Vijftien ongelofelijke minuten!

Ondanks dat de campground in Fanny Bay gerenoveerd wordt staan wij er toch prima.

‘s-Avonds beginnen we maar eens met een nieuwe Scandinavische serie: the Lawyer. Die is zo spannend dat we de tijd vergeten en rond 01.00 uur ineens ontdekken hoe laat het is. ? Zondagmorgen komen we langzaam op gang maar wat maakt het uit, vandaag staat een korte rit (klein uur) naar Campbell River op het programma. Onderweg passeren we een aantal campgrounds die allemaal een bord met ‘No vacancy’ hebben staan: nou dat beloofd wat! Het is goed te merken dat Vancouver Island favoriet is want het is overal best druk. De campground, Thunderbird, die wij hebben uitgezocht ligt net buiten het centrum en heeft nog plaatsen vrij. We boeken een plek voor vier nachten met uizicht op het water. Cruiseschepen varen zo voor onze neus voorbij op weg naar en van Vancouver.

We parkeren de hut en doen verder niets want het regent hard. Eind van de middag is het droog, we maken een wandeling en eten bij Dockside een vissie. Dit restaurant drijft op een vlonder in het water en een nieuwsgierige zeehond zwemt in de buurt.


Waarschijnlijk krijgt hij af en toe iets lekkers toegeworpen want bang is ie totaal niet. ? We zijn speciaal een paar dagen naar Campbell River gekomen voor Eagle Eye Adventures. Dit wordt gerund door een Nederlands echtpaar, Jos en Rentia Krynen. Zeven jaar geleden hebben zij het roer omgegooid en zijn hier naar toe verhuisd, dit bedrijf gekocht en inmiddels hebben zij reserveringen tot ver in 2019 staan. Hun concept: gewoon snel en adequaat zaken doen, modern en veilig up to date apparatuur zoals rhib’s en waterdichte pakken, feeling en verstand hebben van de natuur (Jos is afgestudeerd bioloog). Tevens zijn zij de beheerders van een Canadaforum en hebben een mooie Facebook site waardoor we met hen in contact zijn gekomen. In ruil voor stroopwafels hebben we een aantal camperbenodigdheden naar hun adres mogen laten sturen die we maandagmorgen op gaan halen. Het stel komt uit het Brabantse en dat is nog goed te merken want hartelijk worden we door Rentia ontvangen.

De weersverwachting voor morgen is goed en we boeken gelijk een walvis tour. Er zijn twee opties: een tocht van vier of zes uur. Wij gaan voor zes uur en nu maar hopen dat er in die zes uur iets te zien valt….? Zo niet dan gaan we een andere dag weer mee. Zoals al eens eerder gezegd: ik vind het best spannend. Met een boot varen is helemaal top maar die vissen! ? In gedachten hoor ik dan altijd de muziek van Jaws en zie me al opgevreten worden door weet ik veel wat. Mijn lover is er helemaal gek van en zou graag een walvis van dichtbij fotograferen dus met een gemengd gevoel ga ik slapen. ‘Ik hoop echt dat we ze morgen heel dichtbij zien!’ mompel ik voordat we gaan slapen. Maar of ik het meen…. ?

Het is stralend weer en we melden ons om 09.30 uur bij de haven. Als we compleet zijn (tien mensen en allemaal Nederlanders) dan krijgen we een pak uitgereikt en zien we er weer uit als één grote ANWB familie. Dit pak heeft ook een ingebouwd reddingsvest, is super warm en waterdicht.
‘We gaan zes uur varen, onderweg lunchen en mochten jullie iets zien steek dan je hand op!’ zegt Jos. Hij legt nog wat do’s en don’s uit en daar gaan we, op naar Free Willy en zijn soortgenoten!

Jos staat in radiocontact met de boten van andere tourbedrijven en zo houden ze elkaar op de hoogte waar iets te zien valt. Het is warm op het water, de zonnestralen branden en ik rits mijn pak wat open. ‘Humpback whales in front of us!’ horen we de stem van Jos door de ingebouwde speakertjes. Wow, we zijn nog maar net weg en spotten al iets! Het is even zoeken in de verte want het dier is onder….maar daar is ie weer.

Ondertussen horen we Jos over de radio met een collega praten. ‘Okay guys, we gaan door want verderop zijn orca’s aan het spelen!’ roept ie. Ik dacht dat de rhib net al hard ging maar we gaan nu nog harder en suizen over het water!
Het is zeker een half uur varen en ik voel me een beetje alsof ik in Expeditie Robinson zit want verlaten eilanden, op sommigen liggen zeehonden, schieten voorbij maar waar moeten we zijn? Waar worden we heen gebracht? Dan zien we ze, het zijn zeker zes orca’s en het water spuit omhoog als ze half boven komen.

De wetgeving is zo dat de boten minimaal 100 meter afstand moeten houden van de dieren. Half juli wordt dit aangescherpt en is zelfs 200 meter verplicht. Met deze wet hoopt men de dieren meer rust te geven zodat zij zich makkelijker voortplanten. We kunnen de orca’s zien maar eigenlijk zijn ze best ver weg. Ik kan niet zo goed schatten maar het lijkt me dat Jos veel meer dan 100 meter afstand bewaard. Het schouwspel is er echter niet minder om en we liggen zeker een uurtje te genieten. ‘Als iedereen er klaar voor is dan gaan we nu op weg naar de lunchplek.’ roept ie en het gas gaat er weer op. Het is bijna onmogelijk om iets tegen elkaar te zeggen want de wind blaast alle kanten op. In een inham ligt een haventje en daar gaan we van boord. Jos heeft lunchpakketten, koffie/thee en limonade bij zich: prima verzorging!

Na de lunch gaan we het water weer op en zetten koers richting de plek waar we eerder vanmorgen de humpback whales zagen.
Daar klinkt zijn stem al door de speaker; ‘Right in front of us!’ Water beweegt en we zien een vin boven komen….hoe mooi! Jos houdt zich aan de minimum gestelde 100 meter afstand en de boot dobbert met motor stationair op het water. ‘Het zijn twee humpback whales en het lijkt alsof ze dichterbij willen komen.’ merkt hij op en ik denk; ‘OMG! Het zal toch niet waar zijn!’ ?

Humpback whales of de Nederlandse naam: bultrugwalvissen zijn bekend om hun grote borstvinnen waarmee ze flinke klappen op het water geven en om de spectaculaire sprongen. Ik vind deze bijzondere dieren eigenlijk mooi van lelijkheid met hun knobbels op de kop en onderkaak.

En daar zitten tien ingepakte rode pakken, met een camera alvast in de hand, en één gids in een dobberende rhib turend naar het water en je voelt de spanning. We zien één humpback whale onder duiken en de ander gaat er achteraan. Niets meer te zien, waar zouden ze gebleven zijn? ‘Oh, oh, het zal toch niet!’ hoor ik Jos mompelen en hij zet de motor van de boot af…. ? Ingespannen kijken alle hoofden over het water en ik hou mijn adem in. ‘Ze blijven wel heel lang onder, straks duikt ie op naast de boot.’ hoor ik Jos weer. Ik vind het griezelig want we hebben net gehoord dat deze twee wel zestien meter lang zijn! We kijken met elkaar links en rechts en iemand maakt een grapje; ‘Straks zit ie echt onder de boot….’ ? en de seconden tikken weg. Ineens slaakt Jos een  kreet; ‘Allemachtig, achter de boot!!!’

Ik schrik me totaal een ongeluk, kijk om naar achteren en zie nog net hoe de walvis het water weer raakt. Er is geen paniek maar wel totale opwinding bij de rode pakken en de gids, we staan, zitten en kijken naar het water. Door elkaar klinken de kreten van verbazing en opwinding; ‘Waar zijn ze, waar zijn ze? Daar komt ie weer, let op, let op!’

Wat volgt is een spel (later horen we van de gids dat het ongeveer vijftien minuten heeft geduurd) van de twee nieuwsgierige deugnieten met onze gele rhib. Ze duiken, draaien en buitelen er omheen, klappen met de vinnen op het water en duwen zelfs zachtjes tegen de boot aan.

We horen ze blazen en zo dichtbij ruiken we de ranzige vislucht die om hen heen hangt. ? Vlak naast de boot komt de kop meerdere malen boven water en een oog kijkt ons aan:

Wow, wat is dit indrukwekkend mooi! Er zijn geen woorden voor te vinden om dit kwartier en onze ervaring goed te beschrijven. Jos doet dit werk al zeven jaar en heeft dit ook nog nooit meegemaakt! Hoe super top!
De twee walvissen zijn uitgekeken op het gele dobberende ding in het water dat niet meespeelt maar alleen allerlei kreten slaakt en zwemmen van ons weg.

Aan boord heerst een uitgelaten sfeer: ‘Hebben wij dit net echt meegemaakt??!!’ ?  En ineens denk ik aan de regels en wetten en zie het beeld voor me afgelopen jaar van de hond die onder het hek, dat de grens afbakende tussen Amerika en Mexico, door kroop. Heen en weer speelde het dier op het strand en had totaal geen erg in grenzen. Hoezo 100 meter afstand houden: alsof een walvis dat snapt! ?
Het gas gaat er weer op, de motoren brullen, de wind suist om onze hoofden en het water is wilder geworden door de wind of stroming.

Bam, bam, klapt de boot keihard op het water en we komen een beetje van de banken los. We gillen het uit van pret en houden ons vast, deze dag neemt niemand ons meer af! Vanmorgen kenden we elkaar niet maar nu aan het eind van deze middag delen we een hele bijzondere gebeurtenis!  Op de wal trekken we onze pakken uit en wisselen email adressen. Als we afscheid nemen van iedereen zegt Jos; ‘Het mooiste moment voor mij was dat oog, het trof me midden in mijn ziel.’ We lopen naar de campground en als we ‘s-avonds op de computer de beelden terug kijken en de reacties zien op Facebook dan beginnen we pas echt te beseffen wat we hebben meegemaakt. ?
Het filmpje is gemonteerd van een aantal stukken film. De kwaliteit is minder omdat er stevig verkleind en gecomprimeerd moest worden.

Het ‘grappigste’  stuk zet ik misschien nog wel eens bij de bloopers: namelijk het moment dat de éne deugniet plotseling opduikt acher de boot zodat  ik van schrik mijn camera overal heen laat gaan behalve naar het water en je onze opgewonden kreten hoort….’Holy shit!’ ‘Daar komt ie, daar komt ie!’ ? Ik weet het zeker Spielberg zou er een bestseller van kunnen maken!

Pure eenvoud !

We schrikken wakker van het wekkertje: zaterdagmorgen 07.00 uur. Ik kijk naar buiten en we liggen al in de haven van Seattle. Het was een drukke week aan boord van de Ruby Princess en we zijn best moe. Normaal bij een cruise is het de bedoeling dat je de laatste avond de koffers op de gang zet naast de deur van je hut. Die worden dan door de bemanning verzameld en de volgende ochtend kan je ze aan wal in een verzamelruimte ophalen. Althans als het goed is want het gaat ook wel eens mis. Vrienden van ons zitten nog steeds op hun koffers te wachten die eind vorig jaar zoek zijn geraakt tijdens deze handeling. De koffers zijn inmiddels wel getraceerd maar zwerven de wereld nog over en laatst kregen ze een telefoontje uit Vancouver dat ze daar waren maar waarschijnlijk weer naar het schip zijn gestuurd. ? In Skagway zagen we trouwens verloren koffers overladen van een HAL vrachtwagen in een HAL bus. Maar helaas Corrie, jullie koffers zaten er niet bij!

