Vorige keer dat we op de Highway 37 reden hebben we veel wild gezien. Vandaag is het echter rustig met de dieren en ondanks dat het zonnetje uitbundig schijnt blijft de temperatuur rond het vriespunt hangen. Bij Dease Lake moeten we tanken en ik haal gelijk een koffietje. Terwijl ik die opdrink check ik mijn phone: totaal geen telefoonbereik en zelfs geen internet. ? De 37 is ook rustig met verkeer op deze zondagmorgen, af en toe een passerende auto met wat mannen erin, waarschijnlijk jagers want in de achterbak van een pick-up zie ik een paar keer een gewei uitsteken. ? Ik zei het al eerder, ik begin aan het jagen en vissen te wennen maar het zal nooit mijn ding worden. Leuk weetje: 96% van de bewoners van Alaska vindt dat de zalm bij hun levenswijze hoort.
We besluiten vandaag flink wat kilometers te maken en wisselen elkaar een paar keer af met sturen. Het is vermoeiend rijden en steeds opletten op deze weg die soms aanvoelt als een kermisattractie en maar weinig stukken vangrail heeft. Zo’n 150 kilometer voor Kitwanga krijgen we de afslag 37 A.
Deze (doodlopende) weg gaat naar Stewart (Canada) en Hyder (Alaska) om te eindigen bij de Salmon Glacier en staat op onze lijst om beren te kunnen zien. Of we de gletsjer gaan bekijken weten we nog niet want de laatste 30 kilometer ernaar toe zijn onverhard.
‘Wat doen we, naar de beren of niet?’ vraagt mijn lover. Het is maar een kleine omweg dus we zijn er snel uit en we moeten toch ergens overnachten. We komen eerst nog langs de Bear Glacier
en snel daarna in Stewart. De hoofdstraat lijkt uitgestorven en behalve twee buurtsupers is wat er aan winkels zit dicht, ‘Closed for the season’.
Het visitor centre is helaas ook dicht zodat we verder geen informatie kunnen vragen. Links van ons ligt een soort boardwalk door het gras langs het water, zouden hier dan beren kunnen zitten? ?
We speuren de omgeving af, zien ineens een beweging en daar loopt een zwarte beer. Misschien schrikt ie van onze motor want het dier rent hard weg. Te snel om op de foto te zetten. Door naar Hyder, we passeren een grenspost. Moeten we ons hier nu melden of niet….? Er komt een beambte aan die uitlegt dat we vanuit Stewart naar Hyder geen controle hebben maar andersom wel. De reden: het is een doodlopende weg dus men kan niet anders dan terugkeren.
De hoofdstraat van Hyder is één grote treurigheid: de gebouwen zijn vervallen of ingestort en bijna alles is dicht.
In een kleine souvenirwinkel neuzen we wat rond en maken een praatje met de verkoopster die vertelt dat het hier in de zomermaanden wel druk is maar dat het seizoen nu afgelopen is. Ze kijkt naar onze camper, ‘The campground here in Hyder is already closed!’
We kijken verwonderd in het rond, ‘Je zal hier wonen!’ zeg ik hardop. Terwijl ik het zeg denk ik ‘OMG, een inkopper….’ En inderdaad mijn lover schiet in de lach terwijl ie roept; ‘Nou er staan genoeg panden voor je B&B!’ ?
We besluiten terug naar Stewart te rijden want daar is nog een campground open. Met deze temperaturen staan we liever full hook-up want als de accu leeg is stopt de fan van de gaskachel ook.
Even een situatieschets: Stewart met ongeveer 550 inwoners (Canada) en Hyder met ongeveer 100 inwoners (Amerika/Alaska).
De plaatsjes liggen aanééngesloten en Hyder is alleen via Stewart te bereiken, gebruikt geen Alaska Time zone maar houdt de Canadese tijd aan, evenals de munteenheid. Alleen in het kleine postkantoor moet je met US dollars betalen, er is trouwens geen ATM in het dorp. De buurtsuper is closed for the season. Kinderen gaan naar een Canadese school en ze houden de Canadese feest-en vakantiedagen aan. Ze presenteren zich als het meest vriendelijke spookstadje ter wereld. We komen bij de grens, die door de Canadezen bewaakt wordt, en wachten.
