Beren vervelen nooit!

Nadat in Whitehorse de voorruit is gefixt rijden we naar de  Walmart die vrij sober is en een kleine beperkte food afdeling heeft. Er staan flink wat campers geparkeerd en overnachten is toegestaan, het naastliggende benzinestation heeft een gratis dumpplaats. Eerst maar een rondje door het centrum en later zien we wel waar we  gaan overnachten. Als we bij het visitor centre parkeren om informatie te halen staat daar een Nederlands kenteken. Er zit een stel bij een picknicktafel en de camper blijkt van hen te zijn. Alweer Nederlanders met een eigen camper op ons pad. We maken een praatje, pakken er uiteindelijk een wijntje bij totdat zij naar de Walmart vertrekken. Het is nog aangenaam warm en aan het water vinden we een mooi plekkie waar mijn lover de BBQ aansteekt. ?

Later op de avond twijfelen we om hier te blijven staan, het is eigenlijk niet toegestaan en de andere campers die er stonden zijn weg. De plek is top en voelt veilig maar we hebben geen zin om midden in de nacht uit ons bed wakker geklopt te worden door een agent. Omdat het bij de Walmart vaak rumoerig is kijken we even verder, het Yukon Inn hotel heeft een grote parkeerplaats waar nog drie campers staan.

Als mijn lover ontdekt dat hij op het razend snelle netwerk van het hotel kan meeliften is de keuze gauw gemaakt. ?De volgende ochtend aan het ontbijt zie ik tegenover ons een laundromat. Met een was van twee weken lopen we er binnen en een aardige Hindoestaanse dame helpt ons met de machines. ‘Ga maar koffie drinken, ik hou het in de gaten!’ beslist ze. ? Ook vandaag schijnt het zonnetje en voor het eerst sinds lange tijd kan de korte broek weer aan! We maken een wandeling door het centrum waar alleen enkele souvenirwinkels vandaag, zondag, open zijn.

Ik zoek gelijk naar een kapper en als ik op een aantal winkels een papier met ‘sorry, monday closed: Discovery Day’ zie hangen vrees ik dat we hier langer dan gepland zullen staan. Alleen in de Yukon is dit een lang weekend vrij, ze vieren dat er in 1896 goud gevonden werd in de Bonanza Creek – Dawson City. ‘Als ze morgen gesloten zijn dan ga je toch gewoon later op de route naar een kapper.’ oppert mijn lover. ? Ik weet de richting die we gaan nemen, daar komt de eerste dagen geen plaats waar ik een kapper verwacht en als ik iets afschuwelijk vind zijn het grijze haren bij mezelf! Natuurlijk moet iedere vrouw dat voor zichzelf weten maar ik zit om de vier weken bij een kapper….Ook eigenlijk best vaak maar c’est ca. ?Afgelopen week stond er trouwens een bericht in de Volkskrant over vrouwen en grijs haar. Ik vond één opmerking wel heel bijzonder: ‘Op een gegeven moment kom je op een leeftijd dat je er niet meer mee zit want een ander van je denkt!’ ?Toen ik dat las dacht ik; ‘WTF, het maakt me totaal niet uit wat een ander van me denkt maar ik doe het voor mezelf omdat ik me gewoon lekkerder voel met gekleurde haartjes! ?? ‘Zeg jij nou dat ik hier niet naar de kapper kan!’ reageer ik verwonderd en we zitten in zo’n gesprek dat mannen en vrouwen niet met elkaar moeten voeren. Toevallig hadden we toch al besloten om ‘pas op de plaats’ te houden omdat er bosbranden zijn op onze vervolgroute: Canada en Vancouver Island en ik beslis resoluut, ‘Twee dagen langer hier zitten is niet erg en jij moet trouwens ook geknipt worden!’ Want kom niet aan mijn kappersritueel….? Om de accu’s van de camper op te laden gaan we op Hi Country RV park aan de stroom staan waar we later onderuit gezakt beginnen aan de driedelige serie ‘Klondike’ over het leven in de Yukon ten tijde van de goudkoorts. Natuurlijk zijn de kapsalons toch dicht op de maandag en het centrum is net zo stil als op zondag. We treffen wel een barbershop open dus mijn lover kan alvast geknipt worden. Na een bezoek aan radarboot ‘de Klondike’

rijden we door naar de verderop gelegen zalmtrap naast de stuwdam.

Ze parkeren hun piano’s hier niet alleen op stations….

Overnachten doen we weer op de parkeerplaats van het Yukon Inn hotel. De volgende morgen kies ik op goed geluk één van de gespotte kapsalons uit. De vriendelijke kapster heeft gelijk tijd en voor ik het weet zit de verf al in mijn haar. Ik heb inmiddels hier al wat kapsalons gehad en wat me steeds opvalt is hoe snel er gewerkt wordt. Vaak huurt de kapster/kapper een stoel in een kapsalon dus hoe meer je de vaart erin hebt hoe meer klanten voor jou zijn. ? Als de verf eruit gespoeld is gaat ze behendig met de föhn en krultang aan de slag terwijl ze honderduit babbelt over haar leventje in Whitehorse, ze is hier geboren en getogen. Er zijn geen winkels om te shoppen, dat doet ze in Vancouver of Las Vegas waar ze heen vliegt (ongeveer 250,00 euro retour) en er gelijk een leuk weekend van maakt. Ik loop terug naar de afgesproken plek bij het visitor centre waar mijn lover wacht. Hij is al naar de dumpplaats geweest en heeft bij supermarkt Save on Foods sushi gekocht, die wordt vers gemaakt waar je bij staat.

Bijzonder lekker en voor een heel acceptabel bedrag. ? Als we Whitehorse uitrijden zien we de Duitsers voor ons die we al eerder zijn tegen gekomen en waar we laatst, in de buurt van Anchorage, een wijntje mee hebben gedaan. Even een snel praatje bij het stoplicht en wie weet zien we elkaar weer. Eind van de middag komen we in Haines Junction (155 km vanaf Whitehorse) en op Pine Lake campground vinden we een mooi plekkie voor twaalf dollar met gratis brandhout! Het zijn echter best grote stukken dus de bijl moet er eerst in! Met onze kleine bijl gaat mijn lover aan de slag. ‘Nou je hebt weer een prima voorbeeld: de vrouw kookt en de man hakt hout!’ sputtert ie ondertussen. ? Ik sta als een chefkok in het keukentje en hoor hem hakken en klagen dat het hout zo hard is en de bijl te klein, tsjak, tsjak’ gaat de bijl in het hout. Het is even stil buiten en ineens hoor ik ferme tikken in het hout. ? De oplossing is gekomen van de buurman die ook stond te hakken maar met een bijl die vier keer zo groot is en kijk die lover van mij eens staan: het lijkt wel een opzichter!

Het eten is bijna klaar, ik ga de tafel buiten dekken en maak gelijk een praatje. Het is een Zwitser die al jaren in Canada woont, ‘Ik ben het houthakken gewend!’ lacht ie. Het hout is gekapt en met een geoefende beweging maakt mijn lover vuur, ‘Ik kan wel wat, wat dacht jij dan!’ Als we zitten te eten kan ik het niet laten, ‘Je liet die kerel wel al het werk doen!’ plaag ik. Hij kijkt me quasi verbaasd aan, ‘Ja, hij wilde uitsloven dus laat hem, ik hoef geen indruk meer op je te maken!’ ?

Later op de avond als wij genietend bij ons vuurtje zitten klinkt naast ons nog steeds gehak van de bijl, door de struiken heen kunnen we de buurman niet zien maar we horen hem wel want hij slaakt af en toe een luide kreet.

‘Die vent lijkt de Zwitserse Emiel Ratelband wel!’ grinnikt mijn lover terwijl ik me af vraag waarom hij nog zoveel hout kapt terwijl hij maar één nacht blijft, dat krijgt ie nooit meer opgestookt? ? Dan komt de oplossing: hij gooit al het gekapte hout in de laadruimte van zijn camper! Ik kan daar zo boos om worden, er wordt gratis hout verstrekt met de duidelijke mededeling ‘alleen hier opstoken’ en dan pik je het mee. ?

Bij de bakery in Haines Junction doen we de volgende morgen een koffie/thee met iets lekkers en kopen gelijk een versgebakken brood. Op het terras zitten we nog in de zon maar als we een uurtje op weg zijn komt er steeds meer bewolking.

Bij een rivierbedding waar we stoppen kijk ik in de verte en geniet van de natuur waar de herfst langzaam begint. De weg slingert verder omhoog en het begint te regenen, de temperatuur is naar beneden gekelderd en mijn korte broek is ineens helemaal verkeerd! ?

De grensovergang die we krijgen hebben we een paar weken terug, toen we nog aan onze Alaska ronde moesten beginnen, ook gedaan. De Amerikaanse beambte heeft wat korte vragen en ook ditmaal weer niets over de camper. Er is in al die maanden pas één douanepost geweest die er naar heeft gevraagd en dat was in Detroit. Na de controle zijn we weer terug in Alaska waar de klok een uur terug moet. We rijden richting Haines als mijn lover ineens een kreet slaakt. ‘Stoppen, stoppen!’ Ik kijk wat er is en zie wat ie bedoelt.

Waar het kan keren we en stappen de camper uit. ‘Dit is het, de perfecte B&B!’ roept ie opgewonden. ? Inderdaad, het is een pareltje: het paleis voor de klusser….?

‘Ik krijgt hier vast de hypotheek niet van rond en jij zal wel mee moeten want ik kan alle hulp gebruiken. Het is echt zo vreselijk groot!’  lach ik. ?  Aan de vele eagles te zien naderen we Haines, Eagle capitol of America. Door het centrum gelijk maar door naar de ferry en vragen of er een wachtlijst is voor de boot naar Skagway, vanaf daar gaan we weer richting de Highway 37. Er staan wachtrijen bij de ferry en er is net een boot aangekomen. ‘Hé, daar staat Italy ook in de rij!’ zeg ik en we lopen snel naar het stel, die we inmiddels ook al een paar keer zijn tegen gekomen, toe. De ferry is alleen morgen, donderdag, vol en verder kunnen we iedere dag mee. We boeken de overtocht voor aanstaande zaterdag en rijden door naar de Chilkoot rivier waar de beren moeten zitten. Het Italiaanse stel heeft ze vanmorgen nog gezien, een moeder met drie kleintjes! ? Als we het ons bekende weggetje inslaan valt het op hoe druk het nu is. Er is echter geen beer te bekennen. We rijden de hele weg heen en weer maar niets. Aan de overkant bij de brug zetten we de auto neer en kijken op het nabije gelegen grasland. Daar staat een grizzly moeder met twee kleintjes! ?

Allemachtig, gewoon vlak bij ons. Verder is er niemand in de buurt en we zijn muisstil. Er komt een auto aan, een visser stapt uit en zijn hond springt uit de auto! ‘Look out, there are bears!’ sist mijn lover. De visser kijkt ons aan alsof we gek zijn, de hond ziet zijn kans en rent het veld op! ‘OMG, dat gaat niet goed!’ jammer ik tegen mijn lover. ? We staan versteend, de visser gaat de hond roepen maar die rent luid blaffend naar de beren. ‘Filmen, blijven filmen!’ roept mijn lover en ik hoor zijn camera klikken. Net voordat de hond bij de beren is luistert ie toch naar het geroep van zijn baas, de oren gaan overeind, hij keert om en komt terug rennen.

Moeder en de twee kleintjes eten weer verder en mijn lover sluipt door het gras zover als hij durft. Ik ben de assistente en moet de omgeving bewaken want er kunnen nog meer beren zitten. Daar sta ik dan met een éénpootstatief om mezelf te verdedigen….. ? Er komen een paar mensen dichterbij geslopen en ik hoor één man roepen; ‘Look out, the bears are very dangerous!!!’ Eigenlijk roept ie niet maar heeft zijn handen als een toeter voor zijn mond en sist het. Ik kijk naar het groepje: twee mannen voorop en daar achter twee vrouwen die schuilen achter hun ruggen. ? Ik steek het statief als een soort majorette omhoog ten teken dat ik het begrepen heb.

‘Wat is er, waarom zwaai je?!’ sist mijn lover van de andere kant. Ja, ga dat allemaal maar eens uitleggen met beren in de buurt die ineens aan de wandel gaan. ? Ze loopt best rap richting het strand en de kleintjes huppelen er achter. Ineens zie we vissers uit het water gaan. Wat blijkt: aan de overkant van de rivier zit een grizzly moeder met drié kleintjes. ?

We lopen snel de brug op en vanaf hier zijn ze goed te volgen, de drie kleintjes rennen spelend in het rond maar houden moeder, die verder langs de rivier loopt, goed in de gaten. ‘Rennen, er achteraan!’ roept mijn lover en hij is al weg. Best opletten met die vent van mij want hij roept iets en gelijk doet ie het. ? Terwijl ik hem zie draven met camera en slingerend statief bedenk ik me of we de camper wel hebben afgesloten. Als ‘assistente’ ben ik best al iets gewend en hou inmiddels zelf de sleutels….scheelt me een stuk heen en weer rennen. Als ik alles heb gecheckt en bij hem ben zegt ie verbaasd; ‘Waar zat jij nou, wel blijven opletten hoor!’ ? Even een schets voor het beeld: langs de rivier van pakweg een kilometer lengte loopt een door struiken gescheiden smal weggetje. Halverwege, over de hele breedte van de rivier, loopt een rooster waar de zalm tegen gehouden wordt. Een aantal malen per dag komt hier ‘een teller’ die een gedeelte van het rooster opent en de zalmen telt. Dit ter controle hoe de ontwikkeling van de zalm is, zie het verslag ‘Alaska Highway’.