Op de Ruby mag je de koffers ook bij je houden en zelf van boord dragen, dat lijkt ons een prima plan! We zeggen tegen Kleonard dat we gaan ontbijten en nemen alvast afscheid van hem. Hij is opgewonden want gaat straks, na tien maanden onafgebroken werken, ook van boord. Dan één nacht een hotel in Seattle en morgenmiddag vliegt hij naar zijn gezinnetje op de Filipijnen.
Op zo’n laatste dag heerst er altijd een beetje chaotische sfeer aan boord. De gehele bemanning heeft het razend druk want de nieuwe gasten staan rond 13.00 uur al weer te trappelen en dan moet het spic en span zijn. Net als wij zijn er heel veel gasten die in het restaurant nog snel een ontbijtje nemen en genieten van het uitzicht op Seattle.
We verzamelen daarna onze spullen, wandelen van boord en voor we het beseffen zitten we al in taxi op weg naar het station waar we ook gelijk de bus naar Kent hebben. Ons plan is de camper uit de stalling halen en terug naar de KOA camping, waar we vorige week ook stonden, voor een nachtje. Bij het busstation in Kent staat een taxi dus de wandeling en het gezeul met de bagage naar de stalling blijft ons dit keer bespaard! ? De camping heeft helaas geen plaats meer vrij, het is morgen vaderdag en dat vieren de Amerikanen uitgebreider dan wij….? ‘It’s a very busy weekend because of Fathersday!’ zegt het meisje achter de balie. Ze geeft nog een paar opties maar denkt dat het overal vol zal zijn.
De Amerikanen krijgen niet veel vakantiedagen, met veel mazzel hebben ze veertien dagen onbetaald verlof, en zodra ze een gelegenheid hebben gaan ze er een weekend tussenuit. We willen uiteindelijk naar Vancouver Island en moeten hiervoor de ferryboot hebben. Die kunnen we nemen vanuit Vancouver of Port Angeles, waar de wachttijden veel korter schijnen te zijn. Dus besluiten we terug te gaan naar het RV park in Gig Harbor en van hieruit morgen het laatste stuk naar de ferryboot te rijden.
We waren hier vorige week al en er zijn een aantal campings in deze omgeving: ergens moet het lukken! Er is plaats in Gig Harbor, we ruimen de bagage op, wassen en drogen doen de machines en verder hebben we een easy middag! ? De ferryboot vertrekt om 13.00 uur uit Port Angeles en als we daar niet op kunnen dan hebben we nog een kans om 17.20 uur. Reserveren is helaas niet meer mogelijk op zo’n korte termijn. Zondagmorgen dus ruim op tijd weg. Bij de ferryterminal aarzelt men even of we mee kunnen om 13.00 uur maar helaas, we zijn net iets te groot voor de ruimte die nog over is. We krijgen wel de garantie voor de volgende om 17.20 uur. Het is een paar uur wachten en we lopen door het stille plaatsje. Sinds weken is het weer eens warm genoeg voor een korte broek en voor een late lunch ploffen we op een terras bij de haven.

Als de ferryboot arriveert dan is het een snel wisselen van afgaand en opkomend verkeer en we varen weer!

Opnieuw naar Vancouver Island waar we eergisteren ook waren. ? De overtocht is gezellig want aan boord zijn een aantal heren die spontaan a capella een paar nummers inzetten.

Binnen anderhalf uur zijn we in Victoria en gaan op zoek naar een camping. Er is er één net buiten het centrum, heel mooi aan het water, die hebben we gemaild maar helaas alles voor vannacht is vol.

Een reservering voor morgen is wel gelukt.
Voor nu hebben ze een alternatief opgegeven buiten Victoria en daar rijden we heen. We rijden de ferry af als er iets op de grond valt, ik zie de keukenrol liggen en denk; ‘Even snel pakken kan wel.’ en loop dus naar achteren. Dom, dom, nooit doen in een rijdende camper….? ‘Pas op, ik moet remmen!’ roept Roel en ik grijp me met mijn ‘verkeerde’ arm vast aan de stoel en wordt heen en weer geschud. Au, au, dat doet echt zeer, mijn arm is goed aan het herstellen na de breuk, maar dit is zo’n gemene onverwachtse pijn. ? Ik zit nog na te piepen als we twee auto’s voor het stoplicht zien met hun gevarenlichten aan. ‘Opletten, daar is iets aan de hand!’ zeg ik tegen mijn lover. We gaan op de baan ernaast staan en hij vraagt wat er aan de hand is. Het blijkt dat de voorste auto geen benzine meer heeft. De vrouw staat naast haar auto en is in gesprek met de man daarachter die haar wil helpen. ‘Ik heb een tankje met benzine bij me!’ roept Roel en we keren waar het mogelijk is. We gaan schuin achter haar auto staan, want de andere is al weggereden, maar waar is zij nou? Ze zit op de vangrail een sigaret te roken! Mijn lover springt uit de camper, pakt de jerrycan en houdt die omhoog naar haar. Dan zegt ze tot onze stomme verbazing; ‘Ik zit even te roken!!’ ? ‘WTF mens, je wordt geholpen!’ denk ik bij mezelf. ‘Ja, dat is prima maar je moet me wel helpen dus gooi die sigaret maar weg!’ roept mijn lover. De vrouw maakt de sigaret uit en komt helpen. Ergens in mijn onderbuik krijg ik een raar gevoel: iets klopt er niet. Ik kijk om me heen maar zie verder niemand, ook in de auto zelf, behalve een hond, geen ander persoon. ‘Ik gooi de jerrycan leeg en dan rijden we naar dat benzinestation (dat ligt in de verte en kunnen we zien) en dan kan jij die voor me vullen.’ zegt Roel. De vrouw vind het prima, de benzinedop gaat er weer op en ze gaat in haar auto zitten. Terwijl mijn lover in de camper stapt geeft ze ineens gas en rijdt nog snel door het stoplicht heen dat op rood springt. En dan zitten we plots in een aflevering van ‘Flikken Vancouver Island’. ? ‘Gas op de plank, ik zie haar rijden!’ blaf ik mijn partner in crime toe. Maar we hebben geen zwaailicht, geen snelle auto, geen pistool om haar banden lek te schieten en raken haar kwijt. We scannen de omgeving rond het plaats delict af maar helaas de bitch is verdwenen en heeft ons bestolen voor vijf dollar. ‘Is dit lachen zeg voor vijf dollar!’ grinnikt mijn handsome. Nou ik vind er niets aan en kan zo boos worden om dit soort acties, wat een rot mens….? (en mensen die mij kennen weten dat ik een hele scheldkanonnade heb af zitten vuren ?) De volgende morgen is het prima weer en we ontbijten buiten.  Mijn lover staart naar de camper en zegt dan; ‘Het lijkt alsof er iets onder de motorkap van de camper ligt….’ En ja hoor, er liggen een paar druppels, hij wrijft er met zijn vinger door, jakkes het is vet en donker: olie! Het zijn maar een paar druppeltjes maar toch: waar komt het vandaan? ? We rijden naar Salish Seaside RV aan het water in Victoria, wat een leuke plek is dit met de watervliegtuigen die zo laag overkomen!

Achter de receptie vertrekken kleine pontjes die je naar het centrum varen.

Helaas gaat de laatste al rond 20.30 uur terug dus gaan we maar fietsen. We struinen door Victoria,

Een buxusschoen….maar wel met een mooie rode zool! ?

drinken een cocktail bij het beroemde Empress hotel

en eten vis-taco’s bij Fishermanswharf.

Tussendoor komt er nog een demonstratie langs tegen zalmvangst en mijn lover gaat aan het werk!

De Butchart Gardens (botanische tuin) schijnen de moeite waard te zijn maar we kwamen er niet aan toe want voor we het weten is de dag voorbij. De plaats waarop we staan is van beton en de volgende morgen liggen er weer een paar druppels olie. Het baart ons zorgen want we willen met de hut naar Alaska. Er zit een Fiat garage in Victoria en daar gaan we heen. Ze blijken hier alleen de kleine 500 te verkopen en repareren. Hun buurman schuin aan de overkant zou ons wel kunnen helpen. Het is een kleine werkplaats en de aardige monteur laat Roel de camper op de brug rijden en dan gaan ze onder de motorkap kijken met een lamp. Roel legt uit dat er in Temecula een gereviseerde dieselpomp in is gegaan. De monteur knikt en pakt wat gereedschap en gaat de bouten en schroeven nalopen. ‘I got it, they forgot something!’ Wat blijkt de monteur in Temecula heeft een bout niet goed vastgedraaid. ? Het euvel zou nu verholpen moeten zijn. We zijn super blij en vragen de kerel wat hij krijgt. ‘Geef maar 60,00 dollar (40,00 euro) voor dat half uurtje.’ zegt ie. Roel geeft hem een fooi erbij want de kerel is zeker één uur bezig geweest. Als dank loopt hij zijn kantoor in en krijgt mijn lover met een vette knipoog een kalender van het huis. Zo’n soort Pirelli maar dan anders. ? Ach ja….

We rijden terug naar Salish Seaside RV en de volgende morgen is er geen druppel olie meer te bekennen! Pfff. Er zijn een aantal plaatsen die we op Vancouver Island zeker willen bezoeken: Tofino, Ucluelet en Campbell River. Om de route zo praktisch mogelijk te houden starten we met de westkant om uiteindelijk bovenin, na Campbell River, de ferry te nemen van Port Hardy naar Prince Rupert op weg naar Alaska. Op woensdag rijden we weg uit Victoria en bij een grote shoppingmall doen we boodschappen. Bij het afrekenen vraagt de kassière of we een tasje willen. Inmiddels ben ik het gewend hoe ze hier in de supermarkten werken. Alles wordt voor je ingepakt en ook nog gesplitst met als resultaat dat je bijvoorbeeld voor acht boodschappen soms wel zes tasjes kan hebben. Dus ik antwoord ‘No thanks.’ want gewend aan het Nederlandse heb ik mijn eigen boodschappentas. De kassière zucht een beetje want wat blijkt in deze supermarkt is het onlangs verplicht geworden om de boodschappen, die niet in hun tasje/zak gaan, van een sticker te voorzien zodat anderen zien dat het netjes betaald is. ? Je hebt soms systemen: dan toch maar een tasje/zak vragen! ?

De bedoeling is om zeker tot Nanaimo te rijden en morgen de rest van de kilometers naar Tofino. Als we een bordje zien met daarop ‘Seaside route’ besluiten we eraf te gaan. De weg brengt ons dichter naar de kust en we rijden door een leuk toeristisch plaatsje met haven: Cowichan Bay. Net er buiten is een parkeerterrein waar we de hut parkeren. We lopen door de uitgestrekte straat met winkeltjes en eten een vissoep in een klein restaurant.

In Nanaimo houden we het voor gezien en in de informatiegids ‘super camping’ zie ik deze campground: Living Forest Oceanside. Ze hebben wel iets van driehonderd plaatsen, niet echt ons ding zo’n grote, maar gezien de drukte gokken we dat ze hier nog plaats hebben. We hebben geluk en er zelfs nog iets vrij aan het water, wat een mooi plekje!

Het is te merken dat er hier op Vancouver Island ook veel Nederlanders zijn want als we buiten zitten te eten raken we al twee keer in gesprek. Het is grappig om te zien: ze lopen voorbij, zeggen gedag en dan ineens zien ze het Nederlandse kenteken. ? Het is een mooie avond en ineens besluit mijn handsome om weer eens een vuur te maken. Helaas hebben we afgelopen zondag bij de ferry onze voorraad hout in moeten leveren toen we van Amerika naar Canada gingen. We lopen dus eerst naar de kampwinkel en merken nu pas hoe groot en heuvelachtig het terrein is want het is een aardige tippel. Met een flinke stapel gaan we terug! Wie niet sterk is moet slim zijn en als ik een stok zie heb ik al snel dit idee! ? Door het net steken en ieder aan een kant tillen.

Met een bijl gaat mijn eigen Nederlandse houthakker daarna aan de slag.

Soms hebben we geen erg in de tijd en als er later op de avond muggen komen bedenk ik me dat het inmiddels al eind juni is. De volgende morgen, voordat we richting Tofino en Ucluelet rijden, gaan we eerst langs de dump. Onze plek vannacht had geen afvoer, alleen elektriciteit en water. Er staat een grote camper, met Canadees kenteken, te legen en de man steekt verontschuldigend zijn handen op. Roel roept uit het raampje; ‘Geen haast want we hebben alle tijd!’ Je ziet de man naar ons kenteken kijken en dan komt ie op ons af. ‘Komen jullie uit Holland? Ik ook maar ben 57 jaar geleden hierheen geëmigreerd, mijn naam is Nico.’
Er ontstaat een leuk gesprek met hem en zijn vrouw. Ze wonen in Nanaimo en zijn hier bij vrienden een nachtje met de camper geweest. Nico vraagt waar in Holland wij wonen, hij zelf komt uit Schiedam. Als de mannen verder praten blijkt Roel de broer van Nico te kennen!