Uit een klein gebouw komt een beambte naar ons toe. Het kenteken wordt genoteerd en ze kijkt in de paspoorten terwijl ze de gebruikelijke vragen stelt; ‘Wat is ons thuisland, waar gaan we heen, hoe lang blijven we in Canada. (Hallo…. een half uur terug kwamen we over de andere weghelft vanuit Canada en de weg houdt een kilometer of wat verder op….) Hebben we sigaretten, drank, wapens of bearspray bij ons?’ (Bearspray is niet verboden maar moet wel genoteerd worden). Dan komt de meest vreemde vraag; ‘Hebben jullie nu meer bij je dan je hebt uitgevoerd?’ ? En die begrijpen we niet! Dus mijn lover vraagt wat ze bedoelt. Ze herhaalt eerst vriendelijk de vraag en legt dan uit dat we misschien drank hebben gekocht of meer dan 10.000 dollar in valuta bij ons hebben….? (nou, als we dat al hadden, dan hadden we dat een half uur terug ook al in de auto….) ‘You know there are no shops open en there is no ATM in Hyder?’ vraagt mijn lover, ‘And it is a dead-end road.’ Je kan hier alleen maar komen dóór Canada. Dan zegt ze glimlachend; ‘It’s okay!’ ? en we kunnen doorrijden. We krijgen toch even het idee dat het een soort strafkamp is voor foute Canadese douaniers. ? We komen op campground Bearview, ze hebben WiFi en iedere gast krijgt een uur gratis, daarna moet er voor betaald worden. Gelukkig voor ons, en de rest van de gasten die dit ook doorhebben, staan de instellingen niet goed en hebben we gewoon doorlopend internet. Wel iedere keer na een uur even opnieuw inloggen….?
De volgende morgen als ik de gordijnen open zie ik de Canadese buurman druk in de weer met emmers en gereedschap. Als we later een praatje maken blijkt dat zijn watertank bevroren is. Als hij hoort dat je bij deze temperaturen de verwarming aan moet laten kijkt hij ons verbaasd aan en vraagt; ‘Hebben jullie er dan geen last van?’ Ze hebben de camper pas gekocht en zijn er nog niet zo bekend mee….?
‘s-Morgens rijden we nog eens door de plaatsjes, maken een wandeling over de boardwalk
maken een foto van een plaatselijk grapje
en bezoeken de Fish Creek Wildlife area in Hyder. Waar naar zeggen grizzly’s zitten. We stappen uit en ruiken een super smerige lucht. WTF is dat? Als we op de houten vlonder lopen en naar het water kijken dan zien we het: tientallen dode zalmen liggen te verrotten. Ze zijn terug gekomen naar de plek waar ze zijn geboren, hebben hom en kuit vermengd en zijn gestorven. ? Het is de natuur en ik zag het al vaker maar het blijft een akelig gezicht die rond vliegende naar kadavers pikkende meeuwen. Positief met zoveel zalm is dat er ook beren moeten zijn!
Er staan wat camera’s opgesteld en een groepje mensen praat met elkaar, één ervan kennen we want die hebben we ook in Haines ontmoet bij de beren. De houten vlonder slingert tussen het water door en we lopen wat heen en weer. Er is een paar uur geleden een grizzly geweest die in het water naar vis stond te grijpen. Nu is er niets dan het geschreeuw van de meeuwen. En dan wordt het wachten….?
Het lijkt altijd zo’n leuk mazzel moment als je onze foto’s op Facebook, waar we er al een paar plaatsten, ziet.
In het echt brengen mijn lover en ik heel wat uren door met wachten voordat er eens een beer opduikt. Ook nu weer, ‘We wachten nog een kwartier en dan gaan we!’ zegt ie rond half vijf.
De zon is inmiddels weg en het is fris geworden op de steiger. In de camper gaat de kachel aan, wijntje erbij, kaarsjes aan en een gezellige avond ligt voor ons. ? ‘Morgen ben je jarig dan word je’ Ik kan mijn zin niet eens afmaken want mijn lover veert op als door een wesp gestoken, ‘Ja, ja, ik weet het wel, je hoeft niet steeds te zeggen hoe oud ik wordt!’ ?? Het was nog een leuke avond! ? Maar zonder gekheid om middernacht feliciteer ik mijn ‘ouwetje’ en we checken voor het slapen gaan of de phones en IPads echt op stil staan want door het tijdverschil is ie in Nederland al jarig en de ‘piepjes’ klinken reeds vrolijk door de camper. ? De volgende ochtend gaan we naar de plaatselijke bakery voor koffie/thee en iets lekkers voor zijn birthday. Daarna rijden we naar de Fish Creek
in de hoop dat we vandaag beren zien. Dezelfde mensen als gisteren staan er al weer met opgestelde camera’s.