Het beren spotten is hier de afgelopen jaren vreselijk toegenomen en zoals zo vaak loopt de gemeente achter met maatregelen nemen. Er staan twee vrijwilligers die proberen de toeristenstroom in goede banen te leiden maar het is meer lijden…. ? Bij het rooster is de weg gemarkeerd met witte strepen waartussen een absoluut stopverbod is als er beren in de omgeving zijn. En daar staan wij achter de streep, mijn lover en ik, bewapend met camera’s en kijken tegen het rooster aan terwijl de beren rap langs de rivier het rooster naderen.

‘Als ik hier blijf staan dan heb ik alleen maar hun kont op de foto!’ moppert mijn lover. Het is inmiddels een kleine chaos: de vrijwilligers aan beide kanten laten nog wel auto’s en campers door maar geen voetgangers en fietsers meer. Automobilisten die door gelaten zijn proberen toch om foto’s te maken en worden toegeschreeuwd door de vrijwilligers; ‘Keep going, keep going!’ Ik zie het plan in het hoofd van mijn lover ontstaan en zodra de vrijwilliger even niet oplet gaat ie lopen! ? De vrijwilliger naast me wordt gek als die de ontsnapte toerist ziet. ‘Keep going sir, keep on goinggggg!’ roept ie de longen uit zijn lijf tegen mijn lover die steady en Oost-Indisch doof doorloopt. En dan zie ik het: de kleintjes komen uit de struiken en schieten de weg op! OMG, voor hen loopt 192 centimeter prooi en in gedachten hoor ik hem roepen; ‘Filmen, blijven filmen!’ en dat doe ik dus! ?

Terwijl de twee vrijwilligers aan de kanten hem nu om het hardst ‘aanmoedigen’ kijkt hij om en ziet de beertjes dribbelen. ‘He must be crazy!’ zegt de vrijwilliger aan mijn kant. Ik moet er om lachen en ook weer niet want WTF die vent is altijd zo eigenwijs! ‘Ik heb als fotograaf een paar oorlogen overleefd en ben niet zo gauw bang!’ roept ie dan altijd. ? Hij bereikt de andere kant waar de vrijwilliger hem toespreekt en zoals altijd heeft ie zijn antwoord klaar en ik hoor ze zelfs lachen. Hij draait mijn kant op en zwaait maar ik kijk toevallig net de andere kant op…. ? Zodra het kan loop ik ook over, okay ik doe het ook wanneer het eigenlijk nog niet mag maar wel overwogen en in overleg met de vrijwilliger. ‘Jij bent altijd zo braaf!’ grinnikt mijn lover als ik naast hem sta. ? De beren zitten nog steeds in de rivier en het is schitterend om te zien hoe de moeder steeds een zalm vangt voor haar kroost.

Uiteindelijk hebben ze genoeg gegeten, komen uit het water en steken de weg over om naar het bos te gaan.

De mensenmassa wijkt naar achteren en hoe dom, een aantal zet het op een rennen naar de verderop staande bussen. Alles wat rent is potentieel berenvoer. ?

De vrijwilliger, Pam heet ze, fluistert ‘Go back, go back!’ en sluipt voor ons langs met haar gekleurde rainbow paardenstaart. ‘Zo was mijn haar geworden als ik in Haines naar een kapper had gegaan!’ sis ik tegen mijn lover.

En natuurlijk is het helemaal geen tijd voor een grapje dus hij kijkt me heel verwonderd aan, ‘Waar heb je het over? Welk haar?’ Hij zou het sowieso niet zien want hij is kleurenblind. ? De beren zijn weg, de show is over en wij gaan naar campground Oceanside waar we in juli ook waren.

De volgende ochtend als we wakker worden is het koud, mijn lover gaat snel uit bed, kacheltje aan en terug in bed waar we wachten tot het warm is. Het weer in Alaska is niet te voorspellen en zoals de inwoners zelf zeggen; ‘Staat het je niet aan, wacht vijf minuten want het kan ineens veranderen.’ Soms weet ik niet wat mooier is: Alaska in de zon of zoals nu met dikke wolken waarin de bergen schuil gaan. Het is eb en vlakbij ons zitten vier bald eagles en pikken in het ondiepe water naar vis die achtergebleven is.

We lopen naar het leuke koffiebarretje in het centrum en ook hier merken we dat het seizoen gaat eindigen, het is veel stiller op straat. Vervolgens zetten we met de camper weer koers naar de beren: another day in bear town. ? Bij de rivier zien we net een grote groep mensen vertrekken, het blijkt dat de moeder grizzly met haar drie jonkies in de rivier heeft gevist en nu in het bos is verdwenen. We zetten de auto in een pull out en gaan wachten. De ’teller’ verschijnt op het rooster en zet het hek open om de vis te tellen.

Vanaf de overkant komt er een grizzly uit de struiken geslopen. De vrijwilliger vertelt dat dit een dochter is van de grizzly met de drie jonkies.

Ze is nu ongeveer vier jaar en vorig jaar is ze zelfstandig geworden. Dit jaar zal ze nog veel moeten leren en volgend jaar zal ze zover zijn dat ze zelf jonkies krijgt. Hij loopt met een lange stok het rooster op om de teller te ‘beveiligen’ zodat ie kan blijven werken. Het is goed te zien dat de beer nog moet leren, ze blijft wat schuchter kijken naar de mannen maar dan winnen de rivier en vis het. Ze grijpt een aantal keren mis en gaat onder water. Ze poogt het rooster op te gaan maar de man slaat met de stok tegen het hekwerk en van het harde geluid deinst ze achteruit.

Wat een prachtig dier is dit, haar vacht is vele tinten bruin en veranderd als het licht er anders op valt. De teller is klaar en de mannen verlaten hun plek. Nu heeft ze vrij spel, gaat het rooster op en probeert vanaf hier een vis te grijpen. Ze duikelt in het water en heeft het dan door, op een steen zitten en snel toeslaan: hebbes!

Op de kant hebben zich inmiddels meer mensen verzameld en ook Pam is weer paraat. Ze is met een groepje mensen op pad en beslist als een ‘nurse Diesel’ wat er wel en niet mag. ?

De beer in het water is schitterend maar om me heen kijken naar de mensen vind ik ook leuk. De één is al bang als ze de beer alleen maar ziet en blijft in de auto,  de ander houdt zijn kinderen stevig vast alsof de beer ze ineens zou kunnen opvreten en weer een ander staat nonchalant alsof ie het allemaal thuis dagelijks in de achtertuin heeft. ?  En dan hoor ik een tak kraken, ik kijk omhoog en tussen de bomen rechts, vijf meter van waar wij staan, komt moeder grizzly met de drie kleintjes zomaar te voorschijn!

Wow, die is snel! Van verbazing gaat mijn mond open maar produceert even geen geluid, dan roep ik; ‘Look out, she’s coming out of the bossen!’ ?  En geloof me alleen mijn lover reageerde….verder dacht iedereen waarschijnlijk: dat mens spoort niet! Hij roept harder, als een soort Neil van de Young Ones met Cliff Richard, ‘Look out everyone, she’s coming through the wood!!!’ Dat heeft effect want Pam is als door een wesp gestoken en dirigeert de mensen naar achteren….eigenlijk hoeft dat niet want ze wordt nog net niet zelf onder de voet gelopen. ? Ik ben inmiddels iets achteruit gegaan en mijn lover komt naast me staan, ‘Je hebt toch zeker alles wel gefilmd?’ vraagt ie opgewonden. ? Als de beren in het water zitten keert de rust terug en gaat het schouwspel met de vissende beren weer beginnen. En zo blijft het de hele middag: ze komen tevoorschijn, vissen in de rivier en verdwijnen weer.

Eind van de middag rijden we terug naar de campground, de kachel gaat hoog en na het eten kijken we de mooie film ‘Into the Wild’ over een jongen wiens droom het is om naar Alaska te gaan. De regen klettert op het dak, een cruiseschip komt voorbij en we zetten de kachel nog een standje hoger. ?

Ook vrijdag is het weer bear day en nadat we koffie/thee gehaald hebben rijden we richting de rivier. Aan het eind van het weggetje ligt, midden in het bos, ook een campground waar we vannacht willen gaan staan en eerst een plek reserveren. Bij het rooster gebeurt niets en als er na een uurtje nog geen beer is geweest rijden we naar de brug verderop. Ook daar staan we tevergeefs te wachten. We lezen wat, ik tik het blog en de regen valt gestaag neer. ‘Die hebben er echt geen zin in vandaag.’ oppert mijn lover. We rijden maar weer eens heen en weer, ‘Kijk een eagle midden in de rivier op een steen!’  Het dier loert naar het water, veert iets omhoog en dan wordt een vis door de scherpe klauwen gegrepen. ?

En dat is altijd zo leuk: je staat ergens te kijken en er komen steeds meer mensen bij staan. Ook nu, statieven worden opgezet, camera’s komen te voorschijn en allemaal wachten wat de eagle verder gaat doen. ? ‘Het is toch niet normaal wat mensen soms voor camera’s hebben! En als ze nou nog weten wat ze er mee moeten, stelletje amateurs!’ foetert mijn lover. ? Hij staat tussen twee dames, de één gekleed in een camouflagejas met een camera van zeker tienduizend euro in een camouflagehoes en de andere met een camera van zo’n zesduizend euro. ? Hij kijkt links en rechts en vraagt aan de één; ‘Waarom heb je de antivibratie van je lens uitstaan?’ Ze kijkt naar hem en zegt dan de magische woorden; ‘Dat weet ik niet, eigenlijk weet ik niet eens wat je bedoelt….’ Er komt nog een man bij met een grote telelens (600 millimeter) zonder statief die zegt; ‘Ik heb geen statief nodig, gewoon ff uit het handje, easy!’
En eerlijk waar, de vrouw met het camouflagepak kijkt dan haar foto’s terug en zegt; ‘OMG, ze zijn mislukt, zou ik een verkeerde instelling hebben? Does anybody know how this work?’ ? Ik zie dat mijn lover zich er niet mee wil bemoeien maar hij doet het toch en geeft haar een goeie tip; ‘RTFM!’ Als ze hem niet begrijpend aankijkt lacht ie; ‘Read the fucking manuel!!’ ? Hij komt de camper binnenstampen en zoetsappig vraag ik; ‘Was het leuk met de anderen?’ ?

We rijden weg bij de eagles en ineens, na een lange dag wachten, zijn de beren er! Het is iets droger en het lijkt alsof ze gewacht hebben ?, ze lopen in het grasveld, bij het rooster en onder de brug.

Er is ons vertelt dat er meerder grizzly moeders met jongen zijn. Wat een top afsluiting van de dag! ? De campground heeft geen internet bereik en that’s us: we parkeren de hut dus eerst bij het centrum waar we eten. Niet dat het internet hier snel is maar het is iets. ? Rond 21.00 uur rijden we dan richting de campground. Bij het passeren van de ferry terminal voel ik een kleine knoop in mijn maag….? Morgen moeten we afscheid nemen van Haines en varen naar Skagway. Daar blijven we hooguit nog een paar dagen en zullen dan Alaska verlaten. ? We zijn nu twee maanden in de Yukon en Alaska en het is hier zo mooi! Ik kan het niet beschrijven: de bergen, het fjord, de zee en de rivieren, de vele gletsjers, de tradities van het vissen en jagen, het wildlife en de bevolking. ❤️ We rijden de campground op waar we in het aardedonker de hut parkeren. De volgende morgen zijn we vroeg op, om 11.15 uur moeten we ons melden bij de ferry. Op weg ernaar toe komen we langs de ‘berenplek’, wie weet hebben we mazzel. ? Dat hebben we: een moeder met drie kleintjes in de rivier. Het is vroeg en vrij rustig.

Af en toe komt er een auto langs en er komen wat mensen bij staan. Ineens een vreselijk geluid van schurend ijzer door de stilte. ? Ik kijk achterom en zie hoe een andere camper die van ons heeft geramd. WTF, het ding beweegt en probeert verder te rijden! ? Ik zet het op een rennen en bij de camper klop ik op de ruit. Een oude kerel zit achter het stuur, geeft gas, probeert vooruit te komen en hoort mij niet. ? Dan sla ik keihard op het raam, hij kijkt en draait zijn raam open; ‘Something wrong?’ IJzig kalm vertel ik dat ie onze camper heeft geraakt, inmiddels is Roel ook gekomen en de kerel stapt uit. ‘Okay, ik dacht dat ik achter jullie kon parkeren maar dat fietsenrek is wel heel groot!’ ? Een onaangename discussie ontstaat, Roel maakt direct foto’s en de kerel begint in te zien dat hij fout is.

