uitbreiden! Hoe heerlijk deze plek ook is; we rijden de volgende morgen na nog een korte wandeling langs het meer verder over de Miles Creston weg naar Grand Coulee dam. Een waterkracht-stuwdam aan de Columbia rivier gebouwd door Henry J. Kaiser. Samen met de Hoover Dam is het een van de meest beroemde dammen in Amerika. Het reservoir bij de dam is genoemd naar de toenmalige president, Franklin Delano Roosevelt, die bij dit project de leiding had. We lunchen met uitzicht op dit immens grote bouwwerk en rijden dan verder over de 155 naar Omak en Okanogan. Kleine stadjes waar weinig te beleven is en nergens zien we een plek waar we kunnen overnachten. ? Net wanneer we ons er bij neer hebben gelegd dat we nog wel even zullen moeten zoeken, misschien wel tot de volgende plaats Winthrop, is daar ineens een bord met camping. We krijgen wel een onverhard weggetje maar het is het waard! We komen bij een verscholen meertje met daarom heen een kleine camping met niet meer voorzieningen dan een wc.Geen water en elektra maar nog wel één vrije plek! Hoe we moeten betalen is onduidelijk, op een bord staat: ‘Melden via internet.’ Maar hoe doe je dat als er geen bereik is. ? Bij een andere kampeerder vragen we het na. Die legt uit dat het gaat om een pas voor de staatsparken in Washington. Hij heeft ook geen idee hoe we dit zonder internet moeten regelen. ‘Eigenlijk heb ik hier nog nooit controle gehad.’ verzekerd hij ons lachend. We wagen het er op, mocht er controle komen dan zien we wel. ? Als we na het eten buiten een koffie/thee doen rijden er vier motorrijders langs, nog op zoek naar een vrije plek. De plaatsen zijn allemaal erg groot en zeker die van ons. ‘Zijn dit er soms twee?’ vraagt een van de mannen aan ons. ‘Nee, dit is één plek maar alles is vol dus kom er gewoon bij staan.’ roept mijn lover. De mannen overleggen kort en rijden dan de motoren in de hoek van onze plaats. Het zijn twee broers, één met zijn zoon en een zwager. Ze zijn op een ‘mannenweekje’ en wonen in Vancouver. Als de hangmatten tussen de bomen zijn opgehangen maken ze wat te eten en vragen ons voor een drankje. ? Ze verontschuldigen zich vast dat ze misschien snurken vannacht. ‘Dan heb je mijn vrouw nog niet gehoord, want ik weet niet of iemand daar bovenuit komt!’ grinnikt mijn lover. Na een rustige nacht trek ik de volgende ochtend mijn sportkleding weer aan en verdwijn sjokkend in de bossen. Later hoor ik van de mannen dat ook hier beren kunnen zitten….WTF! ? De weg naar Winthrop is stil en als we een zaak zien met koffie dan is die voor mij! Het blijkt er zo een te zijn waar ze organische koffie schenken. Dat vind ik toch zo’n jeuk woord….organisch. Alsof ze normaal koffie in een chemische fabriek maken. ? Het trekt ook altijd een bepaald slag mensen maar goed, ik wíl koffie dus! Terwijl ik in de rij sta stalt mijn lover zijn paard . ?