Het wachten begint en geduldig zitten we in het zonnetje. Ineens is ie daar, een grote grizzly! Wow, wat een knappert is dit, het dier zwemt door het water, grijpt vissen en maakt er een heel spektakel van. Een soort wedstrijd vrij worstelen met vis.
‘Mijn verjaardagscadeau naar de beren (zie verslag: once in a lifetime!) was bijzonder maar dit is ook grandioos!’ roept mijn lover uitgelaten. Eind van de middag rijden we terug naar Stewart en passeren weer de verbazende grensovergang.
‘s-Avonds pakken we de kaart er eens bij want wat gaat onze route worden? De Nationale parken Banff en Jasper staan op het lijstje maar daar is al sneeuw gevallen en we zijn wel een beetje klaar met de kou. Er zijn een aantal opties, in ieder geval richting het zuiden, en we spreken af dat we de route per dag bijstellen. Begin december moeten we thuis zijn, Roel moet invallen voor één van onze fotografen die met zijn gezin drie maanden naar Nieuw Zeeland gaat.
Eerst maar een mail naar reisbureau Panta in Rotterdam met de vraag voor tickets. De prijzen zijn zeer wisselend: een retour Los Angeles – Amsterdam met KLM per persoon rond de 1350,00 euro. Een retour SanDiego – Amsterdam met Delta (één overstap in Salt Lake City) per persoon 575,00 euro. ? We vliegen graag rechtstreeks met de blauwe vogel maar dit verschil is extreem groot. Komt bij dat we volgend jaar, als we terug gaan, de sneeuw willen opzoeken en dan is Salt Lake City een prima uitvalsbasis. Het wordt dus Delta.
De volgende morgen vertrekken we en voorlopig gaat het richting Vancouver. Het zullen eerst een paar lange dagen ‘kilometervreten’ worden op de Higway 16 om uit het hoge noorden te komen. Deze weg wordt ook wel de Highway of Tears genoemd want volgens de politie zijn hier achttien vrouwen vermist of vermoord sinds 1969. Volgens de locals gaat het aantal eerder naar vijftig! De laatste trouwens pas enkele weken geleden. Aan de kant van de weg staan grote borden met de tekst ‘Girls don’t hitchhike on the Highway of Tears! Killer on the Loose!’ en bij sommige hangen foto’s van de vermiste meisjes waarvan velen nooit zijn teruggevonden.
Hoe is het mogelijk denk je nu misschien maar bij het zien van deze lange weg (720 kilometer) die door dichtgegroeide bossen, kleine dorpjes en indianenreservaten gaat krijg ik langzaam een beeld van hoe je hier zomaar zou kunnen verdwijnen. ? Bij Smithers houden we het na zo’n 350 kilometer voor gezien en schieten een camping op. We hebben veel moeite gedaan om te betalen maar de host was onvindbaar.
De volgende dag trappen we 370 kilometer weg en zijn in Prince George waar we net iets buiten het centrum op campground Northern Experience overnachten.
Van beide plaatsen krijgen we na wat sightseeing geen vibraties. Het weer speelt ook niet mee want de regen klettert af en toe naar beneden. De volgende ochtend aan het ontbijtje zegt mijn lover ineens; ‘Heb je de berenfoto’s van Jos gezien? Ik zou er eigenlijk nog wel naar toe willen.’ ? Voor de nieuwkomers op ons blog: Rentia en Jos zijn de eigenaren van Eagle Eye Adventures in Campbell River. Zij verzorgen walvis-en berenexcursies. Eerder gingen wij met hen mee op walvisexcursie en hadden toen een onvergetelijke ervaring (zie verslag: vijftien ongelofelijke minuten!). Ik zie het beeld van mijn teenslippertjes aan het strand langzaam vervagen. ‘We zouden toch richting de zon gaan….’ opper ik. Daar zit mijn lover en laat opgewonden de foto’s zien. Die ik natuurlijk zelf ook al had gezien en inderdaad ze zijn indrukwekkend! ? Hij checkt het weerbericht en de hele aankomende week zal de zon schijnen op Vancouver Island. ‘Eerst de beren en dan jouw twee weken strand in Oceanside?’ vraagt ie en het is net alsof ik bij Miljoenenjacht sta en Linda het kastje open zet en vraagt “Deal or no deal?”. ? ‘Laten we eerst maar gaan rijden en onderweg beslissen.’ besluit ik. Nooit zo maar toegeven….? Net voor de plaats Quesnel komen we in een file terecht.