Het fietsenrek heeft zijn camper aan de zijkant flink opengehaald en zit vast in de deur. Met wat heen en weer steken krijgt mijn lover het los en de schade wordt verder door de mannen geregeld. Ik doe er met mijn scherpe tong maar het zwijgen toe. ? Als alles gedaan is begint de kerel een ‘gezellig’ praatje over onze camper die we verscheept hebben. Daar kan deze Cheryl zich toch niet inhouden en ik sis mijn lover toe; ‘Instappen voordat ik hem vermoord!’ ? Resultaat: een verbogen fietsenrek en kapotte lamp, die ze hier niet hebben en in Nederland besteld zal moeten worden. ? Door al het tumult zijn de beren in de struiken geschoten en de mensen vertrokken. In de camper kijken we elkaar aan: even mopperen en dan klaar! Als we wegrijden komt moeder met haar kleintjes vlak voor ons uit de struiken. ‘Dit maakt mijn dag weer goed!’ jubel ik tegen mijn lover. ?

Op naar het politiebureau voor aangifte en dan melden bij de ferry terminal.

De boot arriveert met vertraging en ook het inschepen levert flinke vertraging op omdat de grotere campers en caravans achterwaarts ? aan boord moeten. Wij mogen pas als één van de laatsten aan boord: mooi, dan zijn we er in Skagway ook als eerste vanaf! ?

 

 

 

Tony ‘bleep’ Beets

De weg naar Valdez is een one-way road. Helaas regent het  nu weer dus de kans om meer te zien dan op de heenweg is er niet. We rijden de watervallen en de Worthington Glacier dan ook zonder stoppen voorbij en puzzelen even met de route, de bedoeling is Tok en vandaar naar Dawson maar mijn lover wil graag de Trans Alaska Pipeline zien. Dat is eerst de andere kant op richting Delta Junction, dan Tok en Dawson. Wat is 150 kilometer omrijden als we alle tijd hebben?! ? Dit plan, richting Dawson, baart ons wel een beetje zorgen want we gaan de Top of the World Highway nemen. Deze start in Chicken en is 120 kilometer onverhard. Tel daar de 100 overwegend onverharde kilometers van Tok naar Chicken bij op en we zullen ruim 200 kilometer lang schudden. Dat is op zich nog te doen maar als het regent verandert deze ‘gatenkaas’ (kuilen en bulten ontstaan door het smelten van de permafrost) die voornamelijk bestaat uit kiezels en leem in een grote modderpoel en dit is voor onze camper, die geen 4×4 is, misschien te heftig! ? Het advies wat we hebben gekregen is: ‘Ga vooral NIET als het regent!’

Maar nu eerst op weg naar de pijplijn en ongeveer 30 kilometer voor Delta Junction kom je er dichtbij. Ik heb niet zoveel met techniek maar om naast een stuk van deze 1287 kilometer lange pijplijn te staan maakt wel indruk.

Verdere details over deze pijplijn staan al in het vorige verslag (verrassend Valdez).

Ongeveer een maand geleden waren we ook in Delta Junction en stonden toen op een super mooie campground aan het water, een half uur buiten het dorp. Het is al rond 19.00 uur, we hebben geen puf om verder te rijden en de vorige keer zagen we dat je bij de bibliotheek kan overnachten. En niet onbelangrijk: ze hebben daar internet. Bij de plaatselijke snackbar halen we een kippetje met friet, onze zaterdagavond kan niet meer stuk! ? Heel de weg hier naar toe zit ik er al aan te denken en tijdens het eten begin ik er voorzichtig over. ‘Zouden Pete en Dutchess nog in Tok zitten?’ ? Mijn lover kijkt me aan en zegt; ‘Ik ken helemaal geen Piet! Wie is dat dan?!’ Na mijn uitleg dat het geen Piet maar Pete is begrijpt ie het en antwoord; ‘Die zal toch wel weg zijn mag ik hopen!’ Pete (goudzoeker) en Dutchess (hond) heb ik ontmoet in Tok, daar stonden ze, samen met een heleboel spullen, te wachten op een lift naar Chicken, zie ‘Alaska Highway’. Ik heb nu mijn verhaal zover en maak het af : ‘Als, en ik zeg als, hij er morgen nog staat dan kan ie mooi met ons meerijden nu we toch naar Chicken gaan! ?? Mijn lover kijkt me aan en begint, ‘Oh ja, hoe wil je al die zooi van hem meenemen, je bent echt niet goed!’ ? Ik moet om hem lachen want weet inmiddels ‘blaffende honden bijten niet’ en opper dat we dan gewoon alles op het dak vast sjorren. De volgende ochtend rijden we door een regenachtig en stil (zondagmorgen) centrum richting Tok. Als we daar aankomen rek ik mijn nek en kijk: Pete zit er niet meer! ?

We rijden langs de campgrounds, benzinestations en verlaten panden en zetten koers naar Chicken. Eigenlijk wel een leuke grap die Engelstaligen niet begrijpen want bij hen zegt een kip ‘clock’.

De afgelopen dagen hebben we de weersvoorspelling in de gaten gehouden en die geeft droog weer op. Bij de afslag richting Chicken gaat het los: de weg wordt slechter.

Langzaam rijdend en de kuilen ontwijkend gaat het gestaag verder. Gelukkig is het niet druk op de weg, we halen hooguit 50 op de teller en hobbelend van links naar rechts rijden we Chicken in. Een plaats met ‘s-zomers 30-50 inwoners, in de winter hooguit 15. Het heeft de grappige naam Chicken omdat de vroegere goldminers de naam van de lokale vogeltjes, Ptarmigan, niet konden uitspreken.

Telefoon en internet, als het al lukt, alleen via de satelliet, maar wel een half uur per dag gratis. Geen televisie en geen flush toilet.

Drie primitieve campgrounds, een echte kroeg en een goudmijn waar gewerkt wordt. We parkeren de camper en wow, we zijn terug in een vorige eeuw. Voor het café zitten een paar mensen en als we uitstappen gaat in mijn verknipte brein de muziek van Ennio Moricone – the good, the bad and the ugly – spelen.

De stof die is opgewaaid door onze hut dwarrelt neer en daar staan we: the Dutchies are in Chicken! Op het terras gluurt een kerel van onder zijn cowboyhoed naar ons en een hond scharrelt voorbij.

Mijn lover gaat met zijn camera in de weer en ik steek aarzelend mijn hand op naar de kerel. Er is een klein souvenirwinkeltje bij de kroeg waar ik rond kijk. Niemand te zien en even later vind ik de verkoper op het terras bij het café. ?
Op onze vraag tot hoe laat ze vanavond open zijn is het antwoord, ‘I don’t know, somewhere after midnight, we are open as long as there are people….’ ? We gaan eerst maar een plekkie zoeken en dan zien we wel verder. De goudmijn mogen we niet in want die is verboden toegang. Verderop staan er een paar mensen bij de rivier met een zeef te draaien waar zand en kiezels in liggen….en misschien wel goud. ?

Een paar plaatsen naast ons staat een Duits stel met een huurcamper. Zij hebben vandaag de Top of the World gedaan en volgens hen is het, ook voor onze camper, goed te doen.

De volgende morgen gaan we al vroeg op pad want het zal een lange dag worden. Omdat we Canada weer in gaan zetten we de klok vast een uur vooruit. De zon schijnt uitbundig en mijn lover maakt nog snel wat foto’s van een dredge. Vaak rij ik op dit soort ritten zodat hij kan fotograferen.

De weg gaat omhoog en de uitzichten zijn super mooi. De onverharde weg heeft kiezels, los zand, gaten en scheuren. Harder dan 30 kilometer halen we niet eens! ?

Ook nu is het rustig met af en toe een tegenligger die zwaait. Verbazend want zoals de ‘camperaars’ in Europa naar elkaar de hand opsteken zie je dat hier niet. Het zal dus een soort herkenning van gekte zijn: ‘Ook zo moedig om te kijken of je camper het hier gaat houden?!’ ? Na twee uur hobbelen zie ik een mooie stop bij de rivier, even de stoeltjes eruit en ontspannen want jemig wat een tocht.

Mijn lover neemt het volgende stuk voor zijn rekening maar ontspannen ernaast zitten is niet mogelijk want we moeten continue opletten waar we rijden. Ongeveer 15 kilometer voor de grenspost is er asfalt! De Amerikanen en Canadezen zitten voor de verandering eens bij elkaar in plaats van een paar kilometer niemandsland ertussen en ook hier komen we weer verrassend snel de grens over.

Met onze paspoorten loopt de beambte even naar binnen en zegt vervolgens; ‘Welcome back in Canada!’ De zon is inmiddels weg en een vette bewolking hangt boven ons. Op de top bij het bord van de Highway lunchen we iets, het inmiddels door het tijdverschil al 14.00 uur en we zijn terug in de Yukon.

Overal waar we kijken zien we bossen, besneeuwde bergen in de verte, de rivier de Yukon beneden ons en nergens een huis te bekennen. De Yukon en Alaska hebben mijn hart gestolen en als we op een gegeven moment een stuk grond zien met een grandioos uitzicht fantaseer ik in gedachten; ‘Hier zou mijn B&B moeten staan.’ ? De weg loopt naar beneden en in de diepte zien we Dawson City liggen. Om daar te komen moeten we met een veerpontje de Yukon over. Dit gratis pontje vaart dag en nacht. Voor ons staat een huurcamper met een stel er naast, ‘Dat zijn Nederlanders, wedden!’ zegt mijn lover en inderdaad: het klopt. Soms is het zo grappig om landgenoten direct te herkennen. De man met sokken en sandalen en de vrouw de tas gekruist over de borst(en). ?

Het pontje moet hard werken op de snel stromende rivier. Aan de overkant ligt een ponton met duwboot, ‘Die is volgens mij van Tony Beets van Goldrush.’ roept mijn lover. Tijdens de overtocht moet iedereen in de auto blijven zitten en hij wenkt naar de pontmedewerker en vraagt of dat ding inderdaad van Tony is. De medewerker knikt bevestigend, ‘Hij was hier gisteren nog aan het werk.’ Dat is toch wel een dingetje hoor die serie Goldrush.

Voor degene die het niet kent, het gaat over goldminers en wordt uitgezonden op Discovery. Stoere mannen die in de wildernis van Alaska en de Yukon op zoek gaan naar goud. Natuurlijk gebeurt er van alles: materiaalpech, het geld is bijna op, onderlinge ruzies, winters die te snel komen en goud wat niet gevonden wordt, maar uiteindelijk komt alles goed! ? De serie is ondertiteld en gelukkig maar want er wordt zoveel in gevloekt dat je vaak alleen maar ‘bleep, bleep, bleep’ hoort. ? Een van de hoofdrolspelers is een kerel uit Friesland die hier al zeker 35 jaar woont en een flink fortuin heeft gemaakt met goud zoeken. Vanaf de pont komen we gelijk in Frontstreet, de hoofdstraat van Dawson en zo op de maandagavond is het een stille bedoening.

Een groep motorrijders staat voor de supermarkt en een aantal ouderen met een linnen tasje van de Holland Amerika Line zit een ijsje te eten. Als we de supermarkt in schieten spreken twee van de motorrijders ons aan, het zijn Nederlanders, ze hebben hier een motor gehuurd en zijn met een groep Canadezen op pad. Op de weg hier naar toe zaten ze achter ons en hebben een foto genomen van de camper. Enthousiast vertellen ze dat ze nog een Nederlands kenteken hebben gezien en die staat hier verderop geparkeerd. ? We zijn uiteraard nieuwsgierig, wandelen naar de plek en daar staat ie! We zijn onderweg nu pas twee keer een Nederlands kenteken tegengekomen (tegenovergestelde richting) maar dit zijn de eerste die we kunnen spreken! En dat in meer dan een jaar! Benieuwd naar hún avonturen. We zien hun camper staan en de deur is open: ze zijn er! We babbelen en als we horen dat je op deze plek gewoon mag overnachten haalt Roel de camper op bij de supermarkt en met een beetje inschikken staan we ook.

Vanmorgen hadden we al besloten om na de lange rijdag uit eten te gaan en we lopen door het centrum op zoek naar een restaurant. Na het ‘verslinden’ van een vissie (Roel) en een cheeseburger (ik zei het varkentje ?)  verzuchten we dat we dichtgroeien en nemen ons voor om binnenkort te gaan minderen.

‘Maar eerst ga ik hiernaast een lekker ijsje halen’! roept mijn lover uit. We nemen het kleinste ijsje maar dat is voor onze begrippen nog reuze! ?

Het is lekker weer en we ploffen buiten op het terras neer. Naast ons komt een kerel zitten en terwijl zijn vrouw ijsjes haalt zeg ik: ‘Volgens mij zijn de doggies niet blij dat jullie híer zitten!’