Hoe klein kan de wereld zijn. ? Ze nodigen ons uit om bij hun thuis langs te komen en sturen een email met het adres. Helaas is het er niet meer van gekomen want vanuit Tofino zijn we de andere kant op gegaan.
Na dit leuke intermezzo gaan we op pad, rijden eerst door Nanaimo en dan de Highway op. Als we door de bergen komen wordt het weer slechter en kouder. Bij de splitsing Ucluelet en Tofino slaan we eerst de richting van Ucluelet in. Aan het eind van het dorp parkeren we de hut en lopen een stuk naar de zeekant. Het zal zeker heel mooi zijn hier maar met dit weer is er niet veel aan….en ook een beetje bibberen geblazen in de korte broek. ?

Door naar Tofino (ongeveer dertig kilometer) en een campground zoeken. Deze plaats is beduidend drukker en toeristisch. De eerste campground is vol maar gelukkig heeft de tweede, Bella Pacifica nog een dry-camping plaats (zonder voorzieningen). We rijden daarna naar het centrum om iets te eten. Mijn broer en schoonzus zijn hier een paar jaar geleden geweest en hebben een sushi restaurant aanbevolen, die we gaan proberen. Ik vind het lekker maar voor mijn lover hoeft zo’n ‘koude hap’ niet. Lucky me: ze hebben voor hem een paar warme gerechten, we gaan dus zitten en het eten is prima: genieten! ?

Er zijn heel veel bureau’s waar je een walvis- of berentocht kan boeken en morgen willen we zoiets gaan doen. Vroeg in de morgen wordt ik echter wakker met een bonzend hoofd: migraine. Snel uit bed en een tablet nemen. Dat werkt meestal wel en inderdaad als ik rond 08.00 uur weer wakker wordt is het grotendeels verdwenen. Ik hou altijd wel een ‘suffig hoofd’ op zo’n dag en dat blijkt want ik vergeet het bovenraam dicht te doen als we wegrijden. Gelukkig zijn er andere kampeerders die opletten! ? De campground van vannacht had maar voor één nacht plaats en we verhuizen naar de buren, Mackenzie Beach Resort. In het centrum tracteer ik mezelf op een lekkere koffie voordat we een tour gaan uitzoeken. Zoals ik al zei, er is een flinke keuze en we komen bij Westcoast Aquatic Safaris terecht. Binnen vragen we informatie en een vriendelijke vent legt uit wat we allemaal kunnen doen. We gaan voor de tocht naar de beren. Met een boot ga je op pad om langs de kust beren te spotten: klinkt goed en is weer iets anders dan de walvissen. Als we staan te boeken hoort een andere medewerker dat we uit Nederland komen. ‘Hey guys, do you know Korton?’ We begrijpen niet helemaal wat ie bedoelt maar na wat uitleg zijn we erachter. Gordon is hier onlangs namelijk geweest voor de opnamen van een televisieprogramma. Ze beginnen te vertellen dat het een vreselijke vent is en dat ie erg uit de hoogte deed. Als ik ze vertel dat Gordon best aardig is en ook een aantal goeie programma’s (ouderen die een wens mogen doen) heeft vinden ze het leuk om dat te horen. De éne medewerker is een Chinees en ik kan het niet laten….Dus vertel ik hem ook de grap van Gordon in ‘Holland got talent’, waar hij aan de Aziatische meneer vroeg of ie nummer 39 met rijst ging zingen. ? Ze kunnen er allebei hard om lachen maar of het nu om Gordon of mijn uitspraak is, dat laat ik in het midden! ? Om 14.30 uur varen we, als één grote ANWB familie want we hebben allemaal dezelfde regenjas aan van het bureau, de haven van Tofino uit op weg naar de beren.

Het is even speuren en geduld hebben maar dan worden we beloond: eerst één beer op het strand en even later op een ander stuk strand een moeder met haar kleintje!

Totaal zijn we ongeveer 2 1/2 uur op het water geweest en het was super!

We gaan terug naar de campground die inmiddels bomvol staat en ook hier weer veel verbaasde gezichten als ze ons Nederlandse kenteken zien. ‘s-Avonds nemen we de reisplannen nog eens door: eerst Campbell River voor een paar dagen, daar zit een Nederlands echtpaar waarbij we een aantal walvistochten willen maken. Wij volgen hen via Facebook en ze hebben iedere dag veel geluk op het water. Vanuit daar dan naar Port Hardy om met de ferryboot het eiland te verlaten op weg naar Alaska. De boot zullen we moeten reserveren maar wanneer? Omdat we goed op schema liggen besluiten we nog een paar dagen met de reservering te wachten. Het is te merken dat we inmiddels meer easy en gewend zijn in ons ‘gipsybestaan’. Het enige dat ik boek is een campground in Fanny Bay. Dit is halverwege de route naar Campbell River en gezien de drukte hier op het eiland geeft dat een beter gevoel. De volgende morgen rijden we nog even terug naar het centrum van Tofino en doen een koffie/thee. ‘Het is gewoon al één week geleden dat we van de cruise afkwamen.’ zeg ik tegen mijn lover. We vragen ons wel eens af wat we nou eigenlijk doen in zo’n week en hoe snel dat het allemaal gaat. ?Met maar 130 kilometer voor de boeg maken we eerst een strandwandeling voordat we gaan rijden.

Halverwege de rit komen we bij een stuk bos waar op Nieuwjaarsdag in 1997 een heftige storm een enorme ravage heeft aangericht. Het is vreemd om te zien en ook wat angstig als je bedenkt waartoe de natuur in staat is.

Rond 16.00 uur rijden we het terrein van campground Lighthouse op. ‘Nou, ik weet niet wat je hebt geboekt maar dit ziet er vreemd uit!’ zegt mijn lover. Het voelt ineens als bij voetbal: als we winnen dan hebben wij gewonnen en als we verliezen dan hebben zij verloren. We hebben dit samen uitgezocht in de informatiegids ‘super camping’ maar nu heb ik ineens geboekt! ? Het terrein ligt voor een gedeelte overhoop en er wordt hard gewerkt. De werklui zijn vriendelijk en geven het advies om gewoon aan het water te gaan staan. Verder is er niemand aanwezig maar wel telefonisch bereikbaar. We hebben met de creditcard al betaald dus gaan gewoon staan.

Later op de middag komt er een kerel voorbij die ons de rekening geeft en vraagt of alles naar wens is. De campground is van eigenaar veranderd en de nieuwe is aan het renoveren geslagen. Het zonnetje schijnt, we zetten de stoeltjes buiten en een wijntje en hapje maken alles compleet. Als ik het te warm vind ga ik in de schaduw een stuk verderop aan het blog werken. Ik zit ingespannen te tikken en hoor iemand aankomen, het is een stevige dikke man (jaar of 35) met een groot glas in zijn handen. ‘Waarom zit je in de schaduw?’ is zijn openingszin. Ik vertel dat het zo warm is en met grote ogen kijkt ie me aan. ‘Are you from Germany?’ vraagt ie. ? ‘No, I’m from the Netherlands.’ zeg ik. Hij kijkt me aan, en eerlijk waar, dan antwoord ie; ‘Ik ken drie landen: Canada, Amerika en Duitsland. Where is Neverland?’ Tsja, nou kan ik tegen hem beginnen over Michael Jackson en zijn Neverland ranch maar ik besluit maar met mijn beste zin; ‘WoW, that’s good for you!’
Hij is niet gek, wel een beetje dronken, en ik moet nu toch weten hoe dit zit. Op mijn IPad laat ik hem de kaart van Europa zien. Hij kijkt ernaar en dan blijkt: ik heb de Crocodile Dundee van Canada voor me staan: een visser, geboren aan de overkant van Fanny Bay, werkzaam voor een oesterkwekerij en woont op de camping in een caravan. ‘Ja, die daar staat met de boot (een rhib) en de brommer.’ En is nog nooit in de grote stad geweest! ‘Ik zou niet weten wat ik daar moet doen!’ zegt ie. Germany kent ie ook niet maar er waren gisteren mensen met een huurcamper uit Germany dus vandaar! En dan begint hij te vertellen over de zee, de walvissen en zijn werk….en een romance ligt op de loer ? tot hij vraagt; ‘Waar woon jij?’ en ik op de camper verderop wijs waar mijn lover voor zit. ‘Kom maar dan zal ik op de grote kaart laten zien waar ik woon.’ zeg ik hem en we lopen naar mijn lover. De kaart van Europa kent ie niet maar hij weet wel dat de wereld draait. We nemen afscheid en hij loopt naar zijn caravan waar de muziek een paar tandjes harder gaat en hij waarschijnlijk nog een glas neemt. Wij gaan na het eten een stuk de steiger op wandelen, ik kijk om me heen en denk aan de visser. Soms ontmoet je mensen zoals hij die je doen beseffen: eenvoud maakt blij! Want wat een heerlijke plek hier en dan zo’n man die zich nergens druk om maakt. Niet weet wat er voor vreselijke dingen in de wereld gebeuren! Die vist voor zijn werk, in zijn vrije tijd met zijn rhib de zee op gaat, tussen de orca’s dobbert, die plekken weet waar baby zeehondjes proberen om aan boord van zijn rhib te klimmen en nog nooit in de grote stad is geweest. Met zoveel pure eenvoud om je heen is het dan belangrijk dat je weet hoe groot de wereld is? ?

De mooie dame Ruby

Na een regenachtige vrijdag, waarop we de camper opruimen en de tas met kleding voor de cruise verzamelen, is het zaterdagochtend tegen de weersverwachting in zonnig weer. We moeten ons om 13.00 uur bij de cruiseterminal melden, de dame van de Princess Line was namelijk niet overtuigd dat onze papieren in orde waren en die kunnen hier gecheckt worden. In het ergste geval kan men ons zelfs weigeren. ? Volgens Sam, de dame van het reisbureau, is dit allemaal bangmakerij.

Voordat ik ga douchen controleer ik de vuilwatertank: die zit helemaal vol. ? Ik hoor wel eens: hebben jullie nooit woorden of ruzie want wat je schrijft is allemaal zo leuk maar wie zet er neer; ‘Net knallende ruzie gehad met mijn vent?’ ? Nou deze morgen is er echt zo één want ondanks de vuilwatertank blijft mijn lover een spelletje candy crush spelen. ? De zaterdag begint dus met een woordenwisseling over hoe deze ineens zo vol kan zijn, de laatste dingen inpakken en een rugtas die zoek is….? Uiteindelijk valt het allemaal mee en rond 10.00 uur rijden we, met een begraven strijdbijl, de campground af op weg naar de stalling. Daar zetten we de hut neer en na controle lopen we met onze spullen naar de bushalte. Die is van de week al door mijn lover gespot (ik zat bij de kapster) toen hij deze stalling vond. Op mijn vraag of hij de bustijden had gecheckt was zijn antwoord; ‘Niet echt, dat zien we zaterdag toch!’
We hebben eigenlijk best veel bagage: een grote zware tas (gelukkig met wieltjes), twee rugzakken, een soort bigshopper, mijn handtas en de tas met een telelens.
Bij de bushalte bekijkt mijn lover het tijdschema en dan komt het; ‘Oh, volgens dit schema gaat de bus alleen maar maandag t/m vrijdag.’ ? Ik zucht en kan zeggen ‘Had het van de week gecheckt!’ maar dat lost nu niets op. Hij rent een nabijgelegen benzinestation in en komt met prima nieuws naar buiten; ‘Het volgende station is vijf blokken verder. Nou, dan heb jij gelijk je zin want ik moet meer bewegen van je dus let’s go!’ We zeulen de spullen naar de volgende bushalte en eerlijk is eerlijk, hij keek wel uit naar een taxi maar helaas er kwam er geen. In mijn hoofd kwam wel weer dat zinnetje ‘Hebben jullie nooit ruzie?’ ? Het busstation waar we terecht komen is groot en er is een rechtstreekse bus naar Seattle down town.

Bij station Westlake schieten we een taxi in die ons naar de cruiseterminal brengt. Daar is het erg druk want niet alleen de Ruby Princess ligt er maar ook de Eurodam van de Holland America Line (HAL).

Na vijf keer een cruise met de HAL te hebben gemaakt voelt het vreemd aan om met een andere maatschappij te gaan. De check-in gaat super snel.

Daar kunnen andere havens, inclusief mijn eigen Rotterdam, nog veel van leren. We ondervinden totaal geen problemen met onze papieren en binnen twintig minuten lopen we de gangway van het schip op!