Bij het inrijden van Winthrop zijn we aangenaam verrast, het is toeristisch maar een hele leuke plaats. We parkeren de hut en wandelen door de hoofdstraat. Daar komen we de motorrijders ook weer tegen. Al met al is het inmiddels 14.00 uur en zijn we nog niet veel opgeschoten. ‘We hebben toch geen haast, zullen we hier een camping zoeken?’ stelt mijn lover voor. We rijden dus het centrum uit naar Pearrygin Lake Statepark, een tip van de motorrijders, en zo komt het dat we vroeg in de middag op een perfecte plek weer in het zonnetje zitten. Ik zelfs op mijn eigen privéstrand! ? Nieuwsgierige eenden komen op de kant in het rond scharrelen en verderop zitten drie zwaluwjonkies op een laaghangende tak van een boom. De ouders vliegen af en aan om ze te voeren, wat een geweldig schouwspel zo precies voor onze neus! ? Helaas vinden de muggen dat ‘s-avonds ook en we vluchten naar binnen. Over de 20 rijden we de volgende dag door het North Cascades National park. Helaas is het slecht weer in de bergen en we rijden in flinke regenbuien Burlington binnen. Heel zonde want we hebben weinig gezien van de gletsjers waar dit park bekend om is. Voorbij Burlington belanden we in Bayview op een camping in het gelijknamige Statepark wat aan een binnenwater van de Salish Sea ligt. Tussen de buien door wandelen we nog naar het strand. De rest van de avond zitten we voor de buis en kijken een nieuwe serie uit de verzameling. ? Op de verlanglijst van mijn lover staat al heel lang een bezoek aan de Boeing fabrieken in Mukilteo. ‘Zullen we er vandaag naar toe gaan?’ vraagt ie de volgende ochtend. ‘Het is ongeveer een klein uurtje rijden en op onze route.’ Omdat het buiten nog steeds regent lijkt het ons een goed plan. Tijdens het ontbijt gaat ie dus het internet op en boekt twee kaartjes voor de rondleiding om 15.00 uur. ‘Ik denk dat ik ga lopen nu we toch de tijd hebben.’ besluit ik als de regen even stopt. ?? ‘Je lijkt wel gek met dit weer!’ roept mijn husband maar ik heb mijn schoenen al aan. Natuurlijk ben ik net op de helft als de regen weer begint. Eerst zachtjes maar dan keihard. ‘Lekker zeg, ben ik eindelijk niet meer verkouden heb ik dit!’ mopper ik voor me uit. Lang duurt het mopperen niet want wat is het heerlijk om weer iets te doen: ik geniet van het water waar ik langs loop en verderop in een tuin staat een hert met haar jong. ❤️ Dat ik met mijn gehijg zo een sexfilm kan nasynchroniseren mag de pret niet drukken. ? Drijfnat nader ik de camping en zie daar mijn lover met een knalgele regenjas over zijn hoofd aan komen lopen. Wat doet hij nou? Als ie me ziet begint ie te blazen, ‘Je lijkt wel gek met dit weer, net ziek geweest en dan zo achterlijk doen!’ Vervolgens gooit hij de regenjas over me heen. ‘Gelijk onder de hete douche!’ maant ie me als we de camper instappen….hoe schattig! ? Na de douche krijg ik mijn dagelijkse koffietje van hem wat ik genietend opdrink. Als we alles hebben opgeruimd, afgewassen en water hebben bijgevuld, gaan we op pad. We rijden via Anacortes, een erg leuk havenplaatsje waar we eigenlijk langer willen blijven maar we moeten verder want de tickets voor Boeing zijn geboekt. ‘Hebben wij weer, daarom hou ik niet van vooruit plannen!’ klaagt mijn lover. Ik zeg niets want gelukkig heeft ie zelf geboekt! ? De rondleiding van anderhalf uur bij Boeing is bijzonder interessant, de gids vertelt zeer onderhoudend en met heel veel cijfers. Boeing is wereldwijd de grootste producent van vliegtuigen en de hallen die we bezoeken zijn super groot. Er staan vijf Boeings 747 achter elkaar in één loods! ? Helaas mochten er tijdens de rondleiding geen foto’s genomen worden. Het was zelfs verboden om iets mee naar binnen nemen. Geen telefoon, geen fototoestel, geen tas, geen drank of voedsel….echt helemaal niets. ☹️ De controle hierop is streng en  bij de ingang zijn voldoende kluisjes om spullen op te bergen. Na afloop rijden we naar het centrum van Everett waar we een camping zoeken. Helaas vinden we niets waar we vrolijk van worden. De RV parken zijn bewoond door mensen die daar permanent wonen en niet bepaald de types waar we vrolijk van worden. ? Everett is een grote stad tegen Seattle aan en dat is te merken aan de zwervers die er rondhangen. Als we bij een Walmart parkeren om snel wat boodschappen te halen komen er gelijk twee langs de hut geschuifeld. ‘Gadverdamme, daar kan ik niet tegen, lamzakken!’ foetert mijn lover en twijfelt of ie naar binnen zal gaan. ‘Hij staat toch op alarm!’ sus ik. Het is inmiddels al rond 19.00 uur, we hebben geen zin meer om te koken en als ik een leuk Mexicaans restaurantje zie zijn we snel om. ? We bestellen ieder een Margarita en krijgen een wel heel bizar groot glas! ‘Ze herkennen jou zeker, Bonnie van de lage landen!’ grinnikt mijn lover. ? Tijdens het eten plannen we wat we nu nog willen zien want over twee weken vliegen we vanuit Seattle terug naar Nederland. Voor hoe lang is niet helemaal duidelijk. Het plan om een nieuwe camper te kopen staat nog steeds en eind augustus is de Caravansalon in Düsseldorf. Dit is echt een van de grootste camperbeurzen. We waren hier al vaker en willen die nu zeker bezoeken. Ook op de zaak bij ons is het een en ander gebeurt: één van de fotografen had plotseling ander werk waar ie vrij snel aan de slag moest (opleiding) en nam prompt ontslag. ? Dat wíj met gemak weg kunnen blijkt wel uit het feit dat de rest van de club al op zoek is gegaan naar een nieuwe fotograaf. Ze hebben sollicitatiegesprekken gevoerd en er is ook al iemand aangenomen! ? ‘Eigenlijk hebben ze ons niet meer nodig!’ oppert mijn lover trots. Dat mag ie ook zeker zijn want hij runt ‘de tent’ al ruim veertig jaar naar volle tevredenheid van zijn opdrachtgevers maar had dit nooit kunnen doen zonder goeie werknemers! ? ‘Gek toch, dat je hier had kunnen wonen!’ zegt hij vervolgens. Ik knik van yes want inderdaad, 31 jaar geleden vertrok mijn toenmalige voetballende vriendje naar Seattle om in Amerika te gaan spelen. Nu we het erover hebben gaat ie rekenen en dan blijkt dat hij in die periode, met zijn eerste vriendin, ook in Seattle was. Hoe gek kunnen levens lopen….? Door al dit gebabbel vergeten we bijna dat we nog geen plek voor vannacht hebben. ‘Je weet toch het casino net buiten het centrum dat we zagen, is dat iets?’ stel ik voor. Uit ervaring weten we dat je bij zo’n gokparadijs wel mag overnachten, het zijn niet de leukste plekken maar veelal gratis! ? Inderdaad ook hier bij het Tulalip casino resort is het toegestaan. Ze hebben zelfs een apart gedeelte voor campers. Tussen die er al staan zoeken we een lege plek. ‘Nu we er toch zijn kunnen we ook wel even binnen kijken!’ stelt mijn lover voor. Eigenlijk ben ik moe en wil niets meer dan onderuit gezakt op de bank hangen maar vooruit let’s go. Ook nu heeft het gokpaleis een magische invloed op mijn gestel. Ik moet er zelf om lachen want zodra ik de deur van zo’n tent binnenloop en het geluid van de machines hoor denk ik; ‘Honey, I’m home! ? Hij verdwijnt op zoek naar zijn éénarmige vrienden en ik naar een speeltafel. Als snel vind ik iets en ga zitten op de laatste vrije kruk. De croupier heet William en ik leg mijn geld op tafel. Soms vraag ik me af wat ik zo leuk vind aan dit alles: het spel of het roepen van de croupiers? Want terwijl hij de dollars pakt roept ie naar de supervisor; ‘60 Dollar is on the table and coming in!!!’ ? Hoe laat we terug naar de camper lopen weet ik niet: gezelligheid kent geen tijd. ? Ergens in de nacht schrik ik wakker. Wat is dit, het hele bed trilt! Ik tuur naar mijn handsome die muisstil ligt en geen beweging veroorzaakt. WTF, weer voel ik een trilling door de camper die nu staat te schudden. Het lijkt wel een aardbeving zoals ik ook al twee keer bij Han in Californië heb gevoeld. ? Als ik het gevoel een paar uur later bij het ontbijt aan mijn lover uitleg kijkt ie me aan en geeft als commentaar; ‘Jij drinkt echt teveel!’ ? Rondom het casino zitten verschillende winkelcentra en we besluiten een shoppingdag te houden. Als ik het raam van de camper openzet staat onze Amerikaanse buurvrouw in haar deuropening, ‘Hebben jullie vannacht ook de aardbeving gevoeld, het was net op het nieuws!’ roept ze. Terwijl ik met haar praat kijk ik triomfantelijk opzij naar mijn lover….’Wat nou met dat teveel drinken!’ ? We slenteren door de verschillende winkels, kopen hier wat, kopen daar wat en blijven ons verbazen wat er in sommige winkels gewoon verkocht mag worden! Ook de smaak van de Amerikanen is soms foeilelijk en loopt jaren achter….? Bij de keukenboer rennen we gillend naar buiten. Grappig voorval is als Roel wat kleding koopt en dit staat af te rekenen. De cassière vraagt, ‘Bent u militair of oud-militair?’ Hij knikt bevestigend die vent van me want hij heeft in dienst gezeten. Okay, ooit long time ago, drie dagen, en dat is op zich ook weer een bijzondere story maar nu niet voor het blog. ? Wat blijkt: deze outdoor winkel geeft discount aan militairen. Blij met zijn korting van 5 % verlaat ie de winkel. Even later vraagt ie zich af of hij nu dan ook op zo’n parkeerplek kan gaan staan….? Ik heb het hem maar afgeraden! ? Eind van de middag zoeken we met vermoeide voeten een laundry op en doen de was. Na deze zware dag ?  trakteren we ons zelf maar op een lekker etentje bij een Italiaan. Waar we hebben overnacht? Ach, we waren toch nog in de buurt van het casino dus…. what else? ?

Campingleven in de regen

Na weer een onrustige nacht waarin we tegen elkaar ophoesten verlaten we het RV park met het golfveld op weg naar onze volgende bestemming: Banff National Park. In de eerste plaats die we na wat (foto)oponthoud tegenkomen, Village Radium Hot Springs, doen we een paar inkopen bij de plaatselijke super. Bij het oversteken zien we een camper met Oostenrijks kenteken waarvan de bewoners net aan komen lopen. We maken een praatje en wisselen over en weer tips uit. Zij zijn gisteren vanuit Banff gekomen en het was daar een gekkenhuis, zo druk! Geen camping had meer plek. ? We hadden er al rekening mee gehouden dat dit weekend erg druk zou zijn in verband met Canada Day aanstaande maandag. Na het verhaal van de Oostenrijkers slaat de twijfel extra toe en gaan we eerst het plaatselijke visitorcenter binnen. Als we de jongedame van onze plannen vertellen lacht ze en geeft als advies; ‘Als het kan stel de trip uit en ga pas op maandag rijden, hopelijk is de ergste drukte dan voorbij.’ ? Na kort overleg zijn we eruit en rijden terug naar het RV park met het golfveld. Gelukkig is onze plek nog niet bezet. We zijn hangerig maar willen toch iets doen dus rijden terug naar Village Radium Hot Springs om vandaar over de 93 een stuk het Kootenay National Park in te gaan. Wie weet zien we beren! Wat zo maar zou kunnen want volgens de informatie vanuit het visitorcenter zijn ze volop aanwezig in het park waardoor een aantal wandelingen zelfs afgesloten zijn voor publiek. De eerste stop is bij de Hot Springs waar het stikt van de mensen, iedereen wil met zijn gat in de hete baden zitten. We rijden tot aan Kootenay Valley Viewpoint en keren daar. Er is geen beer te bekennen….? Tsja, de natuur doet wat ie wil. We kiezen een eenvoudige wandeling van ongeveer vijf kilometer: Redstreak Creek. Op de parkeerplaats staan geen andere auto’s geparkeerd en met mijn wapenwandelstok ? gaan we het stille donkere bos in. Gelijk gaat het pad omhoog en moeizaam door de verkoudheid loop ik te puffen. ‘Nou als dit makkelijk is dan wil ik die moeilijke paden wel eens zien!’ foeter ik. ‘Sssssttt!, doe even rustig!’ sist mijn lover achter mij. ‘Je jaagt de beren weg!’ In de volgende bocht ligt poep, ik heb er geen verstand van maar volgens mij van een beer. Mijn lover buigt voorover zoals ik in Afrika zo’n gids tijdens een safari vaak heb zien doen. Hij kijkt, knikt en zegt dan; ‘Dit ziet er vrij vers uit!’ ? Hij wuift met zijn hand dat ik verder moet lopen. Daar loop ik op het smalle pad en staar de donkere bossen in. Oeps, daar ligt alweer poep! Achter me voel ik zijn hand duwen terwijl ie sist; ‘Lopen!’ Natuurlijk weet ik inmiddels dat beren banger voor ons zijn dan wij voor hen. Maar ook dat ze schrikken van geluid dus bij de volgende bocht die ik om moet krijg ik spontaan een hoestbui. ? Dit is echt niet mijn idee van een ontspannen wandeling. Het pad wordt steeds smaller en de bossen dichter. Mijn lover kan me wat en om toch wat geluid te maken tik ik af en toe met de wandelstok tegen de bomen. ‘Niemand weet dat we hier zijn, straks worden we opgevreten en nooit meer gevonden! We hebben niet eens telefoonbereik!’ sis ik. Hij stopt abrupt en zegt; ‘Zo heb ik er geen zin in, je jaagt ze allemaal weg bangerik!’ Kortom na een half uur wandelen keren we om en gaan terug. ? Op het RV park duik ik het medicijnkastje eens in en vind nog tabletten die moeten helpen bij griep….vannacht maar eens innemen want wat ben ik benauwd. De volgende ochtend voel ik me iets beter maar het hoesten blijft. Het is zondag en we doen rustig aan. Hij beantwoord wat werkmails en ik ruim de hut op. ‘s-Middags lopen we naar de golfbaan en spelen weer 9 holes. Helaas moet ik het na een prima begin toch weer afleggen tegen mijn lover. ? Als we na afloop bij de camper een wijntje doen krijgen we gezelschap van Bentley, de hond van de eigenaars van de camping. Het jonge dier wil heel de tijd met de bal spelen en weet van geen ophouden. ? Het voornemen is om morgenochtend vroeg naar Banff te rijden. Via internet heb ik geprobeerd om een campground te boeken maar alles is vol of ‘first come first served’. Dat vroeg vertrekken