Hun auto staat namelijk schuin tegenover ons en twee hondjes blaffen zo hard mogelijk om aandacht te trekken. ? En zoals zo vaak al gebeurd is komt nu ook weer de vraag waar we vandaan komen want ik heb zo’n grappig accent. We’re from the Netherlands.’ De man zegt; ‘Okay, nice! A friend of mine comes from the Netherlands, his name is Tony Beets.’ ? WTF zei ie nou Tony Beets?! ? Mijn lover lijkt als door een wesp gestoken en buigt naar de man toe. ‘You mean: Tony from Goldrush??’ De man eet zijn ijsje en knikt; ‘Yep, that’s the guy.’ Daar moeten we meer van weten! ? De man, Alex, is ook een goldminer en heeft een stuk verderop een mijn. Hij kent Tony goed en als hij ziet hoe enthousiast we zijn vraagt ie hoe lang we in Dawson blijven. ‘Ik weet het zeker, Tony zal het prachtig vinden om Nederlanders te ontmoeten!’ We wisselen email adressen uit en hij gaat contact met Tony zoeken. Opgewonden lopen we terug naar de camper, ‘Stel je voor, wij gaan op bezoek bij Tony!’ roept mijn lover uit.

Met de Nederlanders naast ons hebben we een gezellige avond en de volgende morgen gaan we Dawson verkennen.

In 1896 werd goud gevonden in Dawson City (bij de Bonanza Creek). Er brak een goudkoorts uit die leidde tot een grote Goldrush. De stad groeit van kleine plaats in de wildernis uit tot een metropool met ongeveer 30.000 inwoners.
De goudzoekers (miners) kwamen via de Inside Passage aan in Skagway en staken vervolgens de Chilkoot pas (53 kilometer) over. Aan de andere kant van de pas werd dan een vlot/boot gebouwd en zakte men de Yukon rivier af tot in Dawson City. Het alternatief was via de monding van de rivier een 3000 kilometer lange dure tocht met een radarboot.

Het centrum bestaat uit een aantal langgerekte straten en aan de oude gebouwen te zien authentiek maar ook hier weer heel veel leegstand.

Begin van de avond komt er bericht van Monique, de vrouw van Alex. Als we morgen zin en tijd hebben kunnen we naar Tony! ? Terwijl mijn lover door de camper springt van vreugde, ‘Yes, wij gaan naar Tony!!!’, spreken we af om vanavond een wijntje met hen te doen bij restaurant Klondike Kate. ‘s-Avonds merken we het ook weer, je vind hier toeristen of goldminers. Andere smaken zijn er niet. Alex kent een hoop mensen en het is leuk om zijn verhalen te horen over winnende of verliezende goudzoekers. We spreken voor morgen af bij de bakery en zullen achter hen aan rijden naar Tony. ‘It’s a though road but your car can do it.’ stelt Alex. ? Het zal een rit van ongeveer twee uur worden met een tussenstop bij een andere mijn waar hij olie moet afleveren. Al vrij snel slaan we een onverharde weg in en wordt het opletten om de kuilen en scherpe stenen te ontwijken.

Het stel rijdt voor ons en de stof van hun pick-up waait alle kanten op. Langs de kant staat soms allerlei equipment van andere mijnen hier in de buurt.

Ook de mijn van Parker Schnabel, de concurrent van Tony in Goldrush is dichtbij.

De bochtige weg gaat hoog en laag om uiteindelijk bij de tussenstop aan te komen waar vier grote honden ons luidruchtig begroeten.

Op tv hebben we de kampen van de goudzoekers gezien maar in het echt is het groter en ‘luxer’. In dit kamp wordt door 35 man naar goud gezocht. Er is een klein bijzonder kerkhof naast waar we even kijken.

Als we teruglopen naar de auto’s zien we een vrouw zitten, het is de kokkin/werkster. Ze zit buiten een sigaretje te roken en we maken een praatje. Van april tot en met september is ze hier, kookt en maakt schoon voor de mannen. We vervolgen onze weg en het begint te regenen. Gelijk is dit aan de weg te merken want de hut glibbert en af en toe slippen we door. ? Het laatste stuk is het ergst, flinke klimmen en dalen en we komen maar net boven. ‘Ik weet niet of ik dit nog leuk ga vinden op de terugweg!’ zucht mijn lover terwijl ie behendig de kuilen ontwijkend boven en beneden komt. Eindelijk zijn we er, dit is echt groot, overal staan caravans en portacabins opgesteld, bij één met een bordje ‘office’ parkeren we. Aan de klompen te zien zijn we op de juiste plek. We denken dat de zak dubbelzoute drop die we hebben meegenomen wel in goede aarde zal vallen.

Stoere mannen rijden in grote vrachtwagens voorbij, een cameraploeg is bezig met opnamen en we kijken onze ogen uit terwijl we daar wachten.

Dan komt Alex aanlopen en roept; ‘He’s on his way! Look out!’ Hij wijst in de verte waar een zandstorm snel naderbij lijkt te komen. Een zwarte pick-up komt aangescheurd, maakt een scherpe bocht net voor ons langs en in een grote stofwolk zien we hem uitstappen: Tony Beets! Precies zoals in de serie: slanke vent, stoere laarzen, overhemd aan de bovenkant los open, wild haar en een lange baard. Pretogen kijken naar ons, ‘Ik hoop niet dat ik jullie heb laten schrikken!’ zegt ie in het Nederlands met een Fries accent. Zijn taal schakelt continue van Nederlands naar Engels en bijna iedere zin heeft het woord fuck erin. ? We babbelen over van alles: onze reis, Nederland, Goldrush en zijn dochter die afgelopen zaterdag is getrouwd. Voor die gelegenheid heeft ie voor het eerst een pak aangetrokken. ? Als Alex hem vertelt dat er een dredge over te nemen is klimt ie gelijk in de telefoon om die persoon te bellen. ‘Why doesn’t he answer his fucking phone!’ roept ie luid als er niet opgenomen wordt. En echt zo gaat het de hele tijd.

Er komt iemand binnen van de cameraploeg; time for action en Tony moet er vandoor. Hij legt ons nog snel uit dat zodra hij geroepen wordt hij ook direct moet verschijnen. ‘Maar WTF ik krijg 25.000 dollar per aflevering!’ buldert ie van het lachen.

Wij rijden met Alex en Monique het terrein op om het te bezichtigen. Het is super indrukwekkend en bijzonder om dit van zo dichtbij te kunnen zien. In een klein meertje ligt de dredge, een 80+ jaar oude baggermolen die ook voor de goudwinning wordt gebruikt en waar Tony het afgelopen jaar mee aan het sleutelen is gegaan.

Mijn lover vind het geweldig, hij fotografeert van alles en zelfs de drone gaat de lucht in. ?

Dan gaan we aan de terugreis beginnen. Door de regen is het spekglad geworden en op één heuvel moeten we drie keer een aanloop nemen wil de hut boven komen.

Het is veel erger dan op de heenweg en de modder spat alle kanten op. Eindelijk zijn we eruit en terug in Dawson: het is 20.00 uur! We gaan met zijn vieren naar Diamond Tooth Gertie’s Gambling Hall, genoemd naar de beroemde danseres Gertie Lovejoy uit de Goldrush periode die een diamant tussen haar voortanden had.

Als we binnenkomen verrast de ontspannen sfeer ons, het is bomvol en de dames op het toneel voeren een wervelende dans uit. Het unieke van dit casino is dat je er kunt eten, drinken, gokken en tegelijkertijd een show kan kijken.

We eten een prima maaltijd in het restaurant waarna Alex en Monique naar de pokertafel gaan. Ik hoor de Black Jack tafels al roepen naar deze verslaafde ? en ga op zoek naar een plekkie. Het is weer een vertrouwd beeld zoals in Las Vegas: mijn lover aan de éénarmige bandiet en ik aan een speeltafel, waar ik met drie goudzoekers en twee stoere houthakkers uit Alaska zit! ? Die beiden iets teveel bier op hebben en flink baldadig zijn maar de stemming zit erin. Op een gegeven moment heeft de één Black Jack en slaat met zijn armen om zich heen, pats daar gaat zijn glas bier (halve liter) over de tafel en alle kaarten zijn doorweekt, zelfs de bak met fiches van de croupier. ? Tijd om een andere tafel op te zoeken.

Ik ben best iets gewend in casino’s maar het is verbazend hoeveel geld hier door de goudzoekers wordt ingezet. Het is ook wel een beetje ‘haantjesgedrag’ want de één voor de ander wil indruk maken en de stapels fiches vliegen over tafel. Ondertussen dansen de dames op het toneel verder en voeren hun show op. Later als we buiten lopen zegt mijn lover; ‘Dit is echt zo’n ouderwets gezellig casino, waarschijnlijk zoals het tig jaar geleden ook was!’ Helemaal terug naar de periode van het ontstaan van de Goldrush gaat het echter niet want Gertie’s is pas in 1971 geopend. Het is wel het oudste casino van Canada.

Het regent de volgende morgen, we zijn lui, ruimen wat op en lopen dan naar de bakery voor iets lekkers. Daar pingt mijn telefoon, het is Monique: ‘We hebben vrienden over en Alex gaat vanmiddag met hun naar zijn mijn. Hebben jullie ook zin om mee te gaan?’ Wat een mazzelaars zijn wij toch, kunnen we vanmiddag weer mee! ? De mijn van Alex is totaal anders dan die van Tony. Hier moet eerst 240 voet/80 meter toplaag zonder goud afgegraven worden voordat het echte ‘zoeken’ kan beginnen. Het is zeer indrukwekkend hoeveel werk er verzet moet worden, het meeste met trucks waarvan de wielen meer dan manshoog zijn.

De salarissen zijn er dan ook naar, het zijn maar vijf maanden dat hier gewerkt kan worden want de rest van het jaar zijn de omstandigheden winters. Een goede monteur verdient 240.000 dollar (160.000 euro) per jaar, een truckrijder krijgt 35 dollar per uur. Na de mijn bezoeken we ook nog een andere dredge, #4, die hier het hele dal doorgeploegd heeft voor hij aan het einde met pensioen kon en een museum werd.

Terug in Dawson nodigen we onze nieuwe vrienden uit voor een etentje om te bedanken voor de fantastische belevenissen. We spreken tijd en restaurant af en lopen nog een rondje door het centrum. Ik sprak met Alex over een B&B en nou ja….kijken wat er zoal te koop staat kan geen kwaad. ? Mijn lover loopt zuchtend mee en somt van alles op zoals: denk aan de lange winters, hoeveel toeristen komen hier en het stikt van de muggen. Bij het zien van deze bouwval schudt ie lachend zijn hoofd en roept; ‘Ik hoor het de makelaar al zeggen, prima paleisje voor de klusser!’ ?

Hij heeft goede argumenten, is gelukkig veel zakelijker dan ik maar ziet het helaas totaal niet zitten om hier te wonen. ? ‘Misschien een soort LAT relatie als ik hier toch iets begin….’ sputter ik nog wat. ?? Hij vind het allemaal heel grappig, ‘Ik wens je veel succes met die bizarre winters en kom je in de zomer wel opzoeken!’
Met zijn vieren eten we in een klein Grieks restaurant

en doen daarna een drankje bij Gertie’s waar we ook weer een gokje wagen….what else! ?
Vrijdag regent het voor de verandering, na een laatste bezoek aan de bakery verlaten we Dawson en zetten koers naar Whitehorse. Als we net buiten het centrum een carwash zien spuiten we gelijk de hut schoon want wat is ie vuil geworden op de rit naar Tony!

We hebben de Top of the Highway gehad maar er is nóg een verschrikking namelijk de Dempster Highway! ? Deze verbindt de Klondike Highway in de Yukon naar Inuvik in de Northwest Territories en sinds een half jaar ook met de Arctic Sea. De weg is 736 kilometer lang en totaal onverhard, met zomers twee veerboten die twee rivieren overbruggen. Leuk te weten dat je ’s winters gewoon op het ijs de rivier over rijdt. Wat moeten ze er zo hoog? : gas en olie. In deze wildernis wonen weinig mensen maar er is zeer veel wildlife. Alex en Monique hebben ons dit echt afgeraden, ‘Don’t do it with your RV, it won’t survive!’ Als we bij de afslag komen gaan we twijfelen want we hebben toch ook de rit naar Tony overleeft….? ‘Misschien een stukje proberen?’ oppert mijn lover voorzichtig.

‘De komende 800 kilometer geen ambulance en geen brandweer.’

Ik vind het best want wat is er mooier dan een stel grizzly’s te kunnen spotten. Bij het bord gaan we opgewekt met een schone camper op de foto en dan gaat het avontuur beginnen. Gelijk al is de weg slecht en buiten de kuilen en scheuren door de regen ook spekglad.

We rijden bijna stapvoets (25 kilometer) en de hut glijdt van links naar rechts. ‘Het lijkt alsof we in de diepe sneeuw rijden!’ zegt mijn lover. We turen naar buiten en zien de regen neerkletteren. ‘Ik keer om, de beren komen met dit weer toch niet tevoorschijn, gekkenwerk deze weg!’ roept ie en waar het kan keren we. Terug bij het begin van de weg stoppen we en OMG wat ziet de hut er weer uit: 40 kilometer Dempster modder zit erop!

We mopperen er lachend over, vinden weer een carwash en zetten opnieuw koers naar Whitehorse. Deze weg is in ieder geval verhard maar zeer hobbelend en we schieten de éne na de andere wegopbreking met grind in.

Op een gegeven gebeurd waar we al die tijd bang voor zijn: een tegemoetkomende reuze-camper met aanhanger zwiept zoveel grind op, het lijkt een mitrailleursalvo op de ruit, en we hebben twee barsten en wat kleine pitten. ?