Het is groot, niet echt overzichtelijk en zoals altijd bij aanvang een chaos bij de liften. Wij hebben één van de laatste hutten kunnen boeken op de achtste etage met beperkt uitzicht. En we hebben geluk: een beetje uitzicht en een reddingsboot voor onze neus.

Mocht er iets gebeuren dan zijn we nog sneller dan de Italiaan Schettino! ? Het ziet er verder prima uit en onze ‘Tippiwan’ komt kennismaken. Natuurlijk heet hij niet echt zo maar dit grapje is ontstaan toen deze Cheryl voor het eerst ging cruisen. Hij heet Kleonard Austria, komt uit de Filipijnen en gaat deze week voor ons zorgen. Even een kleine uitleg over deze hardwerkende jongen: hij is rond de 35 jaar, getrouwd en heeft een zoontje. Tien maanden achter elkaar werkt hij veertien uur per dag zonder vrij te zijn op de Ruby. Zijn werk bestaat uit het twee keer per dag schoonmaken van twintig hutten en van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat is hij, altijd vrolijk en met een goed humeur, te bereiken. In de havens heeft ie af en toe een paar uur vrij en kan van boord, zoekt dan een openstaande wifiverbinding en heeft contact met zijn familie.

Dit is zijn laatste week en zaterdag gaat hij voor drie maanden (onbetaald!) verlof naar zijn geboorteland. Vliegticket en eventueel hotel (bij een niet aansluitende vlucht) krijgt hij van de maatschappij. En nu zullen er lezers zijn die denken: ‘Nou hij zal er ook wel naar verdienen….’ ? Niet dus! Iedere passagier betaald per dag aan boord een soort tax, housekeepingfee, van ongeveer vijftien dollar. Tijdens onze reis zijn er 3500 passagiers: 3500 x 15,00 dollar per dag. Dit wordt onder het gehele personeel verdeeld. Dus ook de kapitein, stuurmannen en verdere ‘strepen’ die wel hun salaris betaald krijgen. De verdiensten van Kleonard zijn deze inkomsten en zijn fooien….Voor ons blijft het een moderne slavernij maar hij is happy. ?
Eerst maar eens het schip verkennen, er zijn een aantal zwembaden, restaurants, casino, theater, bars en een nachtclub.

Rond 17.00 uur varen we, onder het genot van een drankje en live muziek, de haven van Seattle uit.

Na de luxe om weer eens lang onder de douche te staan gaan we op zoek naar een restaurant. De keuze voor het diner is: het buffetrestaurant, restaurants tegen een betaling of die waar je kan kiezen voor een ‘vaste zitting’ (vaste tijd en vaste tafel) of de ‘open zitting’ (geen tijd en keuze beschikbare tafel). Wij vinden het leuk om met anderen in contact te komen dus kiezen de laatste optie en dan ook ’to share’ wat betekent dat je met meerdere mensen (maximaal 10) aan tafel komt te zitten. We treffen een leuk gezelschap waaronder een echtpaar uit Australië.

Zij reizen drie maanden met een huurcamper door Amerika. In Seattle kregen zij net als wij het idee om een cruise naar Alaska te maken. Helaas hebben zij zich wel af laten schrikken door het boekingspersoneel van de Princess Line en uiteindelijk toch in hun eigen land geboekt tegen de betaling van 2000,00 dollar per persoon voor een binnenhut! Ons bedrag was 750,00 dollar (600,00 euro) per persoon voor een buitenhut….?
Na het diner wagen we een gokje in het casino….what else? ? Er zit een Indonesiër achter zo’n bulldozer met muntjes te proberen om een pakje van vijftig één dollar biljetten, dat op de munten ligt, naar beneden te bulldozeren. Hij wil maar niet begrijpen dat de helft van het pakje klem zit en hij het er nooit uit krijgt. Als er al driehonderd (!) dollar is in gegaan gaan we maar weg. Hij speelt vrolijk verder….

De volgende dag vaart Ruby over de Pacific naar Juneau waar we maandag rond elf uur ‘s-morgens aan land zullen gaan. Met een kalme zee en vrije lage temperatuur is het fris aan boord en in tegenstelling tot de schepen van de HAL is geen van de zwembaden overdekt. Iedere dag krijg je een programma wat er allemaal te doen is. En op zeedagen, zoals vandaag, zijn ook de winkeltjes en het casino open. Als je je verveelt dan ligt het echt aan jezelf!

Tussendoor moet je dan ook tijd vinden om te eten en te drinken. ? Wij gaan ‘s-middags naar het theater waar een voorlichting ‘wat te doen in Alaska’ is en verzamelen leuke tips. Vannacht zijn we een tijdsgrens gepasseerd, de klok is één uur terug gegaan en iedereen heeft gisteravond op zijn/haar bedje een reminder van de tippi’s gekregen. Als de presentator net is gestart schiet er voor ons een arm met opgestoken vinger in de lucht en een vrouw roept hard; ‘Het is toch half twee waarom is dit niet de show met de gitaarmuziek?’ Het blijkt dat zij haar klokje nog niet heeft teruggezet….Uurtje wachten nog. ? ‘s-Avonds is het formele avond, wat we van de HAL gewend zijn is dit altijd ‘op chic’ en worden mannen zonder colbertje in het restaurant geweigerd. Mijn lover hijst zich in zijn nieuwe jasje en terwijl ik aan mijn avondjurken thuis in de kast denk, trek ik op zijn verzoek ‘Dit vind ik echt je mooiste jurk!’ mijn Vegas trouwjurk aan….wel met mijn nieuwe hakken. ?

Het diner is vandaag ook wat luxer: crab legs.

De Princess Line hanteert andere normen tijdens de formele avond en laat ook mensen in poloshirt toe….Het is vreemd en we missen de stijve houding van de HAL die maakt dat deze avonden echt sfeervol zijn. ? De volgende morgen varen we om 06.00 uur de Stephens passage in. Deze doorvaart duurt twee uur en staat aangegeven als zeer mooi met kans op het zien van wildlife. Kleumend staan we aan dek in de harde koude wind en na anderhalf uur geven we het op: niet veel gezien en versteend!

Juneau verwelkomt ons met regen. Het is druk in de haven want er liggen nog drie cruiseschepen (met zijn vieren zijn we goed voor ruim 10.000 mensen) en op de wal staan de ‘excursie-ronselaars’ al te wachten.

Aan boord boeken we bijna nooit een excursie omdat ze daar de hoofdprijs vragen. Bijvoorbeeld: Mendenhall Glacier en gardens voor 110,00 dollar. Alpine zipline voor 200,00 dollar en het dog sled camp voor 160,00. ? (De sledehonden waar ik graag naar toe zou willen maar niet voor zo’n bedrag!) Ervaring leert dat er op de kade genoeg te krijgen is en al snel zitten we in een bus met gids (55,00 dollar) die ons naar de Mendenhall Glacier brengt. Daar maken we een wandeling langs de oevers van het gelijknamige meer waarin de ijsschotsen drijven en genieten van de indrukwekkende natuur.

Bovenstaand bord is trouwens speciaal voor de Aziatische gasten….

Helaas zien we geen (levende) beren. Terug in het centrum gaan we op zoek naar een zaak om iets te drinken.

Bij de Red Dog Saloon staat een wachtrij buiten. ?

We zijn nieuwsgierig en sluiten aan, al snel hebben we een plek en het is inderdaad erg leuk. Vroeger was het een ‘hoerenkast’ en nu een gezellig eetcafé met zaagsel op de vloer waar een oudere vent piano speelt en daarbij liedjes met schunnige teksten zingt.

Later als we nog een stuk langs de kade wandelen en Roel een foto van mij maakt springt ineens deze deugniet uit het water. ? Free Willy gaf op Facebook heel wat leuke reacties….

dan spot ik nog een Free Willy

maar toch net iets anders. ?

Het diner aan boord begint wat haperend want we komen aan een tafel waar al zes oudere mensen zitten. Lang verhaal maar kort maken: we gaan zitten, bestuderen de kaart en zeggen dan tegen de kelner; ‘Sorry, maar wij hebben ons vergist en komen er net achter dat we in het verkeerde restaurant zitten, bye, bye!’ Wat een rampzalig gezelschap was dat, ze keken ons nors aan, stelden zich niet voor en zeiden amper gedag. ‘Nou bij die twee doden en vier half doden zijn we ontsnapt!’ lacht mijn lover en we lopen naar het volgende restaurant. Daar vragen we of we met wat jongere mensen kunnen zitten en we hebben nu wel geluk. De nationaliteit aan boord is overwegend Amerikaans gevolgd door China, Canada, Australië en wij twee Nederlanders. ?

Onze volgende haven is Skagway en na het ontbijt

(‘Sorry dokter Spierenburg’ zegt Roel, 1x in een week mag toch wel ?) lopen we door het centrum op zoek naar een excursie.

Met deze sneeuwschuivers maken ze ‘s-winters de rails schoon.

We hebben alle tijd want ook hier vertrekt Ruby pas later op de avond. Skagway is bekend om de Klondike summit (ook wel de White pass genoemd). Deze weg gaat hoog de bergen in en geeft indrukken hoe zwaar het vroeger ten tijde van de goudzoekers moet zijn geweest. Al snel hebben we iets gevonden: met een busje en gids, via een Goldrush begraafplaats, omhoog de White pass op. Het stadje heeft ongeveer 1040 inwoners, is erg leuk, erg toeristisch en met ongeveer nog 10.000 medetoeristen (we liggen weer met vier schepen) ook erg druk! ? Als mijn lover een foto staat te maken van het centrum zie ik ineens bij een winkel, waar je excursies kan boeken, een sledehond naast een boom liggen. Ik loop er heen en het diertje kijkt me aan, ‘You can touch him if you want!’ zegt een aardige vent die uit het kantoor komt lopen.

Heb ik even geluk, toch een sledehond! Hij is pas vier jaar en al met pensioen want hij was te zwak voor het harde werken. Nu heeft Max (zo heet ie) een goed leven als ‘huishond’. ? Na de lunch aan boord lopen we terug voor de excursie. Onze gids Bob is een oude baas die alleen ‘s-zomers in Alaska woont.

Hij weet geweldig veel van de natuur en vertelt dit boeiend. Bovenop de pas ligt de grens tussen Alaska en Canada. In 1898 werd er goud gevonden in de Klondike streek in Canada. Dat haalde de voorpagina’s van de kranten in San Francisco en andere grote steden en binnen een paar dagen waren er 100.000 avonturiers en werkloze mannen en vrouwen onderweg. Zij gingen per schip naar Skagway en daar moesten ze de grens over. Er was nog geen weg en de Canadese regering verplichtte iedereen voor een jaar voedsel en nog veel andere benodigdheden mee te nemen: totaal gewicht 1000 kilo. Niet iedereen kon paarden of ezels betalen en dat betekende soms dat men het vijfenvijftig kilometer lange traject tot aan de Yukon River, waar men met zelfgemaakte bootjes verder kon, soms wel veertig keer met porties moest afleggen. In de hoop dat intussen je andere onbewaakte spullen niet gejat werden. Probleem: er zat een hele steile pas tussen, de Chilkoot pas, eerder een trap in de sneeuw. Bovenaan was de grens en daar controleerden de Canadese grenswachten en stuurden iedereen met te weinig eten zonder pardon terug.

Slechts dertigduizend mensen haalden het, vierduizend vonden goud en vijfentwintig werden rijk. Naast de toenmalige trail lopen nu een weg en een spoorlijn naar de top van de bergrug. Met halverwege nog een Amerikaanse grenspost. Hun Canadese collega’s zitten nu 18 kilometer verder. Er tussen: wonderbaarlijk niemandsland.

De tentoonstelling die we vanmorgen bezochten sluit goed aan bij deze excursie en als we ook nog een beer langs de kant van de weg zien lopen dan kan de dag niet meer stuk! Hoewel, we hebben hem niet helemaal gezien.

Het kerkhof is bijzonder: er liggen veel goudzoekers, het was een hard bestaan en de meesten overleden nog voor hun veertigste. ?

Over sommigen, zoals Soapy Smith, een beroepsoplichter, heeft de gids grappige verhalen.

Het zonnetje is intussen goed gaan schijnen. De drukte in het dorp wordt nog groter als de treinen terugkomen die voor 155,00 dollar per persoon (excursie geboekt aan boord!) dezelfde tocht hebben afgelegd als wij maar dan over het spoor.

De ijsverkopers doen goede zaken.