is iets wat niet altijd wil lukken bij ons. We merken dat hoe langer we reizen hoe makkelijker we worden. Vaak rijden we pas rond 11.00 uur weg. Voor de zekerheid zet ik dus mijn wekker en rond 08.00 uur zijn we op pad! ?? Over de 93 door het Kootenay National Park de ongeveer 135 kilometers naar Banff. De Hot Springs zijn op dit tijdstip nog leeg. Het eerste stuk hebben we gisteren gereden maar wat daarna volgt is ook super mooi. Voor de digi-verslaafden is er aan het begin al een waarschuwing….? Helaas gunnen we ons niet veel tijd om te stoppen. De bosbrandschade van de afgelopen twee jaar is wel heftig.Toen wij elkaar net kenden zijn we gaan skiën in Whistler, Lake Louise en Banff. Het is een moment van sweet memories als we het laatst genoemde stadje inrijden. ? Dit moment duurt heel even want wow, wat is het druk. Banff maakt zich op voor Canada Day! Net buiten het centrum ligt campground Tunnel Mountain Village I en II, samen goed voor zo’n 1400 plaatsen. Bij de ingang staat een bord ‘full’. ? Mijn lover stuurt de hut toch tot de ingang en wat blijkt: er heeft net iemand geannuleerd dus we hebben geluk en boeken gelijk drie nachten. Ondanks dat deze campings heel groot zijn merk je er niet veel van. De plekken liggen aan beide kanten van lange lanen. En niet onbelangrijk: er zijn beren gesignaleerd! ? De festiviteiten in Banff starten met een parade. Op de fiets gaan we naar het centrum, daar wachten we met koffie/thee tot die begint. De weersvoorspelling voor vandaag was regen maar tot nu toe schijnt de zon uitbundig! We bewonderen de bonte stoet, slenteren door het centrum,en het park met optredens, lunchen op een terras met Canada’s nationale gerechten doen wat drankjes. ? Het is te vergelijken met Koningsdag bij ons. ? Er is zelfs een afvaardiging uit Vulcan, inclusief Docter Spock. Zoals gezegd zijn we hier ‘s-winters geweest, tijd om het nu in de zomer te ontdekken en we maken een programma voor de aankomende dagen. We fietsen en wandelen in en om Banff, bezoeken de botanische tuinen en hotel Fairmont (ja, die waar de All you Need Kerstspecial is opgenomen). De volgende dag gaan we via de 1a naar Lake Louise en Lake Moraine. Deze meren zijn bijzonder mooi en daarom ook razend populair. Als we om 08.30 uur arriveren zijn de parkeerplaatsen boven al vol. Het is een mega verkeerschaos.We rijden terug naar de Village beneden en vinden nog net een parkeerplek achter het benzinestation. Met de shuttlebus komen we boven. Tussen de beide meren rijden ook shuttle bussen. In het kort: het was een mooie lange vermoeiende dag. We wandelen bij Lake Louise, drinken koffie/thee in het Fairmont, wachten heel lang op de shuttle naar Moraine Lake waar we vervolgens ook weer een wandeling langs het meer maken. Bij een kanoverhuur verbazen we ons over de prijzen van de kano’s: 120 Canadese dollar (80 euro) voor 1 uur! ? Er lagen minstens twintig van die dingen in het water, ook stond er al een nieuwe wachtrij dus big business! Terwijl we daar op het terras aan een warme choco tegen de kou zitten zegt mijn lover; ‘Wat heb ik een spijt dat we niet op de fiets zijn gegaan.’ Ik weet het zo net niet want de weg gaat flink omhoog en is bomvol auto’s, campers en bussen. Om daar nu tussen door te moeten fietsen. ? Voor degene op ons blog uit het Canadaforum: ik heb op die site een aantal tips en trucs om deze meren te bezoeken gezet. ?

De musjes waren niet bang en pikten zoals op elk terras ter wereld de kruimels op.Doodmoe komen we terug in Banff, parkeren de hut en gaan op zoek naar een restaurant. Er is keuze genoeg maar wij kunnen lastig beslissen: Bij de één krijgen we een rottafeltje in de loop naar de wc’s, in steak heb ík geen trek, de ander heeft geen plaats….? ‘Hé, de Chinees op het hoekje die we gisteren zagen, is dat iets?’ vraag ik. We lopen er naar toe en het is top! De zaak zit vol met Chinezen en het eten erg lekker! Ik geef het een Nederlands tintje met mijn bier. ? Als de eigenaresse hoort dat we uit Nederland komen dan roept ze dat ze er ook is geweest. ‘I was in big city with all small rivers and other city was like this, like this!’ en ze zwaait met haar armen in het rond. ‘Amsterdam en Kinderdijk!’ roepen wij in koor waarop ze hard giechelend piept; ‘Yes, yes, yes, so nice, so nice.’ ? Door de regen en diep weggedoken in de jassen lopen we terug naar de parkeerplaats. Het is akelig koud. Terug op de camping staat het bord met ‘full’ nog steeds. ? Nieuwsgierig als we zijn rijden we over het terrein en echt, we zien zeker nog zo’n veertig lege plekken. ‘Als ik twintig jaar jonger was dan ging ik in Noord Amerika een organisatie- en planningbureau beginnen.’ opper ik tegen mijn lover. Als de camper weer op zijn plek staat en water en elektra zijn geïnstalleerd (met slecht weer nemen we dit omdat de zonnecellen weinig kunnen laden) zetten we de kachel hoog en kruipen met een dekentje op de bank voor een aflevering van ‘Weekend Millioniars’….ja, alles is te downloaden. ? ‘s-Nachts word ik een paar keer wakker en hoor de regen op het dak kletteren. De kachel hebben we zacht aan laten staan, het is lekker warm in de hut. Ik gluur naar buiten en heb medelijden met een tent die schuin tegenover ons staat. In de harde wind en regen staat het ding heen en weer te schudden. De volgende ochtend regent het nog steeds en de weersverwachting is ronduit slecht te noemen: tot eind volgende week blijft het zo. We nemen de route nog eens door, willen we echt nog hier blijven en zelfs nog hoger gaan? We zitten inmiddels bijna twee weken in de kou en regen. ? ‘Ik ben er klaar mee!’ hakt mijn lover de knoop door. Omdat we eind van deze maand naar huis vliegen vanaf Seattle besluiten we richting Oregon te gaan. Volgens de weerapp is het daar in ieder geval beter. We gaan zeker nog eens terug naar dit gedeelte van Canada want het is hier ronduit schitterend….maar wel met droog weer. ? Vanaf de camping rijden we langs de bosrand maar zien helaas ook nu geen beren. In het centrum van Banff is het file rijden en een bonte verzameling regenjassen schuifelt door de straten, wat een kloteweer! Over de Highway 1 komen we in Revelstoke. Daar gaan we op zoek naar het hotel waar we een paar jaar geleden hebben geslapen. Grappig detail is dat toen wij hier in 2012 waren, en de serveerster hoorde dat wij uit Nederland kwamen, zij vertelde dat Koning Willem Alexander hier ook was geweest om te heliskiën. Bij de Save on Foods doen we wat boodschappen en terwijl mijn lover alles opbergt pak ik mijn tas van bed. Ik trek hem naar beneden en zie niet dat er een fototoestel op ligt. Met een klap valt het toestel op de grond. ? We kijken elkaar aan, hij moppert en ik sputter maar eigenlijk zijn we te moe om ruzie te maken. Het was vandaag een lange inspannende rit in de regen en om verdere brokken te voorkomen zoeken we een camping op. De eerste die we tegenkomen is Lightlamper campground net buiten het dorp. Het zijn grasplekken en enigszins doorweekt. ‘Zal je zien dat we er morgen niet uitkomen!’ mompelt mijn lover wat bozig voor zich uit. Ik zeg maar niets en ga een was in de machine gooien. Want door al die lagen kleding die we nu met deze kou aantrekken stapelt dit zich veel sneller op. Een korte broek met shirt is wel so easy. ? Na het eten doen we de gordijnen al vroeg dicht en sluiten zo de regen buiten. Wat een troosteloze pestzooi buiten. Het enige wat ons opvrolijkt is dat de camping razendsnel internet heeft. Zo hadden we niet eerder! De volgende morgen zitten we aan ons ontbijtje en ik staar naar buiten waar de regen nog steeds met bakken naar beneden komt. Gisteren spraken we met de campingeigenaar over het weer, die was blij dat het regende want dan komen er voorlopig geen bosbranden….tsja. ? ‘Dit zal ook wel weer een lange rijdag worden, laten we maar zoveel kilometers wegtrappen.’ zegt mijn lover en ik knik. Na het gebruikelijke bakkie bij de Starbucks verlaten we Revelstoke. Omdat we geen zin hebben om weer alleen Highway te doen, nemen we weg 23 binnendoor richting de Amerikaanse grens. Mijn lover rijdt en ik kijk naar de immense bossen, ‘Stop, stop, kijk op rechts daar loopt een beer!’ roep ik hard en wijs met mijn vinger in de richting. Uit ervaring weet ik dat het woord ‘beer’ een magisch effect heeft op hem. Hij trapt op de rem, grist zijn camera en weg is ie….Bye, bye lover of my life. ? Ik schuif naar de bestuurderskant, hou het verkeer, mijn lover en de beer in de gaten. ? Die schuifelt op het gemakkie het bos in. Zo wonderlijk want kijk je vijf minuten later dan zie je dus helemaal niets! Na zo’n 45 kilometer komen we bij een enorme veerpont die ons gratis van Shelterbay naar Galenabay aan de andere kant vaart. Als we stilstaan is er altijd veel belangstelling voor de wereldkaarten aan beide kanten van de camper.Bij Nakusp zien we een leuk stuk strand en omdat een voorzichtig zonnetje schijnt besluiten we daar te lunchen. Terwijl ik de soep opwarm staat er plots een meneer bij de deur. ‘Komen jullie uit Nederland?’ vraagt ie met een licht accent. Hij is 40 jaar geleden naar Canada geëmigreerd en komt oorspronkelijk uit Rotterdam. ? Terwijl we met hem praten klinkt in de verte gedonder. ‘Er komt heel slecht weer aan!’ zegt de oude baas en vertrekt naar huis. Een lichtflits knettert door de lucht die ineens helemaal donker is geworden. De wind blaast de deur van de camper met een klap dicht. Wow, wat is dit? ‘Ik ga toch nog even proberen het onweer te fotograferen!’ roept mijn lover uitgelaten, grist de spullen die hij nodig heeft en rent naar het strandje. Vanuit de camper zie ik hem staan en denk….? eigenlijk weet ik niet wat ik denk want ik ben het gewend. Terwijl ik mijn soep eet hoor ik de eerste druppels op het dak vallen en net op tijd is mijn fotograaf weer terug in de hut. ‘Is de soep al warm?’ vraagt ie. Ik wijs op zijn soepkom waar ik maar een bordje op heb gelegd….het stond er al een tijdje. ? Via de plaatsjes New Denver en Silverton komen we in Castlegar. Daar houden we het voor gezien, het is inmiddels rond 16.30 uur als we op Pass Creek campground voor slechts 17 dollar een plekkie vinden. Eigenlijk is het vol maar de vriendelijke dame heeft nog een groepsveld over waar we kunnen gaan staan. ‘Kijk maar of jullie het iets vinden, er staan nog een paar campers.’ zegt ze. We rijden naar het veld dat een beetje onoverzichtelijk is. Voor een camper zit een grote groep ouderen die naar ons zwaait. ‘Links of rechts?’  vraag ik terwijl ik het gras oprij. ? Dat is een ding tussen mannen en vrouwen of misschien alleen tussen mijn husband en mij maar we draaien wel drie keer op het veld terwijl de ouderen zwaaien en toekijken. Uiteindelijk staan we maar kan ik de deur niet uit omdat ik pal naast de picknicktafel heb geparkeerd. ? De ouderen zijn opgestaan en gaan zich ermee bemoeien, de tafel wordt verschoven, de hut moet verplaatst worden en we krijgen een uitnodiging voor het vuur vanavond. Er komt nog een koppeltje bij met een tent, weer gaan de oudjes uit de stoel en binnen no time staat het tentje. De tokkies, wat dat zijn het wel een beetje, maken een groot vuur en zetten muziek op, gelukkig onze muzieksoort: het leven op de camping is zo slecht niet! ?