‘WTF, die vent reed als een dwaas!’ Maar hij was al weer weg. We overnachten in Pelly Crossing op een camping die failliet is.

‘Zie je nou, hoeveel het er niet halen!’ zegt mijn lover….Ik zeg niets maar in gedachten geef ik hem gelijk.

De volgende dag rijden we Whitehorse in, het is zaterdagmiddag en op een pleintje staat een stand van een ‘glasboer’. De jongen bekijkt de ruit, ‘I can do it, 20 minutes and it’s as new! ? Lucky us!

 

Verrassend Valdez

Als we in Anchorage na het shoppen teruglopen naar de camper zien we de Italianen met hun camper ook weer staan. Ik zei het al eerder: er zijn niet veel wegen in Alaska dus de kans dat je elkaar weer tegenkomt is best groot. We rijden de stad uit, vinden nog een Chinese toko waar we wat lekkere dingen zoals pindasaus en kroepoek scoren, dan gaan we de Highway 1 op richting Valdez (ongeveer 480 kilometer).
Bij Palmer zien we een bord met ‘Matanuska River Park campground’, een mooie plek om te stoppen en morgen weer verder. ?
Het is begin augustus en we zijn na een korte onderbreking (december t/m maart) al weer vier maanden onderweg. Toen we vorig jaar juni aan dit avontuur begonnen hebben we elkaar beloofd: als er iets is waarom je naar huis zou willen: eerlijk zeggen en dan nemen we een break. Het is heel wat om met zijn tweeën in een kleine ruimte te leven en totaal op elkaar aangewezen te zijn. Nederland missen we niet maar wel familie, vrienden en kennissen. De leuke en verdrietige momenten die in hun levens gebeuren en waar wij niet bij kunnen zijn. Zondagochtend krijgen we een somber bericht en hebben zo’n moment. Verslagen zitten we aan ons ontbijtje en beseffen hoe ver weg Alaska werkelijk is. Je kan vanuit hier meeleven maar degene gewoon even vast pakken en een knuffel geven….dat gaat niet. ? ‘Misschien moeten we erover nadenken om naar huis te gaan.’ zegt mijn lover en dat doen we tijdens een wandeling (vanaf de campground starten mooie routes).

We relativeren en hoe moeilijk we het ook vinden: voorlopig blijven we hier. Maandagmorgen zitten we nog te piekeren maar that’s life: not always easy. Bij Fred Meyer in Palmer doen we boodschappen (wijn is ook een boodschap ?)

en na het zien van dit bord zou mijn lover hier best willen blijven staan om te kijken wat er gebeurd. ?

De weg richting Valdez slingert langs de Matanuska rivier die woest stroomt met al deze regen. Verderop knipperen waarschuwingsborden: natuurlijk wéér wegwerkzaamheden.

Uit de speakers klinkt de stem van Bocelli die zijn nummer Romanza zingt. Ik kijk in gedachten naar buiten: het onvoorspelbare weer met vaak regen, de slechte wegen, vele wegopbrekingen maar zo’n wondermooie natuur! Alaska we love it. ❤️ Naast mij zit mijn lover achter het stuur mee te zingen met Bocelli. ‘Speciaal voor jou!’ zegt ie glimlachend, ‘Mooi toch!’ ? Ik kijk naar mijn brillenglazen, er zit gelukkig nog geen barst in het glas want allemachtig wat een geluid produceert die vent van me. ? Muziek is trouwens wel een dingetje tussen ons, we hebben soms een totaal andere smaak en op het USB stickie staat dan ook een potpourri van artiesten. Eerlijk is eerlijk, het zal voor zijn oren ook niet meevallen als ik met de Toppers een nummertje van Corry Konings meezing. ?
Bij de Matanuska Glacier slaan we af, rijden over een gammele houten brug

en na een snelle lunch wandelen we naar de gletsjer.

Je kan er alleen of met een gids overheen wandelen. Het lijkt me super om onder begeleiding over de gletsjer te gaan maar het is ook met touwen werken en in gedachten hoor ik mijn arm ‘doe het niet, doe het niet’ protesteren. ‘Laten we maar gewoon samen gaan.’ stel ik dus voor. Het eerste stuk is goed te doen maar eenmaal op de gletsjer is het glibberen en glijden.

Sommige types zijn niet helemaal goed voorbereid….

En met een sierlijke afsprong …. ?

zijn we weer terug bij de parkeerplaats. De regen is gestopt, bewolking hangt boven de bergen en al die verschillende kleuren blauw in het ijs: kortom het is super mooi! ? Net voor Glennallen zien we, iets van de weg af, een prima overnachtingsplek.

Een campground is niet altijd nodig en hier in Alaska voelt het zeker veilig om gewoon langs de kant van de weg een plek te zoeken. Zolang er niet staat dat het verboden is mag het gewoon.
En hoe klein een plaatsje ook is, Glennallen heeft in ieder geval een mobiele koffiebar dus als we de volgende morgen op pad gaan scoor ik eerst mijn bakkie! ?

De weg naar Valdez loopt gedeeltelijk langs de Wrangell Mountains die in de verte liggen. De regen klettert op het dak van de camper en lage bewolking hangt voor ons uit. Bij de scenic view punten is weinig te zien nu. Alhoewel wij vaak betwijfelen of er met mooi weer wel iets te zien is door de hoge struiken en bomen want het onderhoud op deze plekken is slecht.

Op Facebook zitten we in een aantal Amerika en Canada groepen waar je met vragen, antwoorden en ‘weetjes’ terecht kan. Daar was door een vrouw de vraag gesteld of twee vrouwen zich met een camper in Canada zouden redden. ? ‘Rij jij weer een stukkie!’ zegt mijn lover en terwijl ik achter stuur kruip schiet me dit te binnen en ik vraag hem of hij het ook gelezen heeft.

‘Ja en ik zou niet weten waarom ze dat niet kunnen!’ zegt ie. Dat ben ik zeker met hem eens, ‘Maar er is wel een echt ouderwetse rolverdeling.’ stel ik. Hij kijkt me bedenkelijk aan en zegt dan lachend; ‘Wat is dat nou voor antwoord, hoe kom je erop?’ En zoals vaker gezegd: dit is ons blog en nu in dit geval mijn mening hoe ik het zie. Maar er is een taakverdeling die eigenlijk heel ouderwets is. ? Ik probeer het mijn lover uit te leggen en som wat dingen op die ik man en vrouw zie doen waarop hij reageert, ‘Absoluut niet mee eens! Ik zie best veel vrouwen rijden maar inparkeren kunnen jullie niet!’ ? De stemming komt er goed in met dit onderwerp. Ik weerleg het inparkeren want vind dat ik dat prima kan. En speel dan mijn laatste troef uit, ‘Okay, maar hoe vaak zie jij een vrouw bij een dumpstation met het water en de poepslang in de weer?!’ ?

We schieten in de lach en zijn antwoord past in dit onderwerp, ‘Ja, maar dat is dan waarschijnlijk zo’n bouwvakker die alles kan!’ ? Ik ben echt niet voor een ouderwetse rolverdeling maar ga er maar eens op letten ‘camperaars’ en ‘caravanners’.
Inmiddels zijn we de Thompson pas over en er volgt een afslag naar de Worthington Glacier.

Het is niet echt aanlokkelijk om naar buiten gaan, harde regen, wind en van de gletsjer is weinig te zien. Door de Keystone Canyon, met hoge besneeuwde bergen en adembenemende uitzichten, gaat de smalle bochtige weg verder naar beneden. Even een quick stop bij de Bridal Veil falls en aan de andere kant van de weg de kleinere kleinere Horsetail falls. Valdez ligt net als Whittier (in het westen) aan de Prince William Sound, een deel van de Golf van Alaska met een kustlijn van een kleine 5000 kilometer.

In Valdez eindigt de Trans Alaska Pipeline deze werd in 1977 gebouwd om de ruwe olie, die in Prudhoe Bay gewonnen wordt en geen ijsvrije haven heeft, het hele jaar door te kunnen transporteren. Elke inwoner van Alaska krijgt overigens gemiddeld duizend dollar per jaar van de winstdeling van de olie industrie. Net voor het centrum komt er links de afslag richting de Pipeline Terminal. De weg heeft aan de ene kant grasland met verschillende poeltjes water die in verbinding staan met het water van het fjord aan de andere kant. Aan de rechterkant ligt de Solomon Gulch Hatchery een zalmkwekerij. Omdat er elk jaar grote, overigens vaak onverklaarbare, verschillen zijn in de zalmpopulaties en van de parende zalmen zonder hulp te weinig nieuwe zalm overblijft is hier op kosten van de zalmindustrie een kwekerij gestart. Als de volwassen zalmen rijp zijn om te spawnen (eitjes afzetten) komen ze altijd terug naar hun geboorteplek. Een soort ingebouwde GPS. Van juli tot en met september barst het hier dan ook van de zalm. De rivier is afgedamd en het is de bedoeling dat de zalmen nu de zalmkwekerij in zwemmen. Dat gaat via een fish ladder/zalm trap die een stroomversnelling nabootst waar de zalmen tegenop springen om in de kwekerij te komen. Want door de ‘omleiding’ zijn ze een aantal jaren eerder ook in de fabriek geboren. Binnen worden de zalmen gedood en de kuit en hom eruit gehaald. Deze worden door medewerkers samengevoegd en in de kwekerijen geplaatst onder ideale omstandigheden tot ze groot genoeg zijn om uitgezet te worden. Zo blijven er meer kleintjes over die volwassen kunnen worden dan via de natuurlijke manier. Maar de zalm heeft een lange weg afgelegd, is van zout naar zoet water gekomen en de restanten zijn hierdoor niet lekker meer van smaak. De dode vissen worden om deze reden niet verwerkt voor de blikjes zalm van John West maar komen in de blikjes van Whiskas….althans dat is het verhaal. ? Als we aankomen is het eb en ontelbare vissen proberen te zwemmen in het lage water.

Ze spartelen over en door elkaar heen, wat een akelig gezicht! ? Hele groepen meeuwen pikken naar de dieren en de aangevreten kadavers liggen overal. De stank is vreselijk en ik heb het al snel gezien. Mijn lover daarentegen loopt met zijn camera’s langs de vissen en fotografeert de kwekerij en de zalmen van alle kanten. Ik moet om hem glimlachen want hij balanceert op stenen, gaat waarschuwingsborden voorbij en zwaait naar mij, ‘Bizar toch al die vissen! Zie je ze?!’ Ik sta met een sjaal voor mijn neus want de stank is echt vreselijk en denk; ‘OMG, hoe kom ik hier verzeild!’ ?

Het is de natuur, ik weet het, maar om zo te zien is echt confronterend. Het blijft regenen, we rijden door naar het centrum en vinden daar een plek op Bayside RV park, één van de vele campgrounds hier.

Het is zoals zo vaak net een grote parkeerplaats maar gezien de regen verwachten we dat de zonnecellen niet zullen laden dus stroom is wel prettig en lucky us: ze hebben voor Alaska begrippen best snel internet! Later in de middag wordt het droog en gaan we het centrum verkennen: een lange straat met een rijtje restaurants aan de jachthaven. Hier liggen de kleinere schepen, de grote olietankers liggen voor anker aan de overkant bij de olieterminals.

Valdez was een redelijk onbekende plaats tot 24 maart 1989 de Exxon Valdez er op de rotsen liep bij het eiland Bligh Reef. Rond de 100.000 m3 ruwe olie kwam in zee terecht, 2000 km kustlijn van Alaska raakte verontreinigd en naar schatting 600.000 dieren (vogels, otters, robben en zeeleeuwen) stierven. De kapitein werd veroordeeld tot slechts 1000 uur werkstraf. ? Na het eten rijden we terug naar de hatchery in de hoop dat die zalmen ook beren aantrekken. In de verte staan bij een kreek een aantal auto’s en campers en dit heeft gelijk weer een magisch effect op mijn lover, ‘Daar is wat aan de hand, ik denk beren!’ roept ie en geeft flink gas. Alsof iemand net heeft omgeroepen, ‘Dames en heren over vijf tellen is de show over!’ ? Ik weet ondertussen wat er verder volgt want ineens heb ik het bordje ‘Assistente Dijkstra’ opgekregen, ‘Pak snel mijn camera met telelens en het statief!!’ En zie ons aankomen: hij remt, parkeert snel de hut en springt met zijn spullen eruit….? De assistente, ik dus, pakt haar eigen jas en die van de fotograaf, haar filmcamera, de spuitbus antimug en sluit de camper af.

Als ik naast hem sta zegt ie; ‘Kanjer van me, ik wist het wel maar zeg het nog eens, je bent een topper!’ ?? Ik knik en denk, ‘Eigenlijk is het niet gek dat ik drink!’ ? En het is allemaal niet voor niets want in het water staan twee zwarte beren die de éne na de andere vis uit het water pakken.

Een hele troep meeuwen heeft zich om hen heen verzameld en pikt de restanten. Wow, is dit kicken! ? Door het sombere weer wordt het licht snel slecht en als de beren de struiken weer in gaan houden wij het ook voor gezien en rijden terug naar de campground. ‘s-Nachts wordt ik wakker van de regen die keihard op de camper valt. Ik voel aan de plek op het plafond waar de lekkage zat maar alles is gelukkig droog. Als we opstaan is het een natte boel op de camping.

We checken het weerbericht, zien dat het op gaat knappen en besluiten te blijven. We willen nogmaals bij de kreek met de beren kijken en eigenlijk ook met een bootexcursie naar de Colombia Glacier in de Prince William Sound. Als de vriendelijke dame bij de receptie zegt dat de voorspelling voor morgen best gunstig is, in ieder geval droog, vragen we of ze wil informeren of de Lu-Lu-Belle nog plek heeft. Mijn lover is hier al eens op geweest en het is de moeite waard. Er is plaats, we boeken en zitten morgen weer een dag op het water! ? Als we op de weg richting de hatchery rijden zien we op dezelfde plek als gisteravond weer een verzameling mensen.

Een zwarte beer staat in het water naar zalmen te grijpen. Op een gegeven moment lijkt het alsof ie even ongestoord wil eten en klimt met vis en al in een boom om er na een paar minuten weer uit te komen.

Er komt nog een beer die ook in de kreek gaat staan. Het is zo bijzonder hoe dichtbij ze zijn! De éne beer heeft het wel gezien, gaat aan de wandel en via een smal stroompje loopt ie naar de volgende kreek.

Er hebben zich inmiddels meer mensen verzameld. Ook is er een ranger met geweer bijgekomen die alles in de gaten houdt en waarschuwt om alert te blijven. ? Ik maak een praatje met hem en hij vertelt dat het ding met rubber kogels is geladen en alleen gebruikt wordt om de beren af te schrikken als ze te dichtbij komen. ‘I use it once or twice a day.’ ?

Als de beren de struiken in lopen en niet meer terug komen rijden we door naar de hatchery. Ook nu is het eb en liggen spartelende vissen in het ondiepe water, sommigen zijn in het diepere gedeelte terecht gekomen waar ze proberen tegen de stroom op te zwemmen.

Ik kijk weer met verbazing want in het ondiepe water pikken de meeuwen in de kadavers en in het diepere gedeelte worden ze opgevreten door zeehonden en zee-otters. ? Op de parkeerplaats maken we iets te eten en rijden rond 19.00 uur terug naar de ‘berenkreek’. Het is rustig en er zijn geen beren te bekennen. Ineens komt er een zwartharige schurk uit de struiken, loopt naar het water en grijpt wat vissen waarmee ie weer verdwijnt. Een groepje Aziaten komt aanrijden en vraagt waar we naar kijken.

Roel legt uit dat hier beren zitten en als ze hem vol ongeloof aankijken laat ie zijn foto’s zien. Ze klappen in hun handen terwijl ze opgewonden kreten slaken. ‘Zouden ze nog terugkomen?’ ? vragen ze ons. In de hoop dat het zo is blijven ze wachten maar na een kwartier is er nog niets en de kindertjes die ze bij zich hebben beginnen zich te vervelen. Het hele stel loopt naar de overkant en gaat daar naar de zeehonden en zee-otters kijken. Opnieuw is er geritsel in de struiken en een beer scharrelt naar het water. Wat dan volgt gaat zo snel: er komt nog een beer die kijkt naar het water en ziet de andere staan. Denkbeeldig krabt ie achter zijn oor, kijkt om zich heen en steekt de weg over naar de andere kant van het water. OMG, daar staat het rijtje Aziaten met hun rug naar de beer! ? ‘Look out, a bear behind you!!’ roept mijn lover hard.

Vroeger dacht ie waarschijnlijk eerst ‘kleur of zwart/wit’. ? De Aziaten kijken om, zien de beer aankomen en schrikken zich een ongeluk, de gillende kinderen en vrouwen springen in de auto, één man haalt dit niet en houdt het portier als een schild voor zich. Ademloos kijk ik toe hoe de beer zich nergens iets van aantrekt en gewoon naar het water sjokt. ‘Stelletje idioten, blijf dan ook opletten!’ moppert mijn lover. ? Na deze Beekse Bergen deel 2 story ? is iedereen wel alert! Uit de struiken aan de andere kant is nog een beer gekomen en nu zijn er totaal drie. Rond half negen hebben ze genoeg gegeten en op het gemakkie verdwijnen ze. Wow, wat een avontuur weer! De volgende morgen is het droog en heel af en toe laat de zon zich zien. Om tien uur staan we bij de receptie klaar om opgehaald te worden door Fred, de kapitein van de Lu-Lu-Belle. Hij is inmiddels 76 jaar en doet dit werk nog steeds met plezier. De kranige baas begroet ons vrolijk en vind het leuk om te horen dat mijn lover voor de tweede keer met hem mee gaat op avontuur. De Lu-Lu-Belle is een mooi schip met een klein cafetaria en ruimte om binnen en buiten te zitten. We krijgen wat instructies en dan varen we de haven uit. Het water is kalm en er staat een beetje wind, dit belooft een prima dag! Fred vaart eerst naar een punt waar veel wildlife is en dan ‘s-middags naar de gletsjer. We zijn rond half elf vertrokken en hij heeft geen idee hoe laat we terug zijn. ? Zijn babbel klinkt aan één stuk met heel veel informatie.

Zodra we buiten de haven komen trekt de wind aan, het wordt fris en we gaan binnen opwarmen. Fred roept om dat we een groep zee-otters naderen en mindert vaart. We snellen naar buiten en zien de groep dichterbij komen. Van een camphost hebben we eens gehoord dat het voornamelijk mannetjes zijn die zo in groepjes verzameld liggen. ‘Het zijn net mannen in het echte leven, die gaan naar een café, deze liggen met elkaar in een kring.’ zei die. ?

De otters trekken zich niets van ons aan en na een tijdje varen we verder. We passeren watervallen, kleine eilanden en lange onbewoonde stukken met smalle stranden en oneindige bossen. Op de strandjes liggen ontelbare zeehonden, luierend in het zonnetje of spelend in het water waarna ze weer op de rotsen springen. Een enkeling is nieuwsgierig en komt dichterbij gezwommen.

Hoe leuk zijn ze: de koppies komen uit het water, snel kijken en duiken weer onder. Even verderop varen we in een inham van de rotsen met boven onze hoofden papegaaiduikers. Ze vliegen zo druk heen en weer dat fotograferen of filmen heel lastig is. Verderop is een walvis gespot. Het scheepje vaart in volle vaart naar de plek waar we gaan wachten. Het duurt zeker tien minuten voor ie weer boven komt en dan zien we dat het een humpback whale is. Fred volgt het dier een tijdje maar als hij in de verte nog twee ‘fonteinen’ ziet varen we die kant op.

Dit zijn ook humpback whales en zij aan zij zwemmen ze naast de boot. We hebben een paar weken terug een niet te evenaren avontuur beleefd met Eagle Eye Adventures in Campbell River ( https://www.siaenroelopreis.nl/vijftien-ongelofelijke-minuten/ ) maar het blijft prachtig om dit te zien. Ze lijken wel synchroon te zwemmen, uit het water komt het lijf en weer onder. Zelfs de zwaai met de staart uit het water gaat gelijk na elkaar. ? Even later komen er een aantal porpoise dolfijnen langszij zwemmen.

De Lu-Lu-Belle zet koers naar de gletsjer, het is een stevig eind varen, we eten een kopje soep, mijn lover speelt een spelletje

en sommigen hebben een kleine wegtrekker. ?

In het water komen steeds meer ijsschotsen, we trekken de jassen aan en gaan het dek op. Oei, wat is het koud! Een ijzige wind waait pal tegen het schip, we duiken diep in de jassen en zetten de capuchons op. Al eerder waren we op het water tot bij een gletsjer maar nimmer met een klein schip. Dit is zo onwerkelijk mooi en nu zien we pas hoe groot en hoog zo’n gletsjer is.

Maar hoe mooi ik het ook vind als mijn benen zeer doen van de kou vlucht ik naar binnen. Mijn lover blijft nog een tijdje met zijn camera’s aan de gang om uiteindelijk ook verkleumd bij een warme choco met een brownie op te warmen. We verlaten de gletsjer, als we langs een ijsschots waar een paar zee-otters op liggen varen, wagen we ons nog een keer naar buiten.

Wat een grappige dieren zijn dit toch! Om half acht meren weer af in de haven, het was een lange maar bijzonder mooie dag! We hebben aan boord een Nederlands stel ontmoet die met een huurcamper op pad zijn.

Zij vertelden dat ze gisteren bij Mike Palace hadden gegeten en dat dit erg lekker was. Uit eten na deze lange dag is wel zo makkelijk dus we schieten het restaurant in. We schrikken van de prijzen op de menukaart, die zijn best prijzig. Laat ik voorop stellen dat we niet kinderachtig zijn en inmiddels weten dat uit eten gaan in Alaska niet goedkoop is maar dit slaat alles. 40,00 Dollar voor een entrecote waar niets bij zit vinden wij duur! Apart te bestellen: friet (8 dollar) en salade (5 dollar). We nemen ieder lasagne met een salade. Als het eten komt blijkt het lauw te zijn, grrrrr ? dus roepen we de kelner en vragen of dit warmer kan. Een paar minuten later komen de borden terug en dan is het iets beter. De smaak is aardig maar het restaurant Mike Palace komt echt met stip op de laagste plaats bij ons!
Terug in de camper gaat de kachel aan: zomer in Alaska! ? Vrijdagmorgen krijgt Roel een berichtje dat het heel slecht met zijn tante (bijna 88) gaat. Na contact te hebben gehad met zijn zus kijken we elkaar aan, ‘Wat een toestand, ik kan niets vanaf hier.’ zegt hij. We babbelen over de situatie en stellen elkaar vragen waar we geen antwoord op hebben. Ik pak mijn IPad, ‘Laten we in ieder geval eens kijken hoe we terug kunnen en wat de mogelijkheden en prijzen zijn.’ Weer doet deze week ons beseffen hoe ver weg we zitten. ? Buiten komt de regen nog steeds met bakken naar beneden. ‘Zou die regen ooit wennen, ik ben wel toe aan flip flops en een standbedje!’ mopper ik. Mijn lover kijkt me grinnikend aan, ‘Hoor haar, jij wil hier toch een B&B beginnen!’ ? We kijken in de flyer van Valdez wat we nog niet gezien hebben: Old Town Valdez en Valdez Glacier. Voorbij de zalmkwekerij hebben we een primitieve campground gezien met uitzicht op het water, we besluiten nog een dag te blijven en vanavond daar te gaan overnachten. Eerst naar de gletsjer en het meer. Vanachter het glas kijken we naar de laaghangende wolken en besluiten dat onze regenjassen vast niet bestand zijn tegen de hoeveelheid water die valt. ? Door naar Old Town Valdez dat een bijzondere historie kent. Aan het begin van de Goldrush ontstond deze stad.

Nadat het vrijwel geheel verwoest werd bij de Goede Vrijdag aardbeving in 1964 werd het vier mile verder opnieuw gebouwd. Er zijn nog wat restanten van funderingen te zien.
De rest van de middag brengen we door bij de ‘berenkreek’ maar ook die komen met dit weer niet tevoorschijn. Op de campground zoeken we een plek, als we staan komt mijn Alaska gevoel weer tevoorschijn: uitzicht op het water, in de verte de besneeuwde bergen, vissersboten komen terug en voor mijn neus zwemmen zeehonden en otters. ? ‘Lekker belangrijk die regen, wat is het hier toch super mooi!’ roep ik opgetogen tegen mijn lover. Die antwoord heel adrem; ‘Zeker maar ik zie het toch liever met een zonnetje, kan je nagaan hoe mooi het dan is!’
Als het de volgende morgen nog regent staat ons besluit vast: we gaan weer verder. Vlakbij de kwekerij zien we nog een zwarte beer scharrelen maar als we stoppen is ie snel weg. Als mijn lover staat te tanken ren ik naar een koffiebarretje. Ik heb het al vaker vermeld en blijf het bijzonder vinden hoe de Amerikaanse benadering is: wellicht beroepsmatig of niet….? Maar als ik aan de beurt ben zegt een opgewekte medewerkster; ‘Hey sweetie, how are you? You look lovely today!’ What can I do for you?’ Terwijl ik sta te wachten dwalen mijn gedachten af naar mijn eigen mooie stad Rotterdam. Daar ken ik echt geen koffiebar die mijn humeur met hun benadering ‘Hoi, zeg het maar!’ doet stralen….? Terug in de camper, doen we koffie/thee met wat lekkers (soms hebben ze prima gebak),

bekijken de kaart en mijn lover tikt de TomTom in, let’s go!

Door het vreselijke trage internet in Alaska loopt ons blog wat achter, als we dit hoofdstuk on-line zetten zijn we al terug in the Yukon Canada en hebben belevenissen gehad in Tok en Chicken….echt waar, het zijn plaatsnamen! ?

Er zijn twee dingen….

Rond half zeven ‘s-avonds zijn we terug van het avontuur met de beren. We mogen op de parkeerplaats van K Bay Air blijven staan vannacht en rijden eerst naar de pier om iets te gaan eten. Er is volop leven in de jachthavens, vissersboten komen terug en de vangst wordt aan wal gebracht.

Er zijn in Homer veel viswedstrijden, men vist voornamelijk op heilbot en zalm. Wie de grootste heilbot vangt van het seizoen kan rekenen op een geldsom van minimaal 15.000 dollar. Hoe zwaar de vis dan moet zijn….zeker wel zo’n 110 kilo anders doet ie niet eens mee! ?

Het is vloed en de golven van de Kachemak Bay komen ver het strand op, een eagle vliegt over en in het water duikelt een zee-otter. We pikken een willekeurig restaurant uit en eten iets lekkers met verschillende soorten vis. En zoals zo vaak in Amerika: het eten gaat allemaal snel en ook dit keer staan we weer buiten voor we er erg in hebben. Maar dat komt ons goed uit want we willen de foto’s bekijken die mijn lover vandaag van de beren heeft gemaakt! ?

Het plan is om nog zeker twee dagen in Homer te blijven en vrijdagmorgen gaan we eerst maar weer eens naar een laundromat. Het is een hele grote met een koffiebar en zelfs douches maar ook een heel dure want ik ben voor twee wassen 20 dollar kwijt….oeps! ? Oke, inclusief koffie.

We raken in gesprek met nog twee stellen (Zwitsers en Duitsers) die ook met hun eigen camper hier aan het reizen zijn. Als alles gewassen en gedroogd is zoeken we een camping mét hook-ups op want de laundromat heeft geen strijkgelegenheid en de accu’s van de camper moeten opgeladen worden. Op het dak zijn zonnecellen geïnstalleerd dus als het zonnetje maar even schijnt dan hebben we genoeg stroom. De afgelopen dagen hebben we veel dry camping gedaan maar heeft het geregend en ook hebben we weinig kilometers gemaakt dus de accu’s kunnen wel wat gebruiken. We rijden terug naar de pier want vinden dit het leukste gedeelte van Homer en vinden één van de laatste plekken op Homer Spit Campground die net voor het einde dicht bij de veerboot ligt.

Het is bijna weekend en erg druk op de pier (deze heeft trouwens een lengte van vijf mile), alle campings staan vol. En hier maak ik gelijk even van de gelegenheid gebruik: het toerisme! We kregen namelijk een aantal reacties over de drukte en toename van het toerisme. Vier weken verblijven we nu in Alaska en er zijn gedeelten waar het echt leeg en stil is. In de plaatsen die we aandoen waar het druk is treffen we voornamelijk inwoners van Alaska, laat ik zeggen 75 % gevolgd door 15 % Amerikanen uit andere staten en de overige 10 % is voor de overige landen, hiervan zijn het meest Zwitsers.

Tot nu toe hebben we maar drie Nederlanders gezien. Het is dus toeristisch maar het voelt niet zo voor ons omdat het inwoners van Alaska betreft.
Tel daarbij op dat het nu vakantietijd is, de scholen vrij hebben en heel belangrijk: het visseizoen in de maanden juli en augustus! De plaatsen waar de cruiseschepen aanmeren laat ik even buiten beschouwing, daar was onze ervaring dat het voornamelijk Amerikanen uit andere staten betrof. Ook is de periode voor de toeristen veel korter, ongeveer vier a vijf maanden en dan treedt de kou weer in. Eind oktober sneeuwt het al in veel gedeelten van Alaska. Dat is ook nu grappig want als wij met een lange broek en vest lopen omdat we het toch wel fris vinden dan zien we de inwoners hier gekleed in korte broek en slippers….?
Eind van de middag lopen we over de pier en weer zien we alleen maar vissers. Sommigen poseren met hun gevangen buit, anderen staan in de rij om hun vis te laten wegen en verpakken.

Overal zijn de witte piepschuim boxen te koop waarin je je vis diepgevroren kan laten verzenden.

Het is echt veel meer dan een hengel uitgooien dat vissen! ? Zaterdag is het redelijk zonnig, we willen het verslag ‘Once in a lifetime!’ vandaag plaatsen dus mijn lover gaat met de foto’s en ik met het verhaal aan de slag, ‘Het moet niet op werken gaan lijken!’ zegt ie zuchtend. Ik lach erom maar wil best bekennen dat er iedere week aardig wat tijd in het blog gaat zitten. ? Nu is het ook weer even stoeien zeker als de snelheid van het internet zo traag is. Als we klaar zijn trekken we schoenen en een trui aan, het is inmiddels flink gaan waaien: tijd voor een frisse neus en mijn armoefeningen na dat harde werken! ??

We lopen over het strand naar de ferry terminal als we twee motorrijders zien rijden. Wat hebben díe nou voor kenteken? Ze zetten de motoren neer om elkaar te fotograferen en wat blijkt: het is een stelletje uit Japan!

Ze zijn inmiddels een jaar onderweg, hebben Zuid Amerika gedaan en rijden nu hier in Alaska. Hun motoren zitten vol met stickers waar ze voorgaande jaren al geweest zijn en lachend wijzen ze zelfs Nederland aan. We slenteren terug en bij de shop van Bald Mountain tours blijven we even kijken naar een beeldscherm met live beelden van Brooks Lodge. Er was ons gezegd dat de beren hier eind juli weg zouden trekken maar er staan er nog zeker vier in de rivier die bordevol zalm zit. Hoog springen de vissen uit het water en proberen tegen de stroom op te gaan. ‘Ik vond het toen echt heel mooi!’ mompelt Roel. ‘Ik ga toch eens informeren of het nog kan en wat de mogelijkheden zijn!’ We stappen dus naar binnen en mijn lover legt aan de medewerkster uit dat hij long time ago in Brooks Lodge is geweest. Ze geeft allerlei informatie: er is nog genoeg zalm dus de beren blijven er voorlopig zeker vissen. Dan kijkt ze wanneer ze plaats heeft. Als we opmerken dat het heel druk is zegt ze; ‘Dat maakt niet uit, er zijn tribunes en daar mag je een half uur zitten. Daarna is de volgende groep aan de beurt.  Je bent er totaal vier uur en als je bij het verlaten van de tribune gelijk aangeeft dat je nogmaals wilt zitten dan is er een wellicht een kans dat je nog een keer een half uur mag….? ‘Dat was toen nog heel anders!’ zegt mijn lover en ik denk, ‘Lieverd, dat is twintig jaar geleden!’ Er is nog een mogelijkheid namelijk de McNeill rivier maar dat is zo exclusief dat het via een loterij gaat. Daar mogen per dag maar zeven mensen heen. ? We gaan erover nadenken en voor het gemak doen we dat in een Chinees restaurant. ? Het is de eerste keer in the States dat we lang aan tafel zitten: totaal 2 1/2 uur! Er zijn drie personeelsleden: één kok en twee dames in de bediening. Elk gerecht wordt apart gemaakt, ‘Het duurt even maar dan heb je ook wat!’ ?

De beren in Brooks Lodge laten we voor wat ze zijn want je betaalt een flink bedrag, als je pech hebt en het heel druk is dan zit je maar een half uur op de tribune. De rest van de tijd breng je dan door op een plek waar niet veel te zien is. Ping, ping, dat is kassa! ? Terug in de camper kijken we naar Tempation Island VIP’s (alles is te downloaden), althans ik kijk en mijn lover geeft commentaar.  Ik vind dit zo’n heerlijk dom programma net als Tempation Island, je weet van te voren al dat het mis gaat. ? En we proberen de Bloedmaan te zien maar helaas. Het is al voorbij als ie uit de wolken komt.

De volgende ochtend is het nog steeds prima weer en de zon schijnt. Misschien dwing ik het wel af met mijn Alaska pyjama outfit! ?

We houden Homer voor gezien, mijn lover maakt nog wat foto’s van een zonnige pier,

een eagle die haar nest met jong bewaakt

en doen koffie/thee met wat lekkers: even werken aan the body….

Op de foto van het rondje (Tok-Fairbanks-Anchorage-Valdez-Tok) wat we rijden, kan je zien dat er via het plaatsje Cooper Landing twee wegen naar beneden gaan. De een via Kenai en Soldotna naar Homer en de andere is Seward en die kant nemen we nu en komen nogmaals door Soldotna.
Makkelijk weer voor boodschappen bij Fred Meyer en ik koop gelijk een paar nieuwe wandelschoenen want mijn oudjes zijn versleten. Het is beter weer dan vorige week toen we hier waren en als we langs de Kenai rivier rijden zien we ook nu veel vissers met een dipnet staan.

Op een parkeerplaats met nog meer campers zijn we er snel uit: we blijven een nacht tussen de vissers staan! Eerst maar eens het strand op en ook dit keer is het een bijzonder schouwspel. Hele families hebben zich verzameld om op zalm te vissen. Ik begin aan de handelingen, zoals de vis uit het net halen en een klap op de kop geven, te wennen. Er naar kijken kan ik niet, mijn maag draait nog steeds een beetje om maar ik loop niet meer door. ? Wij zijn hier duidelijk vreemd, de mensen merken het en vragen wat wij ervan vinden, ook geven ze uitleg over de gewoontes. Zo is het verplicht om van de gevangen vis direct een stuk van de staart af te knippen. Dit ter voorkoming dat ze de vis aan een restaurant door zouden verkopen. Regelmatig komen er ambtenaren controleren. De gestelde aantallen (zie het verslag zalmen en beren) die er gevangen mogen worden zijn dus echt voor persoonlijk gebruik. We staan nu aan de overkant van waar we de eerste keer hebben gekeken en in tegenstelling tot daar wordt de vis hier gelijk schoongemaakt, ? dit tot groot genoegen van de meeuwen!

De hele avond en nacht blijft het druk op de parkeerplaats, er worden vuurtjes gemaakt, BBQ’s gaan aan en de familieleden wisselen elkaar af om met het dipnet te gaan vissen. Quads rijden heen en weer het strand op met voedsel, drank en kleding. We verlaten de volgende morgen de Kenai rivier en net als ik de doorgaande weg op wil draaien zie ik een moose aan de kant van de weg. Het dier schrikt van onze motor en schiet snel de bossen in. Verderop is een opstopping, ‘Zeker weer wegwerkzaamheden.’ zeg ik tegen mijn lover maar het zijn drie ondeugende rendieren die geen idee hebben waar ze heen willen.

Op het gemak sjokken ze over de weg tot ze er genoeg van hebben en langs de kant de struiken gaan opvreten. Bij de Russian river, een aftakking van de Kenai rivier, zien we ook veel vissers staan. Deze rivieren stromen door het Kenai National Park. Er zijn wandelpaden, een waterval en een campground. We gaan het park in, laten de hut achter op een parkeerplaats en ieder bewapend met een rugzak gaan we op pad naar de waterval. Na het bestuderen van de kaart blijkt dat dit heen en terug acht mile lopen is. Het zonnetje schijnt, we hebben proviand in de rugzak en ik heb de nieuwe wandelstappers aan dus wat houdt ons tegen! Al vrij snel komen we erachter dat we één ding vergeten zijn: anti muggenspray! ? Het pad slingert tussen de bomen en struiken door en er staan ook weer berenwaarschuwingen.

Gelukkig zijn er meer wandelaars op de route en ik kijk bedenkelijk naar degene die zich hebben uitgerust met een ‘berenbelletje’ aan de schoen of broekriem. Door dit geluid schrikken de beren en zouden ze niet naar je toe komen. ? Een man met zo’n belletje en een bus beerspray in de hand komt ons tegemoet gelopen, ‘Best overdreven zo’n vent, wtf het lijkt Koperen Ko wel die vroeger bij Ter Meulen (een warenhuis in Rotterdam) stond!’ gier ik van het lachen. Boven bij de waterval is een platform waar je kan staan om in de diepte te kijken.

Een groepje Aziaten wijst en roept opgewonden door elkaar. Water en de veronderstelling van zalm en beren heeft iets magisch op mijn lover. ‘Daar is wat aan de hand, wat zien ze!’ roept ie opgewonden en loopt stampend het platform op. ‘What are you looking for?’ vraagt ie. De Aziaten gaan wijzen en blijven wijzen; ‘There, there, there!’ Ik sta van een afstand de opgewonden giechelende groep te bekijken en kom toch nieuwsgierig dichterbij. Ze zien zalmen die in de rivier springen maar er is geen beer te bekennen. ?
Langs de waterval gaat een pad verder naar beneden en we zakken een stuk af zodat mijn lover de vissen goed in beeld kan krijgen. Dat valt echter niet mee want ze zijn watervlug. ?

Er is nog een smalle afslag naar een andere visplek. Het is klauteren over stenen naar de rivier maar ook hier alleen vissers en zalm maar geen beren.

Als we uiteindelijk terug wandelen is er niemand meer op de route te bekennen en het dichte bos is akelig stil. ‘Eigenlijk zou ik ook wel zo’n berenbelletje willen hebben.’ beken ik mijn lover. Hij grinnikt; ‘Je moest er toch zo om lachen!’ Bij de camper zijn we blij dat we er zijn, het is inmiddels 18.00 uur, mijn voeten doen zeer van die nieuwe schoenen en we zijn een flink aantal keer gestoken. ?
De campground is prima en Seward kan wachten tot morgen.

Dit vissersplaatsje ligt omringd door hoge bergen aan het einde van een dal. Het water heeft minder last van het getij waardoor er ook cruiseschepen kunnen aanmeren. De schitterende weg erheen gaat over een lage pas.

Hier ligt ook de geschiedenis van de Iditarod route /race.

Deze is genoemd naar de Iditarod rivier en is officieel 1049 (1000 plus 49 omdat Alaska de 49ste staat is) mile lang. In de Gold Rush periode werd de route gebruikt om goederen en post te vervoeren. Met de zeer belangrijke gebeurtenis in 1925: het wegbrengen van een serum tegen een difterie epidemie. Aan alle grote steden in Alaska was gevraagd om zo snel mogelijk het serum te vervoeren naar Nome waar deze epidemie was uitgebroken. In de geest van deze serum run werd in 1973 de eerst Iditarod gehouden met de start in Seward waardoor hier het legendarische 0 mile punt ligt. Tegenwoordig is de start verdeeld: eerst een ceremoniële start in Anchorage tot aan Eagle River, vervolgens een herstart in Wasilla en dan gaat de race beginnen. Er is een noordelijke (even jaren) en een zuidelijke (oneven jaren) route die allebei langer zijn dan de officiële afstand. ?
Langs het fjord liggen drie langgerekte campings en we hebben geluk want precies aan de waterkant is nog een plekje vrij.

Nadat we de hut hebben neergezet wandelen we naar het centrum.

Bij de monding van een klein stroompje staan vier vissers. En er is zoveel vis….

Ook in de haven weer hetzelfde ritueel aan het eind van de middag: de vissersboten komen terug, de vis wordt op de kant gebracht, gewogen en schoongemaakt. Ik sta van een afstand op de steiger te kijken hoe mijn lover belangstellend met zijn camera langs de ‘slachting’ loopt.

Hij blijft het proberen, zwaait en roept; ‘Moet je komen kijken wat een grote vissen hier!’ ? Mij niet gezien, ik zag net al zo’n visser met bebloed shirt, brrrrr. Ik blijf lekker op veilige afstand waar het best idyllisch is in de haven: meeuwen vliegen boven mijn hoofd, er liggen twee otters lui in het water,

allemaal zijn ze in afwachting van het visafval. ‘Echt kicken die grote vissen, waar bleef je nou?’ vraagt mijn lover als ie na een tijdje bij me komt staan. Hoe vaak heb ik die man nou al uitgelegd dat ik het niets vind! ? ‘Je weet toch dat ik het zielig vind voor die dieren en er niet naar kan kijken. En trouwens het stinkt er vreselijk naar vis!’  zeg ik en zucht geïrriteerd. Hij opent zijn mond, zijn ogen glinsteren en wat ik al verwacht, ‘Er zijn twee dingen die ruiken naar vis,…. één ervan is vis!’ grinnikt ie. Yep, that’s my baby, a dirty mind is a joy forever! ? Vanaf de camping fietsen we de volgende morgen naar de Exit Glacier.

Deze gletsjer is een uitloper van het enorme Harding Icefield en één van de grote bezienswaardigheden in het Kenai Fjords National Park. Het is zo’n twintig kilometer fietsen over een rustige weg. Op een gegeven moment komen we langs een kennel waar de speciale sledehonden zitten maar helaas nobody home. ? Bij de ingang van het Glacier park mogen we niet meer verder het park in met de fietsen.

We bekijken de kaart met wandelroutes en kiezen er één van vijf kilometer. Ik heb mijn nieuwe schoenen weer aan en voel mijn voeten al protesteren. We gaan op pad en terwijl ik een beetje scheef ga lopen moet ik denken aan de keer dat ik de Vierdaagse van Nijmegen meeliep met mijn werk. De vierde dag regende het zo vreselijk hard, ik was al kapot aan het begin van de dag en heb nog nooit zo afgezien als die laatste vijftig kilometer. Mezelf afvragend waarom ik nou zo stoer moest doen om de afstand van de mannen in te schrijven stond ik na afloop huilend onder de douche met vreselijke blaren op mijn voeten. Zelfs de sport en wapendocent van de Douane, die mijn voeten later behandelde, zat er vol verbazing naar te kijken. ? Wel een medaille in the pocket….dat dan wel weer! Maar goed, terug naar de vijf kilometer bij Exit Glacier die rustig begint maar al snel overgaat in klimmen, klauteren en opletten waar je je voeten zet.

We komen wat dichter naar de gletsjer en het is zeker mooi maar heel spectaculair is het niet. Wel is het indrukwekkend om te zien hoe snel deze gletsjer zich terug trekt door de klimaatverandering. Op het gemak fietsen we terug naar de camper

en de rest van de middag is easy going. Mijn lover gaat de BBQ aansteken en ik kijk naar de campers die binnenkomen en een plek zoeken. Tegenover ons komen drie huurcampers, druk gebarend gaan ze achteruit parkeren en uit de taal begrijp ik dat het Russen zijn. Maar even later hoor ik Hebreeuws….vreemd. ? Een half uur later volgt er nog een camper die precies in de laatste lege plek tegenover ons schuift.  Als ik met de afwas bezig ben mijmer ik wat uit het keukenraam. Er komt nog een camper aanrijden die blijkbaar bij de andere drie huurcampers hoort. Druk pratend en gebarend wijzen ze naar de camper, die ik het laatste plekje heb zien inschieten, waar nu niemand in zit. ‘Het zal wel, stelletje druktemakers.’ denk ik bij mezelf en net als ik op de bank neerplof hoor ik schreeuwen van achter. Het echtpaar met kinderen (Indiërs) is teruggekomen bij hun camper en worden belaagd door wat inderdaad Russische Israëliërs blijken te zijn.

Het gaat er hard aan toe, ze worden beschuldigd dat ze de plaats, waar een stoel zou hebben gestaan als bewijs dat deze gereserveerd was, hebben ingepikt. ? ‘Zo die Israëliërs belagen die andere camper!’ zeg ik tegen mijn lover.  Als het schreeuwen nog harder wordt gaat ie eruit om te vragen wat er is. Het is inmiddels een hele klucht geworden en de Israëliërs eisen dat ze van hun plek verdwijnen zodat nummer vier er kan gaan staan. De mevrouw uit India bijt dapper van zich af, ‘I’m not leaving!’ schreeuwt ze echt heel hard en slaat haar armen demonstratief over elkaar. Haar man weet niet zo goed wat hij moet doen en probeert met de Israëliërs te praten. Ook is er al iemand naar de camphost gegaan om te vragen of die komt bemiddelen maar de beste man zit al in zijn pyjama en komt niet….? Tijd voor deze Cheryl om voor Mr. Visser (rijdende rechter) te gaan spelen. ?? Ik loop naar de groep toe en terwijl ik op de Indiase dame wijs zeg ik; ‘Zij heeft helemaal gelijk, er stond geen stoel toen ze aankwam en de plek was vrij!’ De meest bazige van het stel draait zich abrupt om en begint luid aan mij uit te leggen dat de Indiërs de plek gepikt hebben, ‘What do you know about it?!’ vraagt ie geïrriteerd. Ik leg het hem nog een keer heel rustig uit terwijl de Indiase mevrouw naast mijn oor staat te krijsen dat ze geen leugenaar genoemd wil worden door de Israëliërs. Als ik klaar ben slaat ze haar armen om me heen, ‘Ik ben zo blij dat je hebt gezien dat de plek leeg was en dat er geen stoel stond!’ roept ze tegen me. Maar de strijd is niet gestreden, het echtpaar is in de camper gaan zitten en de Israëliërs blijven scheldend voor de camper staan. Op tv heeft de echte Mr. Visser ondersteuning van Viktor Brand. Ik heb als ondersteuning roze donzen pantoffels aan en kan met mijn oogjes knipperen maar ik voel dat dit hier niet gaat werken. ? De oplossing komt van een andere camperaar, die wil wel naar een plek verderop zodat de Israëliërs toch bij elkaar in buurt staan. Eind goed al goed….? De volgende morgen om klokslag 07.00 uur gaat er ergens een generator aan. Huh, wat is dat nou, wie maakt er zo vroeg al zo’n pokkenherrie? Het is de wraak van de Indiërs die dat ding hebben aangezet. De Israëliërs pal naast hen zullen nu vast wel wakker zijn! ? Het mooie weer is voorbij en de regen komt gestaag naar beneden, tijd om verder te trekken. We moeten dezelfde weg weer terug en hoe anders ziet het er nu uit in de stromende regen. We willen naar Whittier, dit dorp is alleen te bereiken door middel van een éénbaanstunnel met een tijdschema waar behalve het verkeer ook de trein doorheen rijdt. Het verkeer moet over de treinrails.

Deze havenplaats vormt de toegangspoort tot de Prince William Sound: een prachtige zeestraat met fjorden, gletsjers en de hoge Chugach Mountains. Het centrum is uitgestorven wat niet vreemd is want het regent hard, tegen de kade klotst het water en de vissersboten die terugkomen schommelen flink heen en weer.  Verderop zien we een aantal betonnen gebouwen staan. Ze zien er vervallen uit maar in één complex, de Begich Towers, 14 hoog, blijken de meeste bewoners van Whittier te wonen. De andere, vervallen, gebouwen zijn overblijfselen uit de koude oorlog. Defensie had een basis hier. Er werd met de bouw begonnen in 1948, het was pas in 1954 klaar en werd maar gebruikt tot 1960. Er waren 1000 soldaten gehuisvest en alles was in-house, inclusief een kerk, een cafetaria en een theater voor 350 man.

In het plaatselijke hotel drinken we een wijntje en als we de menukaart bekijken zijn we er snel uit: we blijven hier ook maar gelijk snavelen. ?

Na het eten regent het nog harder.

De campground  ligt aan een rivier en het water stroomt behoorlijk. We zoeken een plek die iets hoger ligt want we vertrouwen het water niet helemaal. De volgende ochtend wordt ik wakker en mis het getik van de regen op het dak: het is droog! Terug naar het centrum en het nu beter bekijken.

Als weer instappen hebben we twee bewonderaars voor de deur staan. Het is een Italiaans echtpaar en ze zijn ook hier met hun eigen camper. We babbelen, wisselen ervaringen en visitekaartjes uit.

‘Zelfs ik zou hier geen B&B willen beginnen!’ zeg ik tegen mijn lover als we door het kleine centrum wandelen. ‘Oh, ik zie anders zát mogelijkheden voor je want de helft staat te koop, kan je zo overnemen!’ zegt ie lachend. ?
Het zal hier best schitterend zijn met mooi weer maar wij zijn er wel klaar mee. Wanneer we opschieten kunnen we, volgens het tijdschema, om 14.00 uur door de tunnel ‘ontsnappen’. ?

Als we die uitrijden schijnt een waterig zonnetje en is er iets te zien van de vele gletsjers.

Om onze ronde weer op te pikken moeten we eerst terug naar Anchorage.

We waren hier ook voordat we de afslag naar Homer namen. De stad heeft op ons toen weinig indruk gemaakt, veel zwervers

en een rumoerige campground aan het spoor. Als we ongeveer dertig kilometer voor Anchorage een bord met  ‘campground Beaver Creek’ zien slaan we af en volgen een klein weggetje tot in het bos waar de camping ligt. Hier komen we ook weer het Duitse stel (van de laundromat in Homer) tegen en we spreken af om vanavond een wijntje met elkaar te doen. De regen is gestopt, het zonnetje schijnt en het is ineens bloedheet: that’s Alaska! ? ‘s-Avonds komen de Duitsers bij ons en we hebben een gezellige babbel. Zij zijn al eerder met hun eigen camper in Alaska geweest en geven nog enkele tips waar we waarschijnlijk beren in de rivier kunnen spotten. De volgende morgen ben ik mijn brillenkoker kwijt. Degene die mij kent weet dat ik altijd iets kwijt ben: telefoon, sleutels, bril of zelfs mijn hele handtas!  Ik vind deze dan weer op de meest vreemde plaatsen. ? ‘Dat is lekker, ben ik mijn brillenkoker kwijt!’ zucht ik tegen mijn lover. ‘Kijk jij eens of de fietsen nog achterop hangen want wie weet hebben de Duitsers die gelijk met mijn brillenkoker gepikt!’ ? Ik weet het is een vreselijk flauw grapje en ik meen er niets van maar ik moet er zeker wel een kwartier om lachen. Mijn broer zegt altijd, ‘Jij bent net van der Gijp, je lacht zelf het hardst om je eigen grappen.’  De brillenkoker vind ik uiteindelijk achter een box met wijn….? Drank maakt meer zoek dan je lief is. ? 

Anchorage is een kale stad maar heeft een aardige winkelstraat.

Er is een lokale markt waar we over heen dwalen,

vervolgens nog een paar souvenirwinkels. Ik besluit toch mijn berenbelletje maar te kopen want voor de terugreis naar Canada hebben we gisteravond wat leuke ideeën opgedaan.

En zoals je ziet, het schrikt ze nog niet echt af….?

Er zijn genoeg schoenenzaken,

‘Ga je gang maar Imelda Marcos, ik zoek wel een plekkie om te wachten!’ zegt mijn lover…. Het is een soort Paay momentje. ?

En wonderlijk: ze hebben een Victoria’s Secret, je moet toch wat in die lange wintermaanden….?