Vooraan rijdt een camper en het lijkt wel alsof ik een Nederlands kenteken zie. Het is een tweebaansweg en zodra er een baan bijkomt rijden we met de rij mee om in te halen. Het zijn inderdaad Nederlanders! Mijn lover knippert en toetert en ze seinen terug. ‘Zodra ik kan ga ik stoppen en hoop dat ze dat ook doen!’ roept hij opgewonden. Zo’n situatie is altijd een wat vreemde dimensie tussen ons want het lijkt alsof we boeven moeten gaan vangen en het bazige in me komt naar boven. ? ‘Nu aan de kant, daar kunnen we wachten!’ beveel ik en geloof me of niet maar mijn lover doet het dan ook. We turen in de spiegels en daar zie ik ze, ‘Daar zijn ze, invoegen nu!!’ Uiteindelijk komen we tot stilstand op de parkeerplaats bij een winkelcentrum en gaan met elkaar koffie/thee met wat lekkers doen bij een bakkertje.
Marjon, Jos en hun lieve hond Tinka zijn in mei dit jaar gestart met hun reis en wonen in Schiedam, onze buurgemeente. ? Gezien de routes die we beiden hebben zullen we elkaar nog wel vaker tegen gaan komen. Ook vandaag verslinden we kilometers en als het ‘s-middags blijft plenzen wisselen we nog eens van plekkie en gaan door want waarom stoppen met dit pokkenweer. In 100 mile house (is echt een plaatsje hoor ?) zien we een Municipal camping, een hele kleine in het bos waar nog één camper staat. We parkeren de hut: eind van weer een rijdag! Het op nog geen 50 meter afstand gelegen ziekenhuis heeft wel razendsnel internet. Zonder password . Morgen nog zo’n 300 kilometer tot Whistler. Hier hebben we in februari 2013 geskied en maakte ik kennis met de populariteit van de skitrui van mijn lover. Heel lang geleden door zijn moedertje gebreid en die hij trots iedere keer weer aantrekt.
Er werd toen zo vaak ‘Nice sweater!’ geroepen dat ik hem ‘Mr. Sweaterman’ ben gaan noemen. ? Inmiddels op de camping in 100 mile house opent mijn lover zijn mail, ‘Moet je nou eens kijken, allemachtig!’ roept ie uit en laat mij foto’s zien van een camper in de greppel. Het is de camper van Diana en haar vader die we ontmoet hebben bij de beren in Haines en onlangs nog in de garage in Whitehorse hebben gezien waar ze ook met pech stonden. Nu zijn ze op de Highway 37 van de weg afgeraakt en in de berm terecht gekomen.
Gelukkig niemand gewond maar de camper is total loss. Wat een pech! ?
De volgende morgen is het erg mistig, ‘Als jij het niet erg vind, rij jij dan.’ vraag ik mijn lover. De 97 is een tweebaansweg met druk verkeer.
Na de afslag met de 99 richting Whistler neem ik het stuur over zodat mijn lover kan fotograferen. Wat is het mooi hier, de mist is opgetrokken en hoge bergen liggen voor ons.
Op sommige punten is het heel diep en lijkt de rivier een mini stroompje. Het is hier een stuk rustiger met verkeer en ik kijk genietend om me heen terwijl ik de camera hoor klikken. Soms stoppen we en stapt hij snel uit om foto’s te maken, ik wacht dan met draaiende motor….? Dan wordt de weg serieus: waarschuwingsborden volgen elkaar snel op. Het gaat steil naar boven hier en ik mag aan de slag achter het stuur. Netjes draai ik de bochten terwijl mijn lover meekijkt of er van boven niets aan komt. Dan volgt de afdaling met nog meer waarschuwingen aan de kant van de weg. ‘Remmen, remmen! Je gaat veel te hard! moppert mijn bijrijder. ? Ik heb trouwens geen idee waarom ie dat zegt want heb alles onder controle. Even kijk ik opzij naar hem, zijn handen strak op zijn knieën en de blik vooruit. ‘Voor je kijken!!!’ roept ie me toe. Ik moet er hartelijk om lachen en zeg grinnikend, ‘Je bent toch niet bang!’ Daar gaan we verder in de afdaling en ik moet bekennen, het is best heftig met al die bochten. Eindelijk zijn we beneden en ik slaak een zucht van verlichting, dat heb ik even mooi gedaan. ?? Naast me zit mijn lover nog te sputteren, ‘Je reed als een dwaas naar beneden!’ Voor degene die weten hoe hij zelf rijdt: dit is best een gewaagde opmerking van hem! ? In het centrum van Whistler is het druk maar op één van de grote parkeerplaatsen vinden we al snel een plek. Wat is het leuk om hier terug te zijn, de herinneringen komen omhoog!