Na het diner maken we in de kou buiten nog een rondje over het dek. Het is hier in Alaska heel lang licht en we varen door een smalle doorvaart met aan weerszijden land met ontelbare bossen. Mijn lover heeft zoals zo vaak zijn kleine camera bij zich en maakt foto’s. Als we naar binnen gaan omdat we het koud krijgen wijst ie op zijn camera, ‘Ik ga deze toch even naar de hut brengen, dan zal je zien dat er straks iets gebeurd en ik geen camera heb.’ ? Maar wat kan er gebeuren op ons vertrouwde rondje: cocktail in de pianobar

en een gokje in het casino. Net voordat we bij de laatste binnen stappen merkt hij op; ‘Even snel nog buiten kijken want ik ben benieuwd of het nu al donkerder is!’ (Voor een indruk; sunrise: 03.45 uur en sunset: 22.20 uur)
Hij schiet naar buiten en natuurlijk ga ik er volgzaam achteraan….? Daar staan wat mensen naar het water te kijken en een kerel roept verschrikt; ‘OMG, what’s that?!?’ Even denk ik dat er iemand overboord is gevallen maar dan zien we het. Het is een moose (soort eland) die hier het smalle gedeelte van het water overzwemt. Het dier zwemt steady door, haalt de overkant en daar staat mijn lover balend zonder camera! ?
Woensdag is thé day, één van de highlights van de cruise: Glacier Bay! Een Nationaal park met in totaal zestien gletsjers waarvan er twaalf spectaculaire formaties van ijs en ijsbergen afzetten in de baai. Het kan alleen door de lucht of over water bereikt worden. Per dag mogen maar maximaal twee cruiseschepen hierin varen. De Ruby heeft vandaag een vaardag met een druk programma. Om 06.00 uur varen we al de Barlett Cove in en komen er rangers aan boord die ons informatie gaan geven over de gletsjers: Margerie Glacier, de Lamplugh Glacier en de Muir Glacier die waarschijnlijk het bekendst is met een lengte van drie kilometer en een hoogte van tachtig meter. Ook varen we door Icy Strait, een prima water voor walvissen! We staan dus weer vroeg aan dek om wildlife te spotten.

Maar helaas geen orca’s die we zo graag willen zien. Het is gelukkig niet zo koud (10 graden) en weinig wind. Bij de gletsjers dobbert het schip een tijdje, draait dan zodat iedereen aan boord een prima zicht heeft en vaart weer verder.

Laten we voorop stellen dat het heel indrukwekkend is maar: na het zien van de gletsjers in Chili/Argentinië valt het ons wat tegen. ? In het water zien we veel zeehonden en zeeotters, die leuke capriolen uithalen en over elkaar buitelen. Zo snel dat de camera ze niet kan volgen! En er zit heel mooi een eagle op een ijsschots.

Als we wegvaren komt de HAL aan.

‘s-Middags glip ik even snel naar binnen voor de wc. Ik hoor een vrouwenstem enthousiast door een microfoon praten. Verderop in de gang is de Fusion bar en daar komt het lawaai vandaan. ? Ik loop er heen en wat schets mijn verbazing: op thé day van de cruise, tijdens de highlights, zit een donkere zaal vol met mensen die naar een dekbedden verkoop kijken! Ik roep mijn lover, die mij natuurlijk niet gelooft, WTF het is ook niet te geloven!

Roel krijgt ook nog even zijn Ansell Adams momentje.

Het zijn vermoeiende dagen aan boord want in de volgende haven, Ketchikan, meren we al om 07.00 uur aan. Vroeg opstaan dus weer want om 13.00 uur vaart Ruby hier weg. In de haven liggen we nu met totaal vijf cruiseschepen! Zeker 12.000 mensen worden in korte tijd over het stadje uitgebraakt en op de kade krioelt het allemaal door elkaar.

De mens is een kuddedier en dat bewijst zich hier nog eens. Gaat er één lopen dan lopen ze allemaal om soms tot de conclusie te komen dat ze bij de verkeerde groep zijn aangesloten. ? Zoals altijd staan hier ook weer allemaal kraampjes met excursies en een vriendelijke kerel spreekt ons aan. We kunnen met een ‘wildlife’ tour mee, garanties om beren en adelaars te zien en ook nog Totem State park bezoeken. Ik zelf had liever naar de Alaskan Lumberjack show gegaan. Aan boord, tijdens de voorlichting over Alaska, werd namelijk een filmpje over deze stoere houthakkers vertoond die zulk zwaar werk doen dat ze daar zelfs geen shirt bij aan kunnen hebben. Het had direct mijn interesse want hoeveel houtsoorten zijn er eigenlijk….? Maar mijn lover lijkt als door een wesp geprikt als hij het woord beren hoort en voordat ik met mijn ogen knipper zijn de kaarten gekocht en zitten we in een busje. ‘Eigenlijk had ik liever naar de houthakkers gegaan.’ zeg ik tegen hem.
Hij kijkt me aan en vraagt verwonderd; ‘Wat moet je daar nou, beetje kijken naar een boom die door midden wordt gezaagd?!’ ? We rijden het dorp uit en bingo: een beer!

Op veilige afstand mogen we allemaal het busje uit en in de verte scharrelt het dier. Een paar tellen later een aantal adelaars in bomen, Wow, die witkop adelaars, het nationale symbool van Amerika, zijn wel erg groot!

Ik zie mijn lover stralen en ach, daar kan dan toch geen stoere houthakker tegenop….? Terug in het stadje sluiten we aan in de polonaise die door het centrum loopt. We schuifelen door het ‘Redlight District’, Creek street, waar ooit Thelma Dolly Copeland beroemd werd als Dolly met haar huis van plezier. ‘Waar mannen en zalmen de rivier omhoog komen om hun zaad te lozen’ zegt het bord aan de zijkant.

Zij werd geboren in 1888 in Idaho en na een ongelukkige jeugd kwam ze op haar achttiende in Ketchikan terecht waar ze al snel in de gaten had dat zij zich liggende goed staande kon houden! Tegenwoordig is haar huis een klein museum waar de over het algemeen preutse Amerikanen giechelend bij op de foto gaan. Verder langs de winkeltjes die extreem dure prijzen hanteren. Maar geef ze eens ongelijk: het seizoen duurt hier slechts vijf maanden en iedere week komen er van dinsdag tot en met vrijdag minimaal vier cruiseschepen per dag: ping, ping, kassa. Het dorp is trouwens ook bekend om haar grootste verzameling totempalen ter wereld.

Terug aan boord gaan we op het achterdek lunchen, de lucht is helemaal opengetrokken en het zonnetje doet zijn best. ‘Zullen we boven nog een rondje lopen als we uitvaren?’ vraag ik mijn lover. Het uitzicht is mooi.

Dan gaan we op naar de vijftiende verdieping en zien nog twee cruiseschepen zich klaarmaken voor vertrek. We zijn los en langzaam vaart Ruby van de kade weg. ‘Wat zijn we groot vergeleken met de schepen van de HAL!’ zeg ik tegen mijn fotograferende lover.

Een man spreekt ons aan; ‘Did you see that, orca’s! I think there are five!!’ ? En dat is dan weer zo’n verschil tussen mijn lover en mij: hij is gelijk enthousiast terwijl ik denk; ‘Natuurlijk man, vijf orca’s in de haven, koekoek!’ We staren over de reling in de richting die de kerel aanwijst en het is waar!

Ze komen iets boven, halen adem en het water blaast omhoog terwijl de zwart/witte lijven in het water glinsteren en onder zijn ze weer. ‘Waar zijn ze, waar zijn ze?’ roept mijn lover opgewonden. Ik zie ze niet meer maar er vaart nog een klein bootje en daarop zit iedereen ook te kijken. ‘Hou het bootje in de gaten volgens mij hebben die ze in de peiling.’ roep ik terug. Inderdaad het bootje dobbert vlakbij de plek waar ze weer boven komen. Super mooi is dit en van opwinding roep ik; ‘Joehoe, joehoe!’ en spring in het rond. Mensen die nietsvermoedend voorbij lopen kijken vreemd naar ons. ‘Look at the water, orca’s!’ En je ziet de mensen denken: ‘Natuurlijk, die zijn gek!’ Een enkeling gaat ook kijken maar er zijn er ook die voorbij lopen. ?
‘Naar beneden, naar beneden, we gaan naar zeven dan zitten we dichter bij het water!’ roept mijn lover en zoals ie het roept lijkt het alsof we op de zinkende Titanic zitten. Voor ik kan antwoorden is hij al op weg naar de liften. Op zeven sprinten we uit de lift in het voorbij gaan tegen mensen roepen dat er orca’s in het water zwemmen. Nee, ik herhaal het niet maar je ziet mensen denken. ? Buiten gekomen hangt een stelletje tegen de reling, op onze opgewonden vraag of ze de orca’s hebben gezien antwoorden ze heel rustig; ‘Yes, we did.’ ? Dit is toch heel bijzonder en we speuren neurotisch het water af. Het stelletje bekijkt ons van een afstand….Ineens zie ik ze weer, water blaast omhoog en ik tel: het zijn er vijf!

‘Daar, daar, daar!!!’ roep ik hard tegen mijn lover, die zijn telelens in de aanslag heeft en klik, klik, klik doet de camera. ‘Hoorde je hoe ze deden toen ze boven water kwamen, pffft, pffft, pffft zo’n geluid!’ gil ik uitgelaten. Inmiddels zijn er meer mensen gekomen en zijn we gelukkig niet de enige meer die ons vreemd gedragen. Sommigen gaan klappen, anderen slaan de armen om elkaar of gaan juichen. Nu horen we ook de stem van de kapitein het nieuws omroepen en het schip mindert vaart. De orca’s blijven echter achter en als we ze niet meer kunnen zien dan gaan we naar binnen. En ook nu weer verbazend: er zijn gewoon mensen die niet naar buiten zijn gekomen en bij de bingo zitten! ? ‘s-Avonds is het weer formele avond en als we staan te wachten voor een tafel kijken we om ons heen. Het is wederom bedroevend lachwekkend, er is zelfs een koppel met rugtassen!

‘Ga dan lekker in het buffetrestaurant eten.’ zegt mijn lover. Ik ben het met hem eens en misschien in deze wel overdreven maar formeel is formeel en anders doe je niet mee want het is niet verplicht om in de ‘formele restaurants’ te eten. ? Als ze gewoon toegelaten worden in het restaurant zijn we vol verbazing. ‘Dit had bij de HAL toch niet gebeurd!’ mopper ik. Dan zijn wij aan de beurt, ‘Two to share?’ vraagt de kelner en loopt met ons het restaurant in en ineens ben ik er zo klaar mee en zeg in mijn beste Engels heel zoetsappig maar vastberaden; ‘Oh meneer, wacht even we willen alleen maar aan een tafel zitten met people who are well dressed en niet met een backpack.’ ?? Hij kijkt ons aan en na een kleine discussie komen we aan een tafel voor twee te zitten. En dat ben ik, ik kan er dan nog zo lekker over napraten. ? ‘Stop nu maar, het is niet anders en je moet niet vergelijken.’ zegt mijn lover. Als we later in de pianobar een drankje doen en hij mee neuriet met ‘You’ll never find another love like mine’ van Lou Rawls kijk ik naar hem en denk; ‘Okay, je moet niet altijd vergelijken maar: every love story is beautiful but ours is my favorite.’ ❤

Vrijdag vaart Ruby ons naar Victoria op Vancouver Island waar we pas rond 19.00 uur aan zullen meren dus een easy dag op zee met een zonnetje dat er zin in heeft!

Ik speel eeecht niet vaak in het casino maar wie schetst mijn verbazing als er ‘s-morgens een persoonlijke brief in het postvakje van de hut ligt met een aanbieding van 75,00 dollar goktegoed bij een volgende cruise.?

De kade in Victoria ligt buiten het centrum. Ook hier weer een drukte met nog twee cruiseschepen. Als we naar het centrum lopen lijkt het wel de vierdaagse in Nijmegen! ?

Het is koud en aangezien wij hier volgende week met de camper toch weer komen houden we het na een kort rondje centrum voor gezien en springen in een taxi. Aan boord doen we boven in de nachtclub nog maar een drankje want het casino is helaas gesloten als we in de haven liggen. Rond middernacht vaart Ruby richting Seattle waar onze cruise er morgen op zit.
Het was een super mooie maar vermoeiende route naar Alaska en de Ruby Princess een pracht schip met een lieve Kleonard die ons verraste met een hele grote zak chocolaatjes op het bed.

Morgen lekker weer terug naar het campergevoel. ?

Sleepless in Seattle

Vanuit Gig Harbor rijden we zondagmorgen naar Seattle. Onze ervaring leert dat het in een grote stad lastig is om een parkeerplaats voor de hut te vinden, laat staan een campground. Via de Amerika site hebben we een tip gekregen: de KOA camping in Kent, net buiten Seattle en een bushalte voor de deur.

We arriveren er rond twaalf en besluiten: vandaag doen we niet veel want de komende dagen worden druk genoeg in de stad. De volgende dag stappen we in de bus van 09.30 uur en na een redelijk korte rit nemen we bij SeaTac Airport de lightrail (metro) naar het centrum.

Prima verbinding en binnen een klein uur zijn we middenin de Seattle. ? Heel raar als de lightrail die eerst als trein op een viaduct rijdt, vervolgens als tram door een voorstad rijdt en uiteindelijk bij Seattle in een metrotunnel komt waar ook bussen rijden. Alles door elkaar.

We komen boven bij Westlake en via warenhuis Nordstrom, even een quick look op de schoenen ?, gaan we naar de straatkant. ‘Eerst een koffie!’ roep ik als ik een Starbucks zie en steek de vrijwel lege straat over. Een auto gaat op zijn rem en de bestuurder zwaait (althans dat denk ik) echter de volgende auto rijdt gewoon door en maakt ook wat gebaren….? Als we over zijn gestoken zien we pas het stoplicht en ja, dat is hetzelfde als in Nederland: bij rood stop je! ? We moeten vreselijk lachen om onze eigen dommigheid, ‘We zijn de grote stad ontwend!’ lacht mijn lover. Na de koffie/thee gaan we naar Pike Place Fish Market. Roel is eerder hier geweest en heeft hele verhalen over deze markt waar de verkopers een act opvoeren met vis gooien. Het is een super leuk schouwspel wat ze ervan maken. Er wordt een vis gekocht, dat wordt rond geroepen, de vis wordt gepakt en naar de inpakkers/kassa gegooid en wanneer er betaald is roepen ze in koor; ‘The fish is paid!’ Natuurlijk is het een verkoopact maar genieten! ?

Roel zijn mopje: Er zijn twee dingen die ruiken naar vis. Eén ervan is vis….?

Verder is de markt zoals ik ze graag zie: rommelig met leuke, maar veel te dure, kramen en eetzaakjes. Zoals een pond druiven voor bijna 9 dollar….

We zien veel groepen mensen lopen met een stickertje met een schip op hun kleding. Die zijn vast met een cruise en nu aan wal voor een excursie. Benieuwd welk cruiseschip er ligt lopen we naar een uitzichtpunt op de haven en zien de Holland America Line liggen. ‘Die gaat zeker naar Alaska, je zou er toch maar een cruise naar maken!’ zegt mijn lover. Beneden de markt is een steegje bekend om zijn ‘kauwgomwanden’. Jakkes, wat is dit vies! ? Dit moet wel een hele gekke selfie opleveren!

We vertrokken vanmorgen met kou en regen maar ineens verschijnt de zon. In een soort snackbar kopen we een broodje zalmvisburger (de specialiteit van hier) en eten dit aan de waterkant op. Meeuwen vliegen boven de mensenhoofden en sommige hebben waarschijnlijk al eens een voltreffer gehad. ?

De regenjassen verdwijnen in de tassen en nu het toch mooi weer is geworden gaan we naar het symbool van Seattle: the Space Needle. Geplaatst in 1962 ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling. Hij is 184 meter hoog en dus net een meter korter als de Euromast in Rotterdam. Om er te komen wandelen we door de stad en voor het laatste gedeelte pakken we de monorail. We kopen een combiticket voor dag en avond zodat we vanavond nog een keer omhoog kunnen om de verlichte stad te bewonderen.

De toren is in renovatie en er wordt hard gewerkt aan een glazen wand, gedeeltelijk glazen vloer en draaiend restaurant. Door de verbouwing is het platform gedeeltelijk dicht maar het uitzicht is er niet minder om.

Mijn lover wil the Needle vanaf een hoger gelegen gedeelte fotograferen en na wat puzzelen op internet heeft hij het gevonden: op een heuvel ligt het Kerry Park. Het is een stuk uit het centrum dus we nemen de bus en bewonderen het mooie uitzicht.

‘Nu terug naar de waterkant!’ roept ie maar hij kan me wat en ik zucht; ‘Eerst wat drinken en zitten want mijn voeten hebben er even genoeg van!’ ? Ik ken hem een beetje, hij gunt zichzelf geen rust en blijft gaan. ‘Ok, nu je het zegt merk ik ook dat ik dorst heb!’ zegt ie. ? Na de pauze opnieuw de bus en naar de Fish Market. Het is inmiddels rond 18.00 uur en helaas de meeste kramen zijn aan het opruimen of al dicht. .

Hier zit de oudste en eerste Starbucks van Amerika, anno 1971.

We wandelen door naar de waterkant waar de ferry’s naar Bremerton en Bainbridge vertrekken.

De skyline wordt hier gedomineerd door een twee verdiepingen hoge snelweg: The Alaskan Highway.

Er zitten ook allerlei leuke restaurants en bij één ervan eten we een lekker vissie. Rond 20.30 uur willen we terug zijn bij the Space Needle zodat mijn lover aan de slag kan met zijn camera. Het is best een stuk lopen en als we een taxi zien dan zijn we snel klaar: instappen maar! Bij avond is het uitzicht nog mooier met al die lichtjes en hij leeft zich uit: het resultaat mag er zijn. ?

Boven op het platform loopt een knul met zijn telefoon en microfoon. Hij hoort me praten, vertelt dat hij een  vlogger is en vraagt waar ik vandaan kom. In de microfoon doet ie uitgebreid heel populair verslag van alles. Dan komt de vraag over drugs want in Nederland mag dat toch! Dus iedereen doet het en waarom wij dan niet? Als hij wegloopt hikt mijn lover lachend; ‘Die heeft drie volgers: zijn moeder, zijn zus en zijn psychiater! ?

Het is inmiddels twee uur later en tijd om terug te gaan. Om bij de metro te komen moeten we een stuk door het centrum. Ook Seattle heeft een heel hoog gehalte zwervers/daklozen, veel leven in tentjes middenin de stad langs de snelweg. Ik heb er naar geïnformeerd en deze mensen kunnen gewoon hulp (onderdak en uitkering) krijgen maar willen dat niet omdat ze zich dan aan de regels moeten houden en geen alcohol en drugs mogen gebruiken. De camera’s gaan in ieder geval allemaal in de rugzak: dat voelt toch iets prettiger. ? Als we bij SeaTac Airport op de bus staan te wachten stopt er een auto en een schaars geklede ‘dame’ stapt uit en gaat bij de bushalte zitten wachten: op een volgende klant of de bus. ? Ik kan daar zo lacherig van worden want daar staan wij: braaf in onze regenjassen, stevige stappers en rugzak op de rug. De dame zegt kattig tegen mijn handsome; ‘Heb je nog nooit een vrouw gezien?’ en gaat vervolgens uitgebreid haar make-up bijwerken. Als we in de bus zitten merkt hij op; ‘Had zij nou een blauw oog?’ Grinnikend antwoord ik; ‘Nee lieverd, dat was haar oogschaduw!’ ? Na middernacht komen we versleten op de campground waar iedereen al in diepe rust is. We doen nog een wijntje en sturen een mailtje naar Panta reisbureau in Rotterdam. ? Ons plan: thuis hebben we al eens in de reisboeken gesnuffeld voor een cruise Alaska en na het zien van het schip vandaag zijn we toch weer nieuwsgierig geworden want varen door de Glacier Bay en de Inside passage lijkt ons waanzinnig. Wat mij ineens doet denken aan onze Zuid Amerika cruise: het weer was goed en ’s avonds riep de kapitein een aantal keer om; ‘Als de weercondities zo blijven dan hebben we geluk en varen morgenochtend vroeg rond 05.00 uur om Kaap Hoorn!’ Heel bijzonder en naast de Falklandeilanden het hoogtepunt van deze cruise. Wekkertje gezet en daar stonden we heel vroeg te genieten van al het moois! ?
Rond 09.00 uur zitten we te ontbijten en een Duits echtpaar naast ons vraagt; ‘Weten jullie hoe laat we bij Kaap Hoorn komen….?’ ? Zo kan het gaan….
Maar terug naar de camper; na een kort nachtje lezen we het antwoord van het reisbureau. Ze willen graag een reis verkopen maar kunnen we niet beter in Amerika boeken: is dat niet veel goedkoper? Op internet zoeken we een reisbureau in de buurt, doen ook gelijk wat huiswerk en met onze informatie komen we bij deze vriendelijke dame terecht. Ons wensenlijstje is niet zo groot: vertrek aanstaand weekend vanuit Seattle of Vancouver, cruise Inside passage Alaska, 1 week en het liefst met de HAL. Roel laat zien wat we zelf gevonden hebben en Sam (zo heet ze) gaat aan de slag.

Ze ziet er niet alleen voortvarend en ervaren uit maar is het ook! Na wat puzzelen, adviseren en bellen is het haar na anderhalf uur gelukt. ? Het viel niet mee op zo’n kort termijn: de HAL had geen plaats meer dus Sam adviseerde de Princess line. Die had gelukkig nog enkele hutten vrij maar toen wilden we gaan boeken! De dame van de Princess line stuitte op een aantal bezwaren: hebben wij wel geldige papieren zoals een VISA (Amerika) en ETA (Canada) en een paspoort (Nederland), wat is ons adres in the States en hebben we een credit card…. ? Sam stond haar vriendelijk maar kordaat, met de van ons gekregen informatie, te woord met als resultaat: vertrek negen juni vanuit Seattle met de Ruby Princess voor één week Inside passage Alaska. ? En dan komt het verschil tussen mijn lover en mij of misschien wel tussen alle mannen en vrouwen. ? Want terwijl ik denk; ‘Ieuuuuw, ik moet dan nog naar de kapper, ligt er in de camper eigenlijk wel een koffer/tas om mee te nemen en we hebben helemaal niets bij ons voor de gala avond (avondjurk, colbertje en stropdas)….Zegt hij ontspannen; ‘Zo dan, lekker toch die cruise!’ ? Als we naar buiten lopen vraag ik hem; ‘Hebben wij die grote tas bij ons of is die ook bij Han gebleven?’ Mijn lover kijkt me aan alsof ik iets heel geks vraag en antwoord dan; ‘Nee, alles is bij Han achtergebleven, maar het kan toch gewoon in een plastic zak.’ ? Voor wie de serie familie Kruys (Linda de Mol) kent; mijn lover en ik worden wel eens vergeleken met het stel uit deze serie: Bette en Johan. ? En op momenten zoals deze snap ik dat helemaal! Naast het reisbureau zit een kapsalon en ik maak een afspraak voor de volgende dag. ‘Mooi, dan ga ik naar de garage voor de banden.’ zegt mijn lover. Ons plan om met de camper naar Alaska te gaan staat nog steeds en de banden moeten inmiddels worden vervangen. We hebben nu tot zaterdag ineens een paar ‘wachtdagen’. Terug op de camping informeren we of we de camper hier een week kunnen stallen. Zij vragen echter hetzelfde bedrag per dag als dat we erin zouden zitten! Dan maar op internet kijken of we voor minder geld een stalling kunnen vinden. ?De volgende morgen wordt ik bij de kapper afgezet en Roel gaat naar de garage. De banden zijn gisteren besteld en zodra ze vanmorgen binnenkomen worden ze gemonteerd. De kapsalon is van drie Vietnamese dames en één gaat aan de slag met mijn haar.

Ik schreef het al op Facebook: het was hilarisch. De kapster spreekt net zo goed Engels als ik en probeer dan maar uit de kleur te komen. Inmiddels is mijn haar door de zon ook allerlei tinten geworden dus….? Oh, wat mis ik Han, die weet zonder iets te zeggen wat ik bedoel! ? Ze trippelt achter me langs en haar behendige vingers gaan met een kleurstaal aan de gang en ze zegt; ‘Okay, I cover, I cover, it come ok! You hair I make nice!’ Ze gaat aan de slag en als ik vertel dat ik in Vietnam ben geweest roept ze dat tegen de andere kapsters. ‘You like, you,like?’ vragen ze opgewonden. Met zachte giechelende stemmetjes babbelen ze in het Vietnamees tegen elkaar. ‘We like you, you very thick hair, nice, nice.’ vertaalt de kapster en ondertussen gaan haar handen onverstoorbaar door. Ik weet totaal niet wat ze allemaal aan het doen is en zit overgeleverd in de stoel. De verf gaat erop en ik moet wachten, ‘You wait long, long time!’ zegt ze en gaat de volgende klant helpen. Ik neem maar een tijdschrift om te lezen en ineens hoor ik haar giechelend roepen; ‘You come for wife, I make pretty!’ Daar komt mijn lover de zaak in, hij lijkt een reus naast de bevallige kleine kapster, en vraagt; ‘Is het nog niet klaar?’ Nou leg dat maar eens uit want ik heb ook geen idee. ? De banden zijn nog niet binnen en hij komt even kijken. Naast de salon zit een AT&T (belwinkel) en daar hij vragen heeft over het internet in Canada gaat ie daar maar eens buurten. Mijn haar wordt uitgespoeld en de kapster gaat nu met folies aan de slag.

Het is een kunst hoe rap ze werkt! En dan moet er natuurlijk weer iets vreemds gebeuren….? Laat ik voorop stellen dat ik in mijn blog politiek, huidskleur, geloof, gewicht of sex geaardheid niet wil beoordelen of veroordelen: Er stappen twee gesluierde moslima’s de salon in. Met mij erbij zitten er drie vrouwen in de kappersstoel. ‘Can I help you?’ tsjilpt de Vietnamese kapster. De moslima’s willen weten of er een apart gedeelte is waar zij kunnen zitten. Het is even een taalbarrière tussen de drie maar dan begrijpt de kapster het en schudt nee: er is geen apart gedeelte. De moslima’s houden vol en willen toch achter zitten maar het kapstershoofdje blijft nee schudden. Na overleg vragen ze vervolgens of er ook mannen in de kapsalon komen. Dat kan de kapster niet beloven, ‘Come man and than woman, can be, can be, busy, busy. You want wait?’ Ze haalt de dames over en die gaan zitten wachten terwijl ze schuw om zich heen kijken. Als ik naar ze glimlach breekt het ijs een beetje, wat niet zo vreemd is want ik zie er vast lachwekkend uit met al die folies. ‘Come, come, I go wash, zegt de kapster, ik wordt wederom gespoeld bij de wastafel en dan hoor ik hem! Mijn lover komt weer binnen: 1.92 meter, Zweeds blond haar ? en vraagt met luide stem; ‘Hello, how is my wife doing?’ Als mijn haar uitgespoeld is en ik weer op mijn plekkie zit zijn de moslima’s verdwenen. De kapster giechelt er maar om; ‘They no man, no man want!’ ? Na drie uur ben ik eindelijk klaar en blij met het resultaat. Maar allemachtig ik heb nog nooit zo lang in een kapsalon gezeten.

Een stuk verderop zijn meer winkels en ik sleep mijn handsome mee voor een colbert. Hij laat het gedwee over zich heen komen, pakt een stropdas en zegt; ‘Dan ook maar deze echte want de denkbeeldige strop zit om mijn nek en wordt steeds door jou aangetrokken!’ ? Ik kan zoveel inzicht alleen maar waarderen! ? We kopen gelijk ook een ruime tas om de kleding mee aan boord te nemen. ‘Wat een toestand voor één week cruise!’ moppert mijn lover er vrolijk op los….’Nu zijn we toch zeker wel klaar?’ We rijden terug naar de ‘bandenboer’, daar zijn de banden inmiddels binnen en worden gemonteerd.

Nog twee dagen te gaan voor vertrek met de cruise! Donderdagmiddag gaan we terug naar Seattle: we hebben nog niet alles gezien, mijn lover wil ook avondfoto’s vanuit het Kerry Park maken en heeft een fotospeciaalzaak nodig. Op mijn schouder zit een denkbeeldig poppetje dat steeds roept; ‘Je hebt geen schoenen met hakken voor de cruise!’ ? Vanaf de campground eerst de bus en dan de metro, dit keer stappen we bij International District Chinatown uit.

We komen boven en er staat flink wat politie. ?

Zwervers en vreemde types lopen op straat, er staat een kerel tegen iedereen en alles te schreeuwen, een ander trapt een paar huurfietsen omver: not the kind of Chinatown we want! We lopen een paar blokken en gaan door (de concentratie van zwervers is echt heel hoog)

tot we bij station Pioneer Square komen. Hier start de Seattle Underground tour, een netwerk van ondergrondse gangen en kelders in het hart van Pioneer Square die op de begane grond lagen toen de stad halverwege de 19e eeuw werd gebouwd. Een meubelmaker veroorzaakte per ongeluk een brand en veel houten huizen gingen in vlammen op. De herbouw moest van steen zijn en ook hoger gelegen daar dit gedeelte van de stad bij vloed regelmatig onder water kwam te staan. Maar ja, vijf meter ophogen: hoe doe je dat? Men besloot in de heuvels grond met water te mengen, dat naar beneden in de straten te laten stromen en dan te laten opdrogen. Vijf meter, laag voor laag, het duurde tien jaar. De business moest natuurlijk die 10 jaar wel doorgaan en er ontstonden steegjes tussen de afscheidingsmuren die de modder scheidden van de fundamenten. Toen ze hun gebouwen reconstrueerden, wisten kooplieden en verhuurders dat de begane grond uiteindelijk ondergronds zou zijn en de volgende verdieping hoger zou de nieuwe begane grond zijn, dus er is weinig decoratie op de deuren en ramen van de originele begane grond, maar een uitgebreide decoratie op de nieuwe begane grond. Nadat de straten waren opgehoogd, raakten deze ruimtes in onbruik, maar zijn de afgelopen decennia een toeristische attractie geworden.

Na deze leuke en leerzame tour lopen we richting het winkelcentrum, we komen er niet echt uit en vragen aan een paar dames de weg. Eén of andere kerel gaat zich er mee bemoeien, hij woont hier en wil ons helpen: tegen betaling uiteraard! We bedanken hem vriendelijk en lopen door. Hij begint te schelden en maakt ons voor van alles uit, als we gewoon doorlopen alsof die niet bestaat, gaat ie steeds harder en lelijker schelden.
Maar het maakt mij niet uit want ik ben op een missie: schoenen scoren ?, alleen mijn lover weet dat nog niet, zijn doel is de fotospeciaalzaak. We komen voorbij warenhuis Macey’s en ik roep; ‘Stop, even snel naar binnen voor een quick scan bij de schoenen!’ Hij kijkt me aan en zegt zuchtend; ‘Dat meen je toch niet, Imelda Marcos?!’ Er staan gelukkig ‘vermoeide mannenbankjes’ en hij ploft neer, zijn telefoon erbij en een spelletje crushen: die is even zoet. ? Ik loop genietend langs de schoenen en zie heel veel beeldige en sommige ook nog in de aanbieding! Met een verzameling loop ik naar de verkoopster voor mijn maat om uiteindelijk met een stapel dozen bij mijn lover te gaan zitten. ‘Zo, is het gelukt, gaan dat ze worden?’ ? Ik kijk naar de dozen en denk; ‘Huh, dit is om te passen!’ De vriendelijke verkoopster helpt kiezen want aan mijn lover heb ik niet veel, ‘We gaan naar Alaska hoor wat moet je dan met hakken?’ vraagt ie verwonderd. ?

Nu snel op naar de fotozaak voordat die om 19.00 uur sluit. Als alles daar is gelukt nemen we de bus terug naar the Fish Market om te gaan eten. Een hond hebben is trouwens een behoorlijke klus, voor het uitlaten  moet je een eind de stad uit, of naar deze piepkleine honden-uitlaatveldjes.

‘Ik ben zo blij met mijn schoenen!’ zeg ik keer op keer tegen een niet begrijpende  lover. Ik wil mijn blijdschap met iemand delen maar Nederland slaapt dus in de bus maak ik een foto van mijn schoenen en stuur die naar Han met de vraag erbij; ‘Vind je ze niet geweldig voor de cruise?’ ? Ik weet hij houdt ook van bling bling dus wacht gespannen op zijn reactie en die volgt: ‘Ja leuk!! Maar had je niet beter kaplaarzen of snowboots kunnen nemen?’ ? In het restaurant hebben we nog net een tafeltje aan de raamkant. We kijken uit op de haven en hoe spannend is dit: zaterdag varen we hier weg!

Bij het naar buiten lopen valt ons oog op een smal bordje op de rand van de bar. ‘Hier zat Tom Hanks  in de film Sleepless in Seattle’.

Na het eten gaan we naar Kerry Park waar het inmiddels donker is. De camera van mijn lover klikt ontelbare keren en hij is helemaal happy.  Hij is fan van Grey’s Anatomy, de serie die zich hier afspeelt en altijd begint met mooie Seattle beelden.

Dan de bus terug naar Westlake om vandaar de metro te nemen tot het vliegveld. In de metro checken we het busschema naar de campground, als we geluk hebben halen we hem nog anders moeten we een uur wachten. ? We rennen uit de metro, over het perron, naar beneden, over een loopbrug en nog een klein stuk naar beneden…. Zien de bus staan maar net voordat we beneden zijn rijdt ie weg. ?
Het is inmiddels rond middernacht, de afstand tot de campground is zo’n zeven kilometer, niet echt een lekkere nachtwandeling dus we scoren maar een taxi. Vrijdag is klusdag: wassen, tas inpakken en camera’s verzamelen. Morgenochtend de camper naar de stalling brengen en rond 13.00 uur melden bij de cruiseterminal waar de Ruby Princess op ons wacht. ?

Verborgen parels….

Campground Beverly Beach is groot met veel plekken maar hoe rustig hebben we hier geslapen zonder generators! ?

Het belooft vandaag beter weer te worden en vanuit de camper zien we al vroege wandelaars op het strand. Ze hebben wel dikke jassen aan en sommigen zelfs een muts op. ? De korte broeken blijven in de kast en het gaat dus weer een lange broek worden. In verband met het drukke weekend (Memorial Day) zijn we wat voorzichtig met onze route. Het is is hier schitterend langs de kust en er zijn veel campgrounds: waarom zouden we veel verder gaan? We rijden door Lincoln city, een gezellige winkelstraat met heel veel bureau’s waar je een walvistocht kan boeken.

Er komt net een parkeerplaats vrij en die pikken wij gelijk in. ? Eerst op zoek naar de koffiebar. Terwijl we staan te wachten vertelt de vriendelijke ‘koffiemeneer’ dat er vanaf de kant walvissen te zien zijn, het gaat om de grijze walvis. We doen ons ‘bakkie’ buiten in de hoop iets te zien maar helaas. Na wat winkeltjes in en uit te zijn gegaan en het kopen van een paar super leuke crocs

(niet de keus van mijn husband want die vind het afschuwelijke veel te dure plastic slippers ?) rijden we verder. Na een paar kilometer zien we een viewpoint, bij het bord staat dat vanaf hier walvissen te zien zijn. Vooruit, een tweede poging! Het is inmiddels ook al lunchtijd en ik maak iets lekkers te ‘snavelen’, mijn lover gaat de foto’s voor het reisblog uitzoeken en ineens: een grijze walvis voor de kust!

Wow, snel naar buiten om te kijken! We staan lange tijd te genieten en oeps, dan is het al rond 14.00 uur. Na overleg rijden we naar Cape Kiwanda, wat een drukte is het hier! Er is een campground tegenover het strand maar we gaan eerst naar the beach. Je kan met de auto het strand op rijden maar gezien ons laatste ‘zandavontuur’ bij Han ? zijn we wat voorzichtig! We wandelen een stuk over het strand en klimmen de duinen omhoog voor het uitzicht.

Vreemd dat mijn lover en ik vanaf boven geheel iets anders waarnemen. Zal wel een fotografisch dingetje zijn.?

De campground heeft nog net één plekje maar 65,00 dollar voor dry camping (zonder water, afvoer en elektriciteit) vinden wij echt te gek dus we trekken verder. Er volgt nog een campground en die durft zelfs 75,00 dollar voor dry camping te vragen. Wel geeft de medewerkster een tip: verderop in het plaatsje Woods, is een oud vrouwtje die op haar terrein wat plekken heeft voor caravans en campers. We komen daar en inderdaad ze heeft nog een plaats vrij, prima ligging met volledig hook-up en slechts 25,00 dollar. ?

Zondagochtend is easy, we ruimen wat op, draaien een was en gaan dan op pad. Het lijkt alsof iedereen vandaag erop uit trekt en het is flink druk. Na een paar stops bij uitzichtpunten

komen we in Cannon Beach. Hier moesten de deelnemers aan ‘Wie is de mol 2017’ een opdracht op het strand uitvoeren. In het centrum is het stapvoets rijden en de campground heeft, zoals we al vermoeden, geen plaats meer. Richting Seaside zit Circle Creek RV resort en die zou nog wel plek hebben.
Er komen nog twee campers aan waarin Nederlanders zitten, twee echtparen, en met hen rijden we op naar de genoemde campground. Als we daar bij de receptie staan te wachten merkt één van de dames op; ‘Oh, is het jullie eigen camper, we dachten dat je die hier gehuurd had en voor de lol een NL kenteken erop had gedaan….’ ?

Er zijn momenten dat mijn lover en ik weten wanneer we beter niets meer kunnen zeggen! Ook hier alleen maar dry camping plekken vrij, voor ons is dat prima. De volgende morgen besluiten we om nog één nacht te blijven en vandaag Cannon Beach en Seaside te bezoeken. Maar eerst op zoek naar het dumpstation. Wat blijkt: dit RV resort (zoals ze zich zelf noemen) heeft er geen! ? Dus bij een inmiddels vrij gekomen hook-up plek parkeert Roel onze hut en gaat water bijvullen. Daar komt de receptioniste op hoge poten aangelopen en zegt kattig; ‘Het is verboden om water bij te vullen als je op ‘dry camping’ hebt gestaan!!!’
Zo dan, die is akelig….? Mijn lover legt uit waarom hij dit doet waarop zij zegt; ‘Jullie moeten nu tien dollar betalen voor het water!’ Dat we net twintig seconden water staan te tanken gelooft ze niet want volgens haar staan we al tien minuten of langer. Er volgt een discussie en mijn lover maakt zijn verontschuldigingen. Als we de poort uitrijden staat ze de vuilnisbakken na te kijken, ‘OMG, zal je zien krijgen we ons vuilniszakje ook terug!’ zeggen we tegen elkaar. ? Ze steekt haar hand op en Roel drukt het raam naar beneden. Zij zegt echter niets, mijn lover wel; ‘Het is jammer dat je zo reageerde want nu heb je tien dollar willen verdienen aan water, die je trouwens niet hebt gekregen.
En inkomsten voor vanavond loop je ook mis want wij komen niet meer terug!’ That’s my baby, tsjakka. ???
We rijden het kleine stuk terug naar Cannon Beach en op de speciale RV parking laten we de hut achter. Vandaag is het Memorial Day en dat is te merken: wat een mensen op straat.

Winkelen kan soms zo zwaar zijn….

Maar wat doen de Amerikanen dan op zo’n dag? Gewoon vragen en je komt erachter. ? Ze eren de gevallen militairen maar ook andere overledenen door bloemen bij een memorial punt of begraafplaats te leggen. Soms is er een extra aandachtspunt zoals deze laarzen/schoenen met een vlaggetje waarop een naam en overlijdensdatum staat,

deze soldaat is al in de tweede wereldoorlog gesneuveld. Verder is het een vrije dag die ze met familie en vrienden doorbrengen en zoals hier op het strand veelal met BBQ.
De temperatuur is vandaag iets beter maar vergeleken met de temperaturen in Nederland die we in de krant zien is het hier koud! Na ons koffie avontuur

(zie het verslag “De bruine beleving”) wandelen we over het strand, mijn lover fotografeert en ik zie hem genieten.

Terwijl ik naar hem kijk kan ik dan ineens zo blij worden dat hij hier loopt want hoe slecht was hij er in november 2016 aan toe toen hij voor de tweede keer in twee maanden een open hartoperatie moest ondergaan. Nog hoor ik de stem van de IC-verpleegster toen ze vertelde dat ie met spoed terug naar de OK was gebracht omdat het niet goed met hem ging….?  Mijn lover komt op me afgelopen ‘Wat kijk jij nadenkend, is er wat?’ vraagt ie. Ik geef hem een zoen en zeg; ‘Die is voor jou omdat je in mijn leventje bent!’ En dat is zo easy aan hem, hij kijkt me aan terwijl ie zegt; ‘Gek wijf, maar lekker wel mijn gekke wijf!’ ? Terug lopen we door de winkelstraat en eten op een terrasje een vissoep en garnalen. Daarna rijden we door naar Seaside maar hier is geen echt centrum te bekennen dus laten we het voor wat het is en gaan richting Mount Saint Helens. Een vulkaan in Skamania County, waarvan de top ooit 2950 meter haalde maar na een uitbarsting in 1980 meet deze ‘slechts’ nog 2550 meter. Bij deze dodelijke en verwoestende uitval (de ergste in de Amerikaanse geschiedenis) kwamen 57 mensen om het leven en een gedeelte van de berg stortte in. Tot in de wijde omgeving werden bomen als lucifershoutjes platgegooid en alles gezandstraald over een oppervlakte van ongeveer 600 vierkante kilometer.
In Castle Rock vinden we in Seaquest State Park een prima campground middenin het bos. We maken een vuurtje en mijn chefkok gaat aan de slag met de voorbereiding voor het eten terwijl ik op het vuur moet letten.

Prima job voor deze Cheryl: wijntje erbij en af en toe gooi ik voorzichtig een blok hout erop. Net als ik dat weer doe komt mijn lover uit de camper, ‘Wat doe je dat raar, ben je bang voor het vuur?’ Ik moet vreselijk lachen en zeg; ‘Nou dat niet maar kijk naar mijn wijde mouwen, als die vlam vatten dans ik als een soort Boney M door het bos!’ ? De pakketjes met kabeljauw gaan op de BBQ en het resultaat mag er zijn! ?

Het is weer een koude nacht en bij het ontwaken ons vertrouwde ritueel: even snel uit bed, kachel aandoen en wanneer het warm is pas eruit voor ontbijt!
Als we op de weg naar Mount Saint Helens rijden zien we ineens een bord staan: ‘road closed’. Wat zou dat nou zijn? Het wordt ons niet helemaal duidelijk, er zijn drie passen dicht maar die hoeven wij niet te hebben….? We rijden dus maar door over een weg waarvan het asfalt steeds slechter en slechter wordt. En dan bovenaan bij de laatste afslag is ie dicht en niemand te bekennen in het parkhok van de ranger. Wel zien we veel sneeuw langs de weg dus dit zal de  oorzaak zijn. Ok, dat is balen zeg!

Helaas er zit niets anders op dan dezelfde rottige asfaltweg terug te pakken. We hebben vandaag heel veel kilometers gemaakt voor niets! Eind van de middag komen we in Rochester en langs de weg ligt een RV park. Het heeft alles tegen: langs de weg en het spoor, heel veel vaste bewoners met troep, en de prijs….? Maar we hebben geen puf meer om door te rijden dus gooien alle bezwaren over boord en gaan staan. En het moet gezegd: we staan ondanks alles verrassend goed! ? We zijn inmiddels in de staat Washington en ook hier zou de kust schitterend zijn. Van Rochester rijden we terug naar de kust en komen in Ocean Shores. Het maakt op ons een rustige indruk, herten struinen over het gras, veel tweede huizen en er is nog weinig te beleven….kan ook aan het weer liggen want het is fris.

Het lijkt alsof het hier allemaal een maand achterloopt qua seizoen. Roel zou Roel niet zijn als ie niet helemaal doorrijdt tot we niet verder kunnen. ?

Dit keer ben ik er blij om want aan het einde van de weg bij een klein haventje ligt, een verborgen parel, camperplaats: Quinalt Marina en RV park. Er is plek en zelfs één direct aan het strand! Als we de hut hebben neergezet komt er een voorzichtig zonnetje.

De stoelen gaan naar buiten en wanneer we met een theetje éénmaal zitten begrijpen we waarom niemand hier wil staan. ? Van alle kanten komt de wind op dit stukje tussen de twee wateren aan land en het zand waait vrolijk mee. Binnen korte tijd voelen we het overal schuren en ligt de camper vol. ? Zelfs tussen de lakens maar wie let daar op als je vanuit je bed zo de zee kan zien en horen! De volgende morgen gaan we verder over de Highway 101 langs de kust richting Port Angeles, dan hebben we vanaf San Diego in het zuiden tot het noorden bijna de gehele kust gehad. We zijn net een klein uurtje onderweg als we voorbij het plaatsje Queets (in het Olympic National park) een kleine ingang zien naar het strand.

‘Wat was dat, stond daar nou campground?’ We kijken elkaar aan, ‘Zal ik omdraaien?’ vraagt Roel. We draaien op de stille weg en rijden het weggetje in. Het is inderdaad een campground (South Beach): weer zo’n verborgen parel. ? Het uitzicht is super, er staan een paar campers langs de zeekant. Volgens het informatiebord zijn er nog plekken vrij, er is alleen maar dry camping, kosten 15,00 dollar per nacht. ‘Wat een top plek, wil je blijven?’ vraagt mijn lover. Ik kijk op mijn horloge ? (waarom doe ik dat want ik heb alle tijd?) en zeg; ‘Ik weet niet, het is net half twaalf, zullen we een bakkie doen en dan beslissen?’ Als we wegrijden om buiten het terrein te parkeren komen we voorbij de plek van de campgroundhost.

(Dit zijn vrijwilligers die op de Nationale parken gratis in hun eigen camper of caravan wonen in ruil voor het onderhoud van de campground en het sanitair.)

‘Oh, jullie gaan toch niet weg!’ roept de kerel en komt op ons afgelopen. Door het geopende raam aan mijn kant begint hij enthousiast uit te leggen wat er verderop aan de kust nog komt en dat er geen één plek zo mooi is als deze. Terwijl hij staat te praten kijk ik langs hem heen naar de zee en zie iets bewegen….het komt uit het water! ?

‘Sorry hoor dat ik je verhaal onderbreek maar zitten hier ook walvissen zó dicht langs de kant?’ vraag ik hem verbaasd. Hij knikt bevestigend en we kijken alledrie naar het water. Pats, daar komt het dier weer boven! Wat is dit mooi! De beslissing is nu snel gemaakt: we blijven. ?

Als de host vertelt dat er verder op het strand een dode walvis ligt, wandelen we er naar toe. Jakkes wat een akelig gezicht en het is maar goed dat de wind onze kant niet op staat. Tien meter dode vis. ?

Vanaf onze plek zien we walvissen en zeeotters heel dicht voorbij zwemmen. Met het op het strand gesprokkelde drijfhout maken we later vuur en zitten ’s avonds nog lang buiten.

De volgende morgen als ik over de zee staar, mijmer ik maar weer eens over mijn B&B aan het strand in Kaapstad. ? Met tips van de host gaan we de Highway 101 weer op

en doen Second Beach en La Push aan,

rijden via Lake Pleasant en Lake Crescent verder door het Olympic National park en komen dan in Port Angeles. Bij de Walmart doen we boodschappen en het blijkt dat je hier met de camper mag overnachten. Goed om te weten maar wij gaan terug het park in naar campground Heart O’ the Hills, die ligt mooi tussen de bomen.

De weg naar Hurricane Ridge loopt er naast en rijden we de volgende ochtend omhoog. Hoe hoger we komen hoe meer sneeuw er nog ligt. In de verte zien we de besneeuwde toppen van Hurricane Hill en Mount Angeles. ‘Als ik dit zo zie is het niet gek dat de weg van de week naar Mount Saint Helens dicht was.’ zeg ik tegen mijn lover. Boven bij het visitor centre parkeren we, vanaf daar gaan er een aantal mooie wandelingen waarvan wij er één doen.

In de winter is dit trouwens een skigebiedje. Na de wandeling pakken we de kaart erbij en besluiten nog een stuk te rijden, met als plan Seattle voor de komende dagen. We komen tot Gig Harbor en schieten daar een campground op….het is genoeg voor vandaag en deze week met vele bijzondere plekken en momenten. ? “And above all, watch with glittering eyes the whole world around you because the greatest secrets are always hidden in the most unlikely places. Those who don’t believe in magic will never find it. – Ronald Dahl”