Bij de skilift staan een heleboel mountainbikers te wachten tot ze naar boven kunnen en vanaf de top komen veel verschillende paden naar beneden.
‘En zo gek was jij vroeger ook om dit te doen?! vraagt mijn lover vol verbazing. ? Ik knik bevestigend en antwoord, ‘Maar ik weet niet of ik het nu nog zou durven hoor.’ We lopen een rondje door het centrum, drinken op een terrasje een cocktail
en gaan dan naar restaurant Mongolië. Het concept is hier heel makkelijk, je loopt langs het buffet, schept in een kom wat je wilt eten en laat dit wokken bij de koks. Goed opletten want het wordt gewogen, je betaalt dus het gewicht van de inhoud van je kommetje.
We hebben wel eens mensen gezien die maar bleven opscheppen en bij de kassa zich een ongeluk schrokken! Als we na het eten buiten komen voelt het winters koud. Op het plein speelt een band en er dansen wat mensen. We willen best blijven maar moeten nog een overnachtingsplek regelen! De dichtstbijzijnde, Riverside, is vol. Met het advies om het bij RV Park Whistler te proberen rijden we het dorp uit. Inmiddels is het ook gaan regenen en in slecht zicht rijden we op een slingerende weg omhoog richting de camping waar gelukkig plek is. De receptionist schrikt wat op van onze komst, waarschijnlijk had ie niemand meer verwacht. Bijzonder is zijn vraag of we een plek met uitzicht willen want we blijven maar één nacht en er is niets te zien want het is stik donker! ? Hij heeft het goed met ons voor en we krijgen van hem een plek met uitzicht tegen een lage betaling….de goedkopere plekken waren trouwens allemaal vol. Zondagmorgen worden we wakker in de laaghangende wolken, er is geen klap te zien.
We rijden terug naar het centrum en doen koffie/thee met wat lekkers bij een bijzonder goeie bakkerswinkel waar de mensen buiten in de rij staan te wachten! Daarna shoppen we wat, althans ik shop en mijn lover wacht geduldig tot hij kan gaan sjouwen. ?
Bij het visitor centre halen we wat informatie over wintercampings en horen dat de skiliften door de vroege komst van het winterweer (bovenop de pistes is al sneeuw gevallen) waarschijnlijk al een maand eerder open gaan. Rond een uur of twee hebben we alles gezien en rijden naar Horseshoe Bay waar we de ferry richting Vancouver Island willen nemen. Inderdaad we hebben een deal, mijn lover en ik gaan naar de beren! Er staat een lange wachtrij bij de boot die net is gearriveerd.
Het is best warm in de wachtende auto, ik druk het raampje naar beneden en stuur een appje naar Rentia met de vraag of er nog plaatsen vrij zijn op de excursie. ‘Dag, spreekt u ook Nederlands?’ hoor ik een mannenstem vragen. Ik kijk opzij en zie Jos (die we een paar dagen geleden ontmoet hebben) staan. Dit is echt grappig! De ferry is groot en ondanks dat zij een heel eind achter ons staan, kunnen ze gelukkig ook mee.
Na anderhalf uur varen zijn we terug op Vancouver Island in Nanaimo.
Het is inmiddels half acht en we besluiten met elkaar naar Living Forest Oceanside RV Park te gaan. Hier waren we een paar maanden geleden al eerder en het is een super mooie plek. We krijgen twee plaatsen met uitzicht op de baai. Na het eten komen de buurtjes met de hond nog een wijntje doen en we prijzen ons zeer gelukkig want in Nederland is het al maandagmorgen en wij zijn gewoon vrij om te doen wat we willen: geen wekkertje en bijna geen verplichtingen….lucky